staande mij er niet tegen verzetten zal. De zaak is immers niet van over wegend bezwaar. Het artikel wordt met de wijziging, door de Commissie van Financiën voorgesteldgoedgekeurd. Art. 15. Bij de invordering worden de bepalingen van de artt. 245, 258 tot en met 262, 264 tot en met 266 der gemeentewet opgevolgd. Het rapport der Commissie van Financiën bevat het volgende: /'Zou bij art. 15 niet nog moeten gevoegd worden: «art. 11 der wet van 7 Julij 1865 (Staatsblad n°. 79)?" De Voorzitter. Hier zal nu ook de omschrijving moeten komen, die wij zoo even opgenomen hebben. De heer de Fremery. Wij hebben ons dan ook met die wijziging vereenigd. Met voorschreven wijziging wordt het artikel goedgekeurd. Overgangsbepaling. Voor de heffing over 1868 worden de tijdsbepalingen vermeld in art. 1, 2, 3 en 4, eerst toepasselijk in de maand, volgende op liet Koninklijk besluit waarbij de heffing dezer belasting wordt goedgekeurd. Het rapport der Commissie van Financiën bevat het volgende: "Bij de overgangsbepaling zou de Commissie nog gevoegd wenschen te hebben: "Ook kunnen voor dat jaar, met afwijking van het bepaalde bij art. 4, meerdere deskundigen benoemd worden, ten einde de taxatiën, die het eerste jaar veel menigvuldiger zullen zijn, des te spoediger te kunnen laten verrigten." De Voorzitter. Art. 4 valt hier nu weg ten gevolge der wijziging, door de vergadering aangenomen. De heer Cock. De nommering der artikelen zal nu toch veranderen? De Voorzitter. Ja, maar niet geheel, doordien er wel een artikel is bijgekomen maar twee andere tot een zijn gebragt. De heer de Fremery. De heer Cook heeft gelijkde artt. 1,2,8 en 5 behooren nu te worden aangehaald. De overgangsbepaling wordt hierop goedgekeurd. De verordening in haar geheel wordt met algemeene stemmen aange nomen. II. Staat van af- en overschrijving op de gemeente-begrooting van 1867. De Commissie van Financiën raadt dezen staat vast te stellen. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. III. Adres van Ma. J'. Couvée, om afschrijving van plaatselijke directe belasting, 1867. Burgemeester en Wethouders stellen voor het verzoek van de adressante te wijzen van de handwaarmede de Commissie van Financiën zich vereenigt. Wordt op gelijke wijze aangenomen. Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE. f

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1868 | | pagina 12