nu iets tegen, dat die heer Smit bovenaan worde geplaatst, dan had hij
dunkt mij, ook in het geheel niet moeten zijn voorgedragen. Maar is er
eene bijzondere reden, waarom hij nooit hooger wordt geplaatst, dan
wensehte ik dat gaarne te weten.
De Voorzitter. Hetgeen door u is medegedeeld, is mij geheel en al
onbekend. Maar vermoedelijk zal de heer Stoffels u daaromtrent nader kun-
nen inlichten.
De heer Stoffels. Ik zal dienaangaande iets ter toelichting kunnen
mededeelen. In de eerste plaats kan ik zeggen, dat de heer Smit werkelijk
is geexamineerd en toegelaten en als hulponderwijzer alzoo de faculteit heeft
bij de wet gevorderd, en dat ook werkelijk de stukken in den Haag zijn
en alzoo met ter inzage konden liggen. Ik kan verder mededeelen", wat
den heer Smit betreft, dat, naar mij verzekerd is door een der hoofdonder
wijzers, onder wien hij werkzaam is, hij een knap mensch is. Toen hij voor
de eerste maal op de voordragt stond, heeft hij niet begeerd bovenaan te
komen, daar hij nog niet de geschiktheid had om aan het hoofd eener
groote klasse te staan. Die mindere geschiktheid is later aanmerkelijk ver
beterd. Stellig behoorde hij tot een der kundigste. Ik moet dan ook zeg
gen dat het mij verwonderde dat Smit het laatst op de aanbeveling voorkwam.
Die voordragt is nu wel gemaakt door Burgemeester en Wethouders, na den
schoolopziener en den hoofdonderwijzer te hebben gehoord; maar ik voor
mij zou hem gaarne bovenaan gezien hebben. Hij is wel waardig op het
drietal te paraderen. Ik zeg dat hier openlijk.
De heer van Kaathoven. Van wien is die voordragt afkomstig?
Dw ^eer ,ST0F.FELS- De voordragt wordt opgemaakt door Burgemeester
en Wethouders in overleg met den hoofd-onderwijzer en den schoolopziener.
De heer van Kaathoven. Ik dacht, dat de schoolopziener slechts eene
adviserende en geen beslissende stem had.
De heer Stoffels. Ik heb op de zaak zelve niet willen influenceren.
de benoeming overgegaan zijnde, is de uitslag der stemming, dat
bij 20 stembriefjes, overeenkomende met het getal der tegenwoordige leden,
15 stemmen worden uitgebragt op P. M. Smit en 5 op J. H. Nieuw-
land; weshalve benoemd is P. M. Smit.
Jïï. Voordragt tot af- en overschrijving op de gemeente-begrooting,
dienst 1865*
De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en neemt
de vrijheid tot de vaststelling daarvan te raden.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Voordragt tot het verleenen van eervol ontslag aan de ambtenaren
bij de plaatselijke belastingen.
Deze voordragt is van den volgenden inhoud:
"De ambtenaren bij de actieve dienst der plaatselijke belastingen werden
vroeger voor hun leven aangesteldbehoudens nieuwe benoemingenwan
neer zij ten gevolge van ontstane vacaturen mogten bevorderd worden.
In latere jaren heeft uwe vergadering ook voor hendie reeds in dienst
dezer gemeente waren, eene jaarlijksche benoeming verlangd en zelfs was
hunne benoeming voor het loopende jaar slechts voor vier maanden, na
melijk tot en met den 30"> April, wanneer de heffing van plaatselijke
verbruiksbelastingen ophoudt.
Zoo lang niets op deze ambtenaren viel aan te merkenwas dit geen be
zwaar en kon geacht worden de jaarlijksche herbenoeming hun tot eer te
verstrekkenvermits zij geacht mogt worden het zegel te zetten op hun
ten vorigen jare gehouden gedrag.
Nu evenwel, bij het ophouden van hunnen diensttijd, zou hieruit dit
bezwaar voor hen kunnen ontstaan, dat zij, om elders geplaatst te worden,
in het geval zouden kunnen komen, dat van hen het bewijs van een eervol
ontslag werd verlangd en dit aan hen niet zoude kunnen afgegeven worden,
als zijnde hieromtrent door u nog geen besluit genomen.
