HANDELINGEN TAN DEN G1HENTEBAAD TAN LEYDEN. II. Verzoek van H. Wiërtfetoari, hulp onderwijzer 2d® fel. aan de open bare school n°. 1 voor onvermogentléndra ontslag. Zitting van Maandag 18 February 1806, geopend des namiddags te 2|- ure. Voorzitter: de heer Wethouder H, P, C. Stoffels, waarn. Burgemeester. Tegenwoordig de heeren van Kaathoven, du Rieu, de Moen, Holt!:, Kneppelhout van Sterkenburg, Goiulsnait, Hartevel», de Fremery, Hoog, Hubrecht, van der Hoeven, Tollens, Wttewaall, Meerburg, van Wensen en Stoffels. De heeren Krantz en Driessen gaven kennis verhinderd te zijn de ver gadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Zaturdag 3 Fe bruary 11. worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede 1°. Eene missive van Vrouwe C. J. G. de Coningh, wed. den heer S. J. Le Poolevan den 6d«n dezer maand, houdende raededeeling van het over lijden van harenechtgenoot, deu heer Samuel Jacob Le Poole, in leven lid van dezen Raad. Deze missive is van den volgenden inhoud: «Aan den Gemeenteraad van Leyden. Met diepe droefheid vervul ik de treurige taak u van het overlijden van mijn hartelijk geliefden echtgenoot, den beer Samuel Jacob Le Poole, kennis te geven. Na eene kortstondige ziekte is hij gisteren, juist na zijn 66sten geboortedag, van mijne zijde weggenomen. Overtuigd van uwe deelneming in dit voor mij zoo smartelijk verlies, heb ik de eer mij te noemen, C. J. G. de Coningh, Leiden 6 Februari 1866. Wed. S. J. Le Poole." De Voorzitter Het zal wel zeker, Mijne Heeren, met innigen wee moed zijndat wij allen het overlijden van ons geacht medelidden heer Samuel Jacob Le Poole, vernomen hebben. Gedurende meer dan 25 jaren toch heeft de man zijne krachten met lust en ijver aan de belangen dezer ge meente gewijd, niet alleen in deze vergadering, maar ook in zoo menige maatschappelijke betrekking daarbuiten. Wij mogen hem dus allezins in gezegend aandenken houden; en de herinnering aan hem, die vele ver diensten had, zal gewis bij ons levendig blijven. Ik stel voor aan de we duwe des overledenen en zijne nagelaten betrekkingen over dit afsterven onze deelneming te betuigen. Dienovereenkomstig wordt besloten. De Voorzitter deelt verder mede 2°. Eene disposiiie van Gedeputeerde Staten dezer provincie, van den SOsien Januarij jl.B. n°. 4-88 (3® afd.), G. S. n°. 9, behelzende mede- deeliug van 's Konings besluit van 22 Januarij 1866. n''. 45, waarbij de hoofdelijke omslag en de opcenten op het personeel worden goedgekeurd. 3°. Gelijke dispositie, van dezelfde dagteekening, B. n° 578 (3e afd.)-, G. S. n°. 32, waarbij de openbare verkoop van 5 ijpenboomen, langs het Pieterskerkhof, wordt goedgekeurd. 4". Gelijke dispositie, van dezelfde dagteekening., B. n°. 529 (le afd.);, G. S. n". 36, houdende berigt van de ontvangst van een afschrift der op 20 Januarij bevorens vastgestelde policie verordeningen. 5°. Eene missive van den Commissaris des Konings in deze provincie, Van den 3<W" dezer maand, A. n». 1341/t (le afd.). houdende meded'eeling van Zr. M». besluit van 1 February II.rt°. 41waarbij Dr. W. C. van den Brandefer benoemd wordt tot Burgemeester dezer gemeente. De missive van den Commissaris des Konings luidt als volgt: 's Gravenhage3 February 1866. Ik heb de eer hiernevens aan UEd.tot informatie en narigt en ter mede- deeling aan den gemeenteraad, te deen toekomen een afschrift van Zijner Majesteits besluit van den 1 sten February 11. n°. 41, houdende benoeming van den heer Dr. W. C. van den Brandeler, tot dusver Burgemeester van Voorburg, tot Burgemeester der gemeente Leyden. De nieuw benoemde wordt door mij aangeschrevenden vereischten eed als Burgemeester in mijne handen te komen afleggen. Ik zal te zijner tijd van UEd. berigt inwachten van het tijdstip, waarop de Burgemeester zijne fu.nctiën zal hebben aanvaard. De Commissaris des Konings in de Aan Heeren Burgemeester en provincie Zuid-Holland, Wethouders van Leyden." J. Loudon. Het bovenbedoeld afschrift van het besluit van Z. M. den Koning is' als volgt «Afschrift. Wij Willem III, bij de gratie Gods, Koning der I February 1866 Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot- n°. 41. Hertog van Luxemburg enz. enz. Op de voordragt van onzen Minister van Binnenlandsche Zaken van den 31sien Januarij 1866, n°. 674, kabinet. Gelet op art. 59 der gemeentewet. Hebben goedgevonden en verstaan Tot Burgemeester van Leyden te benoemen Dr. W. C. van den Brande ler, tot dusverre Burgemeester der gemeente Voorburg. 