H&HDELINGEN TAB DIB GEIEEBTERAAD VAB1UDEB. r XKtlng van Donderdag 17 February 1870, geopend dea namiddags ten 2 ure. Voorzitterde heer Burgemeester Dr. VV. C. ven den Brandeler. Tegenwoordig de heeren Stoffels, Hubrecht, Eigeraan, Verster, du Rieu, Bij Ie veldBuys, Le Poole, Lczwijn, Hartevelt, de Eremery, Tollens,' Wttewaall, van Wensen, Krantz, van OuterenCock, van Heukelom, Dercksen en van den Brandeler. De heeren Scheltema en Hoog hadden kennis gegeven verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 13 Januarij 11. worden gelezen. De heer Hartevelt. Ik heb geene aanmerking op de notulen; maar ik zou gaarne wenschen even het woord te mogen erlangen alvorens de onderwerpen, die aan de orde zijn gesteld, in behandeling komen. De Voorzitter. Ik zal gaarne alsdan den heer Hartevelt het woord verleenen. De notulen worden hierop goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: I8. Dispositie van Gedep. Staten van Zuid-Holland, van 11 Januarij 1870, B, n8. 169 i' afd.) G. S. n8. 25, waarbij wordt goedgekeurd het raadsbesluit van 30 December des vorigen jaars tot afstand in eigendom der hoornen op den neg buiten de voormalige Koepoort. 2". Dispositie van GeddJ). Staten van Zuidholland, van den 18d«n der vorige maand, B, n®. 252 (3« aid.) G. S. n°. 14, strekkende ten geleide van het koninklijk besluit van den llden bevorens, n°. 4, waarbij de heffing eener plaatselijke directe belasting wordt goedgekeurd. 3°. Dispositie van Gedep. Staten van Zuidholland van den 25»te» Januarij B, n®. 401 (3* afd.), G. S. n°. 19waarbij het raadsbesluit van 13 December des vorigen jaars tot vaststelling van cene suppletoire begrooting, dienst 1869, wordt goedgekeurd. 48. Missive van het bestuur der Leidsche Vereeniging tot het bevorderen van geregeld schoolbezoek, van 21 Januarij, daarbij verzoekende zijnen dank aan den Gemeenteraad over te brengen voor de gunstige beschikking op zijn verzoek om kosteloos gebruik te mogen maken van de kleine Stads gehoorzaal. Al deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter deelt nog mede, dat ter voldoening aan art. 179, lit. U, der gemeentewetin den loop des vorigen jaars van de instellingen waarvan het toezigt aan het gemeentebestuur is opgedragen, zijn bezocht: de Stads bank van leening, het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, het Gereformeerd Minnehuis, het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis, het Werkhuis en het Caecilia-Gasthuis, en dat deze bezoeken geene aanleiding tot bijzondere opmerkingen hebben gegeven. Wordt mede voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Proces-verbaal van het opnemen der boeken en kas van den gemeente ontvanger op den 29»'«" Januarij dezes jaars. 2°. Verslag van de in het Caecilia Gasthuis opgenomen en behandelde zieken gedurende 1869, opgemaakt door den geneesheer in dat gesticht. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze voor kennisgeving aan te nemen en gedurende 14 dagen ter inzage van de leden in de leeskamer •eder te leggen. 38. Een exemplaar van den open brief aan deze vergadering gerigt, door de Vereeniging tot verbetering der volksgezondheid, alhier, betreffende de verbetering van het rioolstelsel te Leiden. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen, en voorts dank te betuigen aan de in zenders. 4°. Adres van den hulponderwijzer J. J. H. Bokhorst, om ecne bijzon dere bezoldiging of toelage, als hebbende diensten als hoofdonderwijzer ge presteerd. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres, ten fine van berigt en raad, te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders. De Voorzitter. Nog heb ik de eer over te leggen eene voordragt om trent het drinkwater en de waterverversching in deze gemeente. Ik heb die voordragt, zoo als u bereids is berigt geworden, reeds vóór eenige dagen in de leeskamer ter inzage doen leggen en zal nu vragen of de vergade ring zou kunnen goedvinden de daartoe betrekkelijke stukken te doen drukken. De heer Buys. Ik heb hoegenaamd geen bezwaar, mijnheer de Voor zitter, tegen uw voorstel, maar zou het wel eenigzins willen uitbreiden. Ik wenschte namelijk de stukken niet alleen te doen drukken, maar ook ze algemeen verkrijgbaar te stellen; het geldt hier toch eene zaak van veel gewigt, en de Raad zal er zeker prijs op stellen daaromtrent ook het oor deel van het publiek te leeren kennen. De Voorzitter. Bij eene vorige gelegenheid is reeds in dien geest gespro ken en toen is door Burgemeester en Wethouders te kennen gegeven dat in het vervolg zoodanige stukken algemeen verkrijgbaar zouden worden be steld. Wordt besloten overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter. De OORZ1TTEH, Eindelijk heb ik de eer over te leggen eene aanvrage 1870. van de Commissie van toezigt op het godsdienst-onderwijs bij de Ned. Herv. gemeente, om bij de behoefte aan uitbreiding der gelegenheid voor het onderwijs te mogen beschikken over het locaal de Baaihal, op de avon den van Maandag, Dingsdag. Donderdag en Vrijdag van iedere week. Zoo als de heeren weten, heelt de vergadering