Voor stemden: de heeren Le Poole, Goudsmit, de Fremery, II ar te veltI Wttewaallvan Wensen, Krantz, Driessenvan Heukelom en Eigeman. De Voorzitter. Na deze beslissing stellen Burgemeester en Wethou ders zich voor ten spoedigste ia te dienen eene wijziging van art. 8 der thans vigerende verordening op de belasting, waardoor aan veler be zwaren zal te gemoet gekomen worden. De heer Goudsmit verlaat de vergadering. III. Voorstellen tot wijziging van de algemeene policie-verordening, en wel in de eerste plaats het volgende voorstel #De Commissie tot het ontwerpen van en herzien der plaatselijke strafver- deningen heeft kennis genomen van nevensgaande voordragt van het Da- gelijksch Bestuur, betrekkelijk de nommering der huizen. Zij heeft de eer u voor te stellen aan het daarin geopperde denkbeeld te gemoet te komendoor art. 47 der algemeene policie-verordening te wijzigenzoodat het gelezen worde als volgt Alle woningen en erven moeten aan hunnen hoofdingang, op eene voor de voorbijgangers duidelijk zigtbare plaats, door den eigenaar van het straatnommer voorzien wordenter grootte van minstens 45 millimeters." De heer Dercksen. Zoo ik het wel begrepen heb dan is de bedoeling de wijknommers te doen vervangen door straatnoinmers. Als men nu weet, hoe die wijknommers kunnen strekken tot hulpmiddelen voor eene gewenschte zekerheid van den eigendom bij overdragt van onroerend goed binnen deze gemeente gelegendan geloof ikdat er een zeer schadelijke greep wordt gedaan in het bestaande, door die nommers af te schaffen. Wat nu de straatnommers betreft, of deze ook inderdaad iets nuttigs hebben, laat ik aan het oordeel van Burgemeester en Wethouders over; ik voor mij heb geen bezwaar gemaakt het aan mijne woning te doen slaan, omdat ik ongaarne een beleefd verzoek weiger; maar nu dat verzoek eene verorde ning kan worden nu moet ik mijne stem voor of tegen deze afhankelijk maken van de vraag wat er van de wijknommers zal worden, hoe het ver band tusschen deze en de straatnommers zal kunnen worden nagegaan, want als die struatnommering moet worden verkregen ten koste van de wijknommers, welker verband met de kadastrale nommers bij de notarissen en andere ambtenaren bekend is, voorzie ik daaruit eene groote verwarring, die, ik herhaal het, niet anders dan schadelijk op de zekerheid van den grondeigendom kan werken. Men vergete toch niet dat de kadastrale ken merken nimmer tot het volksleven zijn doorgedrongen en dat, zoo als vioeger de bon-noramers, thans die der wijken de eigenlijke aanduiding zijn, waaronder verreweg de grootste meerderheid der eigenaren binnen deze gemeente in hunne eigen bezittingen den weg weten. De Voorzitter. Bij de Commissie voor de strafverordeningen is wel dege lijk op dat punt geattendeerd, en is aan Burgemeester en Wethouders ge vraagd, of de maatregel niet nadeelig zou kunnen worden, als van wijde strekking zijnde. Deze hebben de besturen geraadpleegd van die gemeenten waar evenzeer straatnommers zijn ingevoerd. Bezwaren hadden zich daar niet voorgedaan en -men hield erevenzeer als wij dit zouden wenschen te doen, een register op na, waar de wijknommers en straatnommers der pan den tegelijk in staan opgeteekend. Dus die blijven bestaan, zoodat men deze altijd kan raadplegen. I)e heer Dercksen. Ik zou niet bepaald als gunstmaar als regtniet aan enkele personen, maar aan het geheele publiek, de bevoegdheid willen hebben toegekend om ten allen tijde het register te kunnen naslaanwaaruit de verhouding van wijk- tot straatnommers blijkt. De Voorzitter. Ten allen tijde wordt er gelegenheid gegeven daar omtrent de gevraagde inlichtingen te verkrijgen. Dat geschiedt altijd met de meest mogelijke faciliteit, o. a. bij overgangen van eigendom. De heer Dercksen. Ik ben volkomen overtuigd van de welwillendheid der beambten ter gemeente secretarie in hare onderscheidene afdeelingen en acht mij gelukkig de ongezochte gelegenheid te vinden die overtuiging hier te kunnen uitsprekenmaar het maakt toch