HAIMIH Vil DEI GfEKEENTERAiD VAN LEYIEH. 14. Kitting van Donderdag 6 Augustus 1863, geopend des namiddags ten 11 ure. Voorzitter: de heer Burgemeester Mr. D. ïieboel Siegenbeek. Tegenwoordig de heeren: Sikkel Groos, Stoffels, Tollens, Goudsmit, de TremoryHartevelt, Hubrecht, de MoenLibrecht Lezwijn, Meerburg, Krantz Driessendu RieuKluitvan Outerenvan der Hoeven van Kaathoven en Siegenbeek. De heeren ten Sande en Tichler gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdag 23 Julij 11. worden gelezen. De heer Sikkel Groos. Ik meendat met mij nog twee andere heeren hebben gestemd voor het verzoek van Diakenen en dat is niet opgeteekend. Ik geloofdat het de heeren Cock en van Kaathoven zijn geweest, die met mij voor het toestaan van het verzoek gestemd hebben. De Voorzitter. Ik moet bekennen, dat ik mij er niets van herinner: de Secretaris heeft het zoo opgeteekend. De heer Stoffels. De heeren Cock en van Kaathoven hebben zoo ik mij niet vergis, beiden tegen het verzoek gestemd. De heer de Moen. Ik weet ook zeker, dat die heeren tegen het ver zoek gestemd hebben. De heer Sikkel Groos. Zal dit abuis in de notulen hersteld worden? De V oorzitter. Twee leden hebben toch bepaald verzekerddat beide heeren tegen het verzoek gestemd hadden. Het abuis is du3 niet duidelijk gebleken. De heer Librecht Lezwyn. In het gedrukt verslag is insgelijks alleen de heer Groos als voorstemmer vermeld. De Voorzitter. Ik weet er mij niets bepaalds van te herinnerenmaar die heeren zeiven zullen het 't best weten. Ik durf niet stellig ja of neen zeggen. Ik zou dus in overweging geven dit punt uit te stellentot dat de beide heeren, thans niet aanwezig, zeiven zich daaromtrent zullen hebben verklaard en de notulen voorloopig vast te stellen indien daar verder geene bedenkingen tegen bestaan. De heer Sikkel Groos. Ja, maar dan is het misschien zoo lang gele den dat de heeren het zich niet meer herinneren. De notulen worden hierop goedgekeurdbehoudens de nader te vragen inlichting. De Voorzitter legt over: 1°. Proces-verbaal van het opnemen der boeken en kas van den Ge meente-ontvanger, op 27 Julij dezes jaars. 2". Jaarlijksch verslag van de Commissie voor de Strafverordeningen, naar aanleiding van art. 177 der gemeentewet, omtrent de plaatselijke strafverordeningenwaaraan voortdurend kracht mag worden toegekend. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze aan te nemen voor kennisgeving en gedurende 14 dagen ter inzage van de leden in de lees kamer neder te leggen. 3°. Rapporten van de Commissie van Financiën op de rekeningenover 1862, van: a. de Gemeente-apotheek b. de Vereenigde Gast- en Leprooshuizen c. de R. C. Armen; d. het R. C. Wees- en Oudeliedenhuis. 4°. Request van veehandelaars en vleeschhouwerstot vervroeging van het uur bij de Alg. Policieverordening bepaald voor den aanvang der bees tenmarkt met rapport van Burgemeester en Wethouders. Overeenkomstig de voordragt wordt beslóten deze ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. 5e. Adres van Dr. P. Bleeker, om afschrijving van plaatselijke directe belasting, 1863. Wordt besloten, overeenkomstig de voordragt, dit adres, ten fine van berigt en raadte stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en van de Commissie van Financiën. Aan de orde is: I. Gemeente-rekening over 1862. Het rapport der Commissie van Financiën is van den volgenden inhoud: De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen, ten fine van berigt en raad, gestelde verantwoording van Burgemeester en Wet houders van de inkomsten en uitgaven dezer gemeente over 1862, bene vens de daarbij overgelegde rekening van den Gemeente-ontvanger. Zij heeft bij dat onderzoek opgemerkt dat daaronder de hoogst mogelijke volle digheid plaats heeft. Daar deze rekening gedrukt is en sedert den 23sten Julij jl. ter inzage van alle leden op de leeskamer heeft gelegen, acht de Commissie het niet noodig, u op deze of gene punten opmerkzaam te ma ken en neemt mitsdien de vrijheid u te raden omonder goedkeuring der rekening van het Pesthuis, benevens die der trekvaarten en jaagpaden, welke deze gemeente in gemeenschap met andere bezit, deze rekening voor loopig vast te stellen bij een besluit, waarvan het ontwerp overeenkomstig artikel 220 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85) u te gelijk met de rekening door Burgemeester en Wethouders is aangeboden." De conclusie van dit rapport, waarover door geen der leden het woord wordt gevraagd, wordt zonder hoofdelijke omvrage aangenomen, waarna 1863. met algemeene stemmen wordt goedgekeurd het volgende ontwerp-raadsbc- sluit tot vaststelling van gemelde rekening: De Raad der gemeente Leyden Gezien de rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgaven der gemeente over het dienstjaar 1862 door Burgemeester en Wethouders, ne vens de hun door den Gemeente-ontvanger aangeboden rekening met al de daarbij behoorende bescheiden ingevolge art. 218 der wet van 29 Junij 1851 (Staatsblad n°. 