HANDELINGEN Til) BEN GENEENTEBAAD TAN LEIDEN.
Kitting van Donderdag 39 Maart 1866,
geopend des namiddags te 2 ure.
Voorzitte:,- de heer Burgemeester Dr. W. C. van den Brandeler.
Tegenwooiuig de heeren Stoffels, Wttewaall, Holtz, de MoenKnep-
pelhout van Sterkenburg, du Kieu, Hubreeht, Scheltema, van Outeren
ten Sande, Lezwijn, van der Hoeven, Tollens, Hoog, de FremeryHar-
tevelt, van KaathovenKrantz en Goudsmit.
De heer van Wensen gaf kennis verhinderd te zijn de vergadering bij
te wonen.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Zaturdag 3 Maart
11. worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede:
1°. Verslag van een bezoek in de stads-bank van leening, op den 23®°
dezer maand.
Dit verslag is van den volgenden inhoud:
»Op heden den 23®° Maart 1866 hebben wij Dr. Willem Cornelis van
den Brandeler, Burgemeester, en Petrus Isaacus de Bremery, Wethouder
dezer gemeenteals daartoe door het Collegie van dagelijksch bestuur uit-
genoodigdons begeven naar de stads-bank van leening, ten einde aan het
voorschrift van art. 179 litt. u der gemeentewet te voldoen.
Door hh. Commissarissen ontvangen, hebben deze met de meeste bereid
vaardigheid ons de boeken, registers en staten ter inzage verstrekt; bij on
derzoek en onderlinge vergelijking is ons overtuigend gebleken dat het be
heer met de meeste zorg en naauwkeurigheid wordt gevoerd.
De kas onder bewaring van hb. Commissarissen bedroeg 9000 in bank
papier en contanten, die van den kassier f 6184.40|.
De bank bezit bovendien eene obligatie ten laste van het Caecilia-gasthuis
groot f 1600, rentende 2J- pet., terwijl rentelooze voorschotten zijn verstrekt
ten bedrage van f 1500 aan de Israëlitische gemeente en f 1600 aan het
gemeentebestuur voor uitbetaling van pensioenen.
Volgens den maandstaat op 28 Februarij 11. opgemaakt waren alstoen aan
beleende panden aanwezig 10255 zilveren, tot eene waarde van f 66259.25
en 20496 wollen, tot eene waarde van f 47322.50, zoodat in het geheel
aanwezig waren 30751 panden, ter waarde van 1 13,581.75. Daaronder
was eene waarde van f 18389 aan panden van f 2 en daar beneden. Het
hoogste pand in zilver bedroeg f 600 en in wolle 400.
Blijkens een aan ons overgelegd proces-verbaal, door al de beambten on
derteekend heeft de jaarlijkscbe telling op 1 en 2 November 1865 plaats gehad
en eene voldoende uitkomst opgeleverd. Verschillende nummers van de pan
den op de registers ingeschreven zijn ons op onze aanvrage ter hand ge
steld, waarvan de 'inhoud met de omschrijving is vergeleken en accoord
bevonden.
Met genoegen vermelden wij dat de beambten voortdurend redenen tot
tevredenheid geven en allen zonder onderscheid met ijver en opgewektheid
het doel dezer inrigting trachten te bevorderen.
Voor de vele en gewigtige diensten bij voortduring door de Commissie
bewezen, betuigden wij ook aan haar den welverdienden dank.
v. d. Brandeler.
de Fremery."
2°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuidhollandvan den
28°° Februarij jl. B. n°, 1264 (3d° afd.), G. S. n°. 12, houdende goed
keuring van het raadsbesluit van den 12°° bevorens, tot het in eigendom
afstaan van gemeentegrond aan A. W. Sijthoff.
3°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuidholland, van den
6°° Maart 1866, B. n°. 1297 (3li°afd.), G. S. n°. 8, ten geleide van een
afschrift van Zr Ms besluit van 26 Februarij jl. n°. 59, houdende goedkeu
ring van het besluit van Gedeputeerde Staten van 13 Februarij 1866, n°. 46,
waarbij de jaarwedde van den Burgemeester van Leyden wordt gebragt op
3000.
4°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuidholland, van den
6°" dezer maand, B. n°. 1397 (3a° afd.), G. S. n°. 37, waarbij wordt
goedgekeurd het raadsbesluit van den 3°° Februarij bevorens, tot den
afstand van gemeentegrond aan J. H. Hoffmeister.
5®. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten dezer provincie, van den
20°° Maart jl.B. n®. 1786 (3d® afd.), G. S. n°. 53, houdende goedkeu
ring van het raadsbesluit van den 3°° dier maandtot den afstand van ge
meentegrond aan D. Hartevelt c. s.commissarissen der naamlooze vennoot
schap: de Leydsche broodfabriek.
Al deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over
1°. Eene voordragt van Burgemeester en Wethouders, tot het in belee
ning of in prolongatie uitgeven van gelden, in de gemeentekas voorhanden.
Deze voordragt wordt, ten fine van berigt en raad, gesteld in handen
van de Commissie van Financiën.
2°. Adres van Dr. H. van Hallhoudende verzoek om te worden gecon
tinueerd in zijne betrekking van wetenschappelijk keurder van levensmiddelen.
