gemeester en Wethouders vastgesteld, na de plaatselijke schoolcommissie te hebben gehoord. De heer van Heukelom. Moet er niet eene comma staan achter het woord 'geneeskundige" in de eerste alinea? De Voorzitter. Ik geloof ja. De heer van Heukelom. Het zal toch wel de bedoeling zijn, dat alle vijf leden der commissie door den Raad benoemd worden. Onder die vijf leden nu is één geneeskundige. Het zou anders den schijn hebben dat alleen de geneeskundige door den Raad benoemd wierd. Met de aangeduide .aanvulling wordt het artikel goedgekeurd. De verordening wordt hierop met algemeene (13) stemmen aangenomen. De heer Cock komt ter vergadering. b. Verordening, bepalende het personeel, aan de openbare bewaarscholen verbonden. Hierover wordt mede gëene algemeene beraadslaging gevoerd. De artt. 14 worden aldus goedgekeurd: Art. I. Aan het hoofd van elke bewaarschool staat eene hoofdonderwijzeres. Art. 2. Zij wordt bijgestaan door hoogstens vijl hulponderwijzeressen, hoogstens acht kweekelingen en ééne dienstbode. Art. 3. De hoofdonderwijzeressen worden benoemd, geschorst en ontsla gen door den Gemeenteraad, op voordragt van Burgemeester en Wethou ders, na gehoord te hebben de commissie der bewaarscholen. Art. 4. Hulponderwijzeressenkweekelingen en dienstboden worden door Burgemeester en Wethouders, na gehoord te hebben de commissie der be waarscholen aangesteld geschorst en ontslagen. De verordening, in haar geheel in stemming gebragt, wordt aangenomen met 13 stemmen tegen 1 (die van den heer Cock). c. Verordening, bepalende de jaarwedden van de hoofd- en hulponder wijzeressen alsmede van de kweekelingen der openbare bewaarscholen. Geene algemeene beraadslaging. De artt. 14 worden aldus goedgekeurd Art. 1. Op de openbare bewaarscholen wordt toegelegd: aan de hoofdonderwijzeressen eene jaarwedde van 600. aan de eerste hulponderwijzeres eene jaarwedde van hoogstens 350. aan de tweede hulponderwijzeres eene jaarwedde van hoogstens 300. aan de derde hulponderwijzeres eene jaarwedde van hoogstens 250, aan de vierde hulponderwijzeres eene jaarwedde van hoogstens 200, aan de vijfde hulponderwijzeres eene jaarwedde van hoogstens 150. Art. 2. Wanneer er minder dan vijf hulponderwijzeressen aan eene school verbonden zijn, bepalen Burgemeester en Wethouders, na de commissie der bewaarscholen te hebben gehoord, tot welke klasse ieder van deze zal be- hooren. Art. 3. Ten behoeve van elke kweekeling wordt eene jaarlijksche toe lage van ƒ70.aan de commissie der bewaarscholen verstrekt, waarmede zij handelt op de wijze als bij de openbare lagere scholen in deze gemeente gebruikelijk is en daarvan in de maand Januarij des volgenden jaars over het afgeloopen jaar verantwoording doet. Art. 4. De hulponderwijzeressen en kweekelingen ontvangen van wege de gemeente gratis onderwijs. De verordening wordt met algemeene stemmen aangenomen. d. Raadsbesluit, regelende de heffing van schoolgelden op de openbare bewaarscholen der gemeente Leyden. Geene algemeene beraadslaging. De artt. 1—3 worden aldus goedgekeurd Art. 1. De tegemoetkoming in de kosten is voor één kind vijftig cents in de maand voor twee kinderen uit hetzelfde gezin tachtig centsvoor drie of meer kinderen uit hetzelfde gezin een gulden. Art. 2. Het bedrag der tegemoetkoming wordt voor minvermogenden op de helft bepaald. Art. 3. Onvermogenden genieten het onderwijs gratis. Art. 4 luidt aldus: Omtrent de verzoeken der belanghebbenden om tot de on- of minvermogenden gerekend te wordenbeslissen Burgemeester en Wethouders, na de commissie der bewaarscholen te hebben gehoord. De heer Goudsmit. Ik wenschte hierin eene kleine verandering te heb ben gebragt. Ik heb namelijk bedenking tegen de woorden«om tot de on- of minvermogenden gerekend te worden," als ware het eene aangename gewaarwording onder de onvermogenden te worden gerekend. Eene andere redactie