HUDMMR TAB DN 61HHTEBAAD TAN LETDIN. 19. Zitting van Vrijdag 31 October 1862 geopend des namiddags ten 1 ure. Voorzitter: de heer Burgemeester Mr. D. Tieboel Siegenbeek. Tegenwoordig de heeren de Moendu RieuStoffelsKluitHubrecht ten Sande, Lezwyn, Tollens, Driessen, de Fremery, Wttewaall, Krantz, van Outeren Hartevelt, Gevers, le Poole, Meerburg, Goudsmit, van der HoevenCock en Siegenbeek. Deze zitting eene gecontinueerde zijnde, worden de werkzaamheden aan gevangen zonder resumtie der notulen. Aan de orde is de voortzetting der beraadslagingen over de gemeente- begrooting, dienst 1863. Hoofdstuk V. Kosten der openbare veiligheid en van de brandweer. No. 91 wordt aldus goedgekeurd: Jaarwedde van de Commissarissen van Politie 2800. No. 92. Belooning van de inspecteurs, dienaars en verdere beambten van politie, mitsgaders van de veldwachters f 7400. De heer Kluit. Mag ik nog even terugkomen op den post, die zoo even is goedgekeurd, mijnheer de Voorzitter? Het betreft het uitgetrokken cijfer van den eersten Commissaris van Politie. Ik begrijp zeer goed, dat die som op de begrootiiig dient voor te komen. Maar toch zou ik wel willen voorstellen, haar voor dit jaar daar niet op te brengen in afwachting van het geen geschieden zal op de ons door den heer Stoffels gedane mededeeling, of toezeggingdat de eerste Commissaris van Politie spoedig zal worden ver vangen. Ik geloof, dat welligt de stad meer zou worden gebaat door geen eersten Commissaris van Politie te hebben dan wel den tegenwoordigen. Be Voorzitter. Art. 205, letter a, der gemeentewet bepaalt, dat op de begrooting der uitgaven worden gebragt, onder anderen, de jaarwedden van den Commissaris van Politie enz. Dus moeten wij die op de begrooting brengenterwijl de jaarwedde van den eersten Commissaris door den Koning ia vastgesteld. De heer Kluit. Mag ik dan wel verzoekendat bij den Minister van Justitie worde aangedrongen op vervulling van den wensch dat de eerste Commissaris van Politie eerlang door een ander persoon worde vervangen? De heer Stoffels. Ik heb alleen het woord gevraagdomdat de heer Kluit gesproken heeft van eene toezegging, die ik zou hebben gedaan. Ik beb wel in besloten vergadering eene mededeeling aan den Raad gedaan maar niet in dien geest, dat ik eene belofte of voorspiegeling zou hebben gegevendat de heer Hendriks zou worden vervangen. De heer Kluit. Ik dacht, dat de heer Stoffels toen eene bepaalde me dedeeling en toezegging had gedaan, namens den Minister van Justitie, waarschijnlijk van den Procureur generaal, en dat daarbij de belofte was gegeven, dat werkelijk de eerste Commissaris van Politie eerlang zou worden vervangen. En aangezien kortelings geleden ook in andere gemeenten ver plaatsingen van ambtenaren der politie hebben plaats gehad, zou ik het zeer wenschelijk achten, dat op die toezegging van deze zijde met alle kracht werd aangedrongen. De heer Meerburg en andere leden verklaren den wensch van den vori- gen spreker zeer te ondersteunen. De post wordt hierop goedgekeurd. De heer Goudsmit komt ter vergadering. No. 93. Kleeding en wapening der politie dienaars en veldwachters f2000. De heer Hartevelt. Ik zie in de memorie van toelichting, dat onder dezen post is uitgetrokken f 1850 voor kleedingstukken. Dat zullen waar schijnlijk zijn uniformen van politie-beambten en veldwachters Ik zie, dat elk jaar zoodanige post terugkomt. Het laken, dat die beambten dragen, komt mij echter zoo soliede voor, dat die kleeding misschien wel twee jaren zou kunnen worden gedragen. De Voorzitter. Ik meen, dat de kleeding, die dagelijks en door weêr en wind wordt gedragen, moeijelijk twee jaren achtereen zou kunnen dienen. De heer Meerburg. Ik geloof daarbij, dat de politie-beambten hunne winterjassen twee jaren lang moeten dragen. De Voorzitter. Wenscht de heer Hartevelt van zijne opmerking een voorstel te maken? De heer Hartevelt. Ik dank u, mijnheer de Voorzitter; het was alleen eene vraag, die mij nu voldoende is beantwoord. De post wordt hierop goedgekeurd. Nqs. 9497 worden aldus goedgekeurdOnkosten voor de nacht- en stille wachten f 9000Onderhoud der wachthuizen, mitsgaders licht- en brandstoffen voor dezelve 400; Onderhoud der lantaarns en verdere kosten der verlichting f 10000; Onderhoud der brandspuiten en andere kosten voor de brandweer f 1000. No. 98. Belooning en premiën aan de brandspuitlieden en beambten 1600. De heer Krantz. Mag ik bij deze gelegenheid ook vragenhoe het is met de nieuwe regeling van het brandwezen De Voorzitter. De zaak is bij de Commissie van Fabricage in behandeling. De heer Krantz. Het is reeds lang geledendat deze aangelegenheid