het herzien der plaatselijke verordeningen, tegen wier overtreding strai is bedreigd. De heer Tollens wordt als eerste lid herbenoemd met 15 stemmen. De heer van Outeren bekwam 1 stem. Als tweede lid wordt herbenoemd de heer van Outeren, met 15 stemmen, terwijl 1 blanco-billet aanwezig is. De heer Buys verlaat de vergadering. d. Van een voorzitter en twee leden in de commissie tot het ontwerpen van en het herzien der plaatselijke verordeningen betreffende de huishouding der gemeente. De Voorzitter. Het geldt thans dezelfde quaestie als straks. Wij zullen dus ook nu eerst de leden en dan den voorzitter benoemen. Als eerste lid erlangt de heer Goudsmit 14 stemmen, terwijl 1 blanco- billet is ingeleverd. Als tweede lid wordt herbenoemd de heer Hartevelt met 14 stemmen; de heer Cock bekwam 1 stem. Als derde lid mede herbenoemd de heer Cock met 14 stemmen, terwijl 1 blanco-billet is ingeleverd. Eindelijk wordt als voorzitter uit deze drie leden herbenoemd de heer Goudsmit, met 14 steramen, terwijl 1 blanco-billet werd ingeleverd. III. Benoeming van een lid in het bestuur over het werkhuis, uit den Gemeenteraad. De heer van Heukelom wordt op nieuw daartoe benoemd met 14 steramen. De heer Le Poole bekwam 1 stem. IV. Benoeming van een leeraar voor de oude talen aan het gymnasium. De voordragt van heeren Curatoren luidt als volgt: «Onder terugzending der adressen van de heeren van HelbergenHoutsma, ScholteVerdam, van der Vliet, Vollgrafl en dr. Morell, allen sollicitanten naar de betrekking van leeraar voor de oude talen aan het gymnasium alhier, bij apostille van den Burgemeester dezer gemeente van 11 Augustus 1869 in onze handen gesteld, om te dienen van bericht en raad, hebben wij de eer u mede te deelen, dat onzes inziens onder gemelde sollicitanten de heer J. Verdam, candidaat in de letteren, te Mijdrecht, het meest ge schikt kan geacht worden voor de thans vacerende betrekkingzoowel op grond der door ons ingewonnen informatiënals inzonderheid naar aanlei ding der allergunstigste verklaring van den heer Epkema. Wij aarzelen daarom niet, zonder in het minst te willen afdingen op de verdiensten der overige adressanten (van welke de heer dr. Morell, als ia- middels elders benoemd, zijne sollicitatie heeft ingetrokken, en de heer Scholte ons geheel en al onbekend is), bij de keuze van eenen leeraar voor de oude talen uwe aandacht bijzonder op den heer Verdam te vestigen, en dezen als opvolger van dr. Polak ten sterkste bij u aan te bevelen." Tot leeraar aan het gymnasium wordt alsnu benoemd de heer J. Verdam met 11 stemmen. De heer Vollgraff bekwam 3 stemmen, terwijl 1 blanco- billet was ingeleverd. V. Benoeming van eene hoofdonderwijzeres aan de openbare bewaar school in de Scheistraat. De voordragt is van den volgende inhoud: «Op onze oproeping ter vervulling der vacerende betrekking van hoofd onderwijzeres aan de openbare bewaarschool in de Scheistraat hebben zich verscheidene sollicitanten aangemeldwier stukken wijten fine van onder zoek, in handen der Commissie van de bewaarscholen hebben gesteld. Onder overlegging van haar rapport, hebben wij de eer u, in overeen stemming daarmede, ingevolge art. 3 der verordening van 13 Mei 1869 (Gem.-blad n°. 7), het volgend dubbeltal aan te bieden, met verzoek daar uit wel eene keuze te willen doenals 1°. Carolina Everdina Boonhoofdonderwijzeres aan de bewaarschool van het Bestedelingshuis te Amsterdam; 2°. Josina Elisabeth Bodijn, hoofdonderwijzeres aan de bewaarschool der maatschappij tot Nut van 't Algemeenafdeeling Steenwijk." De heer Verster. Alvorens het thans aan de orde gestelde punt in behandeling komt, zij het mij vergund, mijnheer de Voorzitter, daaromtrent eenige inlichting te vragen. De ingekomen adressen zijn niet gezegeld en nu wenschte ik wel te weten, volgens welk artikel der wet de hier bedoelde adressen van zegel zijn vrijgesteld. De Voorzitter. Ik meen dat adressen betreffende het onderwijs van zegel vrijgesteld zijn. De heer Verster. Ik geloof, dat alléén de attesten en verdere bijlagen, die daarbij overgelegd worden, vrijgesteld zijn van het zegel; doch het ndres zelf moet wel degelijk gezegeld zijn. De Voorzitter. Het Latijnsche spreekwoord zegt: in dubiis abstine ik geloof dan ook dat het beste is om die benoeming aan te houden, ten einde niet in overtreding van de wet te komen. Aldus wordt besloten. De Voorzitter. Mag ik ook de heerendie tot de verschillende be trekkingen benoemd zijn, vragen of zij die aannemen? Al de benoemde heeren, voor zooverre tegenwoordig, verklaren bereid te zijn de verschillende betrekkingen te aanvaarden. VI. Suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting, 1869. Dit wordt zonder discussie met algemeene stemmen goedgekeurd. De heer van Wensen verbat de vergadering. VII. Voordragt tot afschrijving van plaatselijke directe belasting, voor personen die de gemeente verlaten hebben of overleden zijn. Die voordragt luidt als volgt: «Bij deze hebben wij de eer u over te leggen een staat, vermeldende de namen van eenige aangeslagenen in de plaatselijke directe belasting over het loopende jaar, die in den loop van hetzelve de gemeente verlieten of overleden zijn, met voorstel om aan die personen geheele of gedeeltelijke afschrijving te verleenen tot een bedrag als in de 8ste kolom van dien staat is aangewezen." De Commissie van Financiën vereenigt zich met deze voordragt. Deze voordragt wordt zonder discussie met algemeene stemmen aangenomen. VIII. Concept-raadsbesluit regelende de helling van leges ter plaatselijke Secretarie. Dit is van den volgenden inhoud «De BAAD der gemeente Ley den, Gezien art. 232 der Wet van den 29 Junij 1851 (Staatsblad n". 