HAHDELM TAN OER GEMEENTERAAD TAN LBYDEN.
21.
Zitting van Donderdag A October 1866,
geopend des namiddags te 2 ure.
Voorzitter: de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler.
Tegenwoordig de hoeren Tollens, Stoffels, Holtz, de Moen, Hoog, ten
SandeLezwyn van Outerenvan Kaathovende Fremeryvan der Hoe
venvan Heukelom, du Rieu, Tieleman en Meerburg.
De heeren van Wensen, Hartevelt, Hubrecht en Scheltema gaven kennis
verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen.
De Voorzitter stelt aan de orde
I. Beëediging en installatie van het nieuw inkomend raadslid, den heer
A. Tieleman.
De Voorzitter verzoekt den Secretaris aan den nieuw benoemde de eeden
voor te lezen, voorgeschreven bij art. 83 der grondwet en 39 der gemeente
wet, welke eeden vervolgens door den heer Tieleman in handen des Voor
zitters worden afgelegd.
De Voorzitter. Ik wensch u geluk met het blijk van sympathie, dat
gij mogt ondervindenen met het vertrouwendoor de ingezetenen in u
gesteld. Ik hoop dat uwe tegenwoordigheid in onze vergadering der belan
gen dezer gemeente zal bevorderlijk zijn en gij in deze uwe betrekking de
meeste zelfvoldoening zult mogen smaken.
De heer Tieleman. Mijnheer de Voorzitter! Ik betuig u mijn opregten
dank voor uwe vriendelijke toespraak, de welwillendheid waarmede ge mij
in het midden dezer vergadering ontvangt en voor de wensohen mij toegebragt.
Nooit had ik gedacht eene plaats in deze raadsvergadering te zullen inne
men. De drang misschien al te sterke drang mijner vrienden, op
gevolgd door een voor mij al te vereerenden uitslag der stemming, maar
bovenal, het geloof aan de Goddelijke Voorzienigheid, die alles bestuurt,
hebben mij er toe gebragt deze betrekking te aanvaarden, hoewel niet
zonder veel aarzelingomdat ik mij van mijne zwakheid en onbekwaamheid
tot de vervulling van deze gewigtvolle taak bewust ben. Ik wensch, onder
uwe wijze en voorzigtige leiding, de adviezen, die door bekwame en ervaren
leden worden uitgebragt over de belangen, die der vergadering ter behan
deling zullen worden voorgedragen, mij ten nutte te maken, om alzooon
der den Goddclijken zegen, aan de stoffelijke en zedelijke welvaart der
burgerij, die meestal onafscheidelijk zamenhangt, eenigermate dienstbaar te
mogen wezen. Voorts beveel ik mij in de welwillendheid en toegenegenheid
van al de heeren raadsleden nederig aan.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 20
September 11. worden gelezen en goedgekeurd. (Onder de lezing komt de
heer Meerburg ter vergadering.)
De Voorzitter deelt mede
1°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten der provincie Zuidholland,
van den 25 September 1866, B. n°. 5966 (3e afd.)G. S. n°. 46, waarbij
wordt goedgekeurd het raadsbesluit van 16 Augustus bevorens, tot wijziging
der gemeente-begrooting voor 1866zoo in ontvang als in uitgaaf.
2°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten dezer provineie, dd. 25 Sep
tember jl.B. n°. 5821 (3e afd.), G. S. n°. 47, behelzende goedkeuring
van het raadsbesluit van 16 Augustus 1866, tot af- en overschrijving op
de gemeente-begrooting voor 1866.
Deze worden aangenomen voor kennisgeving.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Adres van A. J. Wetrens, tot het in gebruik bekomen der stads
gehoorzaal, gedurende het aanstaande wintersaizoenop Vrijdag avond van
elke weektot het houden van oefeningen door de Leydsche Zangvereeniging.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres te stellen in handen
van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad.
2°. Adres van W. J. Wijtenburg c. s., houdende bezwaren tegen het leg
gen van trottoirs in de Maarsraanssteeg.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres aan te houden tot
de behandeling van dit onderwerp bij de begrooting.
De Voorzitter. Ook is nog ingekomen een adres van het bestuur dei-
Nationale Zangvereeniging, om het gratis-gebruik der stads gehoorzaal op
Maandag avond 5 November ek.ter viering van het jaarfeest dier vereeni-
ging. Ik stel voor dit als gewoonlijk toe te staan.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Aan de orde is voorts:
II. Benoeming van een hulponderwijzer 4d° klasse aan de openbare lagere
school n°. I voor onvermogenden.
De heeren Hoog, de Moen en de Frcmery worden door den Voorzitter
aangewezen om met hem het bureau van stemopneming uit te maken.
De voordragt is van den volgenden inhoud:
//Wij hebben de eer u bij deze, ter benoeming van een hulponderwijzer
der 4de klasse aan de openbare lagere school n°. i voor onvermogenden
een drietal aan te bieden door ons in overleg met den hoofdonderwijzer der
school en den districts schoolopziener opgemaakt en bestaande uit de navol
gende personen: Jacob van Duyn, hulponderwijzer te Noordwijk a/Z; Hen
drik Wilhelm Bosmanhulponderwijzer te IlazerswoudeJohannes Hubertus
Nieuwlandhulponderwijzer aan eene der openbare lagere scholen alhier.
Wij meenen hierbij te moeten opmerken dat alleen de twee eerste voor
bovengenoemde betrekking in aanmerking wenschen te komen, zijnde de
1866.
derde door ons op de voordragt geplaatst uitsluitend om te voldoen aan de
letterlijke bepaling van art. 22, 2de alin., der wet van 13 Augustus 1857
(Staatsblad n°. 103)."
