HANDELINGEN VAN UN fiEIEENTERAAD VAN LEIDEN. 20. Zitting van Zaturdag 5 November 18VO, geopend des namiddags ten 3 ure. Vooizitter: de lieer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler. Tegenwoordig de lieeren EigemanLezwijn, Harteveltde Fremery, HubrechtStoffels, Wttewaallvan Wensen, Krantz, van Heukelomdu KieuBijleveldDercksenvan OuterenLe Poole en van den Brandeler. Be heer Verster gaf kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. Be aanteekeningen van het verhandelde in de zittingen van Uonderdag 27 October 11. worden gelezen en goedgekeurd. Door den Voorzitter worden overgelegd: Verzoek van de heeren P. J. A. de Bruine c. s.zich noemende de Directie van de Leidsche Studenten-IJsclub, om aan hen, onder zekere voor waarden, af te staan den Witten Singel, van de Wittepoort af tot aan de Sterrewacht, ten einde bij besloten water daar ijsvermaak te kunnen doen plaats hebben. 2". Adres van Mej. E. H. Rodbard, houdende verzoek om vergunning tot het doen leggen eener stoep met ronden hoek en het daarbij plaatsen van palen voor haar huis aan het Rapenburg, hoek Kloksteegwijk IV, n". 820. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze stukken te stellen,in handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad. De Voorzitteb. Ik heb-de eer aan de vergadering mede te deelen, dat Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland, na bekend gemaakt te zijn met de bij het rapport der Commissie van Financiën voorloopig aangegeven voor waarden waarop dezerzijds werd gewenscht dat dat bestuur, in stede van aan de gemeente het hem toekomend 1/3 aandeel in de Spanjaardsbrug over te doen, zoude overnemen de 2/3 in die bezitting, aan de gemeente aanko mende, alsmede den Zijldijk c. a.hebben te kennen gegeven dat zij van oordeel zijn dit niet te moeten aannemen, vermits Rijnland volstrekt geen belang heeft, hetzij bij den weg op den Zijldijk, hetzij bij de Zijl, als mid delen van gemeenschap te land en te water tusscben Leiden en den Haar lemmermeerpolder terwijl zij tevens zijn teruggekomen van hunne instem ming om het 1/3 in de Spanjaardsbrug aan deze gemeente over te doen. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde is: I. Benoeming van een leeraar in de wis en natuurkunde aan de ge meente-instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs. De heeren van Wensen, Le Poole en du Rieu worden door den Voorzitter uitgenoodigd met hem het bureau van stemopneming uit te maken. De voordragt van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt: Ten gevolge der bevordering van den heer H. Brongersma, is openge vallen de betrekking van leeraar in de wis- en natuurkunde aan de gemeente instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs alhier, en wij hebben de eer u hiernevens over te leggen de stukken van hen die zich op onze op roeping ter vervulling dier betrekking hebben aangemeld. Op deze stukken hebben wij den Inspecteur voor het middelbaar onderwijs te 's Gravenhage. gehoord. Wij hebben het gevoelen ingewonnen van de Vereenigde Commissie van toezigt over genoemde scholen, wier,advies wij hiernevens in originali overleggen. W ij nemen mitsdien de vrijheid u, in overeenstemming daarmede, tot leeraar in de wis- en natuurkunde aan meergemelde instellingen aan te be velen den heer A. W. Kroon Jr., thans werkzaam als leeraar aan de bur ger-avondschool alhier." De uitslag der stemming isdat met algemeene stemmen wordt benoemd A. W. Kroon Jr. II. Benoeming van een hoofdonderwijzer aan de openbare lagere school n°. 2 voor minvermogenden. De voordragt van Burgemeester en Wethouders is van den volgenden inhoud //Op onze oproeping van sollicitanten naar de betrekking van hoofdonder wijzer aan de openbare lagere school n°. 2 voor minvermogenden, openge vallen door het overlijden van J. van Efveren, hebben zich 74 aspiranten aangemeld. Dezen hebben wij allen tegen den 17en October jl. uitgenoo digd tot het deelnemen aan een vergelijkend examen waartoe evenwel slechts 48 zijn opgekomen. Van deze sollicitanten hebben wij een achttal, die bij het schriftelijk onderzoek de meeste punten hadden behaald, opgeroepen tol een nader vergelijkend examen, hetwelk op heden, practisch en mondeling, heeft plaats gehad. Beide examens zijn, ten overstaan van ons collegie en van afgevaardigden der plaatselijke Schoolcommissiedoor den districts schoolopziener of onder zijn opzigt, afgenomen. Op grond van den uitslag van dat onderzoek hebben wijin overleg met den'schoolopziener, eene voordragt van drie personen opgemaakt, die wij ons de eer geven u hierbij aan te bieden en waaruit wij u verzoeken wel eene keuze te willen doen, als: Nicolaas Brouwer, hoofdonderwijzer te Uitgeest; Cornelis Herman den Hertog, hulponderwijzer te 's Gravenhage; Jacob Wuyster, hoofdonderwijzer te Hendrik-Ido-Ambacht." De uitslag der stemming is, dat met algemeene stemmen wordt benoemd N. Brouwer. III. Benoeming van een tweeden hulponderwijzer derde klasse aan de open bare school voor meer uitgebreid lager onderwijs eerste klasse, voor jongens. De voordragt bevat de volgende namen: Cornelis Stolp Gz.Izaae Brevee en Gerardus Hendricus de Bock, allen binnen deze gemeente werkzaam. De uitslag der stemming is, dat met 15 stemmen benoemd wordt C. Stolp Gz., terwijl één blanco-briefje in de bus wordt gevonden. 