een groot verschil of men iets verkrijgt als een gunst, dan wel als een regt. En het laatste zal noodig zijnwil men uit bescheidenheid zich niet laten terughouden van te vragen, al geschiedt de beantwoording nog zoo beleefd en al is de hulp vaardigheid der beambten nog zoo groot. De Voorzitter. Het wordt wolstrekl niet als eene gunst beschouwd. Ik moet u nog doen opmerken, dat er vóór vijftig jaren ook eene verande ring in de nommering heeft plaats gehaden deze tot geene de minste moeijelijkheid heeft aanleiding gegeven. De heer Cock. In het belang van de zekerheid van de eigendoms-titels van huizen en panden wensehte ik het Dagelijksch Bestuur te vragen, of het niet zaak zoude zijn dat register minstens in duplo op te maken. Ik wil zelfs verder gaan en in bedenking geven dat register te laten drukken en publiek verkrijgbaar te stellen. Doch dit laat ik aan de prudentie van het Dagelijksch Bestuur over. De geheele zaak, ik vrees het, zal ligt tot moeijclijkheden aanleiding geven, minstens tot vergissingen. Wij hebben reeds de gewone wijknommers, verder nog de kadastrale nommers, en nu zal er nog een derde soort van nommers bijkomen. De heer van Heukelom. Het zal aan mij liggen, maar ik moet ver klaren dat ik in die zaak geen enkel nut zie. Elk huis heeft toch reeds zijn nommer. Welke nuttige strekking kan het toch hebben, als er nu ook weer een straatnommer moet bijkomen? Het geeft maar meer werk door het aanleggen en bijhouden van registers en leggers, en ten slotte meer verwarring. De Voorzitter. Op lange straten en grachten heeft het zeker veel nut. Ik zal er slechts enkele noemenb. v. de Oude Vest en den Ouden Singel. Daar kan men lang loopenzonder te weten hoe de nommers zullen volgen. Ieder kan zich overtuigen hoe b. v. in den Haag deze nom mers het vinden van huizen vergemakkelijken. De heer van Heukelom. Ik vrees, dat dezelfde zwarigheid zal blijven bestaan. De Voorzitter. Nu krijgt eenvoudig ieder huis een nommer van de straat of grachtwaartoe het behoort. Het is zoo eenvoudig. Ik geloof werkelijk dat de heer van Heukelom de zaak wat te zwart inziet. De heer Stoffels. Elke straat ol steeg wordt in behoorlijke volgorde genommerd, zoodat straat of steeg, wat die nommering betreft, elk op zich zelve zullen staanen wijken of kadastrale nommers niet meer in aanmer king komen; van de laatsten zal een behoorlijk register ter secretarie voor handen zijn en ter inzage liggen van hen die ze noodig hebben. De heer du Hieu. Is de bedoeling dat de voorgestelde straatnommers de wijken en nommersdie nu op de posten der deuren staanzullen ver vangen. De Voorzitter. Het zal zijn het straatnommer; maar ieder eigenaar staat het vrij er bij te laten wat hij wil. De heer du Rieu. De bedoeling is toch iedere straat te nommeren. En nu vraag ik, of nu de andere nommers geheel vervallen. De Voorzitter. Dat is de bedoeling. De heer du Kieu. Dan kan ik er mij niet mede vereenigen. In het algemeen kennen wij' Leidenaars de verdeeling der stad in wijken. Daar wij de wijken weten, weten wij genoegzaam, in welk gedeelte der stad iemand is te vinden. Maar er zijn een aantal stegenwaarvan de Leide naars de namen niet kennen. Wanneer wij dus enkel de straten noemen, gaan wij van den goeden weg at. Nog onlangsin eene der laatste verga deringen van den gemeenteraad, was bij zekere aanvrage om gemeentegrond alleen de straat genoemden toen heb ik moeten vragenwaar ligt die straat. Voor mij ouden Leidenaar, die nog al hier en daar de stad be zocht heb, was het mij moeijelijk die straat te vinden. Hoe zal bet zijn met die nieuwe regeling? Voor het algemeen acht ik het geen verbetering. De Voorzitter. Zouden cr niet meer leden zijn, die "ook evenzeer niet op de hoogte zijn van de wijken? Ik althans wil wel bekennen, dat ik de juiste indeeling der wijken niet precies zou kunnen -opgeven. De heer Bijleveld. Ik wensch ten deze eene enkele vraag te doen. In de bestaande poticie verordening vind ik in art. 47, 2d,! al., eene voorzie ning