HANDELINGEN TAK DEN 6EHEENTERAAD VAN LEDEN. 13, Zitting van Donderdag 18 Augustus 1870, geopend des namiddags ten 2 ure. Vooizitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandcler. Tegenwoordig de heeren Verster, Eigeman Dercksen Cock, van Oute- ren, van Wensen, Krantz, vanHeukelom, Lezwijn, Hartevelt, dehremery, Goudsmit, Hubrecht, Tollens, Stoffels en van den Brandeler. De lieeren Hoog en Tieleman gaven kennis verhinderd te zijn de verga dering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag den 2Sen Julij jl. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1*. Dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, van den 9«en Augustus 1870, B. n°. 4705 (IS* aid.), G. S. n°. 24, waarbij worden goed gekeurd de raadsbesluiten van den 28" Julij bevorens, tot openbaren ver koop van het huis op de Breedestraat en -afstand van gemeentegrond op het Plantsoen aan de Hoogewoerdspoort. Deze wordt voor kennisgeving aangenomen. 2*. Missive van de heeren P. C. Knijff en A. Kapteinte Woerdenvan den 16" dezer maand, n°. 21. Deze missive is van den volgenden inhoud «Woerden16 Augustus 1870. Edel-Achtbare Heeren! Wij hebben de eer UEd. Achtb. kennis te gevendoor ons aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken concessie is aangevraagd tot den aanleg en exploitatie van een spoorweg tusschen Leiden en Utrecht. Het zal onzes inziens wel geen betoog behoeven deze lijn voor uwe gemeente van veel gewigt is, waarom het ons aangenaam zal zijn zoo UEd. Achtb., ons gevoelen deelende, dit plan bij Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zaken wilt ondersteunen. De tijdsomstandigheden mogen op het oogenblik voor dergelijke zaken minder gunstig zijn, de vele voorloopige werkzaam heden hebben ons doen besluiten de zaak desniettemin zooveel mogelijk te bespoedigen, zoodat wij bij dezen het genoegen hebben UEd. Achtb. te be- rigten de plannen voor dien spoorweg door ons in de eerste dagen van Augustus bij Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zaken zijn ingediend. Hoogachtend UEd. Dv. Dienaren, P. C. Knijff. A. Kaptein." Wordt overeenkomstig het in deze missive uitgedrukt verlangen besloten. De Voorzitter legt vervolgens over: 1'. Adressen van de Medicinae Doctores W. P. Weebers en H. B. P. Kortmann, om tot Stadsrdoctor te worden benoemd. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. 2°. Adres van het Bestuur der Leidsche Schouwburg-vereeniginghoudende verzoek om voor het jaar 1871 wederom een subsidie van ƒ1500 te erlangen. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres aan te houden tot de behandeling der gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1871. 3®. Begrooting van de dd. schutterij voor 1871. 4®. Voordragt tot overname van het 1/3 gedeelte van de Spanjaards- brug c. a. 5®. Voordragt betreffende eene geldleening, naar aanleiding der gemeente- begrooting voor 1870. v Wordt besloten, overeenkomstig de voordragt, deze stukken te stellen in handen van de Commissie van Financiën, ten fine van berigt en raad. 6®. Advies van den advocaat Neebin zake den toren der Marekerk. De Voorzitter. Ik stel voor dat advies in de leeskamer te deponeren ter inzage van de leden. u De heer Goudsmit. Zou het niet geschikter zijndat dat advies voor de leden van den Baad gedrukt wierd? Het is zoo moeijelijk zulk een stuk op de leeskamer te lezen en te bestuderen. De Voorzitter. Het is eigenlijk een advies aan Burgemeester en Wet houders j en nu weet ik nietin hoever de heer Neeb bezwaar zou maken dat het gedrukt wordt. De heer Goudsmit. Ik geloof, dat de stads-consulent daar wel geen be zwaar tegen zal hebbenindien uitdrukkelijk wordt bepaalddat het alleen voor de leden van den Baad zal geschieden. Wij zullen er anders weinig aan hebben, als het advies slechts in de leeskamer wordt ter inzage gelegd. Het zou des noods kunnen worden gedrukt, onder bepaling van geheimhou ding, alleen voor de leden. De heer Hubrecht. Men zoudunkt mijhet best doen den stads-consulent te vragen, of hij tegen het drukken van het advies geen bezwaar heeft. De heer Cock. Als de heer Neeb geen bezwaar had tegen het drukken van dat advies, zou ik niet alleen verlangen dat het voor de leden van den Baad, maar ook voor het publiek geschiedde. Ik acht het wenschelijk, dat een dergelijk belangrijk stuk publiek verkrijgbaar gesteld worde._ Beeds vroeger zijn al de stukken betreffende de Marekerk gedrukt en publiek ver krijgbaar gesteld, en dat wel, indien ik mij niet vergis, juist op mijn voor stel. Ik zoude het wenschelijk en rationeel achten, dat men nu ook met dit stuk, dat dezelfde zaak betreft, denzelfden weg opging. De heer Goudsmit. Daartegen zou ik wel bezwaar hebbenwant de zaak zou tot procedures kunnen aanleiding gevenen ik acht het niet raad zaam den tegenstander de wapens in handen te geven om ons te bestrijden. De heer Cock. Ik wil mijn idéé dan ook wel gaarne zoo formuleeren, dat mijn voorstel strekt om het bedoelde advies te doen drukken en publiek verkrijgbaar te stellen, mits de stads-consulent, de heer Neeb, die in deze zeer zeker