HABDEUBSEB TAB DEB GEMEENTERAAD TAB LKIDEB. 20. Zitting van Dingsdag 3 September 1867, geopend des namiddags te 1 ure. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren Stoflels, Meerburg, van Kaathoven, Krantz, van OuterenButgersTieleman HarteveltHoogvan der Hoevende Moen, Wttewaall, van Wensen, Driessen, van Heukelom Cock, Schel- tema, Goudsmit, de Fremery, Buys, du Rieu en van den Brandeler. De Voorzitter stelt aan de orde: I. Beëediging en installatie der nieuw inkomende raadsleden. De heeren Stoffels, Driessen, Cock, Scheltema, van Wensen, Krantz, Buys en Meerburg leggen als zoodanig in handen des Voorzitters de eeden af, voorgeschreven bij art. 83 der Grondwet en art. 39 der Gemeentewet. De Voorzitter. Ik verheug mij, mijne heeren! dat de kiezers van Leyden mij in de gelegenheid gesteld hebben u andermaal als raadsleden te begroeten. Ik verheug mij, dat gij dit u opgedragen mandaat weder hebt willen aanvaarden. Leyden wensch ik geluk hierheen mannen van talent en van verschillende politieke rigting te hebben afgevaardigd waardoor zeer zeker de belangen dezer gemeente het meest zullen worden bevorderd. Ik acht het niet noodig daarbij den wensch te voegen, dat de discussiën in deze vergadering zich steeds mogen kenmerken door welwillendheid en hu maniteit. Immers ik heb die mogen opmerken zelfs bij discussiën van den teedersten aard. De taak van den Voorzitter hebt gij daardoor zeer ge makkelijk gemaakt. Maar zeker is het, dat daardoor het welzijn der ge meente het meest wordt bevorderd. Ik verklaar u thans geïnstalleerd als raadsleden en verzoek u, uwe vorige zitplaatsen weder te willen innemen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Zaturdag 24 Augustus 11. worden gelezen. De heer Scheltema. Ik heb geene aanmerkingenmijnheer de Voor zitter; maar ik wenschte gaarne straks even het woord te mogen erlangen. De notulen worden hierop goedgekeurd. Thans verleent de Voorzitter het woord aan den heer Scheltema. De heer Scheltema. Ik ben zoo vrij, mijnheer de Voorzitter, eene vraag aan u te rigten. Heden ochtend hebben wij de begrooting voor 1868 ontvangenen daaruit heb ik geziendat het cijfer van den hoofde- lijken omslag in het volgende jaar weder hooger zal zijn. Ik acht het voor het al of niet toestaan der uitgaven van belang te wetenop welke wijze men de middelen tot dekking wil vindenen zou dus naar aanleiding hiervan gaarne van u wenschen te vernemen, of wij zullen kunnen rekenen op de spoedige ontvangst van een nieuw concept voor den hoofdelijken omslag. De Voorzitter. Daaraan wordt juist de laatste hand gelegd. Burge meester en Wethouders zijn het bereids omtrent het principe eens en zijn dan ook bijna met het nieuwe concept gereed. De indiening zal spoedig plaats hebben. De heer Scheltema bedankt voor het gegeven antwoord. De Voorzitter legt over: 1°. De gemeente-begrooting voor 1868. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze, ten fine van onderzoek te verzenden naar de afdeelingen van den Raadwaartoe dit collegie nog in de zitting van heden op nieuw in drie sectiën zal worden verdeeldbij loting zamen te stellen. 2°. Verzoek van den Gemeenteraad van Alkemade, om eene bijdrage in de kosten tot den aanleg en het onderhoud van een rijweg door den Haar lemmermeerpolder naar deze gemeente. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dat te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Financiënten fine van berigt en raad. 3°. Missive van den heer J. Kneppelhout, daartoe strekkende dat zoo mogelijk van gemeentewege worde overgenomen de hem toebehoorende gym- nastiekschooldaar hij door de omstandigheden verhinderd wordt het beheer over die inrigting te blijven voeren. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en zoo noodig in die van de Commissie van Financiën, ten fine van berigt en raad. 4°. Aanbeveling van Gecommitteerden tot de administratie der Ver- eenigde gast- en leprooshuizenvoor de vacerende betrekking van secretaris bij dat collegie. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. De Voorzitter. Vóór wij overgaan tot de aan de orde gestelde punten, moet ik de vergadering doen opmerken, dat heden aan de orde zijn gesteld èn de periodieke benoemingen voor commissiën uit den Raad èn die welke het gevolg zijn van de aftreding van raadsledendat daaronder niet is op genomen eene benoeming van een lid voor de Commissie tot onderzoek der administratie van de Armbakkerijter vervanging van den heer Cockdaar het niet twijfelachtig voorkomt, of, wanneer deze op nieuw tot die commissie wordt uilgenoodigdzulks wel de algemeene wensch van de vergadering zal zijn. Dat is de reden, waarom die benoeming in het convocatie-billet niet is opgenomen. De heer Cock. Ik vind dat bijzonder flatteus, mijnheer de Voorzitter, maar ik geloof toch, dat er eene herbenoeming zal noodig zijn. De Voorzitter. Dan zal deze in de volgende vergadering geschieden. De