HAMEIÏ6E8 VAH DEN GEMEENTERAAD TIN LEYDIN. 10. Zitting van Bonderdag 4 Junij 1863, geopend des namiddags ten 2 ure. Voorzitter: de heer Burgemeester Mr. D. Tieboel Siegenbeek. Tegenwoordig de heeren Stoffels, Krantz, van Kaathoven, Librecht Lezwijn, Tichler, Wttewaall, Sikkel Groos, Tollens, de Fremery Hu- brecht, van Outeren, DriessenMeerburg, Kluit, le Poole, van der Hoeven, Gevers, Goudsmit en Siegenbeek. De leden ten Sande, de Moen en Hartevelt gaven kennis verhinderd te zijn de vergadering bij te wonen. De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Donderdak 21 Mei 11. worden gelezen en goedgekeurd, waarna de Voorzitter me°- dedeelt 1°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten der provincie Zuidholland, dd. 20 Mei 1863, B. n°. 2478 (3e afd.), strekkende ten geleide van een extract uit het koninklijk besluit van den ll<len bevorens, n°. 64, waarbij de wijziging der plaatselijke belasting op het gemaal, vastgesteld in de raadsvergadering van den 16den April dezes jaars, wordt goedgekeurd. 2°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten dezer provincie, van den 26«ten Mei jl B. n°. 2690 (3e afd.) G. S. n°. 17, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van den 2Men dier maand, tot de onderhandsche ver huring van het huis aan de Koepoort aan H. Huntelman. Deze worden aangenomen voor kennisgeving. Voorts legt de Voorzitter over: 1°. Adressen van Diakenen der Nederduitsch-Hervormde Gemeente en van Regenten der Roomsch-Catholijke armen en weezen, behelzende verzoek om teruggave van betaalde plaatselijke belasting op den turf, voor den bii die administratiën aanwezigen voorraad op het tijdstip van de afschaffing dier belasting. 6 2°. Adres van Prof. J. de Wal, waarbij hij teruggave verzoekt van be taalde plaatselijke directe belasting over 1862. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze verzoekschriften te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Financiën, ten fine van berigt en raad. 3°. Adres van Bestuurders der bewaarschool in de Groenesteeg tot het in gebruik bekomen van 138 vierk. ellen gemeentegronds in de Kaarsen- makersstraatter vergrooting der speelplaats. 4°. Adres van J. Parmentier en Zonen, daartoe strekkende, dat hun in gebruik of m eigendom worde afgestaan een gedeelte van de Binnenvest- gracht, tot daarstelling eener stoomspinnerij. 5°. Adres van A. W. Sijthoff, om vergunning tot het doen maken eener waterlozing naar de Koepoortsgracht, ten dienste zijner stoommachine. 6°. Adres van J. Molet, daarbij verzoekende een duiker te mogen doen leggen voor de percelen aan de Doelenachtergracht Wijk I. n°. 257/58. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten de adressen sub 3—6 te stellen m handen van Burgemeester en Wethouders, om daarop te dienen van berigt en raad. r 7°. Adressen van J. P. H. Bey, A'. Carlier en H. J. van Oosten, om tot opziener bij de gemeente-fabricagewerken te worden benoemd. Wordt overeenkomstig de voordragt besloten, deze adressen, ten fine van berigt en raadte stellen in handen der Commissie van Fabricage. 8°. Rekening van het Gereformeerd Minnehuis, dienst 1862. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze te stellen in handen der Commissie van linanciën, om te dienen van berigt en raad. 9°. Adres van G. Aalbersberg, om continuatie in zijne betrekking als stads-chirurgijn. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit adres te stellen in han den van de drie groote armbesturenten fine van berigt en raad. 10°. Adres van H J. Wijsman Bz. te Amsterdam, ter ondersteuning van het request van J. J. Brandhoff Isselman, betreffende de noodzakelijk" held van een verpligten ijk op de botervaten. Wordt besloten overeenkomstig de voordragt, hierop over te gaan tot de orde van den dag, als zijnde het verzoekschrift op ongezegeld papier. De Voorzitter deelt nog mededat bij de aanstaande gewone verkiezing van leden van den Raad, op den derden Dingsdag der maand Julij in de stembureaux volgens den rooster zullen moeten zitting nemen, als: in het hoofdbureauwaarvan de wethouder Stoffels, bij afwezigheid van den Burgemeester, ingevolge de wet als voorzitter optreedt, de heeren A. Librecht Lezwijn en S. A. Meerburg, als leden; in het onderbureaude heer J. B. de Moen, als voorzitter, de heeren Mr. H. Gevers en B. F. Krantz, als leden. Dit wordt aangenomen voor kennisgeving. Aan de orde is: I. Benoeming van twee leden voor de commissie bij de loting voor de schutterij. De heer van Kaathoven. Ik wenschte de vraag te doenof op deze en de volgende aan de orde gestelde benoeming niet ook van toepassing zou kunnen worden gemaakt het voorstelin der tijd door den heer van Ame- rongen gedaan en waaraan bereids gevolg is gegeven, wat betreft de za- menstelling der stembureaux voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad, en of derhalve de 1863. benoeming van leden voor deze onder n°. 1 en n°. 