de andere zoo weinig mogelijk opgedragen zien. Beider zienswijze verschilt
dus te zeer, dan dat men een goed resultaat zou mogen verwachten.
De heer Stoffels. Ik heb daarom juist er bijgevoegd //na den Baad
te hebben gehoord." Nu de beide commissiën gehoord hebben de verschil
lende denkbeelden, die in den Baad zijn gewisseld, zullen zij zich misschien
beter kunnen verstaan. Is dat niet mogelijk, dan zou men op het besluit
moeten terugkomen.
De heer Gevers. Ik zou eenvoudig de Commissie willen verzocht heb
ben een nader voorstel te doenna de gevoelens van de leden van den
Baad te hebben gehoord.
De heer Sikkel Groos. Dat zou niets baten. De Commissie meent
verpligt te zijn bij haar gevoelen te blijven.
De Voorzitter. Dan geloof ik, dat maar het beste is over de in
structie te stemmen. Wordt zij afgestemddan zal de Commissie de in
structie moeten herzien; want dan blijkt toch, dat de Baad eene andere
instructie verlangt, en er dus eene zoodanige moet opgesteld worden. Als
de Baad de instructie verwerpt, is het toch niet denkbaar, dat de Commissie
kunne zeggen: er kan geene andere in de plaats treden.
De heer Sikkel Groos. Maar het is toch ook niet denkbaar, dat de
Baad iets zal verwerpen wat geheel in overeenstemming is met zijn eigen
besluit.
De Voorzitter. Ik kan dat niet inzien. Ik zie niet in, waarom de
Baad gebonden zoude zijn niet verder te gaan. Maar ik verzoek den heer
Goudsmit nog eens schriftelijk zijn voorstel te willen formuleren.
De heer Goudsmit. Mijn voorstel zou strekken om aan het artikel toe
te voegen de volgende zinsnede: //De keurders zijn verpligt tot het onder
zoeken van en het uitbrengen van rapport over levensmiddelenwelke 'hun
door den wetenschappelijken keurder worden aangewezen."
De Voorzitter. Ik moet vragen, of het niet meer zou sluiten op de
instructie van den wetenschappelijken keurder, dat men van hem verlangen
zou de opdragt tot dat onderzoek. Want nu zou het een last zijnop de
keurders gelegd.
De heer Goudsmit. Gij hebt gelijk, mijnheer de Voorzitter, en ik zal
in dien geest mijn voorstel wijzigen, in dier voege dat gelezen worde: //De
wetenschappelijke keurder is bevoegd den keurders op te dragen het onder
zoek van en het berigt geven over de levensmiddelen, welke hij hun zal
aanwijzen."
De Voorzitter. Dat zou dan een tweede artikel kunnen worden.
De heer Goudsmit. Ik heb er niets tegen.
De heer de Fremery. Ik moet vragenof door dit voorstel tevens aan den
wetenschappelijken keurderde bevoegdheid is gegeven om, waar en wanneer
dit noodig iszelf de monsters te nemendie voor het onderzoek vereisclit
worden.
De heer Goudsmit. Neen. Ik geloof, dat hij steeds de man moet
blijven, die. zoo noodig, het initiatief kan nemen.
De Voorzitter. Ik zal dan eerst het artikel voorlezen en daarna het
voorstel.
De heer van Kaathoven. Is het noodig eerst te lezen aangewezen en
daarna aangeboden? Als er staat aangewezenis het even alsof Burgemees
ter en Wethouders zeiven de levensmiddelen aanwijzen om te keuren. Zij
en de keurmeesters geven den wetenschappelijken keurder de voorwerpen ter
keuring. Zou het dus niet beter zijn het woord aangewezen weg te laten
en den zin dus te lezenHij is verpligt tot het onderzoeken van alle le
vensmiddelen hem door Burgemeester en Wethouders en door de keurmees
ters aangebodenenz.
De heer Hartevelt. Ik geloof, dat het woord aangewezen zeer goed
zou kunnen blijven. Op een afstand b. v. van hier uit kan ik zeer gevoe
gelijk een huis of een winkel aanwijzen, waar men dit of dat zal te onder
zoeken hebben, zonder er persoonlijk heen te gaan; aanbieding zoude ik
meenen dat geheel iets anders zeggen wil.
De heer Sikkel Groos. De Commissie acht de redactie, zoo als zij is
voorgesteld, voldoende en ziet geene reden om die te veranderen.
De Voorzitter. Maakt de heer van Kaathoven er een voorstel van?
De heer van Kaathoven. Neen, mijnheer de voorzitter.
Het art. der instructie, alsnu in hoofdelijke omvrage gebragt zijnde, wordt
verworpen met 10 tegen 9 stemmen; hebbende de heer Cock zich ten
deze buiten stemming gehouden.
Tegen: de heeren Stoffels, Hubrecht, Tichler, Tollensde MoenKluit
Krantz, Meerburg, de Fremery en de Voorzitter.
Voor: de heeren ten Sande, Sikkel Groos, Driessen, Wttewaall, van
KaathovenGeversHarteveltvan Outeren en Goudsmit.
Daardoor komt de verdere behandeling dezer zaak te vervallen.
Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering
gesloten.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DBABBE.