1 A
Onder overlegging van liet afschrift van het besluit- van Jen Raad der
gemeente Zoeterwoude, bereids in uwe vorige zitting medegedeeld, waarbij
de door Jan Paulus Bakker aangevraagde gemeentegrond, ingevolge art. 230
der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85), wordt verklaard niet meer
ter openbare dienst bestemd te wezenhebben wij de eer u te berigten dat
hiermede is voldaan aan de voorwaarde, in uwe vergadering van 17 Februarij
dezes jaars voor de inwilliging van des adressants verzoek gesteld, zoodat
thans o. i. geen bezwaar meer kan bestaan het besluit te nemenzooals dit
bij die voorloopige beschikking aan den adressant werd toegezegd. Wij
nemen mitsdien de vrijheid u te raden dienovereenkomstig te besluiten."
Wordt zonder beraadslaging met algemeene stemmen aangenomen.
VU. Uitbreiding der scheiding ten opzigte van het jaagpad en de vaart
tussehen deze gemeente en Haarlem.
De voordragt deswege is van den volgenden inhoud
«Naar aanleiding van het besprokene in de raadsvergadering van den
7en dezer maandhebben wij ons bij missive gewend tot Burgemeester en
Wethouders van Haarlem en hebben wij daarop ontvangen het antwoord
gedagteekend 16 April 1870, n°. 5/383, hetwelk wij de eer hebben hierbij
over te leggen.
Wij vertrouwen dat thans geen bezwaar bij u zal bestaanovereenkomstig
onze in de vorige raadsvergadering overgelegde voordragt te besluitenter
wijl, zooals u uit de overgelegde missive blijkt, Burgemeester en Wethou
ders van Haarlem tot eene gelijke voordragt bereid zijn. en tevens gaarne
zouden wensehen dat in deze uw besluit voor den len Mei aanstaande aan
hen bekend mogt zijn."
De Commissie van Financiën vereenigt zich met deze voordragt.
Wordt op gelijke wijze aangenomen. 'J
De beer Buys komt ter vergadering.
VIII. Voordragt omtrent het drinkwater en het rioolstelsel;
Burgemeester en Wethouders stellen voor:
1*. om eene som van f9000,beschikbaar te stellen, ten einde door
aanvoer van duinwater te voorzien in de behoefte van zuiver drinkwater;
2°. om de uitgewerkte plannen tot den aanleg eener nieuwe duinwater
leiding, en van het door de drie deskundigen uitgewerkt rioolstelsel, uit
hoofde van de ontwikkelde bezwaren buiten nadere overweging te houden
de deskundigen voor de betoonde diensten dank te zeggen en de voorstellen
der Commissie van Fabricage voorloopig aan te houdenten einde bij de
toepassing van het stelsel van Liernur daarvan zooveel noodig gebruik te
maken
3°. om op een nader in te dienen plan, betreffende de toepassing van
het stelsel van Liernur op de demping der Binnenvestgracht, van de Zijd
gracht tot de gedempte Koepoortsgracht, waarvan de kosten zijn geraamd
op ƒ22000,maar daartegen de reeds op de begrooting van 1870 daar
voor toegestane som met een niet onbeduidend bedrag vermindering zal
kunnen lijden, eene proef te nemen, ten aanzien der wenschelijkheid om
dat stelsel meer algemeen toe te passen
4°. om met het Hoogheemraadschap van Rijnland te onderhandelen over
het inlaten van water aan de sluis te Gouda en het spuijen aan de sluis
te Katwijk;
5°. om hetzij dadelijk, hetzij bij de begrooting voor 1871, een of meer
grachtendie door uitbaggering of uitdieping reiniging behoevenaan te
wijzen en daarvoor eene raming van kosten aan te bieden.
Het rapport van de Commissie van Financiën is van den volgenden inhoud
«Het rapport van Burgemeester en Wethouders omtrent de zoo belangrijke
punten als het drinkwater en het rioolstelsel, werd, ten fine van berigt en
raaddoor uwe vergadering gesteld in handen der Commissie van Financiën.
De Commissie heeft dit rapport onderzocht en zich geheel en alleen be
palende tot het financiëel gedeelte, als meer bijzonder tot hare bevoegdheid
behoorende, heeft zij de eer u te berigten:
1°. Wat aangaat het drinkwater,
dat ook haar de som van acht ton voor deze gemeente al zeer bezwarend
voorkomt en moge zij van de eene zijde van oordeel zijn, dat in het belang
der volksgezondheid men geen bezwaar moet maken groote geldsommen ten
offer te brengendit evenwel niet wegneemt dat men moet trachten door
het aanwenden van doelmatige middelendat offer zooveel mogelijk dragelijk
voor de gemeente te maken en het te beperken binnen hare financiële
krachten. Zij kan zich daarom voorloopig wel vereenigen met de door
Burgemeester en Wethouders voorgestelde wijze van aanvoer van water van
de duinwaterleiding te Amsterdam, waarvan de kosten op 9000 worden
geraamd.