2 bedoelde oommissiën niet ook volgens den rooster zou kunnen geschieden. Als ik naga, dat het eene commissie betreft, die telken jare terugkeert, en dat het bovendien eene werkzaamheid geldt, waaraan geene speciale kennis verbonden is, ter wijl de taak, hoe vereerend ook misschien, toch een grooten last'mee brengt, dan zou ik het wel wenschelijk achten, dat die beide commissiën wierden gerekend te behooren tot dezelfde categorie als waarvoor de roos ter is vastgesteld. Ik zou dus wel in overweging willen geven om even als voor de stembureaux ook voor die commissiën een rooster vast te stel len en de werkzaamheden over alle leden van den gemeenteraad te ver- deelen. De Voorzitter. Ik heb er niets tegen. Er zou dus, als ik het wel begrepen heb, een rooster moeten worden gemaakt. ^eer TAN Kaathoven. Ja, mijnheer de Voorzitter. Als ik naga, hoe dikwijls dezelfde leden gekozen zijn om in deze commissiën zitting te ne mendan acht ik dat zeer bezwarend, en de vergadering zal, vertrouw ik dat wel met mij eens zijn. In een woord, ik wenschte, even als voor de verkiezing van leden der Tweede Kamer enz.dat de leden der commissiën voor de loting en het onderzoek bij den rooster zouden worden aangewezen. Do Voorzitter. En zoudt gij uw denkbeeld dan reeds nu op de beide commissiën willen hebben toegepast volgens den bestaanden rooster? De heer van Kaathoven. Ik laat dat aan het oordeel der vergadering over. Ik geloof, dat het geene moeijelijkheid zal opleveren. De Voorzitter. Ik zal vrageu, of het voorstel van den heer van Kaat hoven ondersteund wordt. De heer le Poole. Zeer gaarne ondersteun ik dat voorstel; want ik heb reeds tweemaal achter elkander in de commissie gezeten. De Voorzitter. Dat kon nu echter wel weder het geval zijn. De heer le Poole. Dan is dat toch altijd een regel, waaraan ik mij wensch te onderwerpen. De heer van her Hoeven. Ik heb tegen het voorstel van den heer van Kaathoven op zich zelf geene de minste zwarigheid. Maar ik moet toch betwijfelen, of de zaak, zoo als zij tot nu toe geregeld was, veel zwarigheid heeft opgeleverd. Ik geloof, dat alle leden niet evenveel be schikbaren tijd hebben, en dat is, geloof ik, de aanleiding geweest om de zaak vroeger anders te regelen. Van het voorstel van den heer van Ame- rongen heeft deze zelf geen resultaat kunnen zien, daar hij, kort na het te hebben ingediendzijn ontslag als lid van den Gemeenteraad nam. Ik herinner mij niet, dat er vroeger over geklaagd is geworden, ook niet dooi den voorafgaanden spreker. De heer Tollens. Ik wenschtealvorens tot de stemming werd overge gaannog op te merken, dat de leden van den Raad om de zes jaren af treden zoodat sommige hunner nooit aan de beurt zullen komen ten laste van anderen. De maatregel zal dus niet alle leden kunnen treffen, want slechts eens per jaar worden soortgelijke commissiën vereischt. Het voorstel van den heer van Kaathovenin hoofdelijke stemming ge- bragt zijnde, wordt aangenomen met 18 stemmen tegen 1 (die van den heer van der Hoeven). De Voorzitter. Ik moet er dan bijvoegen en ik onderstel dat dit wel de bedoeling der vergadering zal zijn, dat de overige raadsleden, niet dooi den rooster aangewezenals plaatsvervangers zullen optreden. De heer van Kaathoven. Ik wensch daarin denzelfden regel te hebben gevolgd als met den anderen rooster. De oorzitter. Ik zal dan den Secretaris verzoeken voor te lezen de namen der leden, die door den rooster zijn aangewezen voor de commissie bij de loting voor de schutterij. Deze zijn de heeren ten Sande en Cock; terwijl als leden voor de com missie van onderzoek bij de schutterij worden aangewezen de heeren van Kaathoven en le Poole. Hiermede zijn de twee eerste aan de orde gestelde punten vervallen. III. Rekeningen, dienst 1862, van: a. de Stads-Bank van Leening; b. het Werkhuis, met suppletoire begrooting en staat van af- en over schrijving; c. de Plaatselijke Schoolcommissie; d. Vrouwen Kraammoeders. De Voorzitter. Ik zou voorstellen letter c vóór letter b te behandelen, vermits ik mij voor de behandeling der rekening van de Stads-Bank van Leening en van de Plaatselijke Schoolcommissie persoonlijk moet verwijderen en anders tweemaal zou moeten terugkeeren. Hiertoe besloten zijnde, wordt tijdelijk het voorzitterschap door den wethouder Stoffels waargenomen. a. Rekening van de Stads-Bank van Leening. De Commissie van Financiën heeft op deze rekening geene aanmerkingen en raadt die goed te keuren en vast te stellen, in ontvang ad/247523.25 in uitgaaf ad 215988.80 alzoo sluitende met een batig saldo van/31534.45 welke som in de eerstvolgende rekening zal behooren te worden verantwoord. De conclusie van dit rapportwaarover door geen der leden het woord wordt gevraagd, wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd, hebbende zoowel de Burgemeester als de heer Hubrechtals mede-Commissarissen der betrokken instelling, zich gedurende de behandeling dezer zaak ver wijderd. c. Rekening van de Plaatselijke Schoolcommissie. ft 12

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1863 | | pagina 1