De heer de Eremery. Bij het aangevoerde door de vorige sprekers ten
voordeele van de voorgestelde verhooging moet ik nog voegendat het tot
hiertoe nog niet is gebleken, dat het getal hulponderwijzers, dat zich aan
meldt zoo overvloedig is. Ook de uitslag van het laatst afgenomen voor-
jaars-examen bewijst, dat vooreerst nog geeue vermeerdering van bekwame
sollicitanten te verwachten isen terwijl de tractementen voor de hulponder
wijzers der 3® en 4° klasse op de scholen voor meer uitgebreid lager onder
wijs worden verminderdacht ik de hier voorgestelde verhooging raadzaam
en billijk, omdat daardoor het uitzigt op verbetering wordt geopend, en dit
gunstig werken kan, om bekwame jongelingen te bewegen zich aanvankelijk
met eene kleine bezoldiging te vreden te stellen.
De heer du Bieu. Als dat alles waar isdan zou ik haast moeten zeg
gen dat de verhooging geheel overtollig is, want dat wij dan geen meer
onderwijzers zullen bekomen.
De heer DB Fremery. Wij nemen hier slechts een tijdelijken maatre
gel, door bijzondere omstandigheden daartoe genoodzaakt. Zoolang het
getal hulponderwijzers gering blijft, acht ik dezen maatregel raadzaam.
De heer du Kieu. Ik doe thans het bepaalde veorstel om de voorge
stelde tractementen van de hulponderwijzers van de eerste en tweede klasse
van f 700 en f 600 terug te brengen op f 600 en f 500.
Dat voorstel wordt voldoende ondersteund.
De heer Goudsmit. Als de vorige spreker had aangetoonddat bij de
tegenwoordig bestaande jaarwedden het getal sollicitanten bij het ontstaan
van vacatures overvloedig of zelfs maar voldoende is geweest, dan zou hij
zijn amendement hebben geregtvaardigdmaar nu mogen wij het er niet op laten
aankomennoch tractementen vaststellenniet naar den maatstaf van hetgeen
ismaar naar dien van eene hoop of wenschdie zich welligt eerst na vele
jaren zou kunnen verwezenlijken. Het is niet gebleken, dat, als er eene
vacature is, het aantal goede sollicitanten legio is. Ik zeg van goede solli
citanten, want sollicitanten zijn er altijd, voor alle mogelijke posten, zelfs
voor dien van minister van justitie.
De heer du Bieu. Ik moet toch doen opmerkendat zij die naar de
betrekking van onderwijzer solliciteren zijn voorzien van acten of diploma's
verkregen na afgelegd examen. Wanneer zij die bewijzen overleggen, dan
geven zij blijk van bekwaamheiden mag men hen als geschikte personen
voor de opengevallen betrekkingen beschouwen. Het is iets geheel anders
als zich geene sollicitanten voordoendan moet men de menschen koopen.
Maar anders neem ik aandat de sollicitanten bekwame en geschikte per
sonen zijn.
De heer Goudsmit. Ik behoef het niet te ontveinzendat men niet altijd
op diplomata alleen kan afgaanwaar het geldt de keus van een onderwijzer.
Men kan streng onderzoek doenof iemand eene zekere dosis heeft van
aangeleerde kundigheden, maar of iemand practicale geschiktheid heeft voor
eene zekere betrekking, of iemand al de daarvoor noodige innerlijke en
uiterlijke hoedanigheden en eigenschappen bezit, kan door een diploma
alleen niet worden uitgemaakt. Men zal dus nog altijd moeten onderzoeken
of de gediplomatiseerde en als het ware geijkte persoon toch wel is de regte
man op de regte plaats.
De heer van der Hoeven. Ik moet zeggen dat ik het aanvankelijk
met den heer du Bieu eens was, maar dat ik na de gehouden discussie
van mijn gevoelen ben teruggekomen. Ik zal dus tegen het amendement
stemmen.
