Wij vonden alzoo volkomen vrijheid om ook HH. Eegenten van dit liefdegesticht, nu niet minder dan vroeger, onzen dank te betuigen voor de belangrijke dienstendie zij aan deze stichting bewijzen. v. d. Brandeler. de Fbemery." Dit verslag wordt mede voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over 1°. Adres van het bestuur der Dilettanten-vereeniging, verzoekende kwijt schelding van de huur der Gehoorzaal voor de twee reeds gegeven en vrijdom voor de twee nog te geven concerten toe te staan. 2°. Verzoek van Ma J" Couvée, om afschrijving van plaatsel. dir. be lasting over dit jaar. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze verzoekenten fine van berigt en raadte stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiën. 3°. Verzoek van P. Lagerberg, om den eigendom van 8 ellen ge meentegrond achter zijn pakhuis in de Sliksteeg. 4°. Verzoek van Commissarissen der Stoombootmaatschappij //de Volhar ding tot het in eigendom bekomen van een gedeelte water aan de Haven. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze, ten fine van berigt en raad, te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders. 5°. Adres van J. J. Groenhoudende verzoek om gewasschen schapen vellen te mogen ophangen aan de leuningen der brug over de Kerksteeg, tegenover de katoenfabriek. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres aan te houden naar aanleiding van het sub VIH aan de orde gestelde onderwerp. Aan de orde is: I. Voordragt tot wijziging van de gemeente-rekening over 1866. Burgemeester en Wethouders stellen voor die rekening gewijzigd op nieuw voorloopig vast te stellen, waarmede de Commissie van Financiën zich heeft vereenigd. Wordt zonder beraadslaging met algemeene stemmen aangenomen. II. Adres van H. van Cazant, tot vergoeding wegens door hem geledene schade bij het schorsen der beestenmarkten als pachter van den afval en de levering der benoodigheden voor de beestenmarkt. Burgemeester en Wethouders raden den requestrant, op gronden van billijkheid, eene kwijtschelding van f300 op de door hem verschuldigde pachtsom te verleenenmet welk voorstel de Commissie van Financiën zich vereenigt. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. III. Adres van Vrouwe E. Driessen von Forckenbeck, c. s.om den namiddagschooltijd op Woensdag en Zaturdag op de school voor meer uit gebreid lager onderwijs l't0 klasse voor jongens af te schaffen. De conclusie van het rapport van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt »Om echtervooral omdat reeds de vele verzuimen op den Zaturdag tot bewijs kunnen strekken dat die schooltijd het meeste bezwaar schijnt op te leverenzoo veel mogelijk aan het verlangen van de requestranten te ge- moet te komen en evenwel het onderwijs zooveel slechts doenlijk te bevor deren stellen wij u voor aan het verzoek van de requestranten wat den Zaturdag betreft gevolg te gevendoch bezwaar te maken die inwilliging ook tot den Woensdag uit te strekken." De heer van dee Hoeven. Ik wilde alleen dit zeggendatnaar ik onderrigt ben, die wensch zoo onverdeeld niet is. Ik zal er mij echter niet tegen verklaren; maar ik had verwacht (en het bevreemdt mij, dat het niet is geschied), dat er tegen-adressen zouden zijn ingekomen. Maar ik zou mij nu wel met den aangegeven middenweg kunnen vereenigen, daar er van den namiddag-schooltijd op Zaturdag toch weinig gebruik wordt gemaakt. De heer van Outeren. Toen de verordening op de openbare scho len werd herzien, ben ik er tegen geweest de avondschool op te heffen en de lessen over te brengen op de Woensdag- en Zaturdagnamiddagen. De redenen, die ik daarvoor had, lagen voor de hand en ik behoef die thans niet te herhalen. Ik zal dus stemmen voor de inwilliging van het adres, zooals het in zijn geheel is ingediend. De heer Stoffels. De zaak is vroeger bij herhaling besproken. Nemen wij de beide namiddagen weg, dan is er geene vergoeding voor den tijd, die bij dezelfde verordening bepaald is, toen er besloten werd, dat er geene avondschool zou zijn. Wij hebben daarom gemeenddat nu de eenige compensatie zou zijn het behoud van den Woensdagnamiddag. Wij willen dan wel den Zaturdagnamiddag laten varen. Maar verviel de Woens dagnamiddag ook, dan ware er niets in de plaats van de avondschool en er waren eenige leeruren vervallen tot nadeelzoo ik meenvan het onderwijs ook de schoolopziener deelde met ons dat gevoelen. De heer van Outeren. Ik geef toe, dat het eene compensatie was den namiddag-schooltijd op Woensdag en Zaturdag te bepalen in plaats van de avondschoolmaar had men de avondschool behoudendan was die com pensatie niet noodig en de regeling beter geweest. De Voorzitter. Ik ben het eens met den heer van der Hoeven. Ik had ook gedacht, dat er tegenverzoeken zouden zijn ingekomen, daar ik niet geloof, dat de wensch zóó algemeen gedeeld wordt. Maar ik geloof, dat de oorzaak deze is, dat men successivelijk begon de kinderen op die beide namiddagen te huis te houdentoen er geen prikkel meer voor de kinderen was. De bewijzen van góedkeuring, die zij op gewone schooltijden ontvingen, werden op de Woensdag- en Zaturdagnamiddaguren niet meer gegeven, omdat de hoofdonderwijzer het onbillijk vond dat de weinigen, die ter schole kwamen, dit voorregt zouden hebben, in tegenoverstelling der kinderendie door de ouders werden te huis gehouden. Ik heb dit zeer afgekeurd. Het heeft dan ook ten gevolge gehaddat de ouders daardoor al meer en meer hunne kinderen hebben teruggehouden. Ik voor mij had ook liever gezien, dat de avondschool destijds ware gebleven. Ik behoor niet tot dezulken die meenen dat op die school zooveel onderwijs gegeven wordt, dat het de hersenen der kinderen te zeer zal krenken. In de ge geven omstandigheden zou het mij leed doen zoo de Woensdagmiddag ten minste niet behouden bleef. De heer van Heukelom. Ik heb daar hooren spreken van bevreemding dat er geen tegen-adressen over deze zaak zijn ingekomen. Ik sta daarover in het geheel niet verwonderd en zou wel eens willen wetenvan wie die tegen-adressen dan wel zouden moeten uitgaan. Het blijkt toch dat de groote meerderheid der ouders de zienswijze deelt der Schoolcommissie, die in der tijd reeds heeft verlangd dat er op die twee dagen geen middagschool zou gehouden worden. Of zouden die adressen hebben moeten komen van de ouders die hunne kinderen ter school zenden, niet om eigenlijk te lee- ren, maar om bonnes marques te verdienen en daarmede te prijken, en die hunne kinderen te huis houden nu hun daarvoor eene gelegenheid is afge sneden? Wonderlijke ouders, aan wier opinie al zeer weinig gewigt behoort gehecht te worden. De Voorzitter. De primitieve fout lag in het uur der lessen van de muziekschool, waar vele ouders hunne kinderen wenschen heen te zenden. Maar het voorstel is nu om alleen den Woensdag-namiddag te behouden. Verlangt nog iemand hierover het woord? De heer Hartevelt. Mijn wensch zou zijn, het verzoek toe te staan, zoo als het gedaan is. Onder meer anderen is juist door u, mijnheer de Voorzitter, eene zaak genoemd, die groote moeijelijkheden voor de indeeling van leerlingen ondervindt, door het niet vrij zijn van de Woensdag- en Zaturdagnamiddagende muziekschool. Wordt het verzoek toegestaandan is een groot bezwaar voor vele ouders en voor de directie der muziek school uit den weg geruimd. De Voorzitter. Wenscht de heer Hartevelt dienaangaande dan een voorstel te doen? Ons voorstel is alleen den Zaturdag-namiddag geen school te geven. Dus wanneer gij een ander voorstel mogt wenschen te doen dan zal ik, nadat het door u zal geformuleerd zijn, vragen, of het on dersteund wordt. De heer Hartevelt. Zeer gaarne, mijnheer de Voorzitter; maar het is geen voorstel van mij het is een verzoekdoor zoovele geachte ingezete nen aan den Baad gedaan. De heer Stoffels. Het voorstel van den heer Hartevelt is eigenlijk geen nieuw voorstel, want het komt neer op het toestaan van het primitief verzoek. De Voorzitter. Ik zal dan het verzoek zelf in stemming brengen. Dat verzoek wordt toegestaan met 9 tegen 7 stemmen. Tegen: de heeren du Eieu, de Fremery, Stoffels, van der Hoeven, Kneppelhout van SterkcnburgTieleman en de Voorzitter. IV. Adres van P. van Eijn om vergunning tot het maken van een plankijs in den Nieuwen Eijn achter zijn huis op de Hoogewoerd, Wijk III, n°. 379. Burgemeester en Wethouders radenovereenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage, des adressants verzoek in te willigen, mits dat houten plankijs niet langer zij dan 8 ellen en niet meer uitspringe dan 14 palmenop aanwijzing van den gemeente-architect en tegen betaling van het vastgestelde regt. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. V. Adres van de weduwe J. J. Visser, houdende verzoek tot het leggen van eene brug van het Delftsche jaagpad naar hare kleederbleekerij. Burgemeester en Wethouders raden, overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricageaan de adressante het leggen der brug op de aan gewezen plaats toe te staan, mits onder aanwijzing van den gemeentearchi tect, de brug onder de leggers eene hoogte hebbe gelijk met A. P. en tegen betaling van fl 'sjaars, bepaald bij art. 3 n°. 35 van het tarief van 5 Maart 1857. Wordt op gelijke wijze aangenomen. VI. Plans en voorwaarden van aanbestedingvan - a. het dagelijksch onderhoud van en het doen van eenige bijzondere werken aan de gebouwen en het ameublement der openbare scholen voor 1868. De heer Hubrecht. In het eerste besteknu aan de orde//onderhoud van scholen" is, in §15, abusief eene zinsnede weggelatendie toch zeer noo dig aan die moet worden toegevoegd. Het zijn gelijke woorden als in 11 van het bestek voor onderhoud van gebouwen voorkomen. Zij luiden aldus: //Hieraan, blijkens eene wekelijks door den aannemer te teekenen «■presentielijst, niet voldoende, verbeurt de aannemer telkens eene boete //van drie gulden, van den eerstvolgenden termijn van betaling te korten." Ik stel voor deze woorden nog aan het slot van 15 toe te voegen. De Voorzitter. Ik stel dan voor dat plan met de voorgelezen woor den alsnog aan te vullen. Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. b. het dagelijksch onderhoud van eenige openbare gebouwen en ver huurde huizenmet de daarbij voorkomende herstellingen en vernieuwingen over 1868; c. de levering van eiken-, greenen-, vuren- en ijpenhout, spijkers en klein ijzerwerk, verfwaren, glas enz., wagen- en bezemmakerswerk d. het maken van zestien stuks schooltafels; e. het leveren van rivier- of kiezelzand en gewasschen grind. Worden alle op gelijke wijze goedgekeurd. VII. Voordragt tot onderhandsche verhuring van den zolder en het ma gazijn in de Smidssteeg. De oorzitter. De zaak is deze. Die beide percelen zijn vroeger in huur geweest bij H. van Cazant. Maar sedert de verpachting der beesten markt in andere handen ismeenen wijdat het wenschelijk is die per celen aan den tegenwoordigen pachter te verhuren daar hij ze noodig heeft tot berging van materialenen dat hem alzoo de prioriteit behoort te wor den gegeven. Wordt op gelijke wijze aangenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1867 | | pagina 2