HANDElINfiEH TAS DES 6E1EEIITERAAD TAS 1EYDSS. 27. Zitting van Zaturdag 15 December 1866, geopend des namiddags ten 1 ure. Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler. Tegenwoordig de heeren Stoffels, KrantzHubrecht, Tollens, Wttewaall, van Wensen, Meerburg, Driessenvan Outeren, du Rieu, Scheltema, van Heukclomten bande, de Moende Fremery, Hartevelt, Cock, Kneppel- hout van Stcrkenburg, van der lloeven en Hoog. De heer lieleman gaf kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Zaturdag 8 December 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuidhollandvan den 4 c'n dezer maand, 13, n°. 7525 (3e afd.) G. S. n°. 21, waarbij wordt goedgekeuid het raadsbesluit van 19 November 11. tot den verkoop van een zeventigtal boomen. Deze wordt aangenomen voor kennisgeving. 2 Eene missive van den Commissaris des Konings, van den 7en dezer maand, A, 12714 (2° afd.), daarbij verzoekende, ten gevolge van de be noeming van 0. van der Muarcn tot commissaris van policie te Botterdam, het raadsbesluit van 19 October 11., wat de verhooging van diens jaarwed de aangaat, te wijzigen. De Voorzitter. Zoo als aan de heeren bekend is, heb ik bij die aan vrage om verhooging er uitdrukkelijk bijgevoegd, dat het eene personeele verhooging gold. Naar aanleiding van deze aanschrijving zou ik dus in o vei weging geven het raadsbesluit tot verhooging in dien geest te wijzigen. Dienovereenkomstig wordt besloten. De Voorzitter legt vervolgens over: Proces-veibaal van het opnemen der kas en boeken van den gemeente ontvanger, op den llden December 1866. Overeenkomstig de voordragt ivordt besloten dit voor kennisgeving aan te nemen en gedurende 14 dagen ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. De Voorzitter. Ik heb verder de eer te berigtendat de verkiezing van twee leden van den Gemeenteraad op 8 Januarij aanstaande zal plaats hebben en dat, volgens den rooster, tot leden van het hoofdbureau, onder voorzitterschap van den Burgemeester, zijn aangewezen de heeren van Kaat- hoven en van der Hoeven terwijl in het onderbureau zullen zitting hebben de heer Stoffels, als voorzitter, de heeren Meerburg en de Moen als leden. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter. Overeenkomstig de ons opgedragen last, heb ik eene conferentie gehad met de heeren Swaan en van Heyningenwelke daartoe geleid heeft, dat gemelde heeren ons hebben toegezegd over de zaak met de concessionarissen te zullen spreken en ons eerstdaags bij missive nopens den uitslag daarvan nader berigt zullen doen toekomen. Wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter. Ik wenschte nog te herinneren, dat in de jongste ver gadering door den heer Scheltema verzocht was de stukken betrekkelijk de ontwerpen wegens de plaatselijke directe belasting voor zijne rekening te doen drukken. Dat verzoek, als niet regtstreeks aan de orde, zou nader in overweging genomen worden. De heer Scheltema is daar later niet op teruggekomenik zou echter thans uwe vergadering voorstellen, dat het drukken dier ontwerpen ook voor rekening van de gemeente plaats vondeven als die van Burgemeester en Wethouders. Dienovereenkomstig wordt besloten. Aan de orde is: I. Benoeming van vier leden voor de plaatselijke schoolcommissie, bij periodieke aftreding. Voor deze en de volgende aan de orde gestelde benoeming worden de lieeren Scheltema, ten Sande en Kneppelhout van Sterkenburg door den Voorzitter aangewezen om met hem liet bureau van stemopneming uit te maken. Ter vervulling der eerste vacature zijn voorgedragen de heeren Mr. J. T. Buijs en Mr. J. Luzae. Met 16 stemmen wordt de heer Mr. J. T. Buijs bij vernieuwing be noemd, zijnde 3 briefjes in blanco gelaten. Voor de tweede vacature zijn voorgedragen Be heeren J. P. W. Scher mer en Dr. H. W. van der Mey. Met 15 stemmen wordt bij vernieuwing benoemd de lieer J. P. W. Schermer, zijnde 1 stem uitgebragt op den heer van der Mey, terwijl 3 briefjes in blanco waren gelaten. Voor de derde vacature zijn aanbevolen de heeren Dr. D. Bierens de Haan en Dr. J. A. Boogaard. Met 17 stemmen wordt bij vernieuwing benoemd de heer Dr. D. Bierens de Haanzijnde 2 briefjes in blanco gelaten. Eindelijk zijn voor de vierde vacature voorgedragen de heeren Dr. W N du Rieu en Mr. I. J. Del Baere. Met 16 stemmen wordt de heer Dr. W. N. du Eieu bij vernieuwing benoemd, zijnde 1 stern uitgebragt op den heer Del Baere, terwijl 2 brief- jes in blanco waren gelaten. De beer Hoog komt ter vergadering. 