In omvraag gebragt wordt het amendement van den heer du Bieu ver
worpen met 14 tegen 3 stemmen.
Yoorde heeren du Bieude Moen en ten Sande.
Art. 1 wordt daarop goedgekeurd.
Art. 2 luidt aldus:
//Op de openbare lagere scholen, vermeld bij art. 1 der verordening rege
lende het aantal scholen, onder lett. e,
wordt aan den hoofdonderwijzer toegelegd eene jaarwedde van vijftien hon
derd guldenbenevens vijf ten honderd der schoolgelden.
Ingeval hem geene vrije woning kan verschaft worden, ontvangt hij eene
vergoeding voor huishuur ten bedrage van twee honderd gulden.
Aan de hulponderwijzers wordt toegelegd eene jaarwedde van:
aan den hulponderwijzer der 1® klassef 750.
ff ff «2® ff 650.
u u 1®° ff 3® ff ff 600.
u 2®n "3° 550.
3®n 3® u 500.
len "4° 400.
u 2en e 4® 350.
ff 3®D f ff 4® 300.
Ten behoeve van eiken kweekeling wordt aan den hoofdonderwijzer jaar
lijks eene toelage verleend van ten hoogste zeventig geldenonder de kwee-
kelingen naar bekwaamheid te verdeelen.
Aan de hoofdonderwijzeres wordt toegelegd eene jaarwedde van dertien
honderd guldenbenevens vijf ten honderd der schoolgelden.
Ingeval haar geene vrije woning kan verschaft wordenontvangt zij eene
vergoeding voor huishuur ten bedrage van twee honderd gulden.
Aan de hulponderwijzeressen wordt toegelegd eene jaarwedde van
aan de hulponderwijzeres der 1® klasse700.
1® 2" 600.
2® ff ff 2® ff 500.
ffffl® 3® 450.
2® 3° 400.
ff"l® ff ff 4® 350.
2® f 4® 300.
Ten behoeve van elke kweekelinge wordt aan de hoofdonderwijzeres jaar
lijks eene toelage verleend van ten hoogste zeventig gulden, onder de
kweekelingen naar bekwaamheid te verdeelen."
De heer du Bieu. Natuurlijk ben ik ook tegen art. 2 gestemd, om
dezelfde redenen als tegen art. 1.
1866.
De heer de Moen. Ik ben cr ook tegen. En als het zoo voortgaat,
waar moet het dan heen? Dan zullen de uitgaven voor het onderwijs al
meer en meer stijgen.
Art. 2 wordt daarop goedgekeurd met 14 tegen 3 stemmen.
Tegen: de heeren du Bieu, de Moen en ten Sande.
Art. 3 luidt aldus:
f Op de openbare lagere scholenvermeld bij art. 1 der verordening
regelende het aantal scholen onder lett. d
wordt aan den hoofdonderwijzer toegelegd eene jaarwedde van zeven
tien honderd gulden, benevens vijf ten honderd der schoolgelden.
Ingeval hem geene vrije woning kan verschaft worden, ontvangt hij
eene vergoeding voor huishuur ten bedrage van twee honderd gulden.
Aan de hulponderwijzers wordt toegelegd eene jaarwedde van:
aan den hulponderwijzer der 1" klasse850.
ff" ff 2® ........ff 700.
len ff 3® ff ff 600.
2en 3° 500.
len 4" 450.
2en 4® 400.
Ten behoeve van eiken kweekeling wordt aan den hoofdonderwijzer jaar
lijks eene toelage verleend van ten hoogste zeventig guldenonder de kwee
kelingen naar bekwaamheid te verdeelen.
Aan de hoofdonderwijzeres wordt toegelegd eene jaarwedde van vijftien
honderd gulden, benevens vijf ten honderd der schoolgelden.
Ingeval haar geene vrije woning kan verschaft worden, ontvangt zij eene
vergoeding voor huishuur ten bedrage van twee honderd gulden.
