IARDELIHGER Til DER GEMEENTERAAD VAR LEDER. 40. Zitting vau Donderdag 38 December 1871, geopend ten 2 ure. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren Eigeman, van Outeren, van Heukelom, du Rieu, Veefkind, Verster, Bijleveld, Buys, van Hettinga Tromp, LePoole, Lezwijn, Hartevelt, de PremeryHubrecht, Stoffels, Krantz, Goudsmit, Cock en van den Brandeler. De heer Dercksen gaf kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 14 December 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: Eene dispositie van Gedep. Staten van Zuid-Holland van den 12en dezer maand B. n°. 8257 (3° afd.), G. S. n°. 24, waarbij de begrooting voor den jare 1872 wordt goedgekeurd. Deze wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Adressen van Mr. E. Kist, Mr. N. G. Cnoop Koopmans, Mr. A. M. Maas Geesteranus, J. Muller en J. Nuhout van der Veen, om tot secre taris dezer gemeente te worden benoemd. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, ten einde daarop bij het opmaken eener aanbeveling te kunnen letten. 2#. Adressen van: a. bet Bestuur der Leidsche Zangvereeniging, om gebruik te mogen maken van de Stads-Gehoorzaaldes Vrijdags van elke week; b. het Bestuur van het muziekgezelschap Sempre Crescendo om bet gebruik van de boven voorzaal, op dezelfde dagen en voorwaarden als vroeger; c. de Commissie der volksvoorlezingen van het Leidsch Departement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen houdende het verzoek om het ge bruik van Stads-Gehoorzaal op den 4en Maandag in Januarij en voorts op den len en 3en Maandag van iedere maandgedurende den winter. 3°. Adres van J. Terlaaktot het wegnemen der palen geplaatst aan den ingang van het jaagpad buiten de voormalige Wittepoort. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ten fine van berigt en raad. 4°. Voordragt tot onderhandsche verhuring der woning boven het rijks telegraaf kantoor. 5°. Voordragt tot tijdelijke waarneming der betrekking van concierge van de nieuwe Stads-Gehoorzaal. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. De Voorzittrr. Ik moet nog aan den Raad mededeelen dat voor de verpachting van faecale stoffennaar het stelsel van Liernur verzameld geene inschrijving is ingekomen, zoodat Burgemeester en Wethouders te dien aanzien nadere voorstellen aan deze vergadering zullen doen. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde is: I. Benoeming van een len hulponderwijzer der 4e klasse aan de open bare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der l« klasse voor jongens. (Zie Handd. 39, n°. 71.) De heeren van Hettinga Tromp, Hubrecht en Cock worden door den Voorzitter uitgenoodigd met hem het bureau van stemopneming uit te maken. Met 17 stemmen wordt benoemd H. W. Bosmaner waren twee blanco briefjes ingekomen. II. Benoeming van een ambtenaar, speciaal belast met het toezigt op de hondentot rigtige invordering der belasting. (Zie Handd. 39, n°. 72.) Met 17 stemmen wordt benoemd C. F. Beck. J. van Giesen verkreeg I stem. UI. Verzoek van Vrouwe J. E. Snellen van VollenhovenMeijer, om ontslag als regentesse van het H. G. of arme wees- en kinderhuis. (Zie Handd. 39, n°. 73.) Het gevraagd ontslag wordt eervol verleend, onder dankbetuiging voor de in die betrekking geheel belangloos bewezen gewigtige diensten. IV. Verzoek van G. J. van de Stouwe, om ontslag als hulponderwijzer le klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 2» klasse, voor jongens. (Zie Handd. 89, n°. 74.) Het gevraagd ontslag wordt eervol verleend, in te gaan met den lfiden Januarij a. s. V. Twee staten van af- en overschrijving op de gemeente-begrooting, dienst 1871. (Zie Handd. 39, n°. 75 en 76.) Beide staten worden met algemeene stemmen goedgekeurd. 1871. VI. Voordragt omtrent eene verhooging der jaarwedde van den 2en Com missaris van policie. (Zie Handd. 39, n#. 77.) De heer Veefkind. Even als bij de behandeling der begrooting, zal ik ook nu tegen de voordragt stemmen. Niet omdat ik de verdiensten van den heer Cramer ontken of zou meenen dat de dienstendoor hem aan de gemeente bewezen, met 1600 te hoog betaald zijn, maar omdat eene in- rigting der policie, waarbij het commissariaat ƒ3400 kost, mijns inziens te bezwarend is voor de financiën der gemeente, In omvraag gebragt wordt het voorstel aangenomen met 15 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren Cock, van Heukelom du Rieu en Veefkind. VII. Voordragt betreffende de kleeding der agenten van policie. (Zie Handd. 