op 200 uitstekende wijze heeft plaats gehaddat ik althans onze brandweer
daarvoor mijn welgemeend compliment maken moet.
De heer Stoffels. Ik was ook nog al spoedig bij den brand. Daarge
laten of alle spuitgasten even spoedig op het terrein tegenwoordig waren,
zeker is het dat er spoedig water en veel water in den brand geworpen
werd. Ieder beeft zich daarvan kunnen overtuigen en ook ik meende dat
bet geheele personeel der spuiten van deze plaats wel een woord van goed
keuring had verdiend althans zeker niet op aanmerkingen is bedacht geweest.
De beraadslagingen over dit punt worden daarop gesloten.
De Voorzitter deelt mede:
1°. Dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuidholiandvan 22 Maart
1870, B. n°. 1628 (3e afd.) G. S. n°. 40, waarbij wordt goedgekeurd de
staat van af- en overschrijving, vastgesteld den 19dcn bevorens, tot vinding
der kosten voor de schietbaan.
2°. Missive van Mevr. de Wed. A. B. Barkey, geb. Coops, van den
4P» April, houdende mededeeling dat de benoeming tot Regentesse van het
II. G. of Arme Wees- en Kinderhuis door haar wordt aangenomen.
Deze worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter. Ik heb voorts de eer aan de vergadering mede te
deelen eene missive van den raad van adminisirntie van den Hollandschen
IJzeren spoorweg van 1 April 11., die ik niet wenschte aan de kennisneming
der vergadering te onthoudennaar aanleiding der discussie in de vorige vergade
ring, bij gelegenheid dat aan de directie gemeentegrond werd afgestaan, gevoerd.
Deze missive is van den volgenden inhoud
ȟank zeggende voor de mededeeling der gunstige beschikking, vervat in
den brief dd. 20 Maart jl. n°. 201, welke ik de eer had van uw geacht
Collegie te ontvangen, beijver ik mij daarop te antwoorden.
Voor het opmaken der notariële acte van overdracht van den gemeen
tegrond wordt alsnu door onze administratie gezorgd.
De ontwerpen van eene vergrooting van het stations gebouw te Leiden
zijn onder handen en zullen bij uitvoering, naar wij vertrouwen, ruim vol
doen aan hetgeen door het gemeentebestuur gevvenscht wordt.
Ook is het mij aangenaam de verzekering te kunnen geven dat voor de
zomerdienst-regeling der treinen, bij de regering aanhangig, onzerzijds
getracht zal worden aan den wensch te voldoen om per vroegen trein uit
Leiden correspondentie te geven te 's Gravenhsge op den ochtend-sneltrein
van den Rijnspoorweg in .dc richting naar Duitschland.
De Administrateur,
J. W. Bake."
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De heeren Scheltema en llubrecht verlaten de vergadering.
De Voorzitter. Nog is ingekomen het volgende raadsbesluit van Zoe-
terwoude.
»De Raad der gemeente Zoeterwoude,
Gelezen een adres van den heer Jan Paulus Bakker, particulier, wo
nende te Leyderdorp, houdende het te kennen geven:
1®. dat hij een aanvraag aan den gemeenteraad van Leiden heelt gedaan ter
bekoming in eigendom van het gedeelte der gedempte sloot in de Kerkstraat,
loopende langs het buitenverblijf Hoeksteinonder Zoeterwoudevoor zoo
verre die niet toebehoort aan hem adressant, alsmede een strook van dien
weg langs die sloot ter grootte alsnu door hem adressant met een houten
hek is afgebakend
2®. dat het gemeentebestuur van Leiden hem adressant daarop als ant
woord, hetwelk door hem in originali bij zijn adres ten deze wordt over
gelegdheeft medegedeeld dat de adressant zich moet wenden tot den
Raad dezer gemeente om een wettig bewijs te verzoeken, waarbij door den
Raad wordt verklaard dat de door hem gevraagde grond niet meer voor
de openbare dienst behoeft bestemd te wezen.
