handelmn van ben bubbntiraad VAN LEIDEN.
10.
Zitting van Donderdag S3 Junij 18ÏO,
geopend des namiddags ten 2 ure.
Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler.
Tegenwoordig de heeren Stoffels, Hoog, du Kieu, Lezwijn, Tollens,
Le PooleHubrecht, Cock, Dercksen, van Heukelom, de Fremery en
van den Brandeler.
De heeren EigemanTieleman en Verster gaven kennis verhinderd te
zijn de vergadering bij te wonen.
Een half uur na den gezetten tijd opent de Voorzitter de vergadering
en laat de presentielijst voorlezen. Daar het blijkt dat niet de grootste
helft der leden tegenwoordig is, mag de Baad. volgens art. 48 der ge
meentewet, niet beraadslagen of besluiten. De Voorzitter noodigt dienten
gevolge de leden uit op den volgenden Zaturdag op hetzelfde uur bijeen
te komen.
Aangezien daaromtrent bij enkele leden bezwaar bestaat, wordt bepaald
dat eene nadere oproeping zal geschieden tegen Zaturdag 25 Junijten
twaalf ure.
Zitting van Zaturdag 25 Junij 18ÏO,
geopend des middags ten 12 ure.
Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler.
Tegenwoordig de heeren StoffelsDriessenHarteveltTielemanvan
Outeren, Bijleveld, Buys, Tollens, de Fremery, Hubrecht, Le Poole,
du Rieu, Cock, Dercksen, van Heukelom en van den Brandeler.
De heeren Verster, Hoog, Krantz en Eigeman gaven kennis verhinderd
te zijn de vergadering bij te wonen.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Zaturdag
4 Junij jl. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
Twee dispositiën van Gedeputeerde Staten van Zuidholland, van den 5en
Junij 1870, als:
1°. eene, B. n°. 3429 (34e afd.)G. S. n°. 11ten geleide van het Ko
ninklijk besluit van 31 Mei 1870, n°. 14, waarbij wordt goedgekeurd de
verordening op de heffing van begrafenisregten op de algemeene begraaf
plaats alhier
2°. eene, B. n°. 3438 (3de afd.)G. S. n°. 22, houdende goedkeuring
van het kohier der plaatselijke directe belasting alhier.
Deze worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
Adres van Dr. C. J. E. Brutel de la Rivière c. s.waarbij zij verzoe
ken dat hun kosteloos worde verleend het regt van opstal op een gedeelte
der openbare wandelplaats nabij de Hoogewoerdspoortten einde aldaar een
gebouw te doen oprigten.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres te stellen in han
den van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad.
Aan de orde is:
I. Benoeming van twee leden van het Bestuur over het Werkhuis, uit
de ingezetenenbij periodieke aftreding.
De heeren van Outeren, Cock en van Heukelom worden door den Voor
zitter uitgenoodigd met hem het bureau van stemopneming uit le maken.
Het eerste dubbeltal bestaat uit de heeren: D. A. Sehretlen en C. J.
van den Aardwegh.
Met 15 stemmen wordt benoemd de heer D. A. Sehretlen, zijnde
1 briefje in blanco gelaten.
Het tweede dubbeltal bestaat uit de heeren: A. C. Leembruggen en
J. van Lith. i
Met 15 stemmen wordt benoemd de heer A. C. Leembruggen; heb
bende de heer Hartevelt aan deze stemming geen deel genomen.
Het derde dubbeltal bestaat uit de heeren: H. P. J. van Wensen en
J. C. Zaalberg.
Met 15 stemmen wordt benoemd de heer H. P. J. van Wensen, zijnde
1 stem uitgebragt op den heer J. C. Zaalberg.
II. Benoeming van een tijdelijken 3den hulponderwijzer van de 4de klasse
aan de openbare lagere school n°. 1 voor minvermogenden.
De voordragt bevat de volgende namenMozes van GelderenJohannes
Jacobus Werst en Gerardus van der Waals.
Met 11 stemmen wordt benoemd M. van Gelderenzijnde 2 stemmen uit
gebragt op J. J. Werst, terwijl 3 briefjes in blanco waren gelaten.
1870.
III. Staat van af- en overschrijving op de gemeente-begrooting van 1869.
De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en raadt
dien staat vast te stellen.
De conclusie van dat rapport wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
IV. Voordragt betreffende de tienden onder de gemeente Leiderdorp.
Die voordragt luidt aldus
//Bij de opname der tienden onder Leiderdorp is het ons gebleken dat
deze voor dit jaar van te weinig belang zijn om daarvan eene openbare
verpachting te houden, uit welken hoofde wij de vrijheid nemen u bij deze
voor te stellen om de tienden voor den oogst en jaarschare dezes jaars te
Leiderdorp te veld staande, gelijk zulks in de laatste jaren plagt te gescbie-
den onder de handvolgens taxatie van twee deskundigenaan de tiend
elig tigen af te staan, tenzij deze zich met die taxatie niet mogten vereeni-
gen, in welk geval eene openbare verpachting daarvan het noodzakelijk
gevolg zoude zijn."
De Commissie van Financiën heeft tegen dat voorstel geene bedenkingen
en raadt dienovereenkomstig te besluiten.
Wordt op gelijke wijze aangenomen.
V. Onderhandsche verhuring van de schietbaanaan het Rijkten behoeve
van het garnizoen.
De voordragt deswege luidt aldus:
„Naar aanleiding van den inhoud der missive van den Minister van
Oorlog, van 2 December 1869, Personeel en militaire zakenn®. 53 P.,
waarbij deze zich ongenegen verklaarde tot de uitvoering der wijzigingen
aan de schietbaan, doch zijne bereidvaardigheid te kennen gaf voor het ge
bruik van deze eene matige huur te betalenhebben wij ons tot Zijne
Excellentie andermaal gewend en als huurprijs de som van f 50 's jaars
voorgesteld, waarin, blijkens de hierbij overgelegde missives, is ingestemd.
Wij hebben de eer alsnu aan uwe vergadering voor te dragen de schietbaan
ten gebruike, ook voor het garnizoen, te stellen voor een onbepaalden tijd
tegen f 50 's jaars."
De Commissie van Financiën vereenigt zich met deze voordragt.
Wordt op gelijke wijze aangenomen.
VI. Onderhandsche verhuring van een locaal voor ijkkantoor aan het Rijk.
De voordragt deswege is van den volgenden inhoud:
»In de raadsvergadering van den 4den Junij 11. werd, op voorstel der
Commissie van Financiën, besloten een locaal op de Aalmarkt, ten behoeve
van het Rijk, voor een ijklocaal beschikbaar te stellen, zonder daaraan
eenige verandering te brengen en in den staat waarin het zich bevindt
aan het Rijk de inrigting en aanschaffing van al het meubilair, zooals
kasten, tafels, kagchels en verdere toestellen overlatende, terwijl verder, ui
afwachting eener voordragt van onzentwege, de bepaling van den huurprijs
werd aangehouden.
Wij nemen dientengevolge de vrijheid u voor te stellen, behoudens dat
alle veranderingen en zelfs verbeteringen die het Rijk aan dat locaal mogt
hebben gemaakt en alles wat aard- en nagelvast wordt aangebragt bij het
einde van den huurtijd het eigendom der gemeente blijve, de huur van
het locaal te bepalen op een tijdvak van vijf jaren, en zulks tegen eene
som van f 100 's jaars."
De Commissie van Financiën vereenigt zich met deze voordragt.
Wordt op gelijke wijze aangenomen.
VII. Verzoek van de Gemeente-commissie van het Nederduitsch Hervormd
kerkgenootschap tot het plaatsen van een hek aan de deur der Hoogland-
sche kerk.
De vooordragt hieromtrent luidt aldus:
»Op het verzoek van de Gemeente-commissie van het Nederduitsch Her
vormd kerkgenootschap alhier, om een ijzeren hek te mogen plaatsen voor
den hoofdingang der Hooglandsche kerkaan de zijde van de Nieuwstraat
hebben wij ingewonnen het rapport van de Commissie van Fabricage, die
daartegen geene bedenkingen heeft en daaromtrent een gunstig rapport uit
brengt hetgeen bij de stukken in originali is gevoegd.
Ook wij hebben tegen de inwilliging van dit verzoek geene bedenkingen
dan dat alvorens dit worde ingewilligdhet stuk gemeentegronds dat door
de plaatsing van het hek wordt afgesloteneerst aan de publieke dienst
worde onttrokken, ter groote van p. m. 15 centiaren, terwijl wij overigens
overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage, u raden het
verzoek tot wederopzeggens toe te staanmits de deuren binnenwaarts open
slaan en alles geschiede onder aanwijzing van den gemeente architectzonder
dat daaruit immer eenigen afstand van gemeentegrond kan worden afgeleid."
Wordt op gelijke wijze aangenomen.
VIII. Verzoek van den Kerkeraad der Nederduitsch Hervormde gemeente
tot den afstand van het archief der Armbakkerij.
Het rapport van Burgemeester en Wethouders is van den volgenden
inhoud
„Wij ontvingen de hierbij overgelegde missive van den llden dezer maand
van den Algemeenen Kerkeraad der Nederduitsch Hervormde gemeente,
waarbij deze, om daarbij aangevoerde redenen, verzoekt hem het geheele
archief der Armbakkerij over te dragen. Hebben wij hem, gelijk zulks
door hem wordt erkendde inzage daarvan verleend en zijn wij bereid dit
12