wikkelde. Ik meen het er alzoo voor te mogen houdendatnog afge scheiden van de tijdbesparing, de aanneming van ons voorstel zal leiden tot het geven van meerdere waarborgen voor eene practische discussie dan het tegenwoordig stelsel kan opleveren. De heer van der Hoeven. De heer Buys prees in de eerste plaats het voorstel aan uit het oogpunt van het bezwaar, dat men niet genoeg op de hoogte zou zijn van eenig punt, wanneer niet vooraf het woord ver leend werd aan hen, die daarover met kennis van zaken zouden kunnen spreken. Maar er komt bijkans niets ter tafel, of het is van een of meer adviesen voorzien. Maar ten andere, als er gehandeld wordt over eene zaak, waarvan men niets weet, dan zal men zwijgen, en dan zwijg ik al thans gaarne. Intussehen is nooit de gelegenheid om te spreken geweigerd; en als de rondvraag is geschied, kan men even goed, na alles gehoord te hebben en behoorlijk te zijn ingelicht, nog eens het woord bekomen. Als men nu van verschillende personen maar één gehoord heeft, is men toch maar halt onderrigt. Het is eohter thans laat. Ik wil de vergadering niet langer ophouden; maar ik had wel gewenscht, dat de heer Goudsmit niet gevraagd had dit voorstel nu nog te behandelen. In stemming gebragt, wordt het voorstel aangenomen met 15 stemmen tegen 1 (die van den heer van der Hoeven). De Voorzitter geelt thans, op het daartoe te kennen gegeven verlangen, het woord aan den heer Hartevelt. De heer Hartevelt. Ik wenschte u te vragenmijnheer de Voorzitter of er reeds gevolg is gegeven aan het verzoek van de Kamer van Koop handel aan Burgemeester en Wethouders gerigtomtrent het verkrijgen van een vroegeren en een lateren spoortrein van onze stad, en zoo ja, met welk succes. De Voorzitter. De zaak is bij Burgemeester en Wethouders aanhan gig, en daaraan is reeds het noodige gedaan. Het uur te ver verstreken zijnde ter behandeling van de overige aan de orde gestelde onderwerpen, worden deze tot eene volgende vergadering ver daagd waarna de Voorzitter de vergadering sluit. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABB1.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1867 | | pagina 6