Gezien het verzoek van den adressant, daartoe strekkende: dat de strook
grond van de Leyderdorptr Bruggestraat onder deze gemeente, bestaande in
de noordelijke halve wegsloot (thans reeds gedempt) en berm van gemelde
straat, benevens het beklinkerd gedeelte van het voetpad tot omtrent den
oostelijken schuinen hoek van den koepel aan het jaagpadten einde te
worden verheeld aan de kadastrale perceelen sectie An®. 497499 enz.
van de gemeente Zoeterwoude, zijnde die grond groot l are en 60 cen-
tiaresuitmakende een gedeelte van de Bruggestraatbij het kadaster niet
genummerd, doch helioorende tot de ongenummerde wegen van sectie A,
dezer gemeente, alleen op den legger der wegen en voetpaden van de ge
meente Zoeterwoude aangewezen onder n®. 5zal worden verklaard niet
meer tot de openbare dienst te bebooren.
Gelet op het rapport van Burgemeester en Wethouders, waaruit blijkt
dat de bovengenoemde Bruggestraat, met inbegrip van het daarnevens gele
gen voetpad, heeft eene breedte van 5 meters, en de af te nemen strook
welke met de gedempte sloot en den grond van de buitenplaats Hoekstein
zal worden verheeld van zoo weinig beteekenis is. dat er geen bezwaar be
staat om deze aan de openbare dienst te onttrekken.
Gelet verder op art. .230 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n®. 85).
Heeft, besloten
Te verklaren niet meer tot de openbare dienst te behooren
Eene strook grond van de Leyderdorper Bruggestraat onder deze ge
meente, geteekend op den legger der wegen en voetpaden van Zoeterwoude
met n®. 5, bestaande in den berm van gemelde straat benevens het be
klinkerd gedeelte van het voetpad tot omtrent den oostelijken schuinen
hoek van den koepel aan het jaagpadten einde te worden verheeld met
de langs dien berm gedempte sloot en de perceelen sectie A, n°. 497,
499 enz. van de gemeente Zoeterwoude.
Afschrift dezes, op zegel, zal worden gezonden aan den verzoeker tot
beschikking op zijn adres.
Gedaan te Zoeterwoude ter openbare Raadsvergadering van den 5dp
April 1870.
De Secretaris, De Burgemeester,
(get.) P. J. A. Boonekamp. (get-) VAN Outeren.
Voor afschrift,
De Secretaris van Zoeterwoude,
P. J. A. Boonekamp."
De Voorzitter. Ik stel voor, die zaak in de eerstvolgende vergadering
te behandelenals wanneer dezerzijds een besluit zal kunnen genomen wor
den zooals in de vorige vergadering besproken was.
Wordt besloten overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter.
De Voorzitter legt vervolgens over:
Suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving van
het Werkhuis, dienst 1869.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dezen te stellen in handen van
de Commissie van Financiënten fine van berigt en raad.
De Voorzitter. Zoo even is, volgens een bij mij ingekomen berigt,
een brand uitgebarsten bij Duchateau op de Haarlemmerstraat, welke geluk
kig spoedig is gebluscht. Ik kan daarbij mededeelendat de brand zich
bepaald heeft tot bet bovenste gedeelte der woning.
Aan de orde is:
I. Adressen om continuatie in hunne betrekking, van:
a. den stads-doctor G. Zaalberg.
De heeren van Heukelom, Cock en Goudsmit worden door den Voor
zitter uitgenoodigd met hem het bureau van stemopneming uit te maken.
Door diakenen der Ned. lierv. gemeenteregenten der R. C. weezen
en armverzorgers der Israëlitische gemeente wordt op bedoeld verzoek gunstig
geadviseerd.
De heer Hubrecht komt ter vergadering terug.
Met algemeene stemmen wordt de heer Zaalberg gecontinueerd.
h. den stads-chirurgijn dr. J. van Kaathoven.