Aan de hulponderwijzeressen wordt toegelegd eene jaarwedde van
bij de 2e afdeeling:
aan de hulponderwijzeres der 1® klassef 700.
ff le 2e ff ff 600.
ff ff 2e ff 2e ff ff 600.
3e 450.
le 4e 400.
ff ff 2e 4e 350.
bij de le afdeeling:
aan de hulponderwijzeres der le klasse800.
"ff ff "2e ff.ff 600.
den leeraar voor de wis- en natuurkunde 800.
f geschiedenis200.
Ten behoeve van elke kweekelinge wordt aan de hoofdonderwijzeres jaar
lijks eene toelage verleend van ten hoogste zeventig gulden, onderdekwee-
kelingen naar bekwaamheid te verdeelen."
De heer de Moen. Ik verlang geene stemmingmaar ik verklaar mij
ook tegen dit artikel.
Het artikel wordt goedgekeurd.
Art. 4 luidt aldus
De tegenwoordige titularissen blijven in het genot der hun toegekende
jaarwedden, voor zoover deze hooger mogten zijn dan bij deze verordening
is bepaald, en wordt deze regeling op hen niet eerder toegepast dan bij
eventueele bevordering tot eene betrekking waaraan eene hoogere jaarwedde
is toegekend."
De heer de Moen. Ik wenschte gaarne inlichting te verkrijgen wat het
geval zal zijnals de tegenwoordige titularissen nu minder zullen bekomen
dan zijdiehoezeer later aangesteldvolgens deze verordening hooger
jaarwedden zullen bekomen. Ik vind dat onbillijk.
De Voorzitter. De vorige artt. geven aan, welke de tractementen in
het vervolg zullen zijn.
De heer de Moen. Ik geloof toch dat dit tot ongelijkmatigheid zal
aanleiding geven. Een hulponderwijzer, die thans 700 geniet, zal volgens
het voorstel f 750 verkrijgen. Breng ik dit nu in verband met art. 4,
dan behoudt hij, hoezeer vroeger benoemd, slechts ƒ700.
De Voorzitter. Aan eiken overgang zijn bezwaren verbonden.
Art. 4 wordt daarop goedgekeurd.
Het concept wordt aangenomen met 14 tegen 3 stemmen.
Tegen: de heeren du Bieu, de Moen en ten Sande.
Komt in behandeling concept n°. 4
BAADSBESLUIT regelende de heffing nan schoolgelden op de open
bare lagere scholen te Legden.
Het luidt als volgt:
"Er zal, te beginnen van het hieronder vermelde tijdstip, als schoolgeld
voor het bezoeken der openbare lagere scholen in deze gemeente verschul
digd zijn, door de ouders of voogden der ter school gaande kinderen, voor
ieder kind bezoekende de scholen vermeld bij art. 1 der verordening bepa
lende bet getal dier scholen,
onder letter b, voor den morgen- en middagschooltijd één cent per dag,
voor den avondschooltijd één cent per dag,
voor twee of meer kinderen uit één gezingelijktijdig ter school gaande
wordt het bedrag voor elk kind gesteld op de helft;
onder letter c, vier gulden per drie maanden,
voor twee of meer kinderen uit één gezin, gelijktijdig ter school gaande
waar een gelijk schoolgeld geheven wordtwordt het bedrag voor ieder kind
gesteld op drie vierden;
onder letter d, vijftien gulden per drie maanden,
voor twee of meer kinderen uit één gezingelijktijdig ter school gaande
waar een gelijk schoolgeld geheven wordt, wordt het bedrag voor elk kind
gesteld op drie vierden.
Op de scholen onder letter a wordt het onderwijs kosteloos gegeven.
Bij tusschentijds verlaten der school wordt geene teruggave toegestaan.
Men is gehouden het schoolgeld vooruit te betalendoch er is geen
schoolgeld over de ingetreden drie maanden verschuldigd voor de leerlin-
21