Wij nemen dientengevolge de vrijheid u voor te dragen, aan de ambte
naren van de actieve dienst bij de plaatselijke belastingen, die, tengevolge
der afschaffing van de plaatselijke verbruiksbelastingen, met het einde der
maand April dezes jaars uit hunne betrekking worden ontslageneen eervol
ontslag toe te kennen, opdat zulks hun zoude kunnen strekken tot bevor
dering hunner belangen".
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
V. Concept-verordening tot intrekking en [buiten-werking- stelling der
verordeningen van 31 December 1855 en 11 Februarij 1864 omtrent het
openen der poorten en boomen dezer gemeente.
Het eenig artikel is van den volgenden inhoud:
"De verordeningen van den 31 December 1855 en II Februarij 1864,
omtrent het openen der poorten en boomenworden van af den l,n Mei
dezes jaars ingetrokken en buiten werking gesteld".
De heer van der Hoeven. Ik heb op de zaak niet de minste reflexie.
Maar ik zou willen vragen of er eene bepaalde reden bestaat om te lezen:
//van af den 1 Mei". Men zou toch kunnen zeggenop of met l Mei. Als
Burgemeester en Wethouders er geene bedenking tegen hadden, zou ik wel
in overweging willen geven dat van af te veranderen in met of op.
De Voorzitter. Ik heb er geene de minste bedenking tegen. Maar
die uitdrukking wordt toch nog al veel gebruikt.
De heer van der Hoeven. Tegen de tijdsbepaling zelve heb ik geene
bedenking. Van af moet niet voorafgaanmaar het zou dan moeten wezen
»van den 1 Mei af'. Ik weet wel dat van af honderd malen wordt ge
bruikt; maar als de heer de Vries ouder onze leden was, zou hij zich
zeker met mijn gevoelen vereenigen. Ik geloof niet dat de uitdrukking goed
Hollandsch is.
De Voorzitter. Ik stel dan voor, de verordening aan te nemen, zoo
als zij is voorgelezenmet de wijziging van de woorden van af in met.
Met die wijziging wordt de verordening zonder hoofdelijke omvrage
aangenomen.
VI. Adres van Sara Lagas, weduwe van den gaarder Hendrik Eggink,
om te mogen deelen in de gunstige beschikking van 29 Maart 1866.
De conclusie van het rapport der Commissie van Financiën luidt als volgt
Na kennis genomen te hebben van het daaromtrent uitgebragt rapport van
Burgemeester en Wethouderswaarmede zij zich wel kan vereenigenneemt
de Commissie de vrijheid u dienovereenkomstig te raden, het raadsbesluit
van 29 Maart jl. alsnog op de requestrante toe te passen en haar alzoo
toe te leggen eene som van f 104 97, zijnde het bedrag der bezoldiging
van wijlen haren man over 2 maanden en 9 dagen"
De heer Stoffels. Het voorstel berust geheel op billijkheid, en ik ben
er daarom zeer voor.
Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
VII. Adres van W. Wijn nobel, tot verhooging van het aan hem toe te
leggen pensioen.
De conclusie van het rapport der Commissie van Financiën luidt als volgt
"De Commissie van Financiën neemt de vrijheid u, in overeenstemming
met de voordragt van Burgemeester en Wethouders, te raden, des adres-
sants pensioen te bepalen op /"346.50 en voor de 8 maanden de^s jaars
na 1° Mei op of f 231.00."
De heer Hoog. Ik geloof, dat het verzoek allezins is geadstrueerd
in het rapport, dat wij er bij gekregen hebben, en ik kan er mij dus
zeer mede vereenigen.
