BANDELH TAS DES DEHEESTERAAD TAS UYDES.
26.
Zitting van Donderdag 17 December IS6§,
geopend des namiddags ten 2 ure.
Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler.
Tegenwoordig de heeren Stoffels, Tollens, Krantz, Wttewaall, Tichler,
Scheltema, du Rieu, van Outeren, Driessen, van Wensen, Meerburg, Hu-
brecht, de Fremeryle Poole, Rutgers, Buys, Cook, van Heukelom,
Goudsmit en van den Brandeler.
De heeren Hoog, Hartevelt en Tieleman gaven kennis verhinderd te zijn
de vergadering bij te wonen.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag
3 December 11. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
Eene dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuidhollandvan den 4,n
December 1868, B. n°. 6670 (4® afd./a), G. S. n°. 14, ten geleide van
een afschrift van Zr. Ms. besluit van den 2b°a November bevorensn°. 10,
houdende verhooging van de jaarwedde van den tweeden Commissaris van
policie H. G. Kramer met f 200; wordende deze alzoo vastgesteld op ƒ1400
in te gaan 1° Januarij e. k.
Deze wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over
1°. Adres van Dr. W. M. S. Junius, om continuatie als geneesheer aan
het stedelijk ziekenhuis.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze te stellen in handen
van Gecommitteerden tot de administratie der vereenigde gast- en leproos
huizen, om daarop te dienen van berigt en raad.
2°. Voordragt ter vervulling der betrekking van hulponderwijzer der 2e klasse
aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der le klasse,
voor jongens.
3°. Voorwaarden van verpachting van de afmaaijing van het grasgewas
op het Raamland buiten de voormalige Mare-poort, onder Leyderdorp.
4°. Rapport van de Commissie tot de strafverordeningenwaarbij zij te
kennen geeft, geene termen te hebben kunnen vinden om algemeene bepa
lingen op het oprigten of veranderen van bewaarplaatsen van brandstoffen
vast te stellen.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten de stukkensub 24 ver
meld ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggenwordende
het laatste, n°. 4, inmiddels voor kennisgeving aangenomen.
5°. Voorwaarden omtrent de vernieuwing van de brug aan de Watersteeg.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze ter inzage van de leden
in de leeskamer neder te leggenom in eene volgende raadsvergadering de
vraag te behandelen in hoeverre de Raad zich de vaststelling dezer voor
waarden al dan niet wenseht voor te behouden.
6°. Missive van L. Hoogenstraatenwaarbij hij inlichtingen verzoekt be
treffende den aanslag in de plaatselijke directe belasting over 1868 van nu
wijlen C. J. de Lange.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten hierop over te gaan tot de
orde van den dag, als niet behoorende tot de bemoeijingen dezer vergade
ring maar tot die van den Gemeente ontvanger.
De Voorzitter. Nog is ingekomen een adres van de Typographische
Vereeniging Lourens Jansz. Coster, houdende verzoek om het kosteloos ge
bruik van stads gehoorzaal op Koppermaandag 11 Januarij 1869. Ik stel
voor dit, als gewoonlijk, toe te staan.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De Voorzitter. Ik wenschte ter behandeling van het in de vorige
vergadering overgelegde voorstel van de financiële Commissie tot vermin
dering van den prijs van het gasdat de vergadering kon goedvinden een
lid in die Commissie ad hoe te benoementer vervanging van den heer
du Rieu, die als lid van de Commissie voor de gasfabriek moeijelijk tot
een rapport over dat voorstel kan medewerken. Ik stel dus voortot die
benoeming over te gaan na de overige op heden aan de orde gestelde be
noemingen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Aan de orde is:
I. Benoeming van een Regent over de Roomsch-Catholijke armen en
het wees- en oudeliedenhuis.
De heeren Scheltema, de Eremery en Buys worden door den Voorzitter
aangewezen om met hem het bureau van stemopneming uit te maken.
De voordragt van heeren Regenten bevat de volgende namen: Hermanus
Petrus Aloysius van Wensen en Laurentius Cornelius Quant.
Met algemeene stemmen wordt de heer H. P. A. van Wensen benoemd.
II. Benoeming bij periodieke aftreding van vier leden in de Plaatselijke
Schoolcommissie.
Ter vervulling der eerste vacature zijn voorgedragen de heeren Mr. J. E.
Goudsmit en Mr. I. J. Del Baere.
Met 12 stemmen wordt benoemd de heer Mr. J. E. Goudsmit, zijnde
verder uitgebragt op de heerenDel Baere 3en Mr. S. Le Poole 2 stem
men, terwijl 3 briefjes in blanco waren gelaten.
Ter vervulling der tweede vacature zijn voorgedragen de heeren J. van
Heukelom Jr. en P. L. C. Driessen.
1868.
Met 13 stemmen wordt benoemd de heer J. van Heukelom Jr., zijnde
verder uitgebragt op de heerenMr. S. Le Poole 2 stemmen en P. L. C.
Driessen 1 stem, terwijl 4 briefjes in blanco waren gelaten.
Ter vervulling der derde vacature zijn voorgedragen de heeren: Dr. P. L.
Rijke en Dr. W. F. R. Suringar.
Met 12 stemmen woidt benoemd de heer Dr. P. L. Rijke, zijnde verder
uitgebragt op de heeren Suringar en Le Poole elk 2 stemmen, terwijl 4
briefjes in blanco waren gelaten.