wel de bevoegde beoordeelaar zal zijn er geen bezwaar tegen hebbe. De Voorzitter. Wij hebben er den consulent al voorloopig over ge- 1870. sproken in de vergadering van Burgemeester en Wethouders. Hij scheen toen wel eenigzins van oordeel, dat bij' eene eventuele procedure de publi citeit van zulk een advies niet wenschelijk is. Zou de vergadering pen en ander niet aan de prudentie van Burgemeester en Wethouders overlaten? De heer Cock. Het is de vraag, of hij dat positief gezegd heeft, dan wel zijdelings of in het algemeen. Ik zou den heer Neeb positief willen hebben afgevraagd, hoedanig zijne meening hieromtrent is. De Voorzitter. Vindt de vergadering goed, in den door mij be doelden zin te besluiten? Daartoe wordt zonder hoofdelijke omvrage besloten. De Voorzitter legt nog over: 7®. Adres van Mr. P. G. Hubrecht, ter bekoming van een eervol ontslag als Begent over het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres te stellen in handen van Begenten van genoemd gesticht, ten fine van berigt en raad. De Voorzitter. Zoo als de heeren zullen gezien hebben, zijn er bij de te behandelen punten, in het convocatie-billet vermeld, twee bijgekomen. Ofschoon die stukken nietingevolge de gemeentewet, tweemaal vierentwintig uren te voren aangekondigd zijn, zou ik toch in overweging geven die, we gens het spoedvereischende, nog heden te behandelen; de leden toch hebben er bereids sedert gisteren kennis van kunnen nemen. Dienovereenkomstig wordt besloten. Aan de orde is: I. Verzoek van Dr. C. J. E. Brutel de la Bivière, om ontslag als leeraar in de wi9- en natuurkunde aan de gemeente-instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs. Het rapport van Burgemeester en Wethouders strekt om aan den adressant het gevraagd ontslag eervol te verleenen. Wordt zonder beraadslaging of hooldelijke stemming aangenomen. II. Verzoek van F. B. Plukhooy, om ontslag als hulponderwijzer der lste klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs Iste klasse voor jongens. i Blijkens het rapport van Burgemeester en Wethouders, wordt door hen, als geene bedenkingen tegen het verzoek hebbendevoorgesteld het ontslag eervol te verleenen. Wordt op gelijke wijze aangenomen. III. Gemeenterekening over 1869. Deze rekening bedraagt: de ontvangsten f 417635.54Tdo uitgaven ƒ400140.83, batig slot f 17494.71 Het rapport der Commissie van Financiën daarover is van den volgenden lnll»°De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handenten fine van berigt en raadgestelde verantwoording van Burgemeester en Wet houders van de inkomsten en uitgaven dezer gemeente over 1869benevens de daarbij overgelegde rekening van den Gemeente-ontvanger. Zij heeft bij dat onderzoek opgemerkt dat daaronder de hodgst mogelijke volledigheid plaats had. Daar deze rekening gedrukt is en sedert den 28sten Julij jl. ter inzage van al de leden op de leeskamer heeft gelegen, acht de Commissie het met noodig u op deze of gene punten opmerkzaam te makenen neemt zij mits dien de vrijheid u te raden om, onder goedkeuring der rekening van het Pesthuis, benevens die der trekvaarten en jaagpaden, welke deze gemeente in gemeenschap met andere bezit, deze rekening voorloopig vast te stellen bij een besluit, waarvan het ontwerp, overeenkomstig art. 220 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85), u te gelijk met de rekening door Bur gemeester en Wethouders is aangeboden." De conclusie van dit rapport wordtzonder beraadslagingmet algemeene stemmen aangenomenhebbendeop grond van het bepaalde bij ar 220, tweede lid, der gemeentewet, Burgemeester en Wethouders zich van medestemmen onthouden. IV. Suppletoire staat van begrooting van den Schuttersraaddienst 1870. De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en stelt voor dien staat goed te keuren. Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. V. Staat van af- en overschrijving op de geraeente begrootingdienst 1870. De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en stelt voor dien staat goed te keuren. Wordt op gelijke wijze aangenomen. VI. Adres van P. van Ehijnom het gebruik van gronden op den Vestwal, waarop de korenmolen «de Valk" en aanhoorigheden zijn gebouwd. Burgemeester en Wethouders raden, overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage, den adressant het gebruik der bedoelde gronden tot wederopzeggens te verleenen tegen betaling eencr jaarlijkscbe recognitie van f 17.50, en verder op dezelfde voorwaarden als bij raadsbesluit van 11 Junij 1867 aan zijn voorganger M. van Leeuwen zijn gesteld, onder bijvoeging van die bepaling, welke door de Commissie bij haar rapport is aangegeven. Die voorwaarde is dat de grond door een minkostbare heining, rastering of hekwerk van de aldaar gelegen burgerlijke begraafplaats wordt afgescheiden. De Commissie van Financiën heelt daartegen geene bedenking. Wordt op gelijke wijze aangenomen. VII. Voordragt tot het verleenen van afschrijving op het kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1870. 15

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1870 | | pagina 1