HANDELINGEN TAK DIK GEMEENTERAAD TAK LEIDEN.
15.
INGEKOMEN STEKKEN,
ter inzage van de leden nedergelegd.
Leiden, 22 Junij 1871.
Naar aanleiding van Art. 3 van het Reglement van beheer, hebben wij
de eer U de volgende dubbeltallen voor te dragen ter vervanging van de
leden van ons bestuur buiten den Gemeenteraaddie 1 Julij moeten aftre
denzijnde de Heeren D. A. SchretlenV A. C. Leembruggen en H. P. J.
van Wensen, die weder op nieuw benoembaar zijn.
1°. de Heer D. A. Schretlen en de Heer H. A. Schmier.
2°. A. C. Leembruggen t A. W. Sijthoff.
3°. H. P. J. van Wensen André de Premery.
Bestuurderen van het Werkhuis,
B. F. Kbantz Voorzitter.
Stoffels Secretaris.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Het departement Leiden der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering
van Nijverheid heeft een onderzoek doen instellen naar den invloed van het
teekenonderwijs op de scholen voor openbaar lager onderwijs aan on- en
minvermogenden, zooals dit elders gegeven wordt, en geeft, als resultaat
van dit onderzoekals hare overtuiging te kennendat genoemd teeken
onderwijs van het hoogste belang is te achtenniet alleen voor den aan
staanden werkmandie in zijne bekwaamheden alléén het middel van zijn
bestaan moet vindenmaar evenzeer voor den industrieeldie steeds grooter
behoefte gevoelt aan vaardigheid en goeden smaak bij zijne arbeiders!
Bekend met uwe zucht om de welvaart der ingezetenen dezer gemeente
te bevorderen en het lot der arbeidende klasse zooveel mogelijk te verbete
ren, zoo neemt het departement bij deze de vrijheid, zich tot u te wenden
met het verzoek, dat door u het onderwijs in het teekenen op alle open
bare scholen voor on- en minvermogenden worde ingevoerd, of wel op eene
voldoende wijze uitgebreidzoodat het onderwijs zich niet enkel bepale tot
het copiërenmaar ook tot het teekenen van voorwerpen in de ruimte.
Het departement acht het niet tot zijne roeping hier nader in détails te
treden maar houdt zich ten volle overtuigd datingeval door u goedgunstig
ten deze mogt worden beschikt, de geschikste maatregelen door u zullen
worden genomen, die het hooge belang van deze zaak kunnen bevorderen.
Namens het Departement voornoemd
LeidenA. H. van der Boon Mesch President.
26 Junij 1871. C. W. J. J. Pape, Secretaris.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geven met de meeste hoogachting te kennen de ondergeteekenden Pieter
Cornell's Knijff, fabriekant en wethouder der gemeente Woerden, en Adrianus
Kaptijn, kassier en ontvanger der gemeente Woerden beide in meergenoemde
gemeente woonachtig.
Dat hun op den Hden October 1870 door den Heer Minister van Binnen-
landsche zaken is verleend voorloopige concessie tot den aanleg en exploi
tatie van eenen spoorweg tusschen Utrecht en Leidenuitgaande te Utrecht
van het station van den Nederlandschen staatsspoorweg langs Harmeien
naar Woerden aldaar den Nederlandsehen Rijnspoorweg en den Ouden Rijn
overgaande, om langs den noordelijken oever van die rivier over Bodegra
ven ZwammerdamAarlanderveenAlphenOudshoornKoudekerk en
Leiderdorp het station Leiden van den llollandschen ijzeren spoorweg te
bereiken.
Dat bedoelde voorloopige concessie, ingevolge Art. 57 der vastgestelde
voorwaarden, door de storting van het bepaalde waarborgkapitaal op den
lsten September eerstkomende definitief zal worden.