39, n°. 78.) De heer Eigeman. Ik zal stemmen voor de verhoogingdoch niet op den grond door Burgemeester en Wethouders aangegeven. Hiermede kan ik mij niet volkomen vereenigen. Zij zeggen in hun adviesdat het tekort van 130 op de som, op de begrooting voor 1872 uitgetrokken, naar aanleiding van hetgeen in 1871 is uitgegeven, tot ƒ2920, ontstaat door de registratie kosten welke aan deze aanbesteding zijn verbonden. Ik veroorloof mij hier aan te twijfelen, en zou meenen dat voor dat tekort mede eene andere re den kan aangegeven wordenen wel de prijsverhooging van de grondstoffen in de laatste maanden. Zekerlijk maken die ƒ130 Diet geheel de registra tiekosten uit. Indien ik mij niet bedriegdan bedragen dezeindien zelfs borgen gevorderd worden, plus minus 2 pCt. Voeg ik daarbij de verdere geringe onkosten van publicatie enz.dan kom ik nog op verre na niet aan de ƒ130. Ik spreek hierover, omdat de aangegeven reden een wapen zou kunnen zijn in de hand van hen, die tegen publieke aanbestedingen zijn. Het zal mij daarom aangenaam zijn door u, mijnheer de Voorzitter, nader te worden ingelicht. De Voorzitter. Het is ontegenzeggelijk dat de verhooging voornamelijk is ontstaan door de registratie-regten. Ik wil echter gaarne toegevendat die slechts 90 bedragen; maar, hij die inschrijftberekent altijd ruimer dan hij strikt betalen moet. Hij die ten vorigen jare ingeschreven heeft voor de confectie der kleederenheeft zoo goedkoop niet kunnen inschrijven omdat het altijd een groot onderscheid maakt of men zelf het laken levert. Het is toch eene bekende daadzaak, dat, als men laken opdoet in het groot, men oneindig meer daaruit kan snijden, dan anders het geval is. Dat brengt het eigenbelang van den aannemer mede, en daardoor kan hij goed- kooper zijn. Hoe het zij, het registratieregt bedraagt, volgens mij gedane opgave, ƒ90, zoodat het verschil op de massa dan nog slechts 40 beloopt. De heer van Heukelom. Ik ben alleen zoo vrij te vragen, hoe en wat er nu zal gegund worden. De Voorzitter. Het leveren van het laken en het maken der kleede ren wordt gecombineerd. Die combinatie is het voordeeligst. De voordragt wordt met algemeene stemmen aangenomen, VIII. Concept-verordeningen regelende de heffing en invordering eener plaatselijke belasting op de honden. (Zie Handd. 39, n°. 79.) De Voorzitter. Ik open in de eerste plaats de algemeene beraadslaging over het raadsbesluitregelende de heffing eener plaatselijke belasting op de honden te Leiden. De heer Goudsmit. Ik heb eene algemeene opmerking te makennl. of het niet beter ware in plaats van «-eigenaars" of «-bezitters," in deze verordening te spreken van «-houders" van honden. Ik vrees toch dat de woorden eige naars of bezitters tot allerlei chicanes aanleiding zouden kunnen geven. Iedereen weet wat beteekent het «-houden" van honden maar «-bezitter" zijn van honden is voor verschillende uitlegging vatbaar, en men zou noch be zitter noch eigenaar van een hond kunnen zijn en toch een hond houden. Lang3 dezen weg dus zou de plaatselijke belasting kunnen worden ontdoken. De heer Bijleveld. Ik ondersteun zeer het denkbeeld van den geachten vorigen spreker. Het woord «-houder" drukt, naar mijne overtuiging, beter uit wat in deze wordt bedoeld en zal minder aanleiding geven tot quaestie. Ook de rijkswetgever heeft in 1870 in de wet op het veeartsenijkundig staatstoezigt en de veeartsenijkundige policiebij het opleggen van verplig- tingen, aan het woord »houder" boven het woord //bezitter" de voorkeur gegeven. De Voorzitter. Het Dagelijksch Bestuur is bereid de wijziging, door den heer Goudsmit voorgesteldover te nemen. De heer Goudsmit. Als mijn voorstel wordt aangenomendan kan art. 3bepalende dat deze belasting verschuldigd is door de eigenaars of be zitters geheel wegvallen. De heer Eigeman. Indien het woord «-houders" aangenomen wordt, wil ik vragenof dat geene moeijelijkheid opleveren kan voor hen die een hond gedurende eenigen tijd in bewaring nemen van een ander. Dat dit plaats heeftb. v. bij het uit de stad gaanis niet zeldzaam. Die bewaar der is, hoewel geen eigenaar, dan houder van een hond. Moet dit niet geconstateerd worden De heer Goudsmit. Iedereen begrijpt wat het beteekent of men hou der van een hond iszoo spreekt men van het houden van dienstboden van het houden van kippen of van andere dierenzonder dat de uitdruk king als eene dubbelzinnige wordt beschouwd. 58

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1871 | | pagina 1