:ruJ c«» is. ikm,B k**™;™- arr;,6s°.' rsr «p- dat ze den heer van Dijk veel verschuldigd zijn voor hunne opleiding en vorming en de volle overtuiging bezitten dat door zijne bezielende leiding de vormschool bloeit en velen met blijmoedigheid hunnen plicht betrachten dat, hoewel bekend met de gunstige gezindheid van den Edel-Achtbaren Raad jegens den heer van Dijk, zij zich echter gedrongen gevoelen UEAehtb. eerbiedig te verzoeken of het u mocht behagen, pogingen aan te wenden, ten einde den liooggeachten onderwijzer voor deze stad te behouden overtuigd dat zulks niet alleen hun, maar ook vele ingezetenen tot groot genoegen zal zijn." De Voorzitter. Na de lectuur van al deze stukken zal ik thans het voorstel van Burgemeester en Wethouders in behandeling brengen. Mag ik vragen wie van de heeren daarover het woord verlangt De heer Rutgers. Ik behoef hier geen woord te zeggen over de be kwaamheid en de talenten van den lieer van Dijk Ik heb hem, van den aanvang af van zijn verblijf alhier, steeds met lof hooren noemen en daar ik reeds te voren bij het vergelijkend examen eet. zijner examinatoren was konde ik daardoor reeds toen over zijne kunde op goeden grond een alle- zins o-unstig oordeel uitspreken. De goede verwachting toen over hem opge vat heeft hij niet alleen niet beschaamd, maar overtroffen. lie uidus niet om den persoon van den heer van Dijk dat ik groot bezwaar heb tegen het gedane voorstelmaar om de strekking van dat voorstel zelf. Men vei fangt dat de Gemeenteraad door eene toelage het inkomen van den hee van Dijk zóó verhooge, dat het te boven ga de som die hem elders dooi de Landsregering wordt aangeboden. Het schijnt mij ongeraden voor den Raado,n^concurrentie te treden met het Kijk. Dat zou verderfelijk wor den voor de stedelijke financiën lk meen niet te mogen stemmen voor de eerste schrede op dien verkeerden weg en zal daarom, m de „egeven omstandighedenden wensch van Burg. en Weth. met ondersteunen. De heer Goudsmit. Ik wenschte een enkel woord in het '"id en te brengen naar aanleiding van hetgeen door mijn geachten ambtgenoot, den heer Rutgers, is in het midden gebragt. Ik vind namelijk strijd usschen liet be'in en"het eind zijner rede. In het eind toch heeft de heer Rutgers gespro ken van «de gegeven omstandigheden," terwijl hij in het begin sprak van een gevaarlijk beginselals wij op den duur zouden concurreren met he rijk "dat die concurrentie het langst zou volhouden Ik beweer dat hier volstrekt 'geen beginsel gesteld wordt. Het geldt veeleer een voorstel, waar bij als bij uitzondering, wordt in overweging gegeveneen man dien wij om'zijne uitstekende bekwaamheden wenschten te behouden zodanige lo verbetering te verschaffen, dat hij geneigd zou worden bevonden hier te bl^ ven Het is dus in de eerste plaats de vraag, of het offer, dat door de gemeentekas zou worden gebragt, niet zoo gering is dat wij daartoe ge- reedelijk zouden kunnen besluiten; en ten andere, oMmt hier g^t een nersoon die niet ligt kan vervangen worden. Als nu die beide vra gen bevestigend moeten worden beantwoord, dan bestaat er geen grond om niet in het" voorstel te treden. Nu zegt men wel: het is hier eene eerste schrede op een verkeerden weg; maar dit is inderdaad het geval met het geldt eene bijzondere zaak, zoodat wij altijd vrij blijven in ons 'o^h Doet zich wederom een dergelijk geval voor, zoo zullen wij liet wedeiom in overweging nemen. Op dit oogenblik pleit alles er voor, den heer van Dijk