De bedenking deed zich wel bij haar voor of, bijaldien op de voorge
stelde wijze duinwater geleverd wordt, en dit om deze of gene reden, aan
het duinwater vreemd, minder mogt voldoen, dit later niet eenen nadeeligen
invloed op het gebruik van dat water zou kunnen hebben; dan dit bezwaar
komt haar niet zoo overwegend voor dat het aanleiding mogt opleveren om
de proef te ontraden.
Daar de overgelegde siering van kosten genoegzame gronden oplevert om
in het aangegeven cijfer te berusten, raadt de Commissie u tot deze proef
te besluiten en daartoe de aangegevene som van /"9000, onder goedkeuring
van Gedeputeerde Statenbeschikbaar te stellente vinden door verkoop
van inschrijvingen op het grootboek.
De Commissie zou overigens het gevoelen wel zijn toegedaan dat, hoe
laag de prijs wordt gesteldtoch voor het water iets zou moeten betaald
worden; zij gelooft dat dit er meer prijs op zal doen stellen en eerder aan
leiding geven dat het water ook zelfs door den burgerstand en meer gegoe
den zal worden verlangd.
2°. Het rioolstelsel.
Gok hier onthoudt de Commissie zich van de beoordeeling van eenig
plan en treedt niet in een onderzoek van de vele brochures die daarover
zelfs na de indiening van het rapport van Burgemeester en Wethouders zijn
verschenen.
Voor haar geldt alleen, naar hare beschouwing, de vraag of zij de voor-
J fns, h Lrv~,(- 5J '3 ^LtrU l&&(3 c-/
gestelde proef de som van 22,000 waard acht en zoo ja hoe alsdan die
som te vinden.
Zij meent deze vraag volmondig met ja te moeten beantwoorden en dit
te meer omdat, voor zooveel haar bekend is, er nog geen stelsel is gevon
den dat bij alle deskundigen in het vak als volkomen proefhoudend is aan
genomen.
Zij raadt daarom de som van 22,000 beschikbaar te stellen voor de
voorgestelde proef, daargelaten de wijzigingen die deze nog moge ondergaan
en deze geldenmede onder goedkeuring van Gedeputeerde Statente vinden
door verkoop van inschrijvingen op het grootboek."
De Voorzitter. Het doet mij genoegen thans twee onderwerpen ter
tafel te brengendie zoowel in deze stad als elders de belangstelling zoozeer
hebben opgewekt. Ik doe die voordragt met te meer vertrouwendaar bij
het dagelijksch bestuur met algemeene stemmen daartoe besloten is en de
Commissie van Financiën er hare goedkeuring aan heeft gegeven. Ik stel
thans aan de orde de voordragt omtrent het drinkwater. Het voorlezen der
conclusie van de voordragt acht ik overbodig, daar de heeren ruimschoots in de
gelegenheid geweest zijn kennis te nemen van de daarover gewisselde stukken.
Ik open de beraadslagingen over dit onderwerp.
De heer Krantz. Ik zal gaarne mijne stem geven aan het voorstel der
Commissie van Financiën. Ik beschouw echter dezen maatregel als tijdelijk;
want ik geloof dat eene duinwaterleiding het eenige raiddel zal zijn om
voldoende in de bestaande behoefte aan goed drinkwater te voorzien. De
kosten, daartoe vereischt wordende, zijn evenwel hoog en zouden de gemeente-
financiën te veel drukken. Ik vereenig mij daarom met de te nemen proef,
in afwachting of zich middelen zullen doen kennen, waardoor op billijker
voorwaarden eene duinwaterleiding kan verkregen worden.
De heer du Rieu. Ik wensch met een enkel woord te zeggenwaarom
ik aan het voorstel mijne stem niet zal kunnen geven. Ik acht het niet
zoo noodzakelijk voor deze zaak zooveel geld uit de gemeentekas uit te
geven. Tot nog toe heeft de gezondheidstoestand in deze gemeente over
het algemeen gelukkig geen reden tot bezorgdheid gegevenin de laatste
jaren was hij integendeel vrij gunstig. En met de pompendie er in den
laatsten tijd geplaatst zijn, kan men wel voldoende water krijgen. Ik ben
er dus tegen om de uitgaven tot eene zoodanige som als voorgesteld is
op te drijven en ik acht het bezwaarlijk die met het geld der ingeze
tenen te dekken.
