Een onderzoek, door eene corr,missie uit ons midden ingesteld, heeft tot liet besluit geleid dat slechts één dier manschappen in staat is de kos ten van zijne kleeding voor de helft, te voldoen en vier voor een vierde terwijl de overige zes en dertigwier onvermogen door bewijzen gestaafd is, niet geacht worden daartoe iets te kunnen bijdragen. Wij nemen mitsdien de vrijheid u voor te dragen, dat van de 41 op de lijst vermelde manschappen geen geacht zal worden in staat te zijn zelf voor bet geheel in zijne kleeding te voorzien, terwijl l hunner voor de helft4 voor drie vierden en de overige 36als onvermogend, voor het geheel uit de gemeentefondsen tegemoetkoming in die kosten zullen erlangen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 66. Leiden, 2 December 1871. Wij beschouwen dat de aanleg der riolering, volgens het stelsel Liernur, in dat gedeelte van wijk II, waar dit zou worden toegepast, thans zoover gevorderd is, dat tct eene openbare verpachting der faecale stoffen, die al daar verzameld wordenkan worden overgegaan. Wij hebben de eer de hiervoor gevorderde concept-voorwaarden aan u ter vaststelling voor te leg gen, waarbij wij die verpachting, ingaande den lstrn Januarij 1872, als eene eerste proef slechts voor één jaar hebben bepaald. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Voorwaarden, volgens welke Burgemeester en Wethouders van Leiden, in het openbaar zullen verpachtende faecale stoffen die verzameld worden in dat gedeelte van wijk II der gemeente, waar het Lier- nursche stelsel is toegepast, en zulks voor den tijd van twaalf maandenaanvangende den eersten Januarij 1800 twee en zeventig. Art. 1. Aan den pachter wordt gedurende het jaar 1800 twee en ze ventig geleverd alle versche privaatstof, verzameld volgens het stelsel van Kapt. Ch. T. Liernur, nabij de voormalige Koepoort. De pachter verbindt zich tot het dagelijks afhalen of doen afhalen uit een aan te wijzen taplokaal der verpachters van al de daar voorhanden met privaatstof gevuldevaten. Art. 2. De gevulde vaten mogen niet langer dan 2 maal 21 uren bin nen de gemeente verblijven. Art. 3. liet vervoer der gevulde vaten door de stad moet in behoorlijke vaar- of voertu gen plaats hebben, de laatsten zoodanig ingerigt dat, in geval er een ongemak aan een of meerdere, vaten ontstaat, er geen uitstor ting van privaatstoffen op den openbaren weg kan plaats hebben. Art. 4. De vaten zijn en blijven het eigendom van den pachter. Hij moet zorgen daarvan eene genoegzame hoeveelheid voorhanden te hebben om de dagelijks verzamelde stuffen uit het aftaplokaal te kunnen verwijderen. Zij moeten na elke ontlediging van binnen en van buiten zoodanig ge reinigd worden, dat er geen privaatstoffen aan of in verblijven. Die reiniging mag niet in gemeentewater plaats hebben. Niet behoorlijk gereinigde vaten worden, voor rekening des pachters, van gemeentewege schoongemaakt. Art. 5. De vaten moeten voorzien zijn van behoorlijke spongatennaar op te geven maatwelke gaten aeuigtuitgeboord of vernieuwd moeten worden, wanneer de verpachters zulks noodig oordeelen. Art. 6. Tot bet laden der gevulde vaten in schepen of op voertuigen kan de pachter gebruik maken van de daartoe strekkende middelen der verpachters, voor zooveel die bij het aftaplokaal voorhanden zijn. Art. 7. Het vervoeren der vaten buiten het aftaplokaal moet des mor gens vóór 10 ure afgeloopen zijn. Art. 8. Zooveel mogelijk moeten vaten van gelijke grootte worden ge bruikt. Art. 9. Voor dat een vat in gebruik wordt gesteld, wordt door de ver pachters onderzocht welk gewigt het kan inhouden. Dit gewigt wordt van zijnentwege daarop gebrand. Art. JO. In het aftaplokaal is een register voorhanden, dat dagelijks aangehouden wordt, tot aanteekening van het aantal afgeleverde vaten en hun gewigt. Art. 11. Naar de opgaven van dit register worden maandelijks staten der afgeleverde vaten en van»hun gewigt zamengesteld en den pachter toe gezonden. Art. 12. De betaling van de op die staten uitgedrukte som moet maandelijks binnen 14 dagen na de toezending der staten plaats hebben bij den gemeente-ontvanger in grof zilvergeld of Nederlandsche muntbilletten. Art. 13. De privaatstof wordt geleverd in den toestand waarin zij ver zameld wordt. De pachter heeft de bevoegdheid op de wijze van verzamelen toe te zien, terwijl, indien daarop gegronde aanmerkingen te maken zijn, zooveel mogelijk de maatregelen genomen zullen worden die alsdan zullen blijken noodig te wezen. Art. 14. Jndien de pachter in gebreke blijft de gevulde vaten dagelijks weg te halendaaraan niet bijtijds de herstellingen verrigt in art. 5 be doeld geen genoegzaam aantal vaten in voorraad heeftof voertuigen ge bruikt, niet voldoende aan bet bepaalde in art. 3, wordt, zonder nadere waarschuwing, de niet afgehaalde privaatstof ten behoeve van de verpachters verbeurd verklaarden in allen gevalle bij elk verzuim eene boete van f 1 verbeurd. Art. 15. Tot waarborg voot de rigtige