verhooging van loo.Aoe te kennen, in het belang van het onderwijs zeff Immers schroom ik niet te herhalen: de heer van Dijk 19 n>et 'igt te vervangenen zou ik het betreuren voor eenige honderd gulden het on- derwiïs op te offeren. De heer Tieleman. Mijnheer de Voorzitter. Ik zal tegen het voorste van Burgemeester en Wethouders stemmen. Niet omdat ik eenigen twij e heb aangaande de bekwaamheid van den heer van Dijk maar omdat de •1 l! vonr het onderwijs reeds tot eene verbazende hoogte zijn ge stegen door de uitspattende wijze waarop de wet in deze stad tot uitvoe ring w'ebra»t wordt, zoodat reeds een zware last op de ingezetenen drukt, ring geb di des gewetens wil van het openbaar onderwijs Dijk 'is aan onze gameenle ta verbinden; maar bovenal omdat drens 3J3iZO.' diep ingrijpt in de belangen hetonder,: onvermogendenvoor wie tot hiertoe zoo oneindig veel minder wera ge Ln dan v.0, onse mee.t gegoede lla.se, die naar rnrjn neren voor het onderwijs barer kinderen sell zorg» »«sb De heer Sc=EtT® dviseerd. Ik wensch echter toch nog even gunstig voor de voordragt geadn welk motief mij daartoe Zogen TeeÏt zeer ^schillende gronden toch kan he? openbaar onderwijs; ik X"'ZL' ervoor "ben II ^al™nu ten aanzien an d^ 'h« van Dijk alieen zeggen dat mii van'verschillende zijden gebleken is, dat zijn vertrek inderdaad een groot verlies voor het onderwijs zou zijn, en dat men het van S™ot be- fan„ acht hem hier te houden; en nu is mijn voornaamste motief dit, het" hier geldt het onderwijs voor onze on- en minvermogende k assen en niet dat wat voor de welgestelde en gegoede bestemd is, dit laatste onder wiis kost zeer vele duizenden en verreweg het meeste, maar dat voor de on en minvermogenden kost in verhouding waarlijk zoo veel nietzoo dat ik inh e t bel an g daarvan met de voorgestelde 500 over mijne bezwa- ren heenstap Daarbij komt nog dat het verschaffen van dat onderwijs ren neenstap. J - er dus over denken mogen voor de gemeente verpl.gtend ,s J te vo, en nu zou ktSedatleo dtij? voor onze on en minvermogenden niet willen bena- deelen door het verlies van een verdienstelijk hoofdonderwijzer zoo moge- Hik niet te voorkomen. Doch er is nog iets. De heer van Dijk is ook directeur der Vormschoolen op die school aanstaande onderwijzers aan de openbare als aan bijzondere scholen algemeen zou men ook daar het vertrek van den heer van Dijk zeer be treuren. Hoezeer ik dus in liet algemeen tegen de zoo booge opgevoerde kosten van ons openbaar onderwijs ben, zoo kan ik mij op de door mij vermelde gronden, in dit bijzondere geval, met de voordragt verstijgen. Eindelijk dit nog. In het rapport van de Commissie van Financiën wordt ook gesproken over de aanstaande bewaarscholen. Ik had echter liever gezien dat het rapport daarover had gezwegen. De heer Goudsmit verlaat de vergadering. Het voorstel, alsnu in hoofdelijke omvrage gebragt zijnde, wordt aange nomen met 15 tegen 2 stemmen. Tegen: de heeren Rutgers en Tieleman. III. Rekeningen over 1867, van: a het Heilige Geest- ol Arme Wees- en Kinderhuis, lie Commissie van Financiën stelt voor deze rekening goed te keuren m ontvang ad 40106.573, in uitgaaf ad 39181.12, alzop opleverende een batig shIcIo van f 925.45 hetwelk in de eerstvolgende rekening zal be- hooren te worden verantwoord. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen; heb bende de heeren van Kaathoven en Tiohler, als regenten van opgemelde inrigting, op grond van het bepaalde bij art. 24, 2"» lid, der gemeentewet, zich gedurende de behandeling dezer zaak verwijderd. b. de Gemeente apotheek en c. de Vereenigde Gast- en Leprooshuizen. De Commissie van Financiën stelt voor die rekeningen goed te keuren en vast te stellen, wat de Gemeente-apotheek aangaat in ontvang tot 4142.32 in uitgaaf tot 4130.47, alzoo sluitende met een batig saldo van 11.85J, hetgeen in ontvang der administratie van de Vereemg e Gast- en Leprooshuizen over 1867 is opgenomen, en wat betreft de Ver eenigde Gast- en Leprooshuizen in ontvang tot '13555.42ini uiïtgaa o t 12623.80, en alzoo sluitende met een batig saldo van 931.62, hetgeen de rendanten gehouden zijn in bunne eerstvolgende rekening w ontvang te verantwoorden, onder bepaling verder, dat hetgeen is aangewezen alsnog te verhalen in de rekening der Gemeente-apotheek, ten bedrage van.f261.32 en in de rekening van de Gast- en Leprooshuizenten beloope van /2736.4b in de respectieve eerstvolgende rekeningen zal moeten worden verantwoord. Wordt op gelijke wijze aangenomen; hebbende de heeren Buys en Stoffels om de reden als bovengemeld zich gedureude de behandeling dezer zaak verwijderd. De Voorzitter. Ik stel voorde heeren rendanten dank te zeggen voor de door hen gevoerde gestie. Dienovereenkomstig wordt besloten. IV. Begrootingen voor 1869, van: a. de niet gesubsidieerde instellingen van weldadigheid, als: 1°. het Roomsch-Katholijk Armbestuur. De Commissie van Financiën stelt voor deze begrooting goed te keuren in ontvang ad 10821.34, in uitgaaf ad f 10604.15, goed slot ƒ217.19. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. 2°. Vrouwen kraammoeders. De Commissie van Financiën stelt voor deze begrooting goed te keuren in ontvang ad ƒ3242.85}, in uitgaaf ad/2117.12T, goed slot f 1125.73. Wordt op gelijke wijze aangenomen. 3°. het Gereformeerd Minne- of Arme Mannen- en Vrouwenhuis. De Commissie van Financiën stelt voor deze begrooting goed te keuren in ontvang ad 12583.91, in uitgaaf ad f 12683.80, goed slot f 0,11. Aangenomen als voren. 4°. de Vereenigde Gast- en Leprooshuizen. De Commissie van Financiën stelt voor deze begrooting goed te keuren in ontvang ad 13932.18, in uitgaaf ad f 1314T.aO, goed slot ƒ784.68. Aangenomen als voren. 5°. de Gemeente-Apotheek. De Commissie van Financiën stelt voor deze begrooting goed te keuren in ontvang ad f 4710, in uitgaaf ad ƒ4685, goed slot f 25. Aangenomen als voren. De heer Hartevelt. Zijn dat alle begrootingen van met-gesubsidieerde instellingen van weldadigheid? Dan kan ik dat niet wel begrijpen ten aan zien van"het Roomsch-Katholijke Oudelieden- en Weeshuis; deze instelling behoort toch tot de gesubsidiëerde. De Voorzitter. Van de Roomsch-Katholijke gemeente is het armbe stuur niet gesubsidiëerd. b. den Schuttersraad. De Commissie van Financiën stelt voor deze begrooting goed te keuren in ontvang ad f 6676.50, in uitgaaf ad f 6676.50, stuitende quite. Aangenomen als voren. c. de Plaatselijke Schoolcommissie. rpn De Commissie van Financiën stelt voor deze begrooting goed te keuren in ontvang ad f 200, in uitgaaf ad 200, sluitende quite. Aangenomen als voren. De heer Krantz verlaat de vergadering. d. de Kamer van Koophandel en Fabrieken. De Commissie van Financiën stelt voor deze begroeting goed te keuren, de uitgaaf ad 475. Aangenomen als voren. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leydeu ter Boekdrukkerij van J. C. DRAB BE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1868 | | pagina 2