HABBELMGEK YAH DER GEHEEITIBAAD VAR LUIDER. 22 Zitting van Dingsdag 1 October 186 S\ geopend des namiddags te 1 ure. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren Stoffels, de Fremery, van Kaathoven, du Eieu, Tollens, Buys, Kutgers, Hartevelt, Hubrecht, van der Hoeven, de Moen, Krantzvan Outeren CockScheltemavan Heukelom MeerburgGoud smit en van den Brandeler. De heeren Hoog en van Wensen gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 19 September 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten der provincie Zuidholland van den 17en September 1867, B. n°. 5154, G. S. n°. 56, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van den 15»n Augustus jl.tot af- en over schrijving op de gemeentebegrooting1867. Deze wordt voor kennisgeving aangenomen. 2°. Missive van den heer mr. J. van Outeren, van den volgenden inhoud: "Leyden 30 September 1867. Blijkens een mij toegezonden extract uit het register der deliberatiën van den Gemeenteraad, welk stuk ik, door plaats gehad hebbende afwezig heid eerst gisteren ontvangen hebwerd ik in uwe vergadering van den I9«n dezer benoemd tot commissaris voor de stedelijke gasfabriek. Ik ben overtuigd dat ik in de behoorlijke waarneming van dat beheer zou te kort schieten, omdat mijne ambtsbezigheden en de meerdere commis- siën, welke de Kaad mij op vereerende wijze heeft opgedragen, geene uit breiding van werkzaamheden toelaten. Het is daarom dat ik den Eaad met bescheidenheid moet verzoeken de voormelde reden te willen billijken en alzoo op mijne benoeming tot com missaris voor de stedelijke gasfabriek terug te komen. J. van Outeren Lid van den Gemeenteraad Deze missive wordt mede voor kennisgeving aangenomen. 3°. Missive van de heeren dr. C. W. H. van Kaathoven, mr. H. P. J. Tollens en J. Scheltema, Gecommitteerden tot de administratie der Ver- eenigde gast- en leprooshuizen, van den volgenden inhoud: "Leyden 1 October 1867. De ondergeteekendenGecommitteerden uit den Gemeenteraad tot de administratie der Vereenigde gast- en leprooshuizen en als zoodanig ook administrateuren van de stads- of gemeente-apotheekhebben besloten hun ontslag te nemen uit bovengenoemde betrekking. De daartoe leidende reden isdat zij vermeenendoor de terzijdestelling van hunne op verzoek van den Gemeentenraad ingediende aanbeveling voor de benoeming van een secretaris voor hunne administratie, feitelijk het mandaat van vertrouwen, hun vroeger door hunne benoeming tot gecommitteerden en later door de toezending der voor de betrekking van secretaris ingekomen requesten om te dienen van lerigt en raad, geschonken, te hebben verbeurd. Zij ontkennen (zooals in het hun toegezondene "Extract uit het register der deliberatiën van den Gemeenteraad, Leyden dd. 19 September 1867" gelezen wordt) dat er bij deze benoeming op hunne aanbeveling is gelet. Zij betwisten den Raad het regt niet om buiten hunne aanbeveling een secretaris bij hunne administratie te benoemenmaar zij achten die han delwijze kwetsendwanneerzonder kenbaar gemaakte redenendoor den Eaad over de aanbeveling, waarop drie personen geplaatst waren, geheel afkeurend wordt beslist. Zij zien bovendien in deze benoeming van eenen uit de kas hunner ad ministratie bezoldigden ambtenaar, die uitsluitend bestemd is om hen, onder hunne eigene verantwoordelijkheid, in het beheer bij te staan, tegenover Gecommitteerdendie deze betrekking zonder geldelijke belooning waarne men, niet alleen eene afkeuring van hunne aanbeveling, maar ook van hun beheer. Zij verlangen zoo spoedig mogelijk door andere Gecommitteerden te wor den vervangen ten einde het door hen gehoudene beheer te kunnen overdragen. Dr. C. W. H. van Kaathoven. H. P. J. Tollens. J. Scheltema." De Voorzitter. Het is met groot leedwezendat ik dien brief ont vangen heb. Ik moet evenwel in overweging geven den brief te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders. Dienovereenkomstig wordt besloten. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Adres van K. C. Eeun c. s.stalhoudersdaarbij verzoekende dat zoodanige policie-maatregelen mogen worden verordend, als strekken kun nen om het schrikken van paardenten gevolge van het behangen van bruggen, te voorkomen. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres aan te houden om bij de desbetreffende artikelen der policie-verordening daarop te letten. 2 Verzoek van J. van Mannekus en D. Lafeber, om een open erf achter de gronden der scheepmakerij aan den Nieuwen Rijn in eigendom of in erfpacht te erlangen. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit verzoek te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Finan ciën ten fine van berigt en raad. 8°. .Adressen van II. Borgerding, G. Tibboel en G. van der Veer, waarbij zijelk voor zichverzoeken dat de verpachting van het schoon- 1807. houden der beestenmarkt niet onderhands verlengd worde, maar op nieuw in het openbaar geschiede. Wordt besloten, overeenkomstig de voordragt, deze te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad. 4°. Eene voordragt van Burgemeester en Wethouders tot beschikbaar stelling van gelden tot het nemen van maatregelen ter wering van de cho- lera-epidemie. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze te stellen in handen van de Commissie van Financiënten fine van berigt en raad. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders hebben zich voor eenigen tijd gewend tot den Minister van Binnenlandsche Zaken met verzoek het houden der beestenmarkt alhier weder te vergunnen. Er is dezer dagen op dat verzoek een antwoord gekomen van den Minister, houdende, dat Zijne Excellentie wel gezind is in het verzoek te tredenmits alhier eene ver ordening worde vastgesteld op het keuren van vee. Die verordening be staat niet, en ik heb daarom de heeren van Outeren en Tollens verzocht met mij zich onledig te houdenten einde zoodanige verordening te ont werpen. Ik hoop die verordening spoedig ter tafel te brengen. Zij is van zeer eenvoudigen aard, en het is te verwachten dat de discussiën daarom trent niet veel tijd zullen vereischen. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter. Ik heb de eer aan de heeren kennis te geven, dat ik aan den Commissaris des Koniugs verlof heb verzocht, mij voor den tijd van veertien dagen uit de gemeente te verwijderenin te gaan met aan staanden Zaturdag. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders hebben de eer over te leggen het ontwerp-raadsbesluit tot heffing van den hoofdelijken omslag over 1868 en de daarbij behoorende verordening op de invordering enz. De tot dit onderwerp behoorende stukken zullen zoo spoedig mogelijk worden ge drukt en aan de leden rondgedeeldten einde in de sectiën te worden onderzocht. De Voorzitter stelt vervolgens aan de orde: I. Benoeming van een lid in de Plaatselijke Commissie van Toezigt op de scholen van middelbaar onderwijs. Voor deze en de verder aan de orde gestelde benoeming worden de hee ren Hartevelt, van der Hoeven en Scheltema door den Voorzitter aange wezen om met hem het bureau van stemopneming uit te maken. Bij 18 stembriefjes, overeenkomende met het aantal aanwezige leden, worden op den heer Driessen 9 stemmen uitgebragt, en op de heeren Har tevelt en van Outeren elk 1 stem, terwijl 7 briefjes in blanco waren gelaten. De Voorzitter. Er zal hier alzoo, meen ik, eene tweede vrije stem ming moeten plaats hebbendewijl geen der leden de volstrekte meerder heid heeft verkregen. De heer Krantz. Naar mijn gevoelen, mijnheer de Voorzitter, moeten de blanco-briefjes worden afgetrokken. De ingevulde alleen komen in aan merking. En dan is er werkelijk eene volstrekte meerderheid verkregen. De heer Buys. Ik meen, dat art. 34 van het reglement van orde hier alles beslist; immers het bepaalt dat niet of niet behoorlijk ingevulde stem briefjes ter bepaling der meerderheid worden afgetrokken van het getal der tegenwoordige leden. De Voorzitter. Ik wenschte hieromtrent gaarne het oordeel van de vergadering te kennen. Zou het niet in strijd zijn met art. 35. De heer Buys. Art. 35 ziet op een geheel ander geval, daar het enkel aanwjjsthoevelen van de tegenwoordige leden behoorlijk ingevulde stem briefjes moeten inleveren, om eene wettige stemming mogelijk te maken. Zijn er b. v. als nu achttien leden tegenwoordig, dan moeten ten minste 10 briefjes behoorlijk zijn ingevuld, zal de stemming gelden. Hier heeft men 11 briefjes behoorlijk ingevuld, en dus meer dan noodig is om in eene vergadering van achttien leden een wettig besluit te nemen. Dit voorschrift heeft, dunkt mij, niets gemeen met art. 34, bepalende dat blanco-billetten bij de berekening van de meerderheid niet in aanmerking komen. De Voorzitter. Kan de vergadering zich met die explicatie vereenigen? De heer van der Hoeven. Ik geloof, dat het bepaald is voorgeschre ven; wij moeten volgens de verordening het er voor houden, dat er eene volstrekte meerderheid verkregen is. De vergadering zich hiermede vereenigendewordt de heer Driessen beschouwd als te zijn benoemd. II. Benoeming van een hulponderwijzer 2e klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs le klasse voor jongens. De voordragt bevat de volgende namen: Hendricus Jacobus van Wijk, hulponderwijzer alhier; Eemees Floris Modderman, te Hoorn; Jan van de Linde, hulponderwijzer te Dordrecht. Met 16 stemmen wordt benoemd H. J. van Wijk, zijnde 2 briefjes in blanco gelaten. III. Rekening van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, over 1866. De Commissie van Financien heeft daarop geene bedenkingen en raadt die goed te keuren in ontvang tot een bedrag van f 15726,90, in uitgaaf tot een bedrag van f 12576.37, alzoo opleverende een batig saldo ad 3150.53, waarvan in de eerstvolgende rekening verantwoording zal wor den gedaan. 37

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1867 | | pagina 1