HANDELINGEN TAS BES
TAN LUIEN.
Zitting Tan Donderdag 15 January 1863,
geopend des namiddags ten 2 ure.
Voorzitter: de heer Burgemeester Mr. D. Tieboel Siegenbeek.
Tegenwoordig de heeren: Stoffels, Meerburg, du Rieu, Sikkel Groos,
de Moen, Tollens, DriessenTichler, Wttewaall, van Kaathoven, Harte-
velt, de Fremery, Hubrecht, van der Hoeven, van Outeren, Le Poole,
KrantzKluitten SandeGeversLezwynGoudsmit en Siegenbeek.
De vergadering geopend zijnde, houdt de Voorzitter de volgende aanspraak
Voor het eerst in den kortlings begonnen jaarkring vereenigd, is het mij
behoefte u, MM. HH. en veelgeachte medeleden, welmeenend welkom te
mogen heeten.
Hartelijk verheugt het mij dat gedurende het afgeloopen jaar uit ons
midden niemand door den dood werd weggeruktterwijl de eenige die ons
ontvielwien ge allen met mij om zijne grondige kennis en minzaam ka
rakter hoog waardeerdet, de bijzondere onderscheiding genoot omin 's Konings
raad geroepen, zijne talenten, aan het hoofd der justitie geplaatst, aan 'slands
belang te mogen wijden. Het is mij en voorzeker u allen echter leed dat
een ander onzer, die mede sedert een beduidend aantal jaren de behartiging
der gemeentelijke belangen ijverig waarnam, met den aanvang van dit jaar
zijne betrekking meende te moeten nederleggen, van de overtuiging door
drongen, dat hij haar bezwaarlijk voortdurend met de eervolle taak van
vertegenwoordiger des volks in 's lands hooge staatsvergadering konde vereeni
gen. Ik eerbiedig die overtuiging, en bij den wenseh dat het hem gegund
zijzich lang nog van die taak met zelfvoldoening ten algemeenen nutte te
kwijten, Spreek ik gaarne een woord van dank uit voor de diensten door
beiden aan deze gemeente bewezen en beveel haar verder in hunne belang
stelling aan.
U allen zij voorts in dit jaar Gods beste zegen toegebeden. Die zegen
zij en blijve in ruime mate uw deel in den maatschappelijken en huisselijken
kring en schenke u bij het onschatbaar genot van gezondheid in het werk,
waartoe ge u geroepen zaagt, geluk en voorspoed te ondervinden.
Dat voorregt doe ons tevens lust en kracht behouden om ten nutte dezer
gemeente werkzaam te blijven en onze beste pogingen aan haar welzijn
dienstbaar te maken.
Zij is ons toch allen voorzeker dierbaar, en voor haren bloei zullen wij ook
dit jaar gaarne ijverenhaar dragen wij ootmoedig in de hoede der Voor
zienigheid op.
Ten vorigen jare, ieder uwer zal dit erkentelijk met mij instemmenmogt
zij zich in die hoede ruimschoots verheugen.
Wel gingen wij dat jaar met bezorgdheid in over de ramp, welke eene
der aanzienlijkste fabrieken had getroffenen uit den grond mijns harten
ontboezemde ik toenmaals den wensch dat haren eigenaars kracht en moed
mogt worden geschonken om den slag hun toegebragt, in aller belang, te
herstellen. Wie uwer stemt het mij niet met dankbaarheid toe, dat die
wensch in allen deele werd vervuld en dat de door mij bedoelde fabriek,
waarop wij roem dragenmet verhoogden luister is herrezen.
Hoe krachtig werden tevens de pogingen van hen, die edelmoedig zich
het lot der tijdelijk van werk verstoken arbeiders aantrokkenook dit jaar
van alle zijden ondersteund.
Vergeten wij daarbij niet, hoe bijzonder sedert onze gemeente voor brand
gevaar werd behoed.
Gewaagde ik bij den aanvang des vorigen jaars met voldoening, dat wij
de middelen konden vinden, benoodigd om het lager onderwijs op deugde
lijke wijze in te rigten, aangenaam is het mij thans, u te mogen herinne
ren hoe gelukkig wij verder slaagden in de keuze vari hendie met dat
onderwijs zijn belast en hoezeer wij ons daarvan op goeden grond voor de
beschaving en ontwikkeling van het opkomend geslacht de beste vruchten
mogen voorspellen.
Door de naauwlettende zorg van onze wakkere Commissie van Fabricage
werd voor de noodige herstellingen aan de gemeentewerken naar eisch ge
waakt en daarbij tevens niets verzuimd wat gelijktijdig verfraaijing konde
aanbrengen, derwijze, dat de gemeente ontegenzeggelijk in uiterlijk aanzien
heeft gewonnen.
