alzoo zeer wenschelijk en nuttig zijn; ook voor het groot aantal werklie den zou eene straat, en alzoo een gemakkelijker weg, zeer geriefelijk we zen. Ik wil mij tegen de demping van de Koepoortsgracht niet verzetten, maar, zoo als ik zeg, zijn er andere punten in de stad, waar zoodanige verandering veel meer noodzakelijk is. De heer Hartevelt. Toen dit punt bij de begrooting in behandeling kwam, heb ik mijne meening er over reeds genoegzaam ontwikkeld. Ik heb er weinig bij te voegen. Alleen bad, mijns inziens, de Commissie van Fabricage duidelijker moeten doen uitkomen het belang om van het onder houd van drie bruggen en zoo vele ellen wal ontslagen te worden. Men heeft in het rapport hierop niet genoegzaam gewezen. Het is waar, dat het dempen van deze gracht geld kost, maar berekent men de renten van het daarvoor uit te geven kapitaal, tegenover het jaarlijksche onderhoud van wallen en bruggen, dan vermeen ik dat het eerste veel voordeeliger voor de stads financiën zijn zal. De heer Hubrecht. Ik weet waarlijk niet wat de heer Kneppelhout meer zoude verlangen. Ëene situatie teekening is overgelegd, de riolen met de twee beerputteneene aan het Rapenburg en eene aan de Singelzijde staan daarop aangeteekenden veranderde rigting der brug voor de Koe poort is aangegeven wel is de sloot achter den Kijfhoek niet in deze dem ping begrepenmaar dit was niet in het voorstel opgenomennoch hierop bij de kosten gerekendmaar wel op een' duikerdie deze sloot van versch water moet voorzienzoo als de teekening aanwijst. Het door den heer Hartevelt gesprokene is zeer juist, en bij de behandeling der begrooting in de zitting van 29 October jl. is door mij daarop reeds gewezen, dat, behalve de bruggenook het onderhoud van 540 el walmuur zoude vervallen. De heer du Rieu meende dat, waar vroeger van 3 a 4 jaar was gesproken nu bij nader onderzoek was gebleken, dat de brug, met de noodige repa- ratiënhet nog wel een tiental jaren zoude uithouden; ik moet hiertegen opkomenwant hetgeen bij de begrooting door mij is aangevoerddatin dien het hoogst noodige werd gedaande brug het nog een jaar of drie zoude kunnen houdenwerd door mijgelijk uit de handelingen kan blij ken, niet over deze brug, maar ten aanzien der brug over de Janvossen- steeg gezegd. De heer de Rieu. Ik heb ook niet gezien een plan omtrent de kosten van een hek. Is toch het plan niet, als de poort afgebroken is, daarvoor een hek in de plaats te zetten? De heer Hubrecht. Kr is wel op gedachten de vraag is gerezen of hier wel een groot hek noodig zal wezen; misschien zoude een eenvoudig laag hek voldoende zijn. De Voorzitter. Ten einde nu aan de gemaakte bedenking te geraoet te komenzal ik in de eerste plaats in stemming brengen het plan be treflende de demping der Koepoortsgracht, en in de tweede plaats dat tot herstel der brug bij de Vrouwesteeg. Het plan tot demping wordt aangenomen met 11 tegen 8 stemmen. Tegen: de heeren van der Hoeven, Meerburg, Cock, du Rieu, Schel tema, Kneppelhout van Sterkenburg, Le Poole en Tichler; hebbende de heer ten Sande zich buiten stemming gehouden. Het tweede plan wordt aangenomen met 19 stemmen tegen 1 (die van den heer Hartevelt). IV. Kohier der plaatselijke directe belasting over 1864. Dat kohier, hetwelk tot geene bedenking aanleiding geeft, wordt zonder hoofdelijke omvrage goedgekeurd en vastgesteld. - V. Adres van J. van Heukelom Jr. c. s. tot ontheffing der recognitie voor het gebruik van een gedeelte van den vestwal aan de Mare-poort. Het rapport van Burgemeester en Wethouders is van den volgenden inhoud »Ons gaarne vereenigende met het gevoelen door de Commissie van l' i- nanciën uitgedrukt en in geenen deele willende voorbijzien dat het doeldoor de adressanten beoogd in der daad verdient van gemeentewege te worden bevor derdals zijnde het onmiskenbaar van belang den werkenden