reeds een dergelijk verzoek toe gestaan aan mejufvrouw de Vriese. Zou de vergadering alzoo kunnen goed vinden in gelijken zin op dat verzoek te besluitende bovenlocalen tot we- deropzeggens toe op gemelde avonden af te staan en zulks onder de volgende voorwaarden en bepalingen 1°. De voorwerpen die zich in de school bevinden mogen niet bescha digd en zonder toestemming der betrokken hoofdonderwijzers niet verplaatst worden 2°. Bij het verlaten van het gebouw moet voor het sluiten der gaskranen kagchels en deuren gezorgd worden 3°. De Commissie moet, wat de verwarming aangaat, zich verstaan met de betrokken hoofdonderwijzers en, wat de verlichting betreft, met de Com missie voor de Volkszangscholen, aan welke de gasaanleg toebehoort; 4°. De vloer, tafels en banken moeten zoo zindelijk mogelijk gehouden worden en zoo het noodig is dat door het gebruikdat de Commissie van het locaal maakt, buitengewone werkzaamheden voor het schoonhouden ver- rigt worden, moeten de onkosten daarvan door de Commissie aan de betrok ken hoofdonderwijzers vergoed worden. Tenzij de vergadering mogt verlangen dat deze zaak nog werd aange houden. Dc heer Eigeman. Mijnheer de Voorzitter, als lid der Commissie van het toezigt op het godsdienstig onderwijs ondersteun ik ten zeerste uw voor stel, en ik spreek uit naam van gemelde commissie den wensch uit, dat op hare aanvrage zoo spoedig mogelijk eene decisie door den Raad moge ge nomen worden, aangezien sedert hare aanvrage reeds eeriigen tijd is ver streken en de zaak van groot belang is. De Voorzitter. Dat is juist de reden, waarom ik de vraag aan de vergadering heb onderworpen om de zaak nu te behandelen. Intu3schen moet ik toch doen opmerkendat het verzoek eerst is ingekomen na de laatst gehouden raadszitting, zoodat eene vroegere behandeling onmogelijk was. Konde de vergadering goed vinden daarop reeds nu eene beslissing te nemen, dan zal ik voorstellen het verzoek toe te staan onder de bepalingen, zoo even door mij voorgelezen. De heer Krantz. Ik zou willen vragenof het niet noodig* ware ,het verzoek toe te staan tot wederopzeggens toe. Immers, zoo als het voorstel •Jaar ligt, zou het den schijn hebben-, alsof het gebruik van het locaal voor altoos ware toegestaan. De Voorzitter. De bedoeling is: tot wederopzeggens toe. Het voorstel, zoo als het door den Voorzitter is geformuleerd, wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Thans verleent de Voorzitter liet woord aan den heer Hartevelt. De heer Hartevelt. Het was gepasseerden Dingsdag avond ten 9 ure, dat ik dit oproepingsbriefje kreeg; en ik heb mij gisteren onmiddellijk naar de leeskamer begeven, ten einde inzage te nemen van de stukken. Daar onder heb ik drie onderwerpen gevonden onder n®. 46 en 7 van zoodanig belang, dat zij een behoorlijken tijd van overweging zullen vorderen. Daa£ voor kwam mij de geschonken tijd te kort voor. Ik zou dus wel in over weging willen geven die drie onderwerpen, die, naar het mij voorkomt, tot veel beraadslaging zullen aanleiding geven, aan te houden tot eene vol gende vergadering. Indien de leden het daaromtrent met mij eens tnogten zijn, dan behoef ik niet nader te motiveren, waarom ik voor eene verdaging dier punten ben. Er bestaan bij mij zoovele bezwaren tegen die nommers dat ik niet wenschte reeds nu tot de ontwikkeling daarvan over te gaan. Mogt men het echter met mij niet eens zijn, dan ben ik bereid deredenen op te gevendie mij op de aanhouding doen aandringen. De Voorzitter. Maandag 11. was in de vergadering van Burgemees ter en Wethouders tot de behandeling dier punten besloten, en reeds waren de oproepingsbriefjes gedrukt. Maar de stukken van dc Commissie van Financiën waren, zoo als ik nu verneem, nog nietgeteekend en daaraan zal welligt de late uitreiking moeten worden toegeschreven, [ntusschen ben ik zeer bereid uw voorstel over te nemendaar de tijd om behoorlijk de bescheiden in te zien ontegenzeggelijk te kort was. Ik zal dan ter voorko ming van oponthoud spoedig eene vergadering beleggen, waarin dio drie onderwerpen zullen kunnen worden behandeld. De heer Tollens. Ik ondersteun dit voorstel ten sterkste, want ik wenschte ook de genoemde stukken behoorlijk te kunnen lezen en overwe gen, alvorens mijne stem er voor of tegen uit te brengen. De daartoe be schikbaar gestelde tijd was ditmaal veel te kort. Wordt alzoo besloten tot de volgende vergadering aan te houden de be handeling der punten n®. 4 (voordragt tot verbouwing van de Lakenhal, om deze in te rigten tot stedelijk museum van oudheden, met suppletoiren staat van begrooting); 6®. (adres van den Raad van administratie der Hol- landsche ijzeren spoorweg-maatschappij tot het bekomen van grond, aan deze gemeente in eigendom toebehoorendeen het leggen van eene beweeg bare brug in den singelweg), en 7®. (voordragt tot het aanbrengen van veiligheidsmaatregelen aan de schietbaan, met staat van af- en overschrij ving). Aan de orde is: I. Stemming -over bet al of niet behouden der bepalingvervat in art. 2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1870 | | pagina 1