85); Heeft besloten: Er zullen te beginnen met de navolgende leges, voor de administratieve diensten van wege het gemeente bestuur verstrekt, ter plaatselijke secretarie geheveD worden: 1°. voor alle afschriften of uittreksels van stukkenbehalve die voor den burgerlijken stand, alsmede voor certificaten van goed gedrag, van gegoed heid, acten van aanstelling, gunstige beschikkingen op verzoekschriften en dergelijke, alles onverminderd de tot het opmaken en schrijven dier stukken vereischte kosten van zegel en registratie, voor elke geheel beschrevene bladzijde van 27 regels van 12 lettergrepen, of voor eene gedeeltelijk be schrevene bladzijde, twintig cents. 2°. voor gedrukte stukken voor een heel veltien cents. half vijf u kwarttwee en een lialve 3°. voor legalisatie van handteekeningen tien cents. 4°. voor afschriften of uittreksels van acten van huwelijk, adoptie of echtscheidingveertig van geboorte, overlijden en huwelijksaangifte of afkondiging vijf en twintig cents. Alles onverminderd de voor deze afschriften of uittreksels vereischte zegel gelden en kosten van legalisatie. 5°. voor de huwelijks-aangifte in een ander locaal op het raadhuis dan het daartoe bestemde bureaueen gulden vijftig cents. 6°. voor het gebruik van een bijzonder locaal op het raadhuis, bij gele genheid van de huwelijks-voltrekkingdrie gulden. 7°. voor de huwelijks-voltrekking op den gewonen dag (zijnde des Woens dags te 1 uur voor hen wier stukken alsdan tegenwoordig kunnen zijn, en des Donderdags op hetzelfde uur voor de overigen), op een ander uur dan het bepaaldetien gulden. op een anderen dagtwintig 8". voor het sluiten of ontsluiten der bureaux op buitengewone tijden zestig cents. Leges worden niet geheven van a. de stukken door onvermogenden in hun persoonlijk belang benoodigd op vertoon eener behoorlijke acte van onvermogen b. attestatien de vita tot ontvang van lijfrentenpensioenengageraenten en riddersoldijen, behoudens de kosten der formulieren aan de pro vinciale griffie verschuldigd; c. de stukken die van het zegelregt zijn vrijgesteld, alsmede de extrac ten van huwelijks-afkondiging ter aanplakking bestemd. De heer Goudsmit. Ik heb eigenlijk gezegd geene bedenkingen, maar ik wenschte slechts eene opmerking te maken. Er wordt in n°. 2 van het concept gesproken van vellenworden hier nu bedoeld vellen van 16 pagina's of is de bedoeling geweest een vel van 4 pagina's? De Voorzitter. De bedoeling is wel degelijk geweest vellen van 16 pagina's. De heer Goudsmit. Mij komt de zaak niet van veel gewigt voor maar ik acht het wenschelijk, dat het duidelijk worde bepaald. Opper vlakkig achtte ik den prijs voor 16 pagina's wel wat goedkoop. De heer Stoffels. Dit is geschied naar aanleiding van eene opmerking indertijd gemaakt, dat wij hier wat duur zijn. De prijs is in overeenstem ming gebragt met den prijs dien wij thans betalentengevolge van de aanneming van het drukwerk, 51 pet. beneden het vastgestelde tarief. De heer Goudsmit. En dan wenschte ik nog de opmerking te maken, dat na n°. 8 sub lit. a gesproken wordt var. stukken door onvermogenden in hun persoonlijk belang benoodigd. Ik vind dit niet zeer juist uitgedrukt, want het zou wel eens kunnen gebeuren dat iemand die stukken noodig had ten behoeve van vrouw of kinderen. Ik zou het dus wenschelijk achten de woorden persoonlijk belang te schrappen. De Voorzitter. Door den heer Goudsmit is voorgesteld de woorden in hun persoonlijk belang te schrappen. De heer Gouüsmit. Het woord behoorlijke zou ook wel kunnen weg vallen. 't Is toch niet denkbaar, dat eene acte van onvermogen niet be hoorlijk afgegeven zou worden. De Voorzitter. Verlangt een van de heeren nog het woord over het eerste punt van dit concept? De heer Dercksen. Ik lees daarin, dat voor alle afschriften of uittrek sels van stukken enz., voor elke geheel beschrevene bladzijde van 27 regels van 12 lettergrepen, of voor eene gedeeltelijk beschrevene bladzijde, moet betaald worden 20 cents. Ik geloof dat hier iets ontbreekt wat in ver schillende wetten, die het honorarium van ambtenaren regelen, gevonden wordt; namelijk de bepaling, dat de leges ook dan verschuldigd zijn, al mogt eenige bladzijde niet het vereischte getal lettergrepen bevatten, mits dat in do overige bladzijden worde verevend en vergoed. Ik wenschte daarom voor te stellen in de eerste alinea van het ontwerptusschen de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1869 | | pagina 2