HANDELINGEN VAN DIN GEMEENTERAAD VAN IITDEN. 2, Zitting van Zaturdag SO Januarij 1860, geopend des namiddags te 2 ure. Voorzitter: de heer Wethouder H. P. C. Stoffels, waam. Burgemeester. Tegenwoordig de heeren Holtz, Hubreclit, Lezwyn, de Moenvan Oute- ren, de Fremery, Hoog, Tollens, ten Sande, Wttewaall, van Wensen, Krantz, Sohelteraa, Hartevelt, Le Poole, Meerburg, Kneppelhout van Sterken burg en Stoffels. De Voorzitter. Namens mevrouw de wed. Tieboel Siegenbeek breng ik den Baad dankbetuiging voor de eer het stoffelijk overschot van haren echtgenoot, nu wijlen onzen vaardigen Burgemeester, aangedaan, door het en corps grafwaarts te geleiden, met de bede dat gij Mijne Heeren, allen lang voor smartelijke verliezen moogt gespaard blijven. De aanteekeningen van het verhandelde in de zittingen van Vrijdag 12 Januarij 11. en van Donderdag 28 December 1865 worden gelezen. De heer Scheltema. Ik heb geene bepaalde aanmerking op de notulen, maar wel naar aanleiding daarvan. Er staat namelijk, dat ik zou gestemd hebben vóór het ontwerp van Burgemeester en Wethouders betrekkelijk de directe belasting. Dit is klaarblijkelijk eene vergissing, waarvan ik gaarne de verantwoordelijkheid op mij neem. Ik wil alleen constateeren dat er eene vergissing heeft plaats gehad en dat het mijne bedoeling geweest is om tegen het ontwerp te stemmen. De notulen worden hierop, met de aangeduide wijziging, goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede: 1°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten der provincie Zuidholland, van den 28sten December 1865, B. n°. 7019 (3e afd.), G. S. n". 59, hou dende verdaging der beslissing omtrent de begrooting voor 1866. 2°. Gelijke dispositie van den 2rtc" Januarij 1866, B. n°. 7107 (3eafd.), G. S. n°. 24waarbij de onderliandsche verhuring van de stalling enz. aan het Blaauwe Hek wordt goedgekeurd, volgens het raadsbesluit van 21 De cember bevorens. 3°. Gelijke dispositie van den 9<len dezer maand, B. n°. 152 (3e afd.), G. S. n°. 50, strekkende tot goedkeuring der begrooting voor 1866. 4°. Missive van den Commissaris des Konings van den 30stcn Decem ber 1865, B. n°. 7077 (3« afd.), houdende mededeeling van 's Konings besluit van 28 December bevorens, n°. 45, waarbij de afschaffing van de plaatselijke belasting op de wijnen wordt goedgekeurd. 5°. Missive van de HH. Hartevelt c. s.dd. 18 dezer maand, waarbij wordt kennis gegeven van het alhier oprigten eener broodfabriek, onder eene naamlooze vennootschap, waarvan de onderteekenaren tot Commissa rissen zijn benoemd. Deze missive is van den volgenden inhoud «Aan den Gemeenteraad te Leyden. In de maand October 1865 werd het plan tot het oprigten eener brood fabriek te dezer stede in eene circulaire, waarvan wij de vrijheid nemen hierbij een exemplaar over te leggenaan de burgerij voorgesteld. Dat het plan met belangstelling en sympathie werd ontvangen is bewezen door de uitgebreide en overigens voldoende deelneming die er aan te beurt viel. Binnen weinige weken was voor ruim veertig duizend gulden inge schreven. Den 5den Januarij 1866 heeft eene algemeene vergadering van inschrijvers plaats gehad. In die vergadering besloot men tot het oprigten eener Leyd- sche broodfabriek onder een naamlooze vennootschap en werden de onder- geteekenden tot commissarissen benoemd. Het is ons aangenaam UEA. met de wording dezer zaak in kennis te stellen, terwijl wij tevens de vrijheid nemen haar in uwe welwillende aan dacht aan te bevelen. D. Hartevelt. D. L. Wolfson. Leyden, 18 Januarij 1866. J. I. van Wensen. B. F. Krantz. J. van Hf.ukelom." Al deze stukken worden, overeenkomstig de voordragt, voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over 1°. Adres van C. van Arkelte Oudshoorn, houdende verzoek dat een stukje gronds aan den Kijn bij het kadaster ten zijnen name worde over geschreven. 2°.. Verzoek van D. Saris, tot herstelling van de brug aan den ingang der Aloëlaan. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze adressen te stellen in handen van Burgemeester en Wethoudersten fine van berigt en raad. 3°. Kekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, met staat van af- en overschrijving, over 1865. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze te stellen in handen eener Commissie van Financien ad hoe, bestaande uit de heeren de Moen en twee ledente benoemen na afloop der sub. n°. 1 en 2 aan de orde gestelde benoemingen. 4°. Adres van dr. J. C. Drabbe, houdende verzoek om continuatie tot het leveren van een gedrukt verslag der Handelingen van den Gemeenteraad. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres te stellen in han den van Burgemeester en Wethouders, ten fine van berigt en raad. I860. 