X. Verzoek van J. H. Hoffmeistertot het erlangen van den vrijen
eigendom van den tuingrond naast het terrein waarop door hem een huis
wordt gebouwd.
Burgemeester en Wethouders radenovereenkomstig het advies van de
Commissie van Fabricagedeu bedoelden grond aan den requestrant in
vrijen eigendom af te staan, echter onder de voorwaarden, bepaald bij
raadsbesluit van 3 Februarij 1866.
De Commissie van Financiën acht zich verpligt te raden dit verzoek
voor geene gunstige beschouwing vatbaar te achten.
De Voorzit tee. De Commissie van Financiën is van oordeel, dat na
het eenmaal genomen besluit op de zaak niet moet worden teruggekomen.
De heer Hubrecht. Toen aan den heer van den Berg in het vorig
jaar de grond om niet werd afgestaan, kwam het mij billijk voor, dat aan
den heer Hoflmeister hetzelfde zoude vergund worden. Ik meen mij zelfs te
herinneren dat reeds toen in dezen Raad daarvoor stemmen zijn opgegaan.
Al is het dan op kleiner schaalde verzoeker heeft tochdoor op die strook
grond eene nette woning te bouwenhet aanzigt daar evenzeer verbeterd.
Ik zal dus voor het verzoek stemmen.
De heer van der Hoeven. Ik zal voor het voorstel der Commissie van
Financiën stemmen en acht het verzoek voor geene gunstige beschikking
vatbaar. Ik heb er vroeger tegen gestemd, toen de grond buiten de voor
malige Witte-poort kosteloos ter bebouwing aan van den Berg werd afge
staan. Wij hebben destijds verkeerd gedaan. Er werd wel gezegd, dat als
men den gronddie toen aangevraagd werdniet kosteloos afstondhet plan
van daar woningen te bouwen niet zou doorgaan. Ik voor mij was daar
voor destijds niet bevreesd. Ik moet evenwel van de Commissie van Finan
ciën verschillen, als zij de schikking, zooals die nu is, niet onbillijk noemt.
Ik vind het onbillijk dat van den een recognitie genomen wordt van grond,
terwijl juist daarnevens grond geheel vrij aan een ander wordt afgestaan.
Maar het laatste, ik herhaal het, heb ik destijds afgekeurd. Ook heeft de
tegenwoordige requestrant in de hem opgelegde voorwaarde genoegen geno
men. Omdat eenmaal verkeerd gehandeld ismoet nu niet tweemalen ver
keerd gehandeld worden. Ik acht het ongeraden het verzoek toe te staan.
De heer de Moen. De Commissie van Financiën heeft later ook niet
geadviseerd voor eene al te vrijgevige dispositie ten opzigle van van den
Berg. Hoffmeister heeft den grond niet onder andere voorwaarden verkre
gen dan eene matige recognitie, 5.26 per jaar. En daarom had de
Commissie wel gewenschtdat men zich later aan de betaling van recognitie
had gehouden, zoo als steeds voor allen gebruikelijk is. Dat voor den heer
van den Berg hiervan is afgeweken, geeft geen reden om het vroegere
besluit te vernietigen.
De Voorzitter. Ik zou ook gaarne zien dat aan adressant restitutie
werd verleend. Het is toch ontegenzeggelijk waar, dat het plaatsen zijner
woning aan dat gedeelte een sierlijk aanzien geeft, en daardoor de stal
daar ter plaatse, die gansch niet fraai is, uit het gezigt raakt. Op derge-
lijken grond werd het terrein aan van den Berg om niet afgestaan.
De heer Hartevelt. De heer van der Hoeven heeft gezegddat de
Kaad verkeerd heeft gedaan den grond aan van den Berg om niet af te
staan. Dat besluit is intusschen door de meerderheid van den Kaad geno
men. En nu komt het mij voor, dat een besluit, eenmaal door de meer
derheid van den Raad genomenhier niet moet bestempeld worden met
den naam van verkeerd. Dat zou weinig eerbied voor de besluiten van
den Raad toonen.
De heer van dee Hoeven. Ik heb volstrekt geen bedoeling gehad om
met het bezigeu van dat woord de meerderheid van den Kaad te kwetsen.
Naar mijne overtuiging heeft de Raad vroeger verkeerd gehandeld. Ik
heb daartoe niet medegewerkt en als ik nu het gevolg van het toen geno
men besluit beschouw, verheug ik mij des te meer daartoe niet te hebben
medegewerkt.
In omvraag gebragt wordt het voorstel van de Commissie van Financiën
verworpen met 15 tegen 2 stemmen.
Voor: de heeren van der Hoeven en de Moen.
Daarna wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders in omvraag
gebragt en aangenomen met 15 tegen 2 stemmen.
Tegende heeren van der Hoeven en de Moen.