1870. IV. Begrootingen van de niet gesubsidieerde instellingen van weldadig heid, als: a. het Roomsch-Catliolijk armbestuur; h. het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhnis; c. Vrouwen kraammoeders d. de Gemeente-Apotheek e. de Vereenigde Gast- en Leprooshuizen. Al deze begrootingen, waartegen de Commissie van Financiën geene be denkingen heeft, worden achtereenvolgens aangenomen: a. in ontvang en in uitgaaf ad 8975.50. b. in ontvang en in uitgaaf ad 10758. c. in ontvang ad ƒ3645.435, in uitgaaf ad ƒ2678.75, gevende een batig slot van ƒ966.685. d. in ontvang ad ƒ13462.07, in uitgaaf ad 12042.50, gevende een batig slot van f 1419.57. e. in ontvang ad ƒ4764.06, in uitgaaf ad ƒ4740, gevende een batig slot van ƒ24.06. V. Staat van af-en overschrijving op de gemeente-begrootingdienst 1870. De voordragt van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt: "Nadat het ons had mogen gelukken in de maand Julij dezes jaarstoen, ten gevolge der plaats hebbende tijdsomstandighedende miliciens van alle ligtingen werden opgeroepende ingezetenen voor de daaruit voortvloeijende inkwartiering, met weinige kosten ten laste der gemeentete vrijwaren, waren wij er op bedacht, bij eventuele terugkomst dier militairen, gelijke maatre gelen te bezigenten einde ook alsdan de inwoners dezer gemeente van den last van inkwartiering te bevrijden. Toen wij dus eenige dagen vóór de terugkomst tijding daarvan ontvingen was onze eerste zorg de lokalen aan te wijzenwaar zijdie in de kazer nen niet konden gekazerneerd wordenzouden worden gehuisvest en aan hen nachtkwartier en voeding zou worden verstrekt. Om dit laatste gereed te maken, werd op onze aanvrage het gebruik van de soepkokerij in het Huiszittenhuis welwillend toegestaan, en deze dadelijk daartoe in gereedheid gebragt, waaraan eenige kosten verbonden waren. De huisvesting evenwel in de vroeger daartoe gebezigde lokalen mislukte, door dien het later bleek dat wij nu niet over het benoodigd aantal wollen dekens konden beschikken, dat ons bij de eerste gelegenheid doorliet garnizoen was verstrekt, daar deze alle naar het kamp waren opgezonden en nog niet waren teruggekomen. Tegen onzen wil waren wij dus verpligt, dezen last der inkwartiering op de ingezetenen te doen drukken. Na herhaalde wijziging van het cijfer van hen, voor wie inkwartiering werd verlangd, werd dit eindelijk, in den avond van den dag voor dat de militairen alhier aankwamen, op ongeveer 100 manschappen bepaald; wij meenden het 'tgeschikste was deze militairen zooveel mogelijk in weinige daartoe geschikte logementen te bergen en de overigen bij de burgers in te kwartieren. Het getal dezer logementen is, bij de weinige inkwartiering waarmede wij in de laatste jaren werden bezwaardtot 5 a 6 gedaalddie in alles slechts 88 man konden bergen, waarvoor zij, behalve de 60 cents schadeloosstelling van 's rijkswege, van de ingezetenen, ten wier laste die manschappen door hen worden gelogeerd1.40 ontvangen. Nog denzelfden morgen waarop de manschappen zouden aankomen, te 10 uren, was in de opgave geene verandering gekomen en aan de logement houders werd op dat uur medegedeeld dat zij op de inkwartiering koncfèn rekenen en alzoo voortgaan. Eerst tusschen 11^ en 12 uren ontvingen wij het berigt dat alle man schappen in de kazerne zouden worden opgenomen en alzoo geene inkwar tiering werd verlangd. Hoewel wij nu van inkwartiering bevrijd bleven, zijn hierdoor eenige on-* kosten veroorzaakt, als: aan den binnenvader van het Huiszittenhuis 11.525 aan 6 logementhouders schadeloosstelling, a 1 per man, ƒ88, te zaraèn ƒ99.525. Daar wij deze gelden niet op de ingezetenen kunnen verhalen, hebben wij de eer hierbij aan u ter goedkeuring een staat van af- en over schrijving over te leggen, ten einde deze uitgaven te regulariseeren." De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingenen raadt dien staat goed te keuren. De voordragt wordt met algemeene stemmen goedgekeurl. VI. Voordragt tot afschrijving van plaatselijke directe belasting over 1870. Burgemeester en Wethouders stellen voor aan eenige aangeslagenen in de plaatselijke., directe belasting, dienst 1870, die in den loop van dit jaar de gemeente verlieten of overleden zijn, gedeeltelijke of geheele af schrijving te verkenen, tot een bedrag als bij den overgelegden staat is aan gewezen. Tevens stellen Burgemeester en Wethouders voor aan Wed. W. Bonten, later gehuwd met H. P. Lambo, op haar verzoek, geheele afschrijving van plaatselijke belasting te verleenenten bedrage van ƒ8.96, op grond dat zij als belastingschuldige, geene drie maanden in de gemeente verblijf heeft gehouden. De Commissie van Financiën vereenigt zich met deze voordragten. De voordragten worden met algemeene stemmen aangenomen. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten. VERBETERING, Blad 24, kol. 1 (in het gesprokene door den heer Dercksen), staat: aan het onderwijs hier ter stede verbondenlees: aan het onderwijs hier ter stede verbonden, gestemd zijn. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE. 26

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1870 | | pagina 1