in het geval dat de deurkozijnen worden geverwd of de gehouwen vertimmerd. Bestond er ook eenige aanleiding voor de Commissie om die 2d" al. hier niet op te nemen De Voorzitter. De wijziging specteert alleen het eerste gedeelte. De heer Bijleveld. Uit de door de commissie voor de strafverordenin gen gebezigde woorden kan ik dat niet opmaken, mijnheer de Voorzitter. Die woorden luiden »zij heeft de eer u voor te stellen aan het daarin ge opperd denkbeeld te gemoet te komendoor art. 47 der algemeene poli cie-verordening te wijzigen, zoodat het. gelezen worde als volgt." Het nieuw ontworpen artikel moet dus, volgens het voorstel, treden in de plaats van het geheele art 47. De Voorzitter. De bedoeling is de 2de al. te behouden. De heer Bijleveld. Dan zal er nog eene kleine wijziging noodig zijn in de 2do al., namelijk van ffnommers" in «nommer." De heer van Outeren. Ik moet nog opmerken dat, als wij dit on derwerp geheel willen afdoen cr in art. 4S ook nog eene kleine verande ring zal noodig zijn. Immers de bepaling in dat artikel voorkomende van het buisnommer moet gelezen worden alsof er stond van het straatnommer. De Voorzitter. Ik wil gaarne de opmerking van den heer Bijleveld overnemen en ook die van den heer van Outeren. Ik zal alzoo die beide wijzigingen in omvraag brengen. Met 16 tegen 5 stemmen wordt het alzoo gewijzigd art. 47, alsmede art. 48 aangenomen. Tegen stemden: de heeren Le Poole, Verster, van Heukelom, Cock, Bijleveld en du Rieu. De heer Wttewaall had inmiddels de vergadering verlaten. Thans komt in behandeling het volgende voorstel *In den laatsten tijd is het meer dan eenmaal gebleken, dat bij het ver voer van runderen door de stad, ondanks de bestaande voorschriften, ongelukken kunnen plaats grijpen, althans dat de vree3 daarvoor niet geheel ongegrond is. Het is dus wenschelijk aan die voorschriften eene uitbreiding te geven, waardoor de veiligheid der ingezetenen, indien mogelijk, beter wordt gewaarborgd. En het is ter bereiking van dat doeldat de Commis sie lot bet ontwerpen van en herzien der plaatselijke strafverordeningen u in overweging geeft, aan art. 114 der algemeene policie verordening de navolgende bepalingen toe te voegen: Het is. verboden meer dan twintig runderen bijeen door de gemeente te drijven. Bij het drijven van minder dan drie runderen moet één geleider tegenwoordig zijn. Bij eene drilt van 36 runderen moeten 2 geleiders tegenwoordig zijn, bij eene van 615 runderen 3 en boven 15 run deren 4. Een van deze geleiders moet voor de drift gaan. De gelei ders moeten volwassen personen zijn." Dientengevolge zouden in art 115 der policie-verordening moeten weg vallen de woorden: ffHet drijven van vee is toegestaan, onder bepaling echter, dat bij meer dan één stuk rund- ol hoornvee, een geleider het voorste beest behoorlijk vastboude en geleide." De beer Bijleveld. Ik zal niet over het voorstel zelf sprekenmaar heb alleen het woord gevraagd om aan bet Dagelijksch Bestuur en aan de Commissie voor de strafverordeningen mijn dank te betuigen voor den spoed, waarmede zij in deze aan het door mij geuit verlangen zijn te ge moet gekomen. De heer Verster. Er is m. i. eene onnaauwkeurigheid in de redactie der derde alinea van de voorgestelde wijziging ingeslopen, waardoor, met betrekking tot het aantal geleiders van eene drift van 6 runderen, moeije- lijkheden zouden kunnen ontstaan. Immers er staat: »Bij eene drift van 3 6 runderen moeten 2 geleiders tegenwoordig zijn, bij eene van 615 runderen 3zoodat voor 6 runderen evenzeer 2 als 3 geleiders worden vereischt. De redactie zal dus moeten zijn: «Bij eene drift van 36 runderen moeten 2 geleiders tegenwoordig zijn, bij eene van 713 run deren 3." De lieer Cock. Ik zou willen vragen of liet Dagelijksch Bestuur wel degelijk deskundigen in deze zaak heeft geraadpleegd, b. v. soliede geaccre diteerde veehandelaars of landbouwers. Men moet niet vergeten dat Leiden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1870 | | pagina 4