XI. Verzoek van de Heyder en Co., tot het leggen van 1°. een dui
ker, 2°. eene draaibrug over de Oranjegracht, 3°. een ijzeren gezonken
wagenspoor.
Burgemeester en Wethouders raden, overeenkomstig het advies van de
Commissie van Fabricage, dit verzoek in te willigen, onder de voorwaarden
in het rapport der Commissie vermeld.
Aangenomen zonder discussie met algemeene stemmen.
XTT. Verzoek van A. H. Peskens, tot het leggen van eene stoep aan
den Stillen Kijn.
Burgemeester en Wethouders radenovereenkomstig het advies van de
Commissie van Fabricage, dit verzoek in te willigen.
Aangenomen als voren.
XIII. Voordragt tot onderhandsche verhuring:
o. van het huis buiten de voormalige Witte-poort
6. van het huis aan de Marendorps-achtergracht.
Wordt zonder discussie met algemeene stemmen aangenomen.
De heer van der Hoeven verlaat de vergadering.
XIV. Plan en voorwaarden:
a. tot herstelling van den wal en keldermuur aan de Hoogstraat.
De heer Meerburg. Volgens de teekening zal de aan te leggen muur
regt worden opgetrokken. Zal daaruit niet een vuilnishoop ontstaan? En
zou het niet beter zijn den muur eenigzins schuiner te nemen?
De heer Hubrecht. In onze Commissie is het een naauwgezet punt
van overweging geweesthoe de rigting voor te stellen maar wij kwamen
tot het besluit, dat, daar eene vernieuwing moest plaats hebben, eeneregte
rigting de voorkeur verdiende. Daarbij mag men veronderstellen dat,
indien later de gewelven hersteld mogten wordenmen evenzeer de nu
aangegeven rigting volgen zal.
De heer Meerburg. Ik vrees dat daar vuilnishoopen zullen komen. Men
is nu te veel voor regte lijnen gestemd. Vroeger stond men de kromme
of schuine voor. Ik maak er echter geen bepaald voorstel van.
Voorstel a wordt daarop met algemeene stemmen aangenomen.
b. Tot vernieuwing van eene brug op de Heerengracht bij het Kerk-
steegje.
De heer de Moen. Ik zou gaarne verlangen dat de brug in het belang
van de scheepvaart hooger gelegd werd. De heer Hubrecht heeft mij trou
wens reeds verzekerd dat dit zooveel mogelijk geschieden zal.
De heer Hubrecht. Hierop is in het bestek bijzonder acht geslagen,
en daarom wordt hier voorgesteld, evenals tot nu toe, een houten dek, ten
einde de bestaande doorvaart-hoogte te behouden. Anders zoude welligt eene
bestrating de voorkeur verdienen even als voorkomt in het andere bestek
voor de brug over de Oranjegrachtmaar dan zoude de oprid daarvoor te
veel moeten verhoogd worden, hetgeen bij de brug over de Oranjegraeht,
die lager kan wordenhet geval niet is.
Daarop wordt voorstel b met algemeene stemmen aangenomen.
c. Tot vernieuwing van eene brug over de Oranjegracht;
d. tot het schoonmaken, invoegen en herstellen der gemetselde wallen;
e. tot het schoonmakeninvoegen en herstellen der gemetselde bruggen.
Deze voorstellen worden zonder discussie met algemeene stemmen aan
genomen.
XV. Rekening van de stads-bank van leening, over 1866.
De Commissie van Financiën raadt die rekening goed te keuren en vast
te stellen in ontvang tot een bedrag van ƒ265119.99, in uitgaaf tot een
bedrag van 256003.79, alzoo sluitende met een batig saldo van ƒ9116.20
welke som rendanten gehouden zijn bij hunne eerstvolgende rekening in
ontvang te verantwoorden.
Wordt goedgekeurdhebbende de heeren Stoffels en ten Sandeals ren
danten van rekening, zich buiten stemming gehouden.
XVI. Rekening der dienstdoende schutterij over 1866.
De Commissie van Financiën stelt voor deze rekening goed te keuren
en vast te stellen in ontvang ad f 7750.20, in uitgaaf ad 6055.67-J
alzoo sluitende met een batig slot ad /1694.52J welke som door ren
danten in de eerstvolgende rekening zal moeten worden verantwoord.
Wordt goedgekeurd.
XVII. Suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrij
ving, dienst 1866, van:
a. het Werkhuis
b. het Gereformeerd Minnehuis;
c. het Gereformeerd Minne- of arme oude Mannen- en Vrouwenhuis.
De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en
raadt die goed te keuren en vast te stellen.
Worden zonder discussie met algemeene stemmen goedgekeurd.
Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering ge
sloten.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.
NB. De stukken betreffende het plan voor de waterverversching zullen later worden medegedeeld.