HANDELINGEN VAN DEN GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
2.
INGEKOMEN STEKKEN,
ter inzage van (le leden nedergelegd.
N°. 11. Leiden, 17 Januarij 1872.
Wij hebben de eer u bij deze over te leggen de adressen van hen die
wenschen tot Secretaris dezer gemeente te worden benoemdals van
Mr. N. G. Cnoop Koopmans, secretaris der gemeente Beverwijk, te Haarlem.
P. de Haas, 6e beambte ter secretarie te Leiden.
Mr. J. N. van Hall, ambtenaar le klasse ter secretarie van Utrecht.
H. G. Hartman Jz.secretaris der gemeente Goes.
Mr. J. A. van Hasselt, burgemeester en secretaris der gemeente Gorssel.
Mr. E. Kist, adjunct-commies 1« klasse bij de provinciale griffie van Gelder
land le afd.waartoe behoort het bestuur der provincie en der gemeen
ten, kerk- en armbestuur, onderwijs, kunsten en wetenschappen, regle
menten en geschillen in zaken van polderswaterleidingen en wegen.
Mr. A. M. Jlaas Geesteranus thans zonder beroepoud-burgemeester van
Hillegom en van Hillegersberg en Bergschenhoek.
A. Montagne Iz., le beambte ter secretarie te Leiden, onder den titel
chef ter plaatselijke secretarie.
J. Mullerburgemeester en secretaris der gemeente Valkenburg.
C. G. Nieuwveen4e beambte ter secretarie te Leiden.
J. Nubout van der Veensecretaris der gemeente Alkmaar.
Mr. H. L. A. Obreenadvocaat te Leiden.
P. de Bidder, burgemeester en secretaris van Woubrugge.
Mr. J. de Rouville, advocaat te 's Gravenhage.
B. K. Scharp, commies ter provinciale griffie van Overijssel, chef van de
atdeeling statistiekhet verzamelen van bouwstoften voor het jaarverslag
van den toestand der provincie en opmaken van dat verslag, bewerking
van de notulen der provinciale staten de registers op die notulen en het
provinciaal-blad, en de zorg voor de bibliotheek.
Mr. L. D. Suringar, procureur bij de arrondissemenls regtbank te Leiden.
Mr. W. L. Voorduincommies ter provinciale griffie van Zuid-Holland
chef van de 4e afdeeling, statistiek, keuren en verordeningen van water
schappen, gemeentelijke verordeningen, verzoeken om gratie wegens over
treding van waterschaps- of gemeente-verordeningenjustitie en policie,
strandvonderij.
Ter voldoening aan art. 95 der wet van 29 Junij 1851 (Stbl. n°. 85),
hebben wij de eer u voor de vervulling dezer betrekking aan te bevelen:
Mr. A. M. Maas Geesteranuste 's Gravenhage.
Mr. E. Kist, te Arnhem.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
N°. 12. Leiden, 15 Januarij 1872.
Wij hadden de eer bijgaande missive te ontvangen van de plaatselijke
Commissie van Toezigt op de scholen van middelbaar onderwijs alhier,
houdende voorstel om de waarneming der lessen in de Staatswetenschappen
aan de hoogere burgerschool tijdelijk op te dragen aan Mr. J. van Gigch,
advocaat te 's Gravenhageleeraar in de Staatswetenschappen aan de hoo
gere burgerschool te Delft, tegen eene belooning van ƒ75 per maand.
De Inspecteur van het middelbaar onderwijs, door ons gehoord, heeft
daartegen geene bedenkingen. Ook wij kunnen ons met dat voorstel
volkomen vereenigen en nemen mitsdien de vrijheid u te raden dienover
eenkomstig te besluiten. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad.
Leiden, 8 Januarij 1872.
Aan onze Hoogere Burgerschool vaceert sedert geruimen tijdzoo als u
bekend is, de betrekking van leeraar in de Staatswetenschappen. Welke
nadeelige gevolgen het gemis aan onderwijs in die wetenschappen kan heb
ben voor de leerlingen der hoogste klasse, die spoedig hun eindexamen
zullen hebben af te leggenbehoeft geene nadere uiteenzettingevenmin
dat dadelijke voorziening dringend noodig is geworden. Dientengevolge
neemt de Commissie van toezigt op de scholen van middelbaar onderwijs de
vrijheid u in overweging te gevenaan den Gemeenteraad te willen voorstel
len u te machtigen het onderwijs in de bewuste vakken, tot aan het tijd
stip, waarop de definitief te benoemen leeraar in functie zal tredentijdelijk
op te dragen aan Mr. van Gigh, advocaat te 's Gravenhage, leeraar in de
Staatswetenschappen aan de Hoogere Burgerschool te Delft. Wordt daarbij
den heer van Gigh een honorarium van f 75 per maand aangeboden, dan
zal deze, naar de Commissie met zekerheid meent te weten, zich zoodanige
opdracht laten welgevallen. Namens de Commissie voornoemd,
Aan Heeren Burgemeester en P. L. Rijke Voorzitter.
Wethouders vau Leiden. H. J. Hamaker Secretaris.
N". 13. Leiden, 11 Januarij 1872.
Wij hebben de eer u bij deze over te leggen de stukken van hen die
zich op onze oproeping hebben aangemeld voor de nog twee vaceerende
hulponderwijzersplaatsen op de openbare school voor meer uitgebreid lager
onderwijs der le klassevoor jongens.