Dat een enkele blik op de kaart der provincie Zuid-Holland al dadelijk
doet zien, dat bedoelde geprojecteerde spoorweg niet alleen aan het interna
tionaal en algemeen lokaal verkeer zeer bevorderlijk, maar in het bijzon
der in het belang uwer gemeente zal zijn.
Dat toch deze spoorweg de geheele Rijnstreek zal doorsnijden en aldus
een der bloeijendste deelen dezer provinciedat tot heden van het spoor
wegverkeer is uitgeslotenin het genot zal worden gesteld van het middel
van vervoer dezer eeuwdat overal welvaart en bloei verspreidtwaardoor
hare deelen niet alleen onderling in vermelde, onafgebroken en zekere ge
meenschap gebragt zullen wordenmaar ook het geheel verbonden zal wor
den aan uwe gemeente, eene verbinding, waaruit voorde gemeente Leiden
niet dan groot voordeel te wachten is; de directe vereeniging toch met
Utrecht, het centraalpunt der Nederlandsche spoorwegen, kan voor uwe
gemeente geacht worden van een uitstekend belang te zijn niet alleen de
verbinding aan die provinciën van ons vaderlandwaarvan Leiden tot op
het oogenblik verstoken is, maar vooral die aan het buitenlandaan België,
Frankrijk en geheel Duitschlandwaardoor de talrijke fabrieken binnen
uwe gemeente gelegenheid zullen hebben een hunner grootste behoeften,
namelijk de steenkolendirect uit de mijnen te ontvangen y terwijl weder-
keerig het fabrikaat langs dien korteren en gereederen weg zal verzonden
kunnen worden.
1871.
Niet alleen aan het goederen-verkeermaar vooral aan het personen-ver-
keer met uwe gemeente zal deze lijn zeer bevorderlijk zijn; de zooveel
spoediger gemeenschap zal vooral op marktdagen haren invloed doen mer
ken en is het een algemeene erkende waarheiddat meer vertier meer
welvaart geeft, het is zeker, dat uwe vergadering dat gevoelen deelt, als
Raad eener gemeente, die bij uitstek op verschillende tijden en wijzen
heeft doen blijken van hare hooge ingenomenheid met de door ons aange
vraagde concessie.
Dat mitsdien de aanleg van den aan de adressanten geeoncessioneerden
spoorweg is van buitengewoon belang voor uwe gemeentezoodat de adres
santen met bescheidenheid meenen daarvoor de financiële medewerking van
uwe vergadering te mogen inroepen.
Dat voor den aanleg en exploitatie van dezen spoorweg wordt gevorderd
een kapitaal van minstens vijf millioen gulden en dat, ofschoon dit kapitaal
binnen een kort tijdsverloop eene ruime opbrengst beloofthet nogtans
zeker is, gelijk reeds dikwijls hier te lande is gebleken, dat dergelijk kapitaal
zonder medewerking van gewestelijke en gemeentebesturen niet wel te ver
krijgen is.
Redenen waarom de adressanten de vrijheid nemen zich te wenden tot
uwe vergadering met verzoek het groote belang dat uwe gemeente heeft
bij den aanleg en de exploitatie van den aan hen geeoncessioneerden spoor
weg tot een onderwerp van ernstig en gezet onderzoek te maken en als
gevolg daarvan aan de onderneming der adressanten eene krachtige finan
ciële ondersteuning van de zijde der gemeente toe te kennenhetzij door
het verleenen van een subsidie in eens, of in termijnen uit te betalen,
hetzij door het nemen van aandeelen in de onderneming tot een door uwe
vergadering te bepalen bedrag. 't Welk doende enz.
De Concessionarissen,
Woerden, Junij 1871. P. C. Knijff,
A. Kaptijn.
De Commissie van Financiëngeene bedenkingen hebbende tegen den in
hare handen gestelden suppletoiren staat van begrooting van het Gereformeerde
Minne- of arme oude mannen- en vrouwenhuis alhier, voor het jaar 1871,
heeft de eer u te raden dien goed te keuren.
De Commissie van Financiën, enz.
23