De uitslag der stemming is, dat met 14 stemmen benoemd wordt J. van
Duyn, zijnde 1 briefje in blanco gelaten.
III. Regeling van het bestaande hulppersoneel op de openbare lagere
scholen.
De heer van Heukelom. Ik moet mijnen dank brengen voor de nauw
keurigheid waarmede die lijst is opgemaakt en waardoor het ons mogelijk is
geworden een volledig overzigt te krijgen van ons gansche onderwijzend
personeel. Het doet mij echter leed dat het woord -vacant" daarop zoo
schitterend dikwijls voorkomt. Ik wenschte wel te weten of wij ons met
het vooruitzigt mogen verheugen dat in die vacaturen spoedig zal worden
voorzien.
De Voorzitter. De oproepingen zouden heden in de courant komen.
De heer van der Hoeven. Ik had dezelfde aanmerking willen maken
als de heer van Heukelom. Ik heb ook dat woord //vacant'^ zeer dikwijls ge-
vonden; maar als ik nu hoor, dat het voornemen bestaat die open plaatsen
spoedig te doen aanvullen, heb ik er vrede mede.
De voordragt wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
IV. Suppletoir kohier van de plaatselijke directe belasting over 1866.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd.
V. Staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting.
De Commissie van Financiën berigt dat zij zich daarmede wel kan ver
eenigen en de vrijheid neemt te raden dien staat goed te keuren.
De heer Tollens. Ik mag niet ontveinzendat ik die som allerver
schrikkelijkst hoog vind. Toen de hoogere burgerschool werd daargesteldkon
men zeker niet al de kosten eieren, maar dat de primitieve som van/"60000
now zou moeten worden verhoogd met ƒ11000, komt mij te eenenmale
onverklaarbaar voor. Het is hier al weer een fait accompliwaarop niet
is teru°- te komen. De gemeente heeft de schuld gemaakt en deze zal
moeten^ worden betaaldhoe drukkend dat ook wezen moge voor de kas.
Wij zullen bovendien zeer veel moeite hebben om door de gemeente-belas-
tinwen aan de gelden te komen, die voor de gemeente-huishouding over
een volgend jaar noodig zijn. De nu nog gevraagde som heeft mij zeei
gefrappeerd.
De heer Stoffels. Ik moet in consideratie geven, dat de som niet met
f 11000 is overschreden. Er waren 6000 toegestaan voor de behoeften
der hoogere burgerschool. Maar voor eene school van zooveel omvang,
waar zooveel meubelen en zaken van verschillenden aard worden vereischt,
waar zooveel behoeften zijn, gelijk nader is gebleken, was met vooraf te
berekenenwelke uitgaven men zou hebben te doen. De architect heelt
zelf verklaard, dat dit niet te berekenen noch te begrooten was, en voor
geene aanneming vatbaar.
De heer Tollens. Uit de in de leeskamer voorhanden stukken, zoo als
ik ze weiezen heb en ik vertrouw dat dit bij de overige heeren ook
wel het weval zal geweest zijn was niets anders op te maken, dan dat
er now 11000 noodig waren boven de vroeger voor de stichting aange
vraagde som van f 60000, zoodat er werkelijk 11000 meer wordt ge
vraagd dan aanvankelijk was gecierd.
De heer van Outeren. Ik ben het niet in allen deele eens met bet
ween door den heer Tollens is opgemerkt. Er is vroeger eene som van
6000 voor het meubilair der hoogere burgerschool aangevraagddoch nu
blijkt dat f 5000 meer zijn uitgegeven. Ik ben voor de voordragt, maar
ik voeg er den wensch bij dat het nu ook daarbij blijven mag, want dc
uitgaven voor die school zijn reeds zeer hoog.
De heer van Kaathoven. Ik deel grootendeels de geopperde bezwaren.
Ik hoor nu dat de som van 6000 vroeger is aangevraagd, maar is zij
ook toegestaan
De heer Stoffels. Ja.
De heer de Fremery. Ik moet erkennen, dat het beter ware geweest,
om bij het rapport te verwijzen naar de voorloopige goedkeuring in der
tijd door den Raad gegeven; dan zou gebleken zijn, dat er thans niet
meer dan f 5000 boven die raming benoodigd is. Dat dit met te min
zeer hoow is, moet ik toegeven; maar het is aan het dagelijksch bestuur
niet mogelijk geweest bij voorbaat te zeggen wat er voor de verschillende
leervakken benoodigd zoude zijnom de docenten in staat te stellen met
vrucht het aan hun opgedragen onderwijs te geven. Wanneer het gold eene
school voor lager onderwijs, waarvan reeds meerdere zijn opgerigt, kon
men zeer zeker vooraf weten, wat er noodig zoude zijn; maar het betrof
eene weheel nieuwe zaak. Daarop moet en mag mendunkt mijwel in
dachtig zijn bij de beoordeeling van de thans gevraagde overschrijving.
De Voorzitter. Wat ik omtrent deze zaak wilde zeggen, zal thans
niet meer noodig zijn, daar bereids voldoende toelichtingen zijn gegeven.
De voordragt, in hoofdelijke omvrage gebragt zijnde, wordt aangenomen
met 14 stemmen tegen 1 die van den heer ten Sande.
De Voorzitter. Nu de stemming is afgeloopen, wil ik gaarne verkla
ren dat mij het voorgevallene leed doet en ik in het vervolg zal waken
tegen dergelijke fails accompli*, en als er in het vervolg dergelijke af-
en overschrijving moeten plaats hebben, zal er zorg worden gedragen,
dat de vergadering er in tijds mede worde bekend gemaakt.