Voorzitter stelt vervolgens aan de orde: 1867. II. Benoeming van de vaste commissiënals twee leden voor de Commissie van Fabricage. De heer Hartevelt. Is het mij geoorloofd, mijnheer de Voorzitter, alvorens wij tot die benoeming overgaan, eene vraag aan u te rigten? Ik zou namelijk gaarne willen wetenwaarom op het oproepingsbriefje niet tevens voorkomt de benoeming van een commissaris der gasfabriek. De heer ten Sande was lid der Commissie van Fabricage, en in de vacature, door zijn overlijden in die commissie ontstaan is voorzien. Maar hij was tevens commissaris van de gasfabriek. Moest nu niet ook in die vacature voorzien worden? Ik meen zeker van ja, en verklaar mij het uitstel niet. De Voorzitter. Daaromtrent wordt nog eene voordragt ingewacht. De heer van Kaathoven. Maar kunnen wij die voordragt of aanbeve ling niet spoedig verwachten? De Voorzitter. Ik zal er de Commissie op attent maken om die voor dragt zoo spoedig mogelijk in te zenden. Tot de benoeming overgegaan zijnde, worden zoowel voor deze als de verdere aan de orde gestelde benoemingen de heeren van der Hoeven Wttewaall en Cock door den Voorzitter aangewezen om met hem het bureau van stemopneming uit te maken. De heer Hoog. Zou niet voor de beide leden der Commissie van Fabri cage op één briefje kunnen worden gestemd? De heer Cock. Ik moet doen opmerken dat dit geheel in strijd zoude zijn met art. 33 van het reglement van orde. De heer van Kaathoven. Het zou ook eene afwijking zijn van den tot dusverre hier gevolgden regel. Wordt besloten voor elk lid afzonderlijk te stemmen. Met 21 stemmen wordt de heer van Outeren bij vernieuwing benoemd, zijnde 1 briefje in blanco gelaten. Met 17 stemmen wordt de heer van Wensen herbenoemd, zijnde op de heeren Meerburg en Tollens elk 2 stemmen uitgebragt, terwijl 1 briefje in blanco was gelaten. een voorzitter en twee leden voor de Commissie van Financiën. Tot voorzitter wordt met 21 stemmen herbenoemd de heer de Moen, zijnde 1 briefje in blanco gelaten. Als lid wordt de heer Krantz herbenoemd met 19 stemmenterwijl op den heer Scheltema 1 stem was uitgebragt; zijnde 2 briefjes in blanco ge laten. De heer du Rieu wordt herbenoemd met 21 stemmen, zijnde 1 briefje in blanco gelaten. c. twee leden voor de Commissie, belast met het ontwerpen van en her zien der plaatselijke verordeningentegen wier overtreding straf is bedreigd. Met 20 stemmen wordt herbenoemd de heer Tollens, zijnde op de heeren Goudsmit en Buys elk 1 stem uitgebragt. Met 21 stemmen wordt herbenoemd de heer van Outeren, zijnde 1 briefje in blanco gelaten. d. een voorzitter en twee leden voor de Commissie tot het ontwerpen van en herzien der plaatselijke verordeningen betreffende de huishouding der gemeente. Tot voorzitter wordt met 20 stemmen herbenoemd de heer Goudsmit, terwijl 1 stem was uitgebragt op den heer van den Brandeler; zijnde 1 briefje in blanco gelaten. Tot lid wordt herbenoemd de heer Hartevelt met 21 stemmen, zijnde 1 briefje in blanco gelaten. Tot tweede lid wordt met 20 stemmen herbenoemd de heer Cock, terwijl 1 stem was uitgebragt op den heer Tollens en 1 briefje in blanco was gelaten. III. Benoeming van een Wethouder. Met 21 stemmen wordt de heer Stoffels bij vernieuwing benoemd, zijnde 1 briefje in blanco gelaten. De heer Stoffels. Ik dank de vergadering wel zeer voor dit vernieuwd blijk van vertrouwen, mij geschonken, onder verzekering, dat ik die her benoeming met algemeene stemmen op den hoogsten prijs stel. Ik wil dan ook met vernieuwden lust en moed deze betrekking aanvaarden, door mij gedurende veertien jaren vervuld, en hoop mij bij voortduring te zullen kwijten van de verpligtingenaan die betrekking verbonden. De Voorzitter. Is het streelend voor uw gevoel geweest met zulk eene overgroote meerderheid van stemmen op nieuw tot lid dezer vergadering te zijn gekozen, het moet u voorzeker niet minder streelend zijn met algemeene stemmen te zijn herbenoemd tot eene betrekking, gedurende veertien jaren door u met zooveel ijver en bekwaamheid vervuld. Ik wensch u van harte daarmede geluk, en niet minder het collegie van dagelijksch bestuur, dat daardoor het voorregt heeft uwe zoozeer gewenschte voorlichting te blijven behouden en hoopdat gij nog lang uwe beste krachten aan de gemeente Leyden zult kunnen wijden. De heer Stoffels. Het zij mij nog vergund, mijnheer de Voorzitter, u mijnen bijzonderen dank te betuigen voor de welwillende en vriendschap pelijke woorden, tot mij gesproken, en mij overigens bij vernieuwing inde welwillendheid van u en van den Raad aan te bevelen. Waar het kan of mag, reken op de mijne. IV. Benoeming van een ambtenaar van den burgerlijken stand. Met 21 stemmen wordt daartoe herbenoemd de heer Stoffels, zijnde 1 briefje in blanco gelaten. V. Benoeming van drie leden in het Bestuur voor het Werkhuis uit den Gemeenteraad. 34

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1867 | | pagina 1