In overleg met den hoofdonderwijzer dier school en den districts-school-
opziener, hebben wij voor ieder dier betrekkingen een drietal opgemaakt,
hetwelk wij ons de eer geven u bij deze aan te biedenmet verzoek daaruit
de benoeming te doen, als:
1872.
voor een len hulponderwijzer van de 3' klasse: 1°. Willem Melgerd;
2°. Hendrik Wilhelm Bosman; 3°. Cornelis Stolp; allen aan diejschool
werkzaam
en voor een 2en hulponderwijzer van de 4" klasse: 1°. Marcus de Haas;
2'. Cornelis de Beer; 3°. Bernardus Johannes Troll; de eerste binnen deze
gemeente, de tweede te Hoorn, de laatste te Noordwijkerhout werkzaam.
Burgemeester en Wethouders, enz.
N'. 14. Leiden, 6 Januarij 1872.
Krachtens art. 5 der Verordening van 14 Mei 1858, hebben wij de eer,
ter vervulling van de opengevallen betrekking van boekhouder der stedelijke
Gasfabriek, op de daaraan verbonden bezoldiging en de daarvoor vastgestelde
of vast te stellen instructie, voor te dragen het volgend dubbeltal, als:
1°. F. H. Key, thans die betrekking waarnemende; en 2°. V. M. F. Ta
verne, boekhouder bij de firma A. T. Heyman alhier.
Commissarissen vinden volkomen vrijheid, om in het bijzonder een gun
stig en loffelijk getuigenis te geven ten aanzien van den beambte F. H.
Key, die, gedurende eenige jaren aan die fabriek verbonden, zich steeds
door ijver, trouw en eerlijkheid onderscheidde en gedurende den tijd, dat
hij die betrekking voorloopig waarnam, voldoende blijken gaf van zijne ge
schiktheid en bekwaamheid, waarom hij dan ook aan het hoofd van het
dubbeltal werd geplaatst.
Commissarissen der stedelijke Gasfabriekenz.
Aan den Gemeenteraad.
N". 15.
Edel-Achtbare Heeren
Leiden, 12 Januarij 1872.
In de maand Januarij 1869 voor den tijd van drie jaren herbenoemd
tot Praelector in de Verloskunde, heeft de Ondergeteekende de werkzaam
heden aan die betrekking verbondenmet voorliefde en naar hij vertrouwt
ook met ijver en goeden uitslag waargenomen.
Gaarne wenscht hij daarmede op gelijke wijs voort te gaan en wendt
zich derhalve tot UEd.-Achtb.met het verzoek om voor een gelijk tijds
verloop in bovenbedoelde betrekking te worden gecontinueerd.
Aan den Edel-Achtbaren Raad 't Welk doendeenz.
der gemeente Leiden. A. E. Simon Thomas.
Leiden, 18 Januarij 1872.
Op het adres van prof. Abraham Everhardus Simon Thomashoudende
verzoek om continuatie als Praelector in de Verloskundehebben wij de
eer u te berigten dat de wijze, waarop deze betrekking door dien hoogleeraar
wordt waargenomen, allen lof verdient, zoodat wij de vrijheid nemen u
te raden hem als zoodanig weder voor den tijd van drie jaren te con-
tinueeren. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad.
N". 16. Leiden, 15 Januarij 1872.
Blijkens de opgave in bijgaand Provinciaalblad bedraagt het aandeel dat,
ingevolge de bestaande wettelijke voorschriften door deze gemeente over
1871 in de kwade posten wegen3 de directe belastingen moet worden gedra
gen, de som van /2748.73j. Onder het daartoe betrekkelijk nommer der
gemeente-begrooting is slechts op ƒ1600 gerekend, zoodat een bedrag van
1148,73® nog moet gevonden worden.
Voorts is eene som van f 7.07 meer benoodigd voor kosten wegens het
innen van renten van inschrijvingen op de Grootboeken der Nationale Schuld.
En het is tot vinding van dit een en ander dat wij de vrijheid nemen
u bijgaanden staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting voor
1871 tot een bedrag van ƒ1155.80* ter vaststelling aan te bieden.
Burgemeester en Wethouders, enz.
[Bij bedoelden staat wordt van hoofdst. VII, volgnommer 109, van de
begrooting van 1871, jaarwedden der hoofd- en hulponderwijzers en onder
wijzeressen mitsgaders toelagen ten behoeve van kweekelingende som van
/I165.80j afgeschreven, en van die som f7.07 overgebragt op hoofdst.
III, volgnommer 88, kosten ter zake van het innen van renten wegens
inschrijvingen op het grootboek, en 1148.73J op hoofdst. X, volgnommer
149, uitkeering aan het rijk van hel aandeel in de kwade posten wegens
de directe belastingen.]
Leiden, 15 Januarij 1872.
De Commissie van Financiën heeft de eer te berigten dat zij onderzocht
heeft bijgaanden staat van af- en overschrijving op de gemeenle-begrooting
voor 1871, tot vinding van het meerder bedrag 1°. van het aandeel dat
ingevolge de bestaande voorschriften door deze gemeente over 1871 in de
kwade posten wegens de directe belastingen moet worden gedragenen 2®.
voor kosten wegens het innen van renten van inschrijvingen op de Groot
boeken der Nationale Schuld. Zij heeft daartegen geene bedenkingen
neemt mitsdien de vrijheid U te raden dien staat aldus vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiënenz.