HAHDELIH6SH VAN BIN BEKENTMAB VAN LBTDEN.
33.
Zitting van Zatnrdag 28 December 1867,
geopend des namiddags ten 2 ure.
Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler.
Tegenwoordig de heeren Hartevelt, Kneppelhout vaD Sterkenburg, Tie-
leman, van Kaathoven, du Rieu, van Heukelom, van Outeren, van Wen
sen, Meerburg, Tollens, Hubrecht, Hoog, de Fremery, Stoffels, van der
Hoeven en van den Brandeler.
De heer Krantz gaf kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 19
December 11. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
1°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten der provincie Zuidholland,
van den 17dM1 December 1867 B. n°. 7078 (3e afd.), G. S. n°. 25,
houdende goedkeuring van de raadsbesluiten van 5 December bevorenstot
den openbaren verkoop van 4 boomen op de Vischmarkten tot den af
stand van gemeentegrond aan H. en J. W. Filippo en aan T. W. van Hartrop.
Deze wordt voor kennisgeving aangenomen.
2°. Eene missive van den Luitenant-kolonel Garnizoens-kommendantten
geleide van eene missive van den Generaal-majoor, bevelhebber in de 1° mi
litaire afdeeling, betreffende de huur der localen aan de Aalmarkt.
Deze missive luidt als volgt
"Leyden den 23on December 1867.
Ik heb de eer, UWelEdel Achtbaren hierbij te doen toekomen een
afschrift eener missive mij geworden van den heere Generaal-Majoor, be
velhebber in de 1* militaire afdeeling, waarin mij wordt kenbaar gemaakt
dat er bij Zijne Excellentie den Minister van Oorlog geene verdere beden
kingen bestaan om volgens de voorwaarden, bepaald bij Raadsbesluit dd.
10 October 11.de localen bestemd voor magazijnen van kleeding voor het
alhier in garnizoen zijnde gedeelte van het 4" reg. hussaren over te nemen
doch dat Zijne Excellentie gaarne wenschteom in punt 2 dier voorwaar
den de woorden nog te stellen //ten genoege van den Garnizoens-Kom
mandant waarom ik beleefdelijk de vrijheid neem, UWelEdel Achtbaren
te verzoekenmij hierop met eenig antwoorden zoo dit kan met eenigen
spoed, te vereeren.
De Luitenant-Kolonel Garnizoens-Kommandant.
Michelhoff."
De Voorzitter. Ik zou willen vragen, of de vergadering kan goedvin
den dit stuk alsnu te behandelen. Het was eerst ingekomen, nadat de
oproepings-brieven reeds waren rondgezonden. Het specteert eenvoudig dit,
dat de Minister van Oorlog thans in de dezerzijds gemaakte bedenkin
gen berust, doch alsnu nog wenschte bijgevoegd te hebben in het
contract dat, wanneer de localen weder door ons mogten worden terugge
nomen en andere daarvoor in de plaats mogten worden aangewezenzulks
dan ten genoege van den Garnizoens-Kommandant zou geschieden. Ik ge
loof, dat dit allezins billijk is.
De heer van der Hoeven. Mij dunkt, de zaak is zeer eenvoudig. Ik
geloof niet, dat daarover door iemand het woord zal verlangd worden, en
dat tegen de bijvoeging van die voorwaarde geene bedenking bestaan zal.
De Voorzitter. Kan de vergadering dan goedvinden die toevoeging in
het contract op te nemendatals die lokalen door de gemeente mogten
worden teruggenomen, andere zullen worden aangewezen, die ten genoege
moeten zijn van den Garnizoens-Kommandant?
Dienovereenkomstig wordt besloten.
3°. Verslag van een bezoek in het stedelijk Werkhuis, in de Vereenigde
Gast- en Leprooshuizen en in het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis,
door eene commissie uit het dagelijksch bestuur, op den 27sten dezer maand.
Dit verslag is van den volgenden inhoud
»Op heden den 27 December 1867 hebben wij Dr. Willem Cornelis van
den Brandeler, Burgemeester, en Petrus Isaacus de Eremery, Wethouder
dezer gemeente, daartoe uitgeuoodigd door het Collegie van dagelijksch be
stuur, ons begeven naar
a. Het Stedelijk Werkhuis, ten einde aan het voorschrift van art. 179,
litt. uder Gemeentewet te voldoen.
Wij zijn aldaar met de meeste welwillendheid door HH. Bestuurders ont
vangen en hebben onder hun geleide de ruime en wel ingerigte zalen door
wandeld en de verschillende werkzaamheden nagegaan, welke voornamelijk
bestaan in het weven van linnen en cocos, kousen breijen, het spinnen van
linnen garens, het pluizen en knoopen van touw, zakken naaijen en boo-
nen uitlegen.
Het loon, in de vorige week door 220 volwassen personen verdiend, be
droeg f 288.82, waarvan de helft wordt uitgekeerd aan den werkman, die
alzoo gemiddeld ontvangt f 0.65 j-.
De voeding voor den geheelen dag kost gemiddeld 0.13J en is zeer
voldoende, daar blijkbaar onder de bevolking de stemming zeer gunstig is
en er algemeen tevredenheid heerscht.
Er waren heden 237 volwassenen en 148 kinderen aanwezig. In dit jaar
is het getal opgenomenen geklommen tot 74796 personen, zijnde 23661
meerder dan in het vorige jaar, een verschil dat waarschijnlijk ontstaat uit
de hoogere prijzen van de eerste levensbehoeften.
Eene inzage van boeken, registers enz. deed geheel uitkomen met hoeveel
zorg en naauwkeurigheid de administratie gevoerd wordtaangenaam was
het ons daarvoor den welverdienden dank te brengen aan HH. Bestuurders,
1867.
die zooveel moeiten en zorgen zich laten welgevallen in het belang van zoo
vele behoeftigendie niet in staat zijn elders in hun onderhoud te voor
zien; ook de Directeur, wiens ijver en overleg door het bestuur hoog wordt
gewaardeerd, vinde steeds ruime voldoening in zijn belangrijken werkkring."
De heer van der Hoeven. Ik heb daar in het voorgelezen verslag
hetzelfde wederom gehoord, wat ik verleden jaar heb gereleveerd. Ik hoor
nu, dat er 74000 personen in dat gesticht zijn opgenomen, en alzoo
meer dan de geheele bevolking der stad bedraagt. Maar dat is inderdaad
eene absurditeiten daarop had ik reeds] ten] vorigen jare; gewezenen ik
had niet verwachtdat men er andermaal in zou vervallen. Men heeft de men-
schen opgeteld, die in dat gesticht op al de ,dagen zijn/opgenomen, en is
daardoor tot dat enorme cijfer gekomen. Maar de vraag is: hoe vele ver
schillende personen zijn er in werkelijkheid in dat gesticht werkzaam ge
weest? Ik geloof, dat die bedenking niet ongegrond is; want het is toch
een vreemd verschijnsel, dat er 74000 personen in zouden zijn opgenomen.
De heer STOffels. Ik erken de juistheid dier bedenking, doch doe
tevens de vraag: kan de opgave anders geschieden, althans als men het
getal van de gedurende een jaar opgenomenen weten wil? Grootendeels zijn
het dagelijks dezelfde personen. Ten vorigen jare hebben bestuurders bij
het doen der rekening eene lijst van de namen der toen opgenomenen over
gelegd. Het zou, dunkt mij, om aan het bezwaar te gemoet te komenvoor
het vervolg het best zijn, alleen van de dagelijks opgenomenen melding
te maken.
De Voorzitter. Naar het mij voorkomt, zou die opgave toch even
goed ook in het verslag kunnen voorkomen. Ik zou niet wetenwaarom
daarin niet evenzeer zouden kunnen vermeld worden de personendie
op de lijst zijn opgegeven. Wij hebben dat gisteren gezientoen wij de
lijst gevraagd hebbende verschillende personenin het werkhuis opgeno
men, bevattende.
De heer Stoffels. Wij moeten toch berekenen, wat het werkhuis
kost; en dat berekenen wij naar het getal personen, niet naar het getal
namen, en die berekening wordt dagelijks bijgehouden tot op een halve
cent. Wij zeggen b. v. 's Maandags hebben wij zooveel personendie zoo
veel kostenDingsdags zooveel enz.
De heer van der Hoeven. Ik kan aannemen, dat, zooveel malen als
er per dag personen in het werkhuis geweest zijn, dit zulk een bedrag
maakt en zooveel gekost heeft. Maar daarop slaat eigelijk mijne beden
king niet. Ik verlang geene opgave van de namen; voor het grootste ge
deelte zouden ze ons toch onbekend zijn.
De Voorzitter. Ik zou in overweging geven, die opgave in het ver
slag alsnog op te nemen.
De heer Hartevelt. De zaak is mijns inziens zeer eenvoudig en ge
makkelijk te vinden. Er worde in het verslag opgegeven, dat in het afge-
loopen jaar dagelijks zooveel volwassen personen en zooveel kinderen zijn
opgenomen; die dan lust heeft, dat getal met de dagen van het jaar te
vermenigvuldigenzal een cijfer bekomenals nu in dit verslagof in la
tere zal voorkomen.
De heer van der Hoeven. Ik verlang slechts te weten, hoeveel per
sonen er werkelijk in het gesticht zijnhoevelen inderdaad van het werk
huis gebruik maken. Ik blijf van meening dat men den naam van perso
nen hier oneigenlijk neemt. Als iemand 's Maandags b. v. in het werkhuis
is opgenomen en hij komt daar Dingsdag weer, dan is hij toch dezelfde
persoon, die er Maandag geweest is. Eene opgave van het getal der ver
schillende personen, die in een jaar in dat gesticht werden opgenomen,
eene aanwijzing hoevele er meer aanhoudend bezig waren, hoevele slechts
enkele dagen daarin werk zochtenzou zeker^ belangrijk zijn.
De heer Stoffels. Het getal opgenomenen zal,°]naar ik meen te weten,
2 a 300 zijn.
»b. Daarna hebben wij met gelijk doel ons begeven naar de lokalen van
de Vereenigde gast- en leprooshuizen, en werden aldaar ontvangen door
HH. Gecommitteerden tot het beheer van die stichting en hunnen Secretaris.
Door hen voorgegaan namen wij de verschillende zalen in oogenschouw
en overtuigden wij ons dat de verwarming, de reinheid en de luchtverver-
sching in alle opzigten aan de behoeften beantwoordenook meerdere van
de verpleegden, ten getale van 33, erkenden met dankbaarheid de goede
verzorging die zij genieten.
Bij inzage van de boeken bleek ons mede dat de administratie èn van de
gasthuizen èn van de gemeente-apotheek met de meeste zorg gevoerd wordt.
Het was ons een aangename pligt HH. Gecommitteerden dank te zeggen
voor zoovele goede zorgen, die zij in het belang van de verpleegden op
zich willen nemen.
c. Vervolgens hebben wij nog een bezoek gebragt aan het H. G. of arme
wees- en kinderhuis. Ook alhier werden wij met de meeste voorkomendheid
ontvangen door HH. Regenten, die blijkbaar op prijs stellen de belang
stelling, steeds bij het gemeentebestuur ondervonden.
Op hunne uitnoodiging hebben wij het gesticht in alle zijne onderdeelen
bezochtde ruime en welingerigte zalen getuigden zonder onderscheid
van reinheid en zorg voor eene goede luchtverversching.
In het huis zijn opgenomen 116 jongens en 124 meisjes, waarvan 98 de
school bezoeken; 66 jongens zijn buiten het gesticht werkzaam, hunne
verdiensten zijn niet onbelangrijk en zullen in dit jaar nagenoeg 2275
bedragen. De naaikamerwaar 46 meisjes worden bezig gehoudenbrengt
p. m. f 650 op en de breikamer f 194. Slechts enkelen waren in de
ziekenzalen opgenomen; de gezondheidstoestand is dus zeer voldoende.
64