De voornaamste bronnen van welvaart in haar middenal waren de schokken
welke elders heerschende verwarring en bloedige tweespalt Europa deden on
dervinden, niet geheel zonder invloed, werden echter voor merkbaren ach
teruitgang genadig bewaard en bleven steeds voor velen mildelijk vloeijen.
De staat onzer geldmiddelen mag bevredigend worden genoemd en wij her
denken het met een dankbaar gevoel, dat het ons gegund was eene op alle stan
den der maatschappij evenzeer drukkende belasting in dat jaar op te heffen.
De geschillen ten gevolge der droogmaking van het Haarlemmermeer
gerezenvroeger der gemeente in hare uitkomst bezwarendwerden ditmaal
op het laatst overgebleven punt ten haren voordeele beslist.
De inrigting, dienstbaar om armoede in deze gemeente te lenigen en den
eerlijken behoeftige werk en levensonderhoud te verzekerenbleef na een
tienjarig bestaan door den onvermoeiden ijver harer bestuurders meer en
meer aan hare schoone roeping beantwoorden.
Menige instelling van weldadigheid mogt het genoegen smakendat be
langrijke erfmakingen hare geldmiddelen schraagden en haar de gelegenheid
verschaftenop onbekrompene wijze nut te stichten.
Was tot mijn innig leedwezen de rust in ons midden niet altijd onge
stoord en werd zij in een oogenblik van onbedachtzaamheid bedreigd, ik
mag er met voldoening op wijzen, dat dit bedroevend verschijnsel geheel
voorbijgaand was en dat loffelijke bezadigdheid, gepaard aan eerbied voor
orde en wet, spoedig den boventoon verkreeg, en gelijk vroeger onafge
broken bleef heerschen.
Slaan wij danindachtig aan zoo veel goeds der gemeente ten vorigen
jare geschonken, met vertrouwen de handen aan het werk en worde mij
daarbij steeds uwe welwillende ondersteuning geschonken.
De aanteekeningen van het verhandelde in de zitting van Woensdag
24 December 11. gelezen zijnde, vraagt en bekomt de heer van der Hoeven
vergunning om na hare vaststelling eene vraag aan den Voorzitter te rigten.
De notulen worden hierop goedgekeurd.
De heer van der Hoeven. De vraagwelke ik tot u wilde rigten
mijnheer de Voorzitter, is deze, of, nadat, zoo ik mij niet bedrieg, van
ons raadsbesluit betreffende het Ziekenhuis mededeeling was gedaan aan
heeren Curatorendaaromtrent sedert dien tijd eenige beschikking is geno-
men. Of is de zaak nog steeds in denzelfden toestand als in den tijd, dat
ons raadsbesluit is gevallen?
De Voorzitter. Ik moet zeggen, dat het dagelijksch bestuur tot dus
verre niets van de zaak vernomen heeften dat, wanneer dit het geval
ware geweest, wij zeer zeker de eerste gelegenheid de beste zouden hebben
waargenomen om daarvan kennis te geven.
De Voorzitter doet mededeeling van:
Drie dispositiën van Gedeputeerde Staten der provincie Zuidholland, als:
1°. Eene van den 23*» December 1862, B. n°. 7087 (3« afd.), G. S.
n°. 21, houdende goedkeuring van het raadsbesluit van den llen bevorens,
tot de onderhandsche verhuring van den zolder in de Smidssteeg;
2°. Eene dd. 30 December des vorigen jaars, B. n°. 7260 (3e afd.),
G. S. n°- 27, waarbij wordt goedgekeurd de, bij raadsbesluit van den
24e» dier maand vastgestelde, wijziging der begrooting, 1862, zoo in ont
vang als in uitgaaf; en
3°. Eene van gelijke dagteekening B. n°. 7291 (3e afd.), G. S. n°. 29
behelzende goedkeuring van het 2' suppletoir kohier der plaatselijke directe
belasting, dienst 1862.
Deze worden aangenomen voor kennisgeving.
De Burgemeester legt daarna over:
1". Eene missive van Curatoren van het Stedelijk Gymnasium, van den
8en dezer maand, houdende aanvrage om te mogen beschikken over een
gedeelte van het vrijgevallen tractement van den 2e» praeceptor.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze missive te stellen in
handen van Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Financiën,
ten fine van berigt en raad.
2°. Adres van bewoners der Warmoesraarkt, tot het rooijen der rij hoo
rnen aan de zijde hunner huizen.
3°. Eene missive van de Gezondheids-Commissie, van heden, n°. 26,
waarbij zij aandringt op de daarstelling eener overdekte vischmarkt.
Overeenkomstig de voordragt worden deze stukkenten fine van berigt
en raad, gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders.
4°. Voordragt van de Gezondheids-Commissie, ter vervulling der in haar
midden ontstane vacaturen bij periodieke aftreding.