stand door gepaste middelen zooveel doenlijk op te heffen, vinden wij vrijheid tot de inwilliging van het verzoek op den door de Commissie van Financiën aan- geduiden voet te adviseren." De Commissie van Financiën stelt voor den toegestanen grond gratis in gebruik en dus zonder eenige betaling af te staan voor den tijd van vijf jaren. De heer Hubrecht. Ik geloof dat bij het stellen der voorwaarden tot uitgifte van gemeentegrond in aanmerking moet genomen worden de be stemming die de gemeentegrond erlangt. Indien de afstand van grond strekt tot bevordering van bijzonder belang of voordeelis het billijk dat de ge meentekas daarvan een evenredig voordeel geniet; maar indien het hoofd doel is, om het algemeen belang met eenige niet onaanzienlijke opofferin gen te bevorderen, is de medewerking en ondersteuning van het gemeente bestuur wenschelijk en billijk. En daar nu deze onderneming strekt tot bevordering van het algemeen plaatselijk belang, wil ik door het uitbrengen mijner stem gaarne daartoe medewerkenen vereenig mij gaarne met de uitgebragte rapporten. De conclusie van het rapport wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VI. Adressen van a. P. J. A. Timmermans, wed. P. F. J. Ysselsteyn, om afschrijving van plaatselijke directe belasting over 1863. Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Financiën raden de adressante de gevraagde afschrijving toe te staan, voor 5 maanden of 5/12 gedeelten van den aanslag van wijlen haren echtgenoot, ter somma van 17.22. De heer Goudsmit. Ik ben er voor, maar niet op grond van de motieven. De conclusie van het rapport wordt zonder hoofdelijke omvrage goedgekeurd. b. van G. M. Stolteom teruggave van plaatselijke directe belasting over gemeld jaar. Burgemeester en Wethouders verklaren in hun rapport dat er geene termen voor de inwilliging van het verzoek bestaanen zien zich derhalve verpligt daarop afwijzend te raden. De Commissie van Financiën vereenigt zich met deze conclusie. Wordt aangenomen als voren. De Commissie van Financiën heeft deze rekening onderzocht en raadt die goed te keuren en vast te stellen, in ontvang tot 258259.86jm uitgaaf tot 228741.41 j, cn mitsdien aanwijzende een voordeelig saldo van fi9518.45, welke som de rendanten gehouden zijn in hunne eerstvolgende rekening te verantwoorden. Wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurdhebbende gedurende de behandeling dezer zaak de heeren Tieboel Siegenbeek en ten Sande, als ren danten van rekening, zich verwijderd, terwijl het voorzitterschap inmiddels werd waargenomen door den wethouder Stoffels. b. de Kamer van Koophandel en Fabrieken. De Commissie van Financiën ad hoe heeft deze rekening met den daarbij gevoegden staat van at en overschrijving, onderzocht, en raadt, na vooraf gaande goedkeuring van den bedoelden staat, die rekeni ig vast te stellen, in ontvang ter somma van f 475.00, in uitgaaf ter somma van f 440 33, zoodat van de toegestane gelden niet is gebruikt 34.67, hetgeen de ren danten in korting zal strekken van de toelage over het jaar 1S64. Wordt op gelijke wijze aangenomen, hebbende de heeren Krantz en du Rieu, op den grond als boven, zich verwijderd. c. de Gezondheids-Commissie. De Commissie van Financiën ad hoe heeft op deze rekening geene beden kingen en raadt die goed te keuren en vast te stellenin ontvang tot f 74.38, in uitgaaf tot 53.60, en alzoo sluitende met een batig saldo van f 20.78, welke som door de rendanten in hunne eerstvolgende rekening zal moeten worden verantwoord. Wordt op gelijke wijze aangenomen, hebbende de heeren Krantz en Tich ler, op den grond als boven, zich verwijderd. VIII. Staat van af- en overschrijving en suppletoire staat van begrooting dienst 1863, van: a. het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. De Commissie van Financiën heeft daartegen geene bedenkingen