1866. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit. 's Gravenhage, 1 February 1866. (get.) Willem. De Minister van Binnenl. Zaken, (getThorbecke. Accordeert met het origineel, De Secretaris Generaal bij het ministerie van Binnenl. Zaken, (get.) J. Schroder. Voor eensluidend afschrift, De Secretaris-Generaal J. Schroder. Voor kopij conform, De Griffier der Provinciale Staten van Zuid-Holland, Just De la Paisières." Overeenkomstig de voordragt wordt besloten de stufeken sub 2°. tot 5®. vermeld aan te nemen voor kennisgeving. De Voorzitter. Ik geef in overweging de installatie van den nieuwen Burgemeester te doen plaats hebben op aanstaanden Wóénsdag, des namid dags ten drie ure. Indien dat uur aan de heeren convenieert, stél ik vóór dienovereenkomstig te besluiten. De vergadering vereenigt zich met dit voorstel zonder hoofdelijke stemming.- De Voorzitter legt vervolgens over: 1*'. Adres van G. H. Blanken c. s.waarbij zij vérzoeken dat de bees tenmarkt hoe eer zoo liever voor schapen en varkens wórde heropeüd. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders, met verzoek het s:mul et seniel te behandelen met het in de vorige vergadering te dier zake aangehouden onderwerp. 2®. Adres van S. Bronsgeest, houdende verzoek tot rectificatie van eene misstelling bij het kadaster. 3°. Adres van de Heyder en C°., daarbij verzoekende eene brug te mogen leggen over de Binnenvestgracht, ter verbinding hunner stoomweverij met den open grond achter het voormalige gesticht voor jeugdige ontslagenen. 4". Adres van C. Spaanderman om vergunning tot het leggen van eene nieuwe Stoep met palen vóór zijn woonhuis aan den Ouden Singel, wijk V. n"v 410, en vóór den ingang zijner bovenwoning aldaar, geteekend wijk V. n°. 407. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen te stellen in handen van Burgemeester én Wethouders', ten fine van berigt en raad'. 5°. Adres van M. van Leeuwen, te Leyderdorp, houdende Eet vérzoefe dat, mogt tot den onderhandschen Verkoop dér stalling ca. buiten de Mare- poort besloten worden, hij als medebelanghebbende daarbij wordé toegelaten. Wordt bëslbfen Overeenkomstig de voordragt dït adres te stéllëri in han den van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiën, ten Arte Van berigt en raad. Aan de orde is: I. Benoeming' vart een lid dér plaatselijke Schoolcommissie, ter vervulling der plaats, opengevallen door het overlijden van den heer MV. D. Tieboel Siegenbeek. De heeren de MoenWttewaall ert Meerburg worden door den Voorzitter aangewezen om rhet hem hef bureau van stemopneming uit té makën. De voordragt door de commissie voormeld aangeboden, bevat het Volgende dubbeltalMr. J. T. Buys en Mr. J. Luzac. De Uitslag der stemming is dat met' 14 stemmen benoemd wordt' de heer Mr. J. T. Buys, terwijl 2 stemmen zijn uitgebragt op den heer Mr.J.Luzac. Door Burgemeester en Wethouders wordt geadviseerd aan dën adressant het gevraagd ontslag eervol te verleenen, in te gaan I Maart e. k. Dienovereenkomstig wordt met algemeene stemmen besloten. III. Voordragt betreffende de jaarwedde van den Burgemeester. Daaromtrent wordt voorlezing gedaan van het extract uit het verbaal van het verhandelde bij Gedeputeerde Staten, aldus luidende: Extract uit het Verbaal van het verhandelde bij de Gedepu teerde Staten van de provincie Zuidholhmd. Dingsdag, den 6 February 1866. Op het daartoe ter vergadering gedaan voorstel door heeren Leden van Afdeeling A'. Gelet op het Koninklijk besluit van den len dezer, n®. 41', houdende vervulling der door het overlijden van den heer Mr. D. Tieboel Siegertbeek vacerende betrekking van Burgemeester' der gemeente Leydert', mitsgaderif op de vroeger gevoerde briefwisseling iri zake de nadere regeling1 der jaar wedde voor die betrekking. Nader gezien hét besluit van1 derf Raad der gemeente Leyden van den 28 Maart 1861. Gelet op art; 73 der Gemeentewet. I's' besloten: Burgemeester'en Wethouders van Leydenmet verwijzing naar de beschik king dezer vergadering van den 30®° Julij 1861, n°. 3, te verzoeken óm alsnu aan de nadere overweging van den Raad dier gemeente, in verband met diens besluit van den 28 Maart 1861,; te onderwerpen de regeling van de jaarwedde van den Burgemeesterzoodanig als die hij de beschikking dezer vergadering van den 27 Februarij 1861, n°. 28, voorloopig was vast- 4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1866 | | pagina 1