zou mij daarom wenschelijk voorkomendoor b. v. te lezen«om trent de verzoeken der belanghebbenden om geheele of gedeeltelijke kwijt schelding van schoolgeld." Daardoor is, meen ik, het denkbeeld juister uitgedrukt. De Voorzitter. Ik wil dat zeer gaarne overnemen. De heer Buvs. Ik heb niets tegen het amendement van den heer Goud smit, mits er worde bijgevoegd, dat het enkel te doen is om kwijtschelding van schoolgeld aan «on- en minvermogenden." Men moet toch niet ver geten, dat het hier geldt eene belasting; immers schoolgeld wordt daarmede gelijk gesteld en eene algemeene bevoegdheid om belasting kwijt te schelden aan Burgemeester en Wethouders verleend, zou alligt kunnen leiden tot het toekennen van privilegiën in belastingzaken. Blijkt het daarentegen uit de redactie, dat alleen on- en minvermogenden geheele of gedeeltelijke kwijt schelding van schoolgeld kunnen bekomen, dan is zij in overeenstemming met de voorschriften van de wet op het lager onderwijs. De heer Goudsmit. Aan de bedenking van den heer Buys zou kunnen worden te gemoet gekomenals wij het artikel zéé redigeerden «Omtrent de verzoeken van belanghebbenden om wegens onvermogen geheel of gedeel telijk kwijtschelding te erlangenenz. De heer de Fbemery. Er zou dan tevens moeten worden bijgevoegd: «of minvermogend." De heer Goudsmit. Ik stel dan voor, aldus te lezen: «Omtrent de verzoeken der belanghebbenden om als on- of minvermogend geheel of gedeeltelijk kwijtschelding van het schoolgeld te erlangen" enz. Dan, meen ik, is geheel aan het bezwaar van den heer Buys te gemoet gekomen. De Voorzitter. Er zou dan moeten staan: «Omtrent de verzoeken der belanghebbenden om wegens on- en minvermogen geheele of gedeeltelijke kwijtschelding van schoolgeld te erlangen." De heer Goudsmit. Ik zou mijne redactie prefereren mijnheer de Voor zitter. «On- en minvermogenis minder goed Hollandsch. Het artikel met de wijzigingdoor den heer Goudsmit voorgesteldwordt hierop goedgekeurd. Het raadsbesluit, in zijn geheel in stemming gebragt, wordt met alge meene stemmen aangenomen. e. Verordening, regelende de invordering der schoolgelden op de open bare bewaarscholen der gemeente Leyden. Geene algemeene beraadslaging. Artt. 1 en 2 worden aldus goedgekeurd: Art. 1. De verschuldigde schoolgelden voor het bezoeken der openbare bewaarscholen moeten door de belastingschuldigen maandelijks vooruit wor den voldaan aan den gemeente-ontvanger of zijn gemagtigde. Art. 2. Het betaalde schoolgeld wordt in geen geval teruggegeven. De verordening in haar geheel wordt roet algemeene stemmen aangenomen. f. Verordening op de openbare bewaarscholen te Leyden. Geene algemeene beraadslaging. Art. I wordt aldus goedgekeurd De scholen worden gehouden des voormiddags van ft tot 12 uren en des namiddags van 2 tot 4 uren. De Commissie der bewaarscholen regelt de gevallen, waarin het zal ge oorloofd zijn dat de kinderen tusschen de beide schooltijden onder behoor lijk toezigt kunnen overblijven of na vier uren nog eenigen tijd in de school kunnen vertoeven. Art. 2 luidt aldus: Vacantien zijn: a. de algemeene christelijke feestdagen; b. de Nieuwjaarsdag; c. de 3de October; d. de Zaturdag-namiddag e. de laatste volle week van Julij en de daaropvolgende week. Andere vacantien mogen niet gegeven worden dan met toestemming van Burgemeester en Wethouders, na de Commissie der bewaarscholen te heb ben gehoord. Gedurende de laatste volle week van elke maand, wordt er gelegen heid gegeven om kinderen tot de school toe te laten en in te schrijven. De heer Goudsmit. Ik vrees, dat wij hier te veel omslag maken. Als eens een enkele dag vacantie, buiten de opgegevene, noodig mogt worden geoordeeld ten gevolge van bijzondere omstandighedenzou daarvoor de toestemming moeten worden gevraagd van Burgemeester en Wethouders en zouden deze de Commissie daarover moeten hooren. Is dat nu