HANDELINGEN VAN DEN GEMEENTERAAD VAN LETDEN. 18. Zitting van Donderdag 1 October 1868, geopend des namiddags ten 2 ure. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren Stoffels TollensKrantz RutgersTieleman de FremeryHoogHubrechtDriessenvan Outeren Cockdu Kieu Scheltemavan HeukelomBuysGoudsmit en van den Brandeler. De heeren van WensenMeerburgTichler en Hartevelt gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Zaturdag 12 September 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, van den 15 September 1868, B. n°. 4905 (3eafd.), G. S. n°. 29, houdende berigt van de ontvangst van een afschrift der Verordening, houdende intrekking van die van den 5 October 1867 op den aanvoer van rundvee voor de bees tenmarkt. 2°. Dispositie van dezelfde dagteekeningB. 5026 (3e. afd.), G. S. n°. 38waarbij het kohier voor de plaatselijke directe belasting 1868 wordt goedgekeurd. Deze worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over 1°. Adres van B. van Dorsten Hz., houdende verzoek om den eigendom te bekomen van den grond waarvoor door hem recognitie wordt betaald. 2°. Adressen van P. H. Spek en de firma P. Ponteyn Zonentot herstelling en verbreeding van de kwaak over de Binnenvestgracht. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad. Aan de orde is: I. Onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw inkomend lid van den Gemeenteraad, den heer Mr. S. Le Poole. De heeren Krantz, Driessen en van Outeren worden door den Voorzitter uitgenoodigd zich met dat onderzoek bezig te houdenterwijl de vergade ring inmiddels geschorst wordt. De commissiezich ten voorschreven einde verwijderd hebbendekomt na eenigen tijd terug, waarop de Voorzitter de vergadering heropent en het woord verleent aan den heer Krantz, als rapporteur der commissie. De heer Krantz. De benoemde commissie, mijnheer de Voorzitter, heeft de in hare handen gestelde stukken onderzocht en bevonden, dat, volgens het proces-verbaal van stemopneming, de heer Mr. S. Le Poole, is ge kozen tot lid van den gemeenteraad en het vereischt getal stemmen op zich heeft vereenigd; in de tweede plaats is overgelegd eene verklaring van den Burgemeester, houdende, dat de benoemde in het laatste jaar zijne woon plaats heeft gehad binnen deze gemeente; ten derde een extract uit het ge boorteregister, waaruit blijkt dat hij den vereischten ouderdom heeft bereikt; en eindelijk eene verklaring van den benoemde, dat hij geene betrekking bekleedt, strijdig met het lidmaatschap van den Kaad. De commissie advi seert derhalve den heer Le Poole als lid van den Kaad toe te laten. De Voorzitter. Ik stel voorovereenkomstig de conclusie van het rap port der Commissie, te besluiten den heer Le Poole als lid van den Kaad toe te laten. Dit voorstel wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aange nomen. II. Benoeming van eene l"t# hulponderwijzeres 3d® klasse aan de open bare school voor meer uitgebreid lager onderwijs 2do klasse voor meisjes. De heeren Stoffels, Hoog en du Kieu worden door den Voorzitter aange wezen om met hem het bureau van stemopneming uit te maken. De voordragt van Burgemeester en Wethouders bevat de volgende namen: Johanna Elisabeth Drechsler, hulponderwijzeres alhier; IJpkje Lojenga, hulponderwijzeres te Tiel; Hielkje Buys, hulponderwijzeres te Groningen. De uitslag der stemming is, dat met 10 stemmen benoemd wordt J. E. Drechsler, zijnde 2 stemmen uitgebragt op Kalshoven, terwijl 4 briefjes in blanco waren gelaten. De heer Goudsmit komt ter vergadering. III. Adres van Dr. C. ter Laag om continuatie in zijne betrekking van stads-geneesheer. Diakenen der Nederduitsch Hervormde gemeenteKegenten der Koomsch- Catholijke armen en Armverzorgers der Nederlandsche-Israëlitische gemeente hebben gunstig omtrent dit verzoek geadviseerd. Met algemeene (17) stemmen wordt Dr. ter Laag in zijne betrekking gecontinueerd. IV. Voordragt tot het verleenen van een eervol ontslag aan den leeraar in de Engelsche taal- en letterkunde aan de gemeente-instellingen voor hoo- ger en middelbaar onderwijs. De Voorzitter. Kr is echter, hoezeer ter elfder ure, een request van den heer Perrin ingekomenwaarbij hij de vrijheid neemt zich tot den Gemeenteraad te wenden met het beleefd verzoek om de beslissing zijner zaak uit te stellen, ten einde zich te kunnen regtvaardigen van eene be- 186fc>. schuldiging, die hem, na gedurende twintig jaren in het belang der gemeente werkzaam te zijn geweest, zeer getroffen heeft. Hij heeft daarom een on derzoek dier zaak bij deze vergadering verzocht, en tot dat einde de daar toe betrekkelijke stukken ingezonden; zoodat ik de vergadering in overwe ging geef de behandeling van dit punt alsnog uit te stellen, terwijl de stukken inmiddels in de leeskamer ter inzage zullen worden gelegd. Ik zal dan zoo spoedig mogelijk, welligt reeds in de volgende week, eene vergadering beleggenom in deze zaak eene beslissing te nemen. Wordt besloten overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter. V. Verzoek van J. C. van Druten, tot het bekomen van ontslag als 3d® hulponderwijzer van de 3d° klasse aan de openbare school voor meer uitge breid lager onderwijs der 2d® klasse voor jongens. Door Burgemeester en Wethouders wordt, in overeenstemming met het advies van den hoofdonderwijzer der betrokken school, voorgesteld den adressant een eervol ontslag te verleenen, in te gaan met 15 Octoberaanst. Dit voorstel wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke omvrage aangenomen. VI. Twee suppletoire staten van begrooting, als: een ad f 94.85 wegens achterstallige posten, behoorende tot den jare 1867, met bijbehoorenden staat van af- en overschrijving. De voordragt luidt als volgt: //Na het opmaken der rekening over 1867 zijn de in nevensgevoegden staat van af- en overschrijving vermelde postjes van het hooger bestuur ontvangendie weder aan de daartoe geregtigden moeten uitgekeerd wor den; ten einde een en ander naar behooren te kunnen verantwoorden, zijn de hierbij overgelegde suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving noodig, welke wij u bij deze ter vaststelling aanbieden." De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en raadt die staten vast te stellen. Wordt op gelijke wijze aangenomen. Een ter zake van meerdere kosten voor de hoogere burgerschool en de kosten van opgraving van aan de veeziekte gestorven runderen. De voordragt luidt als volgt: «Onder overlegging van bijgaande missive van den Directeur der Hoo gere Burgerschool, waaruit blijkt dat over de som van 500, ten behoeve van het onderwijs in de natuur- en scheikunde toegestaan, bereids ten volle is gedisponeerdzoodat dit onderwijsbij gebreke van de noodige gelden welhaast zoude moeten stilstaanhebben wij de eer u voor te dragen tot vinding der kosten van dat onderwijs andermaal eene som van f 500 be schikbaar te stellen. Wij voegen hierbij tevens eene voordragt tot dekking dier uitgaven zoowel als van die verbonden aan het wegvoeren en onschadelijk maken der overblijfselen van aan vee-typhus gestorven runderenbegraven op het terrein tusschen de Morsch- en voormalige Rijnsburgerpoorten, waartoe een subsidie van rijkswege ter bestrijding dier kosten ons is verleend en waaraan behoudens de regularisatiede gemeentekas geheel vreemd is gebleven." Het rapport der Commissie van Financiën is van den volgenden inhoud «De Commissie van Financiën heeft de eer u te berigten op de voor dragt tot vinding eener som van 1°. 500 benoodigd voor de voortzetting der lessen in de natuur- en scheikunde gedurende 1868; 2°. 698.60 voor het opgraven en desinfecteren der overblijfselen van aan veeziekte gestorven runderen en begraven op het terrein tusschen de Morsch- en voormalige Rijnsburgerpoorten; dat wat het laatste punt aangaat, dit niet anders dan een punt van vorm is, daar de noodige gelden daartoe van 's rijkswege zijn verstrekt, doch het artikel slechts behoort aangewezen te wordenwaaronder het wordt verantwoord. Het 1® punt is, haars inziens, van eenen anderen aard. Op de concept- begrooting werd uitgetrokken voor subsidie voor het onderwijs in de natuur- en scheikunde f 1000. LTwe vergadering meende dat de som van f 500 hiervoor genoegzaam was; die f 500 echter heeft men in de eerste 6 maanden verbruikt en nu, na twee maanden vacantie, komt men bij den aanvang van den cursus met het berigt: het geld is verbruikt, sta eene nieuwe toelage toe of het onderwijs staat stil. De Commissie had het gaarne anders gezien, zij gelooft dat dit mogelijk was; in de gegevene omstandig heden zou zij er wel toe kunnen komen voor de 4 laatste maanden dezes jaars voor ditmaal f 250, maar geene f 500 te verleenen; zij heeft daartoe eene gewijzigden suppletoiren staat hiernevens gevoegd, welken zij als haar gevoelen aan uwe goedkeuring durft aanbevelen." De heer Krantz. Ik wil alleen te kennen gevendat het rapport der Commissie het gevoelen van de meerderheid behelst, en dat ik tot de min derheid in de Commissie behoor. Het ware zeker beter geweest, dat men aanvankelijk geweten had wat onvermijdelijk was en de som dus had toe gestaan. Maar nu geloof ik dan ookdat de som alsnog moet toegestaan wordenwil er geene stremming ontstaan in de lessen in natuur- en schei kunde. De heer Stoffels. Ik begin met de opmerking, dat ten vorigen jare bij de behandeling der begrooting die zaak hier herhaaldelijk besproken is, en dat de Raad geoordeeld heeft, dat voor dat onderwijs 500 vol doende was, hoewel door de raadsleden die tevens leden der Commis sie warenhet tegendeel genoegzaam was uiteengezet. De toegestane f 500 bleek reeds noodig voor de behoefte der eerste zes maanden, ja was zelfs reeds met f 12 overschreden, daar het moeijelijk was het benoodigde op een gulden na te berekenen. Nu komt de vacantie. In- tusschen was op den laatsten Junij het geld besteed zoowel aan verscbil- 25

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1868 | | pagina 1