3°. Adres van F. van Lelyveld Wz. en Ca, om het gebruik van ge
meentegrond bij de voormalige Mare-poort.
4°. Adres van H. G. Goddijn, om vergunning tot het leggen van eene
stoep vóór het huis van de Haarlemmerstraatgeteekend wijk VI. n°. 261.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen te stellen in
handen van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad.
I860.
5°. Staat van af- en overschrijving en suppletoire staat van begrooting
van het Werkhuis, 1865.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dezenten fine van berigt
en raad, te stellen in handen eener Commissie van Financiën ad hoe, uit
hoofde de heeren de Moen en Krantz leden zijn èn van het bestuur van
het Werkhuis èn van de Commissie van Financiën, alsmede de benoeming
van twee leden om met den heer du Kieu die Commissie uit te makente
doen plaats hebben na het sub n". 5 aan de orde gestelde onderwerp.
6°. Adres van I. Wijnbeek, korenmeter, om pensioen bij de afschaffing
der plaatselijke verbruiks-belastingen.
7°. Adres van Bestuurders der bewaarschool voor arme en havelooze kin
deren in wijk V, tot overname van deze school.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen te stellen in
handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Finan
ciën ten fine van berigt en raad.
8°. Adres van T. Velthuyzen c. s.onder Zoeterwoude, houdende verzoek
tot herstel van den weg buiten de voormalige Koe-poort.
Overeenkomstig de voordragt wordt beslotendaar deze weg bij de ge
meente in onderhoud is, aan dat verzoek zooveel mogelijk te gemoet te
komen.
9°. Adres van Vrouwe M. Ferrand, wed. den heer de Dompierre de
Chaufepié, houdende verzoek om afschrijving der plaatselijke directe belas
ting na 1 Mei dezes jaars.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten hierop te letten bij de ge
wone voordragt tot afschrijving van personen, die met 1 Mei de gemeente
verlaten.
10°. Adressen om tot gemeente-ontvanger te worden benoemd, van:
G. F. baron van Asbeckte Noordwijk, C. Druyvesteinte Haarlem,
H. Henkes, P. W. H. Provó Kluit, te Voorschoten, en Mr. J. C. du Pui.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten hierop te letten bij de in te
dienen aanbevelings-lijst.
11°. Jaarlijksche Verslagen, over 1865, van:
a. de plaatselijke Schoolcommissie,
b. de plaatselijke Commissie van toezigt op de scholen van middel
baar onderwijs
c. den Praelector in de verloskunde,
d. den wetenschappelijken keurder van levensmiddelen.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze als bijlagen in het jaar-
lijksch verslag op te nemen.
Aan dé orde is:
I. Voordragt tot ontslag van een ambtenaar bij de plaatselijke belas
tingen.
Die voordragt is van den volgenden inhoud
//Burgemeester en Wethouders hebben de eer u te berigtenonder over
legging van nevensgevoegde missive van den Controleur (2d° afd.) en daarbij
gevoegd rapport van den tijdelijken opziener, betreffende het door J. P.
Hemerik moedwillig verlaten van zijnen post en het feitelijk nemen van zijn
ontslag op den 20°° dezer maand, dat zij, na daarvan kennis te hebben
bekomen, hem met dien dag dadelijk in zijne functiën, met inhouding
zijner jaarwedde, hebben geschorst, opdat hetgeen feitelijk geschied was,
wettelijk zoude worden bestendigd, en dragen u tevens voor hem uit zijne
betrekking van ambtenaar bij de plaatselijke belastingen te ontslaan."
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
II. Verzoek van II. A. van der Hart om ontslag als ambtenaar bij de
plaatselijke belastingen.
Het rapport van Burgemeester en Wethouders is van den volgenden
inhoud
"Wij hebben de eer u bij deze, ter voldoening aan het hierbij overge
legd adres, voor te dragen H. A. van der Hart, commies bij de plaatse
lijke belastingen alhier, met den 1°° April aanstaande uit zijne betrekking
ontslag te verleenen en, vermits hij zijne betrekking naar behooren heeft
waargenomen, hem dit ontslag eervol toe te kennen."
Wordt op gelijke wijze aangenomen.
III. Verzoek van Mr. H. Hartogh Heys van Zouteveen om ontslag als
onderwijzer bij het vormend onderwijs aan hulponderwijzers en kwee-
kelingen.
Het rapport van den dirigerenden hoofdonderwijzer is van den volgen
den inhoud:
//Ingevolge uwe apostille dd. 14 Maart jl. heb ik de eer u te berigten
dat de heer mr. H. Hartogh Heys van Zouteveen met ijver en naauwgezet-
heid de lessen in de scheikunde gegeven heeft, weshalve ik u raden mag
het gevraagd ontslag eervol te verleenen."
Wordt op gelijke wijze aangenomen.
IV. Voordragt tot voorziening in het onderwijs in de scheikunde bij
het vormend onderwijs aan hulponderwijzers en kweekelingenen omtrent
de regeling van jaarwedden.
Het rapport van Burgemeester en Wethouders is van den volgenden
inhoud
"In overleg met den schoolopziener en den dirigerenden hoofdonderwijzer
van het vormend onderwijs der hulponderwijzers en kweekelingen, hebben
8