wel noodig? En zou het niet zeer goed aan Burgemeester en Wethouders alleen kunnen worden overgelaten Ik geloof bovendien dat het in de practijk toch meestal zoo gebeurt, en dus hier de Commissie voor de bewaarscholen er best buiten kan worden gelaten. De heer de Fremery. Ik zou willen voorstellen nog eenige uitbreiding aan dat voorstel te gevenen het geven van toestemming alleen aan den Burgemeester over te laten. Ik geloof toch dat ook in de verordeningen omtrent de scholen van het lager onderwijs gelijke bepaling voorkomt, en als dit voor eene hoogere school is toegelatenwaarom zou men dan voor eene lagere hoogere eischen stellen. De heer Goudsmit. Ik heb er niets tegen.' De heer Buys. Ik heb nog eene andere opmerking. Art. 3 is in het ongereede geraakt en niet meer te vinden. Vermoedelijk zal de laatste alinea van artikel tweehet derde artikel moeten zijn. De Voorzitter. Zoo is het ook; het is eene feil, bij het drukken ontstaan. Die laatste alinea is werkelijk de inhoud van art. 3. Art. 2 wordt hierop, zonder die alinea, met de wijziging, door den heer Goudsmit voorgesteld en nader geamendeerd door den heer de Fremery, goedgekeurd. Art. 3 wordt alzoo goedgekeurd als afzonderlijke bepaling«Gedurende de laatste volle week" enz. De artt. 49 worden aldus goedgekeurd: Art. 4. De Commissie der bewaarscholen roept tegen den eersten Maan dag der volgende maand de kinderen opdie toegelaten kunnen wordenen wijst de school aan waarin zij worden opgenomen. Art. 5. In den regel worden alléén kinderen ingeschreven die den leef tijd van drie jaren bereikt hebben en die gevaccineerd zijn of de kinder ziekte gehad hebben. Art. 6. Bij de inschrijving moet het bewijs van geboorteinschrijving en dat van inenting vertoond worden ofbij gebreke van het laatsteeen ge tuigschrift van een geneeskundige dat zij niet mogen worden ingeënt. Art. 7. Kinderen die nog geen drie jaren oud zijn en door de hoofd onderwijzeres geschikt verklaard worden om de school te bezoeken mogen worden ingeschreven. Art. 8. Kinderen die den leeftijd van zes jaren bereikt hebbenworden ontslagen zoodra zij tot de lagere school die zij bezoeken zullenkunnen worden ingeschreven. Art. 9. De ouders of hunne plaatsvervangers zorgen dat de kinderen rein en zindelijk ter school komen. Onreine kinderen kunnen voor een bepaalden of onbepaalden tijd worden weggezonden. Art. 10 luidt aldus: Kinderen die hoofdzeer hebben of in wier woning eene besmettelijke ziekte aanwezig is, worden tijdelijk geweerd. De heer Cock. Ik wenschte den Voorzitter van de Commissie voor de huishoudelijke verordeningen te herinnerendat wij overeengekomen waren om de kinderendie tinea capitis hebbenalleen facultatief te werenen niet absoluut. Het staat tegenwoordig immers vastdat niet alle tinea capi tis zoo aanstekelijk is of gevaarlijk als men vroeger wel meende. De heer Goudsmit. Ik heb er niets tegen. Men zou dan kunnen lezen «kunnen tijdelijk worden geweerd." Alzoo veranderd, wordt het artikel goedgekeurd. De artt. 1113 worden aldus goedgekeurd. Art. 11. De ouders of hunne plaatsvervangers zorgen dat de kinderen véér het begin van den schooltijd in de school zijn. Art. 12. Wanneer de kinderen door ziekte of eenig ander beletsel ver hinderd zijn de school te bezoekengeven de ouders of hunne plaatsver vangers daarvan kennis aan de hoofdonderwijzeres. Art. 13. Bij aanhoudend willekeurig verzuim, wordt aan de Commissie der bewaarscholen de bevoegdheid verleend om de kinderen voor een bepaal den of onbepaalden tijd van de school te verwijderen. De verordening, in haar geheel in stemming gebragt, wordt met alge meene stemmen aangenomen. II. Adres van J. P. W. Schermer om ontslag als lid van de Plaatselijke Schoolcommissie. Burgemeester en Wethouders raden den adressant het gevraagd ontslag

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1869 | | pagina 2