1866. II. Benoeming van een leeraar voor de natuurlijke historie aan de gemeente-instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs. De voordragt deswege is van den volgenden inhoud Op onze oproeping ter vervulling der betrekking van leeraar in de na tuurlijke historie aan de gemeente-instellingen van hooger en middelbaar onderwijs alhier, heeft zich slechts één sollicitant aangemeld, omtrent wiens geschiktheid wij de adviezen van den Inspecteur van het middelbaar onderwijs en van de plaatselijke commissie van toezigt hebben ingewonnen, welke wij de eer hebben bij deze aan u over te leggen. Wij nemen mitsdien de vrijheid u, naar aanleiding van art. 29 der wet van den 2en Mei 1863 (Staatsblad n°. 50), ter vervulling der vaceerendo betrekking van leeraar in de natuurlijke historie aan genoemde instellingen, aan te bevelen den heer H. Brongersma, candidaat in de wis- en natuur kundige wetenschappen aan de alhier gevestigde hoogeschool." Met 15 stemmen wordt benoemd de heer H. Brongersma; zijnde I stem uitgebragt op Prof. J. van der Hoeven, terwijl 4 briefjes in blanco waren gelaten. III. Het tweede suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting over 1866. Wordt vastgesteld, zoo als het is overgelegd. IV. Suppletoire begrooting, dienst 1866. De voordragt luidt als volgt "Bij raadsbesluit van den 7Jerl Junij dezes jaars, goedgekeurd door Ge deputeerde Staten van Zuidholland den 21en Augustus daaraanvolgende, werd een suppletoire staat van begrooting vastgesteld ter somma van ƒ18000, tot welk bedrag de kosten der vernieuwing van de Blaauwpoortsbrug zijn gesierd en tot dekking waarvan, naar luid van de artt. 213 en 214 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85), in ontvang werd aangewezen eene gelijke som, als opbrengst van verkoop van Inschrijvingen op het Grootboek der Nationale Werkelijke Schuld. Wij nemen thans de vrijheid u voor te stellen dat besluit in te trekken en het te doen vervangen door het hiernevens gevoegde, waardoor aan de gelden, op Hoofdstuk V, art. 1, volgn. 42, van de Ontvangst der loopende dienst boven het daarvoor bij de begrooting uitgetrokken cijfer aanwezig, bestemming wordt gegeven. Deze gelden laten zich specificeeren bij de volgende postenG. Rietbergen en J. van Leeuwenverkoop voor afbraak van ambtenaarshuisjes ƒ229; A. W. Sythoffgrond aan de Koepoortsgracht ƒ555 C. T. Steffelaar, grond aan de Mare-poort f705 D. A. Schretlen en C0., grond aan den Vestwal 2626.87^, de Wed. S. Gobes en Zn, verkoop der klokken van de Witte-poortƒ2073; verkoop der gebouwen aan de voormalige Mare-poort f 4000; Leydsche broodfabriekgrond ƒ3500- Kon. Nederl. Grofsmederij grond 4900." De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en raadt dien staat vast te stellen. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. V. Voordragt tot continuatie der onderhandsche aanbesteding van het onderhoud der plantsoenen. Die voordragt is van den volgenden inhoud "Op het adres van J. Bolt, aannemer van het onderhouden en schoon houden der plantsoenen, waarbij deze de continuatie verzoekt voor den tijd van 3 jaren, bij onderhandsch contract van de daarvoor gedane aanneming, tegen eene jaarlijksche som van 566.67, hebben wij de eer u te berig ten, dat deze naar behooren aan zijne verpligting voldoet en met zorg alles aanwendt, waardoor die plantsoenen zich sierlijk aan het oog voordoend- redenen waarom wij de vrijheid nemen u te radenandermaal" dit onder houdop de bestaande voorwaarden, voor 3 jaren onderhands aan hem te gunnen." De heer van der Hoeven. Ik heb geene de minste consideratie tegen de zaak zelve, dan alleen dit. Er is voorgeschreven, dat dergelijke adres sen moeten worden ingediend op zegel. Dat is dan ook hier geschied. Maar het komt mij voor, dat de datum, waarop men zich adresseert, nog meer essentieel is dan het zegel. En die datum ontbreekt hier. Op zoo" danige wijs zou men hetzelfde adres wel bij alle mogelijke gelegenheden kunnen gebruiken. Behoeft er geen datum bijgevoegd te wezen? De Voorzitter, Het is toch gedateerd op het register der ingekomen stukken. De heer van der Hoeven. Ik hoor daar bovendiendat die datering op het stuk zelf niet vereischt wordt. Is dat zoodan kan ik er in be rusten. De voordragt wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VI. Voorwaarden van verhuring a. van het land in den stadspolder; b. van het grasgewas op de singels. De heer de Moen. Die letters zijn hier gecombineerd voorgesteld ter behandeling. Intusschen heb ik, alleen met betrekking tot letter b, in den aanhef van het laatste artikel der voorwaarden geziendat het zal zijn eene openbare verhuring. Tk moet dus vragenof dieonder letter a bedoeld dan niet evenzeer openbaar zal zijn, daar ik dit niet heb gevonden. De Voorzitter. Zij zullen beiden openbaar zijn. De heer de Moen. In de voorwaarden van aanbesteding staat het niet. De Voorzitter. Het zal er alsnog bijgevoegd worden. 46

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1866 | | pagina 1