Ter vervulling der vierde vacature zijn voorgedragen de heeren Mr. F. B.
Coninck Liefsting en Dr. H. Kern.
Met 12 stemmen wordt benoemd de heer Mr. F. B. Coninck Liefsting,
zijnde verder uitgebragt op de heerenLe Poole 2 stemmen en Kern 1
stem, terwijl 5 briefjes in blanco waren gelaten.
III. Benoeming van een leeraar in de Engelsche taal- en letterkunde
aan de gemeente- instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs.
Burgemeester en Wethouders nemen de vrijheid daartoe aan te bevelen
Cornelis van Tiel, thans hulp-onderwijzer, wonende te Tiel.
Met 15 stemmen wordt benoemd C. van Tiel j zijnde verder uitgebragt
op J. G. Sennett 2 stemmen, terwijl 3 briefjes in blanco waren gelaten.
IV. Benoeming van een 2den hulp-onderwijzer 3'e klasse aan de open
bare lagere school voor onvermogenden n°. 2.
De voordragt bevat de volgende namen: Isaac Brevee, Willem Frederik
Oostveen en Abraham Willem Kloos.
Met 13 stemmen wordt benoemd I. Brevee, zijnde 3 stemmen uitgebragt
op W. F. Oostveenterwijl 4 briefjes in blanco waren gelaten.
V. Benoeming van een buitengewoon lid in de Commissie van Finan
ciën in zake het voorstel tot vermindering van den prijs van het gas.
Bij eene eerste stemming worden uitgebragt op de heeren: Hartevelt 9,
Cock 5, Buys 4 stemmen, Rutgers en Hoog elk 1 stem.
Bij eene tweede vrije stemming wordt met 13 stemmen benoemd de heer
Hartevelt; zijnde verder uitgebragt op de heeren Cock en Buys elk 3
stemmen en 1 stem op den heer Tichler.
VI. Verzoek van Mr. G. A. van Hamel om ontslag uit de betrek
king, van:
a. leeraar in de staats- en handelswetenschappen aan de gemeente-instel
ling voor middelbaar onderwijs
b. lid van de Plaatselijke Schoolcommissie.
In overeenstemming met de rapporten van de Commissie van toezigt over
de scholen van middelbaar onderwijs en de Plaatselijke Schoolcommissie,
stellen Burgemeester en Wethouders voor, den adressant met 1 Januarij
e. k. een eervol ontslag te verleenen uit gemelde betrekkingenonder
dankbetuiging voor de in deze respectivelijk belangeloos bewezen diensten.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
VII. De begrootingen voor 1869, van:
a. Het Heilige Geest of arme wees- en kinderhuis.
Het rapport der Commissie van Financiën is van den volgenden inhoud:
»De Commissie van Financiën heeft onderzocht nevensgevoegde begroo
ting van het Heilige Geest of arme wees- en kinderhuis, voor 1869.
Op deze begrooting is bij haar de volgende bedenking gerezenwaarvoor
zij van oordeel zoude zijn dat deze, ten fine van redres, aan dat bestuur
zoude moeten teruggezonden wordenals op volgn. 1
Hier moet in ontvang worden gebragt het batig slot der laatst goedge
keurde rekening, voor zoo verre daaraan niet reeds eene bestemming is
gegeven; dit slot bedraagt ƒ925.45; nu is in de begrooting voor 1868 voor
batig slot geraamd ƒ1265.641, begrepen in het slot der laatst goedgekeurde
rekening; derhalve komt hier een nadeelige post van /340.19J, waartegen in
hoofdstuk VI der uitgaven een post tot dat bedrag moet voorkomende
wijl, zoodanig als thans de begrooting is opgemaakt, dit bedrag met geene
mogelijkheid kon gedekt worden en een nadeelig saldo moet veroorzaken.
De Commissie heeft daarenboven een ander bezwaar; krachtens raadsbe
sluit van den 27en October 11. werd deze begrooting aan M«» Regenten
teruggezondenonder mededeeling dat uwe vergadering op dien dag besloten
had het subsidie voor dit godshuis over 1869 te bepalen op ƒ13500, en
met uitnoodiging die begrooting dienovereenkomstig te wijzigenhieraan is
niet voldaan en de briefbij de teruggezonden begrooting ingekomen en
hierbij gevoegd, kan hierin geene verandering brengen.
De Commissie had wel gewenscht dat Regenten in deze eene andere ziens
wijze haddenhet verminderen van het subsidie door uwe vergadering en
het van wege haar terugzenden dier begrooting aan hun Collegiemet uit
noodiging deze dienovereenkomstig te wijzigenis geenszins eene afkeuring
van hunne gevoerde administratie; integendeel door de goedkeuring hunner
rekeningen heeft deze telkens de goedkeuring over hunne administratie uit
gesproken, maar de gemaakte bedenking is het gevolg van de armwet,
waarbij men met het sedert eeuwen gevolgde subsidie-stelsel gebroken heeft en
het onderhoud der armen en van de godshuizen in de eerste en voor
naamste plaats aan de kerkelijke liefdadigheid wil hebben opgedragendit
stelsel eischt de wet, vordert het hooger bestuur en verlangt ook uwe ver
gadering dat worde toegepast.
De Commissie mag alzooovereenkomstig art. 19 der wet van 28 Junij
1854 (Staatsblad n°. 100), niet raden deze begrooting goed te keuren,
maar stelt voor haar met de gemaakte bedenkingen nogmaals aan HH.
38