85) op den 23s,el> Julij dezes jaars overgelegd; Overwegende dat de rekening van dien tijd af ter secretarie dezer ge meente voor een ieder ter lezing nedergelegd en algemeen verkrijgbaar ge steld is, overeenkomstig het voorschrift van art. 219 der boven aangehaalde wet; Gelet op het rapport der Commissie voor de Financiën, op de artt. 221 en 222 der meergemelde wet en op de besluiten van Gedeputeerde Staten der provincie Zuidholland van den 28sten Maart 1854 en den 8«ten Mei 1855 (Prov. bladen n°. 38 en 63); Heeft besloten: 1°. Voormelde rekening goed te keuren en voorloopig vast te stellen het bedrag der ontvangsten tot de som van f 498898.39, en dat der uitgaven tot de som van f 436585.891en mitsdien opleverende een batig slot van f 62312.49 J 2°. Het bedrag van hetgeen als oninbaar is afgeschreven a. wegens opbrengst van belastingen en heffingen (hoofdstuk II) te bepalen op de som van f 1697.16; b. wegens baten en opkomsten, spruitende uit gemeente-eigendommen en bezittingen (hoofdstuk III) op de som van 44.00 c. wegens ontvangsten van verschillenden aard en toevallige baten (hoofdstuk IV) op de som van f 603.481; dus te zamen ter somma van f 2344.641 3°. Het bedrag van hetgeen nog blijft te verhalen en hetwelk in de eerstvolgende rekening behoort te worden verantwoord vast te stellen op dc som van 1374.03." De heer Sikkel Groos was bij de stemming over deze zaak tijdelijk afwezig. Inmiddels is de heer van Kaathoven ter vergadering gekomen. De Voorzitter tot den heer van Kaathoven. Alvorens wij tot de be handeling van het tweede punt overgaan, wenschte ik u eene inlichting te vragendie wij straks niet konden krijgen. Bij de behandeling der notulen heeft de heer Groos de bedenking gemaaktdat in de vorige zitting niet alleen door hem, maar ook door u en den heer Cock zoude zijn gestemd voor het verzoek van Diakenen. En nu meenen verschillende ledendat door u overeenkomstig het genotuleerde een tegenovergesteld beginsel zou zijn voorgestaan dan de heer Groos meent. Ik wenschte dus te weten welke stem door u is uitgebragt. De heer van Kaathoven. Ik herinner mij zeer goed, dat ik inlichting had gevraagd omtrent het besluit nopens de toegekende vrijstelling van be lasting, en dat ik mij daarop nader verklaard heb voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders om op het verzoek afwijzend te beschikken. De Voorzitter. Derhalve is, wat u betreft, het opgeteekende in de notulen juist. Wij kunnen thans overgaan tot II. Het concept-raadsbesluit, regelende de heffing eener plaatselijke be lasting op het gedistilleerd. Nadat dit raadsbesluit en de concept-verordening, regelende de invorde ring dier belasting gedrukt waren, zijn er, ook zelfs na de vaststelling der memorie van toelichting, nog bedenkingen bij de ontwerpers van beide stukken ingekomen, ten gevolge waarvan daarin nader eenige wijzigingen zijn gebragt, die ik telkens afzonderlijk zal vermelden. En ofschoon mijne stem op dit oogenblik minder ruim is, zal ik mij de moeite geven ieder artikel afzonderlijk voor te lezen. De heer van der Hoeven. Ik zou, mijnheer de voorzitter, u in be denking geven alleen die artikelen voor te lezenwaarin wijzigingen worden voorgestelden wel met de daarin voorgestelde veranderingen. Wij hebben toch het gedrukte concept der verordening voor ons, en gij klaagt, mijnheer de voorzitter, over minder ruime stem. Het zou dus gemakke lijker voor u zijn op de wijzedoor mij aangegevente handelen. De Voorzitter. Zeer gaarne. Ik open dan in de eerste plaats de al gemeene beraadslaging over het concept-raadsbesluiten zoo niemand daar toe het woord verlangt, kunnen wij overgaan tot de behandeling der afzon derlijke artikelen. Geen der leden algemeene beschouwingen wenschende in het midden te brengenwordt de beraadslaging geopend over de artikelen van het concept besluit. Art. 1 luidt aldus: Er wordt, te beginnen op den achtsten dag na dien, waarop dit besluit en de voorschriften betreffende de invordering zijn afgekondigd, eene belasting geheven op het binnen-en buitenlandsch gedistilleerdwaarvoor als grondslag wordt aangenomen het vat gedistilleerd, hetwelk, bij eene warmte van vijftien graden van den honderddeeligen thermometer, vijftig kannen zuiveren alco hol bevat. De Voorzitter, \olgens de nota van wijzigingen zouden in dit artikel moeten vervallen de woorden: binnen- en buitenlandschen zou er dus alleen gelezen wordengedistilleerd. Dit kan zeer gemakkelijk geschiedendaar volgens de laatste wetgeving beiderlei gedistilleerd is gelijk gesteld. Met de bedoelde weglating wordt het artikel goedgekeurd. Art. 2 wordt aldus goedgekeurd Onder gedistilleerd worden begrepen, behalve de onvermengde, door overhaling verkregenalcohol houdende vloeistoffen 20 J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1863 | | pagina 1