en raadt die goed te keuren en vast te stellen. De heer Tollens. Ik heb geene considerationmaar ik wenschte gaarne eene vraag aan de Commissie van Financiën te doen. Ik zie namelijkdat de rendanten dezer administratie eene uitgaaf hebben uitgetrokken ten bedrage van f 933.45 voor proceskosten. Dat zal waarschijnlijk betrekking hebben op het proces, in 1863 gevoerd door de erven Streso. Maar tot het voeren van dat proces was deze inrigting geadmitteerd om gratis te procederen. Ik zie dus de noodzakelijkheid dier uitgaaf niet in. De Voorzitter. Dat zal wel eene quaestie wordendie bij de reke ning kan worden gedebatteerdals de post daarin voorkomt. De heer Tollens. Maar wat beteekent de post dan hier? Deze uitgaaf alsnu goedkeurende, zijn wij later, bij de behandeling der rekening en ver antwoording gebonden. De heer de Moen Bij de vorige rekening is er eene quitantie van een advokaat uit Rotterdam onder de documenten geweest, ik meen ten bedra ge van f 300. Mij dunkt, dat moet toch uitgegeven zijn. Waarom anders die quitantie overgelegd De heer Tollens. Maar het komt in het geheel niet te pas bij een zedelijk ligchaamdat gratis procedeert. De Voorzitter. Zoo als ik zeg, kan die quaestie nader met vrucht worden gedebatteerd. Ik kan er nu bezwaarlijk op antwoorden. De heer Tollens. Maar vermits nu reeds de goedkeuring dezer som in uitgaaf van ons wordt gevraagddienen wij toch ook nu de bedenking te maken. De Voorzitter. Het betreft thans geene rekening, maar eene af- en overschrijving. Pe heer Goudsmit. Den geachten president der Regtbank, hier in ons middenwenschte ik te vragenof het Minnehuis het proces heeft verloren of gewonnen. De heer van Outeren. Gewonnen. De heer van der Hoeven. Als deze overschrijving (tot mijne spijt was ik buiten de gelegenheid van dat stuk op de leeskamer inzage te nemen) geschiedt onder anderen ten gevolge dier proceskostendan geloof ik toch na het gehoorde van den heer Tollens, dat hrt betpr ware de zaak voor alsnog niet verder te behandelenmaar de stukken aan het huis terug te zenden en dan kunnen wij nader op de zaak terugkomen. Ik zou er zeer voor zijn tot die aanhouding te besluiten, al geldt het dan ook slechts eene overschrijving. Wij kunnen de overschrijving niet toestaan, zonder tevens reeds daardoor de uitgaaf ingewikkeld goed te keuren. De heer de Moen. Als de heer Tollens er een voorstel van maakt om de zaak aan te houden en de stukken ten fine van nadere inlichting aan regenten terug te zendenkan ik mij daar wel mede vereenigenvooral omdat de zaak in verband staat met de nader te doene rekening. Keuren wij dus deze overschrijving goed, dan is de zaak niet uitgemaakt. De Commissie van Financiën wist daar niets van; maar na de gedane opmerking is een nader onderzoek volstrekt noodig. De heer Tollens. Ik stel bepaaldelijk voor, de stemming over deze overschrijving aan te houden en aan die administratie nadere opheldering te vragenalvorens ten deze te beslissen. De heer Goudsmit. Ook ik ben voor het voorstel; en ik zou tevens willen onderzocht zienof de declaratie van practizijns getaxeerd is geworden en door wien. Het voorstel van den heer Tollens wordt hierop met algemeene stemmen aangenomen. b. Het Gereformeerd Minnebuis. Dë Commissie van Financiën heeft daarop geene bedenkingen en raadt die goed te keuren en vast te stellen. Wordt goedgekeurd. c. Het Evangelisch Luthersch Wees- en Oudeliedenhuis. De Commissie van Financiën heeft daarop geene bedenkingen en raadt die goed te keuren. Wordt goedgekeurd. Niets meer aan de orde van den dag zijndewordt de openbare verga dering gesloten en veranderd in eene zitting met gesloten deuren. VII. Rekeningen over 1863 van de Stads bank van Leening. Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DRABBE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1864 | | pagina 2