HANDELINGEN TAB UN GEMEENTERAAD TAN LEIDEN. JSUt'„»Senk0°"is de 8™'*ld in h,»d™ d« SSLr taÏÏL s J ertljd ook kon behandeld worden het adres 1 d" k" m 8. Kitting van Donderdag 30 April 1863, geopend des namiddags ten 2 ure. Voorzitter: de heer Burgemeester Mr. D. Tieboel Siegenbeek. Tegenwoordig de heeren Stoffels, de Moen, Krantz, Kneppelhout van Sterkenburg öikkel Groos, de Fremery, Tollens, ten Sande, Kluit, Meer burg van Outeren, Le Poole Wttewaall, Tiehler, Goudsmit, Hartevelt, van der Hoeven en Siegenbeek. De heeren Hubrecht, Gevers, Librecht wonen"1 gaVe" Verhinderd te ziJn de vergadering bij te aa"teeken>ngen van het verhandelde in de zitting van Donderda" 16 April 11. worden gelezen en goedgekeurd, waarna de Voorzitter mededeelt^ 1 aden disP°sitie van Gedeputeerde Staten van Zuidholland, van den 14a« April jl., B n» 1838 (4» en 3» afd.), G. S. n». 40, waarbij he besluit van den 2^ bevorens, tot het verleenen van een buitengewoon subsidie, over 1862, aan het Minnehuis, wordt aangenomen voor kennisje- ving en daarin berust. 2°. Gelijke dispositie van den 21" April jl.B. n». 2011 (3= afd G S n 16, waarbij worden goedgekeurd de besluiten van 2 en 16 dier maand' tot de onderhandsche verhuring van de woning boven het telegraaf-kantoo^ en van de huizen buiten en aan de Witte poort. 3o Gelijke dispositie dd. 21/28 April jl.B. n». 1977 (3« afd G S n 34, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van den 12<i«n Februarii 11 tot het voeren van een regtsgeding tegen de gemeente Zoeterwoude. Deze dispositie is van den volgenden inhoud dd"?6eldezèreenO T den Burf?emeester der gemeente Zoeterwoude 16 dezer, n .152/14, bezwaren mededeelende tegen het benoemen door Burgemeester en Wethouders eener commissie tot het houden eerier confe rentie met eene commissie uit deze vergadering, in zake het geschil met de feTTr wf °Ver V?ld°ening de^ jaarlijksohe recognftie wegens af gekochte bottingen en riemtalen, overeenkomstig de daartoe gedane uitnoo- diging bij besluit van den 14dcu te voren n". 25 En voorts nader in beraadslaging gebragt de in de notulen dezer verga dering van 2<L January en 3 Maart 11., n«. 34 en 41, vermelde besluiten van de Kaden der gemeenten Zoeterwoude en Leyden van verschillende dag- teekeningentot het voeren van een regtsgeding ter zake voormeld Gelet op art. 194 der Gemeentewet, Gehoord het rapport van de leden der betrokken afdeeling Is besloten: de genoemde raadsbesluiten goed te keuren, mèt mededeeling dat deze vergadering aanleiding heeft gevonden tot het verleenen dezer goedkeuring, uithoofde van het door Burgemeester en Wethouders van Zoe terwoude ingebrag bezwaar tegen het gedaan voorstel tot het vooraf houden eener conferentie te dezer zake, met eene commissie van twee leden uit dat gemeentebestuur en twee leden uit deze vergadering. Extracten dezermet bijvoeging van een exemplaar van het raadsbesluit voorzien van het vereischte appointement van goedkeuring, zullen worden gezonden aan Burgemeesters en Wethouders der genoemde ^meenten respec- tivelijk tot infoimatie en nangt en ter mededeeling aan den Kaad." aanDteVnemeZmTEE' V°°r drie medede<*ngen voor kennisgeving De heer van der Hoeven. Is het ook bekend, mijnheer de Voorzit ter, waarom het gemeentebestuur van Zoeterwoude geweigerd heeft eene dergelijke zamenspraak te houden? eene <,fPf°rrJ00RZ!iTTEE"n Tet.,er "iets van- Er was daaromtrent een voor stel gedaan door Gedeputeerde Staten aan het bestuur van Zoeterwoude en het antwoord dier gemeente is ons door gemeld collegie medegedeeld maar de giondenwaarop die weigering steunt, zijn ons niet bekend g«D.Óeb„!'"!''gen°em']e v„, kennisgeving Voorts legt de Voorzitter over: ,lJ°' ^elJaarIiju3cI' 7ersla£ van den toestand der gemeente, over 1862 dat gedrukt wordt en den leden zal worden toegezonden Aangenomen voor kennisgeving. Overeenkomstig de voordragt wordt besloten dit aan te nemen voor ken- STeVggen dage" iDZage Va" de leden in de leskamer ,J°' tl°0rdra^r T, de .PlaatseIiJ'ke Commissie van geneeskundig toevoor- diek'e aftreding S midden te °ntstane vacaturen door F™" V?r de keurmeesters van levensmiddelen, met be- öeleidende missive van de Commissie voor de huishoudelijke verordeningen. van°FinEanciën?g het Werkhuis over 1862> met rapport der Commissie £red^endepnkiTfg d? v?ordrBgt wordt besl°ten de stukken sub n°. 3-5 gedurende 14 dagen ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen. 6°. Kekening der Stads bank van leening, over 1862 1863. 