candidaat in de wis- en natuurkundige wetenschappen aan de alhier geves tigde hoogeschool, en zulks op de daaraan verbonden jaarwedde van f 600." Met 9 stemmen wordt benoemd H. J. Veth, zijnde 5 briefjes in blanco gelaten. IV. Benoeming van een leeraar in de staathuishoudkunde aan de ge meente-instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs. De voordragt is van den volgenden inhoud »Op onze oproeping van sollicitanten naar de vacerende letraarsplaats in de staathuishoudkunde, staatsinrigting van Nederland, de statistiek enz. aan de gemeente-instellingen van hooger en middelbaar onderwijs alhierheeft zich slechts één aspirant aangemeld: de heer Mr. G. A. van Hamel, die tijdens de ziekte en na het overlijden van den heer Mr. J. Luzac met diens werkzaamheden was belast. Na verhoor van den inspecteur van het middelbaar onderwijs en onder overlegging der bij de wet gevorderde stukken, nemen wij mitsdien de vrij heid u tot leeraar in de genoemde vakken aan te bevelen den heer Mr. Gerardus Antonius van Hamel." Met 10 stemmen wordt benoemd Mr. G. A. van Hamel, zijnde 4 briefjes in blanco gelaten. V. Verzoek van den chirurgijn J. A. Longepee om continuatie als heel meester in het stedelijk ziekenhuis. Gecommitteerden tot de administratie der Vereenigde Gast- en Leproos huizen adviseren den adressant in zijne betrekking als heelmeester van het stedelijk ziekenhuis te doen continueren. Met 14 stemmen wordt de heer Longepee in gemelde betrekking gecon tinueerd. VI. Rekening van het Evangelisch Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis over 1867. De Commissie van Einanciën raadt deze rekening vast te stellen: in ont vang tot een bedrag van /'7077.32, in uitgaaf tot een bedrag van/'7077.32 sluitende alzoo quite. Dienovereenkomstig wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten. Op het daartoe te kennen gegeven verlangen verleent de Voorzitter het woord aan den heer Meerburg. De heer Meerburg. Mag ik vragen, mijnheer de Voorzitter, waarom, bij de opheffing der hoefslagen er nog voortdurend zooveel puin ligt bij de Vischbrug, en onder de aandacht brengen, dat de algemeene policie- verordening voorschrijft, dat de asch en vuilnis vóór 12 uren des middags moeten opgehaald zijn? Intusschen blijft men nog tot bijkans drie ure 's namiddags aan het ophalen. De Voorzitter. Ik moet erkennen, dat dit niet geheel in'overeenstem ming is met de policie-verordening. Het is echter zeer moeijelijk het op halen van vuil en asch binnen dien beperkten tijd te doen plaats hebben. Maar met 31 Augustus treedt het nieuw contract in werking; en wij hebben alle hoop, dat dan de zaak beter zal geregeld zijn. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1868 | | pagina 2