Wordt op gelijke wijze aangenomen,
VIII. Adres van I. Wijnbeek, korenmeter, tot het bekomen van pen
sioen bij het ophouden van de heffing van plaatselijke verbruiks-belastingen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor op gronden van billijkheid
den adressant als toelage toe te kennen J zijner inkomstenberekend te°-en
f 90, en alzoo voor 1866 over 8 maanden f 40 en vervolgens f&O per jwr
De Commissie van Financiën vindt mede termen hem eene toelage te
verleenen en wil hem, bij de bepaling dier toelage, met de meest begun
stigde ambtenaren gelijk stellen en die stellen op -| zijner aangegeven in
komsten, en alzoo over 1866 voor 8 maanden op f 40 en over 1867 en
1868 op 60, even als dit door Burgemeester en Wethouders is voorge
steld, maar niet gelijk deze het hem als pensioen voortdurend verleenen
maar slechts over de drie aangegeven jaren en niet langer.
De heer Hoog. Ik heb geene aanmerkingen vereenig mij gaarne met
het rapport der Commissie, vooral met het laatste gedeelte, voor zooveel
dat eene afwijking is van het rapport van Burgemeester en Wethouders.
De heer van Outeren. Ik vereenig mij met het advies, door Buige-
meester en Wethouders uitgebragt. Het is eene toelHge, die niet op strikt
regt, maar op welwillendheid gegrond is; en een man van dien leeftijd zal
wel over twee jaren dezelfde behoefte hebben.
De heer van der Hoeven. Ik ben van hetzelfde idéé als de heer van
Outerennog te meer wegens den hoogen ouderdom van dien man. Ik
geloof, dat zijn leeftijd wel genoegzame verontschuldiging oplevert dat hij
die toelage voortdurend geniet. Het rapport der Commissie van Financiën
berust dan ook mijns bedunkens hier op eene al te groote voorzigtigheid.
De heer Stoffels. Na hetgeen door den heer van der Hoeven is ge-
zegdzal het wel niet noodig zijn het voorstel van Burgemeester en Wet
houders nader te verdedigen. De hooge leeftijd van den adressant en het
weinige genotdat hjj van de toelage zal hebbenmoeten hier vooral in
aanmerking komen. Maar dan moet die toelage ook niet beperkt worden
tot een wachtgeld, maar een pensioen zijn voor zijn leven.
De heer de Mof.n. Ik vereenig mij met het rapport der Commissie van
Financien. Als bepaalde reden daarvoor kan ik opgeven, dat na verloop
van twee jaren het kader van alle wachtgelden is verstreken en ook van den
adressant. Nu onderstelt de Commissie, dat, als hij dan nog in leven is
en de Commissie wederom een voorstel ten zijnen behoeve mogt doen, dit
wel met algeraeene stemmen zal worden aangenomen.
De Voorzitter. Bij het verschil van gevoelenzal ik het eerst het
rapport der Commissie van Financiën in rondvraag brengen.
De conclusie van dat rapport wordt aangenomen met 12 tegen 8 stemmen.
Tegen: de heeren Hubrecht, van Outeren, van Kaathoven, van der
HoevenStoffelsTollensLibrecht Lezwyn en de Fremery.
IX. Adres van E. d'Haene tot verhooging van het aan hem toegekende
wachtgeld.
De Voorzitter. Ik moet hieromtrent mededeelen dat de belangheb
bende zijn verzoek heeft ingetrokken, als inmiddels bij het rijk geplaatst
zijnde.
Ten gevolge dezer mededeeling komt de verdere behandeling dezer zaak
te vervallen.
X- Adressen van bestuurders der bewaarschool voor bavelooze kinderen
in wijk V tot overname van die school.
Burgemeester en Wethouders dragen voor:
1". de bedoelde school met 1 Mei over te nemen;
2°. voor overname van meubelen enz. aan bestuurders in eens af te
voldoen f 150;
3 met uitzondering van den concierge het aan die school werkzaam per
soneel op de belooning te laten zoodanig als deze thans wordt voldaan; be-
houdeus nadere regeling, in verband met de belooning aan het personeel
op de bestaande openbare bewaarschool bij het vaststellen der door ons nader
voor te dragen verordeningen dit onderwerp betreffende.
De Commissie van Financiën raadt dienovereenkomstig te besluiten.
De heer van Kaathoven. Wordt die school door de gemeente overgenomen?
De Voorzitter. Ja.
De heer van Kaathoven. Maar dadelijk, zoodat er geen stilstand is?'
De Voorzitter. Ja.
Wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.