Omtrent deze voordragt wordt, overeenkomstig het voorstel, besloten die
ter inzage van de leden in de leeskamer neder te leggen.
I. De Voorzitter. Thans vraag ik vergunning om de orde der ter
behandeling gestelde onderwerpen eenigzins te wijzigen en dadelijk te begin
nen met hetgeen onder n°. 2 op het oproepingsbriefje voorkomt (de be
noeming van een onderwijzer in het teekenen voor de openbare lagere scho
len). Ik voeg daarbij het voorstel om de voordragt, die ingeleverd is, in
twee deelen te splitsen en thans alleen het eerste gedeelte te behandelen.
Het is mij namelijk gebleken, dat sommigen eene oproeping verwacht had
den, nadat het tractement zou zijn vastgesteld, en dat eenige sollicitanten
daardoor in hunne verwachting zijn teleurgesteld. Ik wensch hen in de
gelegenheid te stellen zich aan te melden, en dan kan in eene volgende
vergadering tot eene benoeming worden overgegaan.
Daar niemand zich hiertegen verklaart, verzoekt de Voorzitter den Secretaris
het eerste gedeelte van het rapport van Burgemeester en Wethouders voor
te lezen.
Dat gedeelte luidt aldus:
//Onder de vakken, waarin op de openbare scholen voor meer uitgebreid
lager onderwijs der 1» en 2» klasse voor jongens en der 1° klasse voor
meisjes onderwijs moet worden gegevenbehoort mede het teekenen. Dit
zelfde onderwijs moet ook worden verstrekt aan de kweekelingen. Wij
kunnen alzoo rekenen dat ongeveer twaalf uren in de week tot het geven
van onderwijs in dit vak worden vereischt.
Wij nemen dientengevolge de vrijheid u voor te stellen de jaarwedde van
den aan te stellen onderwijzer te bepalen op 600."
De Voorzitter. Er schiet mij daar iets te binnen; misschien ware het
niet kwaad de opmerking te maken, dat wij in de berekening der uren
mogelijk wat te zuinig zijn geweest. Het zou dus misschien beter zijn om,
in plaats van twaalf, zestien uren te stellen. Het is niet vooraf goed te
bepalen, hoe vele uren voor dat onderwijs noodig zijn. Dat hangt af van
de vorderingen der verschillende scholieren. Zijn er die belangrijke vorde
ringen hebben gemaakt, dan vallen zij spoedig in eene afzonderlijke klasse
en wordt het getal uren allengs vermeerderd. Het kon dus ligtelijk zijn,
dat er zestien uren gevorderd werden, en daarom wenschte ik het getal
van twaalf slechts als minimum te hebben beschouwd.
De heer le Poole. Ik geloof wel, dat die meerdere uren noodig zijn.
De Voorzitter. Ik heb er slechts op willen wijzen, omdat men mis
schien het tractement zou beschouwen in verhouding tot het getal uren. Dat
getal wordt nu wel thans niet bepaaldmaar ik achtte het nuttig op dit punt
opmerkzaam te makendaar wij het mogelijk bij raming te gering aangaven.
Het voorstelom het tractement van den onderwijzer in het teekenen
voor de openbare lagere scholen te bepalen op een bedrag van 600
wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen; zullende er op de
zen grondslag eene oproeping geschieden. Mitsdien wordt er besloten thans
niet tot eene benoeming over te gaan.
II. De benoeming van een hulponderwijzer der 41e klasse aan de open
bare school voor minvermogenden.
Voor deze en de verder aan de orde gestelde benoeming worden de hee
ren du Rieu, de Fremery en Le Poole door den Voorzitter uitgenoodigd
om met hem het bureau van stemopneming uit te maken.
De voordragt van Burgemeester en Wethouders bevat het volgende:
»Ter benoeming van een hulponderwijzer der 4e klasse aan de openbare
school voor gewoon lager onderwijs voor minvermogenden, op eene bezol
diging van 300 'sjaars, hebben wij de eer u de navolgende voordragt,
door ons in overleg met den betrokken hoofdonderwijzer en den districts
schoolopziener opgemaakt, aan te bieden, als: I®. Teunis Antonie Theo
doras de Leng, hulponderwijzer alhier, die zich door zijne bijzondere ge
schiktheid gunstig aanbeveelt; 2°. Boudewijn Bakker, thans wonende te
Utrecht; terwijl wij, om het drietal vol te maken, dat ingevolge de 2e
zinsnede van art. 22 der wet gevorderd wordt, daarbij voegen als n°. 3,
Johannes Jacobus Wernerhulponderwijzer der 4e klasse aan dc openbare
school n°. 1 voor onverraogenden."
De uitslag der stemming is, dat 21- stemmen worden uitgebragt op de
Leng en 2 op Bakker, weshalve benoemd is T. A. T. de Leng.
1