De Voorzitter. Zoo als de heeren gezien hebbenheeft de Commissie
van Financiën geadviseerd, onder goedkeuring van Gedeputeerde Statente
besluiten om de kosten te vinden door verkoop van inschrijving op het
grootboek. Als niemand meer hierover het woord verlangt, zal ik de be
raadslagingen sluiten en het voorstel in stemming brengen.
De heer de Fremery. De Vereeniging tot verbetering van de volksge
zondheid stelt zich bovenal ten doel om de behoeften van den geringen
burger te doen kennen, en de middelen aan te wijzen, die kunnen mede
werken om de gezondheid in zijne woning te verbeteren; zij ontzag daartoe
noch moeite noch kosten en voorzeker verdient het bestuur daarvoor in
volle mate onzen dank, onze sympathie en medewerking. Kan nu door het
aanvoeren van zuiver en gezond drinkwater in groote mate daartoe worden
bijgedragen, dan moet, naar mijne innige overtuiging, dat water voor hem
kosteloos worden verkrijgbaar gesteldinderdaad is dit beginsel door het
daarstellen van openbare pompen reeds voor lang gehuldigd. Op dien
grond verschil ik in meening met de Commissie van Financiën, die van
oordeel is, dat voor het water, dat op openbare plaatsen zal worden ver
krijgbaar gesteld, een zekere prijs, zij het ook een lage, zal moeten wor
den ingevorderd; ik meen dat op die wijze het water niet onder het bereik
zal worden gebragt van den werkmandie reeds moeite heeft om zich de
eerste levensbehoeften voor het gezin aan te schaffen; hij zal, geloof ik, niet
bij magte zijn om het aangevoerde water te koopen en toch heeft hijwie
zal het ontkennen, daaraan in de eerste plaats behoefte; wel nu, laten wij
hem dat noodige niet onthoudende algemeene gezondheid zal er door
verbeterd en vermeerderd wordenhet offer zal dus niet te zwaar vallen en
wel beloond worden. Deze zelfde meening werd reeds door Burgemeester
en Wethouders voorgestaantoen zij met de heeren de Veer c. s. in onder
handeling waren over den aanleg eener duinwaterleiding. Toen is ook op
den voorgrond gesteld dat een aantal standpijpen in de geringe buurten
beschikbaar zouden gesteld wordenten einde eene voldoende boeveelheid
water om niet te kunnen verstrekken. Het zou mij spijten, indien nu van
dat hoofddenkbeeld zou worden afgeweken en ik dring dan ook bijzonder
bij mijne medeleden er op aan om alsnog te willen besluiten dit water om
niet te verstrekken.
De heer Buys. Slechts eene enkele opmerking, mijnheer de Voorzitter,
en wel om te zeggen dat mijne meening lijnregt overstaat tegen die van
den heer de Fremery. Ik hecht veel aan het denkbeeld der Commissie
van Financiën om het duinwater niet om niet te verstrekkenmaar van
alle verbruikers eene kleine bijdragehoe luttel ookte vergen. Er is
dunkt mijmeer dan één reden welke daarvoor pleit. In de eerste plaats
houde men in het oog dat het hier geldt een buitengewone en zeer kost
bare dienst door de gemeente bewezen. Waarom juist bij uitzondering
deze dienst gratis verstrekt', wanneer als regel geldt dat ook publieke diensten,
beloond worden? Van volledige schadeloosstelling is natuurlijk geen sprake,,
maar van een prijs zoo laag laat het zijn een cent of een halve cent
per emmer dat hij ook voor den armste geen bezwaar kan opleveren.
Maar in de tweede plaats, wordt het water om niet gegeven, dan is er vooral
geenerlei berekening te maken van het vermoedelijk gebruik. Wat niets
kost is voor het groote publiek ook waardeloos en wordt ligt verspild. Ik
vrees dus zeer dat er eene groote hoeveelheid water zal worden vermorst,,
tot groot ongerief van hendie achterna komen en het noodige niet beko
men kunnen. Bovendien, en dit is mijn laatste argument, ieder zal moe
ten toestemmen, dat de maatregel nu voorgesteld slechts een halve, naauwe-
lijks een kwart maatregel' is, die slechts als proef verdedigd kan worden.
Wij wensehen te weten, of de ingezetenen inderdaad iets overhebben voor
beter water en zich daarvoor eene geringe opoffering willen getroosten. Mogt
dit werkelijk het geval blijken, dan bekomt men omtrent de quaestie vrij
wat meer zekerheid dan nu bestaat, en zal men later gemakkelijker tot hek.