De rapporten van diakenen der Ned. herv. gemeente en van regenten
der R. C. weezen strekken tot continuatie. Armverzorgers der Israëlitische
gemeente wenschen zich van advies te onthoudenaangezien voor het
oogenblik geene armen hunner gezindte onder het ressort van den adressant
wonen.
De heer Vehster. Ik zal mij van medestemmen onthouden, mijnheer
de Voorzitter, op grond der verwantschap die tusschen mij en den adres
sant bestaat.
Met 11 stemmen wordt de heer van Kaathoven gecontinueerd, zijnde 2
stemmen uitgebragt tegen de continuatieterwijl 8 briefjes in blanco waren
gelaten.
De heer Scheltema komt te r vergadering terug.
De Voorzitter. De Commissie van stemopneming zit nu eenmaal bijeen.
Ik zou dus in overweging geven de orde te veranderen en alsnu in de
eerste plaats over te gaan tot punt n®. 3.
Daartoe besloten zijnde, is aan de orde:
II. Benoeming van een amanuensis voor natuur- en scheikunde aan dc
hoogere burgerschool.
De voordragt bevat de volgende namen Abram Ingeneegergeb. 7 Augustus
1847, thans werkzaam op het physisch kabinet bij prof. Rijke; Antonius
Martinus llartwijk, geb. 23 April 1849, verpleegd in het R. C. Weeshuis,
van beroep horologiemaker, werkzaam geweest bij den heer van der Waag,
thans zonder betrekking.
Met 14 stemmen wordt benoemd Abram Ingeneeger, zijnde 9 stemmen
uitgebragt op A. M. Hartwijk.
III. Adres van d'. P. L. Muller, houdende verzoek om ontslag als
leeraar aan de gemeente instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs.
Burgemeester en Wethouders raden overeenkomstig het advies der Com
missie van Toezigt op genoemde instellingenden adressant het gevraagde ont
slag eervol te verleenen tegen het einde van den loopenden cursus.
Wordt met algemeene stemmen aangenomen.
IV. Twee staten van af- en overschrijving op de gemeente-begrooting
van 1869.
Bij een dezer staten is gevoegd het volgende rapport van Burgemeester
en Wethouders.
«-Bij raadsbesluit van den 8en April des vorigen jaars werd op verzoek
van de Vereeniging tot verbetering der volksgezondheid eene som van
400 a /"500 beschikbaar gesteld, ten einde daaruit te dekken de kosten
om de bestaande kaarten dezer gemeente te herzien; deze gelden zijn tot
nu toe op de begrooting van 1869 niet geregulariseerd en het is hierom dat
wij de eer hebben u nevensgevoegden staat van af- en overschrijving aan
te bieden."
De Commissie van Financiën heeft op beide staten geene bedenkingen.
De staten worden met algemeene stemmen aangenomen.
V. Missive van Burgemeester en Wethouders van Haarlem tot uitbreiding
der scheiding ten opzigte van het jaagpad en de vaart tusschen de beide
gemeenten.
De voordragt deswege van Burgemeester en Wethouders luidt aldus:
»Bij raadsbesluit van den 5en November 1864 werd goedgevonden de
gemeenschappelijke administratie van al wat betreft de Haarlemmervaart en
het trekpad te scheidenzoodat iedere gemeente onderhield het deel dat
zij had aangelegd en in het genot kwam. van de voordeelen die daaraan
verbonden zijn, in plaats van, gelijk van den aanvang af plaats had, met
elkander jaarlijks te verrekenen wat ieder deel kostte en ieders helft daarin
bedroeg.
Bij de hierbij overgelegde missive van H. H. Burgemeester en Wethou
ders van Haarlem, van den lc" Februarij dezes jaars, n°. 5/145, wordt
voorgesteld die scheiding of splitsing uit te breiden tot den eigendomzoodat
iedere gemeente zelfstandig beschikt over al wat tot haar deel behoort, van
Halfweg tot aan ieders grenzen.
Wij meenen dat daartegen geen bezwaar bestaat, mits in de openbare
bestemming van de Haarlemmertrekvanrtmet het trekpad, geene vernnde-