7». Adres van P. G. Nap, om afschrijving van plaatselijke belasting, 1863. "nmLe?en w^ ,V001'dl'agt wordt dit adres gesteld in handen van Bur- geraeestei en Wethouders, ten fine van berigt en raad. 8 Adres van J. J. Brandhoff Isselman, ten betooge dat een vernli°te ijk op de botervaten vooralsnog niet kan gemist worden. De Voorzitter. Ik stel voor, ook dit adres ter inzage te le^en in de leeskamer, voor het geval, dat sommige leden daaruit aanleiding konden vinden om eene of andere voordragt te doen. De heer van der Hoeven Van daag behandelen wij juist de voor dragt tot opheffing van den onverphgten ijk op de botervaten. Ik zou De Voorzitter. Van daag behandelen wij de opheffing van den onver phgten yk, en de adressant vraagt juist de invoering van den verpligten ijk, hetgeen weder eene geheel andere zaak is. De heer van der Hoeven. Maar het komt mij twijfelachtig voor of wij, den onverphgten ijk opgevende, daardoor den overgang maken' tot het aannemen van den verpligten ijk. no?"!^ZITThE- yerlangt de beer va(l der Hoevendat het adres als nog gesteld worde m handen van Burgemeester en Wethouders, dan ben ik daartoe volgaarne bereid. Maar ik meende, dat, na de herhaalde beslis singen, die er op het stuk van den verpligten ijk genomen zijn, er een einde aan de zaak behoorde te komen. Indien er andermaal een rapport van Burgemeester en Wethouders over deze zaak mogt worden verlangd dan zal zij wederom in discussie moeten komen, en het voor en teo-en al- zoo op nieuw te berde moeten worden gebragt. De heer van der Hoeven. Ik zou dan willen vragenof het niet be- ter ware n 2 van de punten van beschrijving heden niet te behandelen en allereerst kennis te nemen van het adres? Ik vraag dit te meer omdat wij niet kunnen weten, in hoever wij het werkelijk raadzaam zouden kun nen achten, alsnog den verpligten ijk in te voeren. De Voorzitter. Misschien ware het beter om, wanneer n°. 2 der pun ten van beschrijving aan de orde komt, voorlezing te laten doen van het adres. Mij dunkt, dan kan daarin de beste aanleiding worden gevonden om te beoordeelenof er al of niet termen bestaan om de zaak te ver- aagen. Dienovereenkomstig wordt hierop besloten. 9°. Adres van de afdeeling Leyden en omstreken der Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der geneeskunst, houdende verzoek om voor de 15 algemeene vergadering der maatschappijop 24 en 25 Juni'j ek net kosteloos gebruik te mogen hebben van de stads gehoorzaal. De \oorzitter. Ik zal dat adres laten voorlezen, daar ik den Kaad wenschte voor te dragen deze zaak, zoo mogelijk, heden te beslissen, ten mededeélerf vergadering aan de maatschappij te kunnen Door den Secretaris wordt thans bedoeld adres voorgelezen. De Voorzitter. Mag ik vragen, of er ook bedenking bestaat tegen het inwilligen van het verzoek? g De heer Tollens. Ik zie er volstrekt geen bezwaar in om dit verzoek toe te staan, te meer, daar er reeds ten deze een antecedent bestaat. MM,r ik moet toch vragenwelke zijn dan de opbrengsten van de stads-gehoor- staan wordt P* Z°° ""j1® ,let kostelooa gebruik van gevraagd en toege- DeVoorzitter. Ik zou kunnen antwoorden, dat het gebruik geldelijke'; vergoeding voor het minst even zoo dikwijls plaats heeft ategerl kosteloos gebruikterwijl deze maatschappij altijd het kosteloos gebruils bet de zaal heeft gehad. k van De heer Tollens. Men zal toch moeten toegevendat er zeer dikwerf kosteloos gebruik van gemaakt wordt. De Voorzitter. Meestal inzonderheid, als het voor een liefdadig doel is. De heer Tollens. Ik weet niet, of dat hier wel bepaald kan gezegd worden het geval te zijn. Het voorstel om het verzoek in te willigen wordt hierop zonder hoofde lijke omvrage aangenomen. Aan de orde is: I. Het ontwerp-reglement voor de waag- en kraanwerkers binnen de ge meente Leyden. De Voorzitter. Ik moet beginnen met mede te deelen, dat door eene toevallige vergissing in dit ontwerp zijn gedrukt de woorden en, kraan, die er niet in hadden moeten staan. Ik zal die vergissing eenigerraate toelich ten. Vroeger is door ons besloten èn voor de waagwerkers, èn voor de kraanwerkers een reglement vast te stellenen in dien geest was dan ook voor beiden een reglement ontworpen. Later is echter het denkbeeld opge komen alleen van de waagwerkers in het reglement te spreken, en de kraan werkers niet te vermelden. Het is ons namelijk gebleken, dat de Kamer van Koophandel er. Fabrieken het behoud van de kraan voor den handel niet nooilig achtte. Daar komt bij, dat de kraan dringend voorziening vor dert, daar zij in zoodanigen staat verkeert, dat er geen gebruik van kan gemaakt worden. Men heeft dus gemeend die kraan onaangeroerd te moe ten laten. Wanneer men nu bijzonder op haar behoud was gesteld geweest zouden er welligt termen hebben bestaan om haar te vernieuwen. Daar evenwel de Kamer van Koophandel haar niet noodig acht in het belan» van den handel, hebben wij gemeend, ten deze geene meerdere uitgaaf dan 8

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1863 | | pagina 1