HANDELINGEN VAN DEN GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
INGEKOMEN STEKKEN,
ter inzage van de leden nedergelegd.
N°. 12. Leiden, 16 Augustus 1871.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Cornelis Spaanderman koop
man, wonende aan den Ouden Singel alhier, Wijk 5, N°. 407.
Dat hij zich tot UEdel-Achtbaren wendt, met beleefd verzoek, vergun
ning te mogen erlangen om voor zijn perceel, staande op den hoek van
de Zijdgraeht en het Levendaal, Wijk 2, N°. 293, een geplaveide stoep te
mogen doen leggen ter breedte van acht en zestig centimeters.
Aan Edel-Achtbare heeren Burgemeester en Het welk doende
Wethouders der Gemeente Leiden. C. Spaanderman.
Leiden, 25 September 1871.
Bij nevensgaand adres verzoekt Cornelis Spaanderman, koopman alhier,
vergunning tot het doen leggen van eene geplaveide stoep voor zijn huis
aan den hoek van de Zijdgracht en het Levendaal, geteekend met n°. 23.
Wij hebben daarop de Commissie van Fabricage gehoorddie tegen dat
verzoek geene bedenkingen heeft. Ook bij ons bestaat daartegen geen be
zwaar, weshalve wij de vrijheid nemen u te raden des adressants verzoek in
te willigenmits de stoep niet meer dan 68 centimeters uitspringe en niet
boven de klinkerstraat uitsteke. Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad.
N°. 13. Leiden, 16 Augustus 1871.
Edel-Achtb. Heeren
Geeft met verschuldigde hoogachting te kennen de ondergeteekende,-
Nicolaas Karei Swemer, drogist, wonende op de Mare alhier, Wijk 6,
N". 1191, dat hij voor zijn in aanbouw zijnd huis, mede op de Mare,
Wijk 6, N°. 1188, eene stoep wenscht te leggen, op gelijke breedte en
hoogte als de stoep van het belendende perceel, Wijk 6, N°. 1189, en
mede zonder palenen heeft hij de eer zich tot uwe vergadering te wenden
met het bescheiden verzoekhem daartoe de vereischte toestemming te
willen verleenen. 't Welk doende, enz.
Aan den Gemeenteraad van Leiden. N. K. Swemer.
Leiden, 25 September 1871.
Burgemeester en Wethouders hebben de eer u te berigten dat zij op het
adres van Nicolaas Karei Swemer, drogist alhier, houdende verzoek om eene
stoep te mogen doen leggen voor zijn huis, in aanbouw zijnde op de Mare,
n°. 56, de Commissie van Fabricage hebben gehoord, die tegen dat verzoek
geene bedenkingen heeft.
Ook bij hen bestaat daartegen geen bezwaar, zoodat zij de vrijheid ne
men u te raden des adressants verzoek in te willigenmits de stoep op
gelijke breedte en hoogte als die van het belendende perceel gelegd worde.
Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DBABBE.