nakoming zijner verpligtingen moet de pachter daags na de goedkeuring der verpachting, bij den gemeente ontvanger eene waarborgsom storten ten bedrage van f 250welke moet worden aangevuld wanneer zij ten gevolge van verbeurde boeten tot beneden 100 is gedaald. Na het eindigen van dit contract wordt de waarborgsomvoor zoover die niet verbeurd is, teruggegeven. Art. 16. Indien de waarborgsom niet op de eerste aanzegging tot bet vastgestelde cijfer aangevuld wordt, vervalt dit contract en zijn de verpach ters bevoegd met derden omtrent de levering der privaatstoffen te contrac- teeren, 1871, Alt. 17. De verpachting heeft plaats bij enkele inschrijving. Art. 18. De inschrijvingsbilletten moeten op zegel geschreven en be halve den naam, bet beroep en de woonplaats des inschrijvers en die van twee door hem te stellen borgen, opgave van den prijs bevatten, voluit in letters geschreven welke de inschrijver aanbiedt per 100 kilogrammen te betalen. De billetter» moeten uiterlijk één uur vóór de verpachting ingeleverd en gestoken worden in eene daartoe voorbanden gesloten bus op bet Kaadhuis op liet bureau der secretarie, financiële afdeeling. Na de opening der inschrij vingsbilletten worden de namen der inschrijvers en de door hen geboden sommen bekend gemaakt en de hoogste inschrijver voovloi pig als pachter aangenomen. De pachter is verpligt zijne inschrijving gedurende 14 dagen gestand te doenzullende de verpachters zich binnen dien tijd verklaren of de ver pachting al dan niet wordt goedgekeurd. Na de verpachting moet de voorloopige pachter met zijne borgen het proces-verbaal der verpachting onderteekenen. Art. 19. De aigemeene voorwaarden, vastgesteld door den gemeenteraad van Leiden den 13 Mei 1869, geregistreerd den 20en daaraanvolgende, zijn, zooveel deze niet strijden met den inhoud van dit contract, op deze verpachting van toepassing. Art. 20. De kosten op deze verpachting vallende, worden door den pachter op de eerste uitnoodiging betaald. Vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van Leiden, den 1871. N°. 67. Leiden, 1 December 1871. Wij zij a thans eerst in de gelegenheid met zekerheid te kunnen bepalen dat de zolder in de Smidssteeg, dien wij dachten dat hoogstwaarschijnlijk benoodigd zou zijn voor het garnizoenbij de ontruiming der localen op de Aalmarkt, daarvoor niet wordt verlangd; dientengevolge nemen wij de vrijheid u voor te stellen dezen op de tot hiertoe gebruikelijke voorwaarden, bij continuatie voor den tijd van één jaar onder de hand aan den tegen- woordigen bruiker te verhuren. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. N°. 68. Aan den Gemeenteraad van Leiden. De ondergeteekendehet voornemen hebbende eene zaal te doen bouwen in de Maria Gysscsteeg, achter het huis op de Haarlemmerstraat, n". 260, ten gevolge waarvan het noodig is dat de zijmuur van dat huis in dezelfde rigting wordt doorgetrokken als op bijgaande sclietsteekening is aangewezen, verzoekt dat hem tot dat einde twee ellen gemeentegrond in eigendom worden afgestaan. 't Welk doende enz. Leiden, 28 October 1871. J. Bots, Pastoor. Leiden, 30 November 1871. In onze handen werd ten fine van berigt en raad gesteld een adres van Pastoor J. Bots, houdende verzoek om twee vierkante meters van de open bare straat in de Maria Gijzensteeg te mogen innemen (ot bet verlengen van den zijmuur van het huis op den hoek van die steeg en de Haarlemmer straat, geteekend n°. 2. Wij hebben daarop het rapport van de Commissie van Fabricage inge wonnen hetwelk hiernevens wordt overgelegd en waarmede wij ons geheel vereenigen. Onder referte aan dat advies, nemen wij alzoo de vrijheid u te raden de gevraagde toestemming te verleenen mits daarvoor betalende een koop prijs van twee gulden en de kosten van overdragt. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 11 November 1871. De Commissie van Fabricage lieeft de eer op het request van Pastoor J. Bots te berigtendat bij haar geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van zijn verzoek om twee vierkante meters van de openbare straat in de Bokke- of Maria Gijssesteeg in te nemen bij de verbouwing van zijn buis, op den hoek van die steeg en de Haarlemmerstraat, wijk 6, n®. 531, (straatnommer 2) tegen betaling van eenen koopprijs van twee gulden en de kosten van overdragt. De Commissie van Fabricage, enz. Aan H. H. Burgemeester en Wethouders. Leiden, 8 December 1871. Op bijgaand adres van Pastoor J. Bots heeft de Commissie van Financiën de eer u te berigten, dat ook bij haar, na kennisneming van het rapport van Burgemeester en Wethouders, geen bezwaar bestaat aan den adressant te vergunnen het innemen twee vierkante meters gemeentegronds in de Maria Gijzensteeg, tegen betaling van een koopprijs van twee gulden benevens de kosten van overdragt, weshalve zij vrijheid vindt u te raden dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DllABBE. 54

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1871 | | pagina 5