5°. Verslag van den geneesheer in het Caecilia-Gasthuis, dr. W. M. S. Junius, omtrent de in dat gesticht verpleegde zieken, over het afgeloopen jaar 1865. Wordt besloten, overeenkomstig de voordragt, dit ter inzage van de le den in de leeskamer neder te leggen. De Voorzitter. Ik heb de eer nog mede te deelen, dat is ingekomen een verzoek van de Typographische Vereeniging Lourens Jansz. Coster, houdende verzoek tot het gratis gebruik van Stads-Gehoorzaal op Woens dag avond 31 Januarij a. s.tot het geven eener tooneelvoorstelling, waarvan de opbrengst bestemd is ten voordeele van het weduwe- en toelage-fonds der Vereeniging. Ik stel voor om, gelijk meermalen geschied i3, het ver zoek in te willigen. Het zou mij aangenaam zijndat de vergadering kon goedvinden daartoe heden te besluitenaangezien er vóór den aangevraag- den dag waarschijnlijk geene vergadering zal worden gehouden. Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke omvrage aangenomen. De Voorzitter. Voorts heb ik de eer nog mede te deelen dat door Gedeputeerde Staten de verkiezing van een lid voor de Provinciale Staten bepaald is op Dingsdag 30 Januarij en, bij herstemming, op 14 dagen later, den 13en Februarij. Tot leden van het bureau van stemopneming voor die verkiezing zijn volgens den rooster aangewezen, om daarin met den Voorzitter zitting te nemen, de heeren de Moen en Krantz. De heer Hartevelt. Vóór gij overgaat, mijnheer de Voorzitter, tot de onderwerpen, op het oproepingsbriefje vermeld, vraag ik naar aanleiding der zoo even medegedeelde besluiten van Gedeputeerde Staten (het eerste houdende bedenkingen tegen de begrooting, het tweede, waarbij de begroo ting wordt goedgekeurd)of de vergadering niet met die bedenkingen had moeten worden bekend gemaakt. Of zijn die bezwaren reeds aan den Baad medegedeeld, dan wenschte ik te vragen hoe en waardoor die zijn opgeheven. De Voorzitter. Die bedenkingen zijn reeds vroeger medegedeeld op het verzoek van den heer van der Hoeven, in eene onzer vorige vergade ringen. De heer Hartevelt. Naar hetgeen ik heb gehoordzouden die bezwa ren hebben getroffen de ontvangsten en uitgaven van de gasfabriek en van de bank van leening. Nu hebben Gedeputeerde Staten toch de begrooting goedgekeurd. Hoe zijn die bezwaren dan uit den weg geruimdof op geheven De Voorzitter. De begrooting is wel nader goedgekeurd met terzijde stelling dier bezwaren, doch met verzoek voor een volgend jaar op de ge maakte bedenkingen bijzonder acht te geven. Aan de orde is: I. Benoeming van eene Vrouwe-Begentesse van het Heilige Geest of arme wees- en kinderhuis. Voor deze en de volgende aan de orde gestelde benoemingen worden de heeren Hubrecht, Hoog en Scheltema door den voorzitter aangewezen om met hem het bureau van stemopneming uit te maken. Door Vrouwen-Begentessen worden ter vervulling der bestaande vacature de volgende dames voorgedragen: J. Mispelblom Beijer, echtgenoot van Mr. P. du Bieuen J.Meijer, echtgenoot van Mr. S. C. Snellen van Vollen- hoven. De uitslag der stemming is, dat met algemeene (18 stemmen) benoemd wordt mevrouw J. Mispelblom Beijer, echtgenoot van Mr. P. du Bieu. II. Benoeming van een commissaris over stads-bank-van-leening. Door Commissarissen der stads-bank-van-leening worden voorgedragen de heeren Michael Gerardus ten Sande en Mr. Johan van Outerenbij welk dubbeltal door Burgemeester en Wethouders gevoegd worden de heeren Jan Scheltema en Herman Cornelis Hartevelt. De uitslag der stemming is, dat met 13 stemmen benoemd wordt de heer M. G. ten Sande, zijnde uitgebragt op de heeren van Outeren 2 stemmen, Scheltema en Hartevelt elk 1 stem, terwijl 1 briefje in blanco was gelaten. De heer ten Sande verklaarde zich bereid deze benoeming op nieuw aan te nemen. III. Benoeming van twee leden in de Commissie van Financiën ad hoe tot het onderzoeken der rekening en den staat van af- en overschrijving van de Kamer van Koophandel en Fabrieken (zijnde de heeren Krantz en du Bieu, leden der kamer, tevens leden der Commissie van Financiën). De heer de Moen. Er kunnen toch immers in dit geval twee namen te gelijk op één briefje worden geplaatst, mijnheer de Voorzitter? De Voorzitter. Ja, en ik meen zelfs, dat zij, die de meeste stemmen op zich vereenigd, en dus de betrekkelijke meerderheid hebben benoemd zijn. De uitslag der stemming isdat de heeren Librecht Lezwyn met II en Le Poole met 8 stemmen benoemd zijn; zijnde voorts uitgebragt op de heeren ScheltemaDriessen en Hartevelt elk 4Meerburg en Tollens elk 2 stemmen, en Holtz 1 stem. De benoemde heeren laten zich de benoeming welgevallen. IV. Verzoek van J. M. Beindersom ontslag als leeraar voor hetjFransch aan de gemeente instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs. Het rapport van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt: /rOp het adres van Jean Maurice Beindersleeraar voor het Fransch aan de gemeente-instellingen van hooger en middelbaar onderwijs, om tegen 1° Fe bruarij uit die betrekking te worden ontslagen, hebben wij de Vereenigde 2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1866 | | pagina 1