aan de Commissie is opgedragen. Ik zou gaarne willen wetenof wij bin nen een bepaalden tijd de regeling dier zaak kunnen verwachten. De heer Hubrecht. Spoedighoop ikzal de zaak zoo ver gevorderd zijndat eene nieuwe verordening op de brandweer aan den Gemeenteraad zal kunnen aangeboden worden de oude eischt noodzakelijk herziening. Door hh. brandmeesters is een concept-verordening zamengesteldwaartegen eenige bedenkingen zijn gerezen; doch ik vertrouw dat deze wel uit den weg zullen kunnen geruimd worden. De reden der voorgestelde verhooging van dezen post is, omdat als beginsel is aangenomen: een bezoldigde generale brandmeester in buitengewone gevallen vergoeding voor tijdverlies en een vaste brandwacht. Spoedig, hoop ik, zal een nieuw reglement kun nen worden ingediend. De heer Krantz. Ik heb de vraag gedaanomdat behalve de regeling van het brandwezen ook de vergoeding aan spuitgasten vaste bepalingen vordert. Het is bekend dat vele personenom van de schutterij vrij te komen, zich aan het brandwezen verbinden, en evenwel, in geval van brand, belooning eischen, waardoor aan hen, die vrijwillig, hulp verleenen, zeer weinig kan worden uitbetaald. Om verschillende redenen is eene nieuwe regeling van het brandwezen noodig, en verzoek ik eene spoedige afdoening dezer zaak. I)e Voorzitter. Bij den jongstén brand is het gebleken dat vele per sonen hulp hadden geboden die daartoe niet verpligt wareti, maar die ge prest waren en aan wie dus' eene belootiing toekomt. Op dat geval heeft bepaaldelijk de memorie van toelichting het oog. Ik zelf heb destijds men- schen geprest, daar de eigenlijk gezegde beambten der brandspuiten niet meer in staat waren dienst te praesterenals te vermoeid zijnde. Het is billijk dat aan die personenmits voorzien van een bewijs van een der brandmeesters, hunne werkelijke dienstpraestatie aantoonende, eene vergoe ding worde gegevenen daartoe strekt mede de post. De post wordt hierop goedgekeurd. No. 99. Kosten der schutterij 6695.50. Dc Voorzitter. Ik herinner de vergadering bij deze gelegenheid, dat ook zal moeten worden vastgesteld de begrooting der schutterij, waaromtrent de Commissie van Financiën verklaard heeft geene bedenking te hebben. Die begrooting, waarover door geen der leden het woord gevraagd is, goedgekeurd zijnde, wordt de daartoe betrekkelijke post vastgesteld. Nos. 100103 worden aldus goedgekeurd: Kosten voor het huis van bewaring f 450; Kosten voor het toezigt op de bewaring van het buskruid en do zorg voor militaire transporten 150; Drukwerk, schrijfbehoeften en mdere uitgaven voor de politie f 300; Toelage aan den plaatselijken adju dant f 100. Hoofdstuk VI. Kosten der plaatselijke gf.zondheidspolitie. No. 104 wordt aldus goedgekeurd: Toelage aan de Plaatselijke Genees kundige Commissie 500. No. 105. Kosten der Gezondheids-commissie f 300. De Voorzitter. Ook hier moet ik herinnerendat de begrooting van de Gezondheidscommissie moet worden vastgesteld, waarop mede de Com missie van Financiën verklaarde geene aanmerkingen te hebben. Ik stel voor, gelijkelijk met de vaststelling dier begrootingden post goed te keuren. Dienovereenkomstig wordt besloten. Nos. 106 en 107 worden aldus goedgekeurd: Kosten van toezigt en on derzoek der openbare huizen enz. 100Kosten voor het vaccineren van arme behoeftigen 250. Hoofdstuk VII. Kosten voor het onderwijs en ter bevordering VAN KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. No. 108. Kosten voor het Gymnasium of de latijnsche scholen f 13100. De heer Goudsmit. Ik wenschte alleen eene inlichting te vragen. Is reeds in rekening gebragt de vermoedelijke vethooging ter benoeming van een tweeden praeceptor? De Voorzitter. Neenen wel omdat de zaak niet beslist was. De post wordt goedgekeurd. Nos 109lil worden aldus goedgekeurd: Jaarwedden der hoofd- en hulponderwijzers en onderwijzeressenmitsgaders toelagen ten behoeve van kweekelingen f 31000; Onderhoud van de school, de schoolmeubelen en de woning des onderwijzers 500; Kosten van schoolboeken en schoolbe- hoeften der leerlingen f 4000. De heer van der Hoeven komt ter vergadering. No. 112. Vuur en licht in de school 1000. De heer Dribssen. Mag ik weten, of onder de 1000 ook soms be grepen is de gas-verlichting van alle scholen? De Voorzitter. Op de scholen wordt weinig licht gebruikt, daar de meesto scholen tegen half vijf ure eindigen en daar dus alleen in den winter voor korten tijd behoefte aan verlichting kan gevoeld worden. De heer Driessen. De som van 1000 komt mij zeer gering voor, wanneer ik toch zie, dat alleen voor brandstoffen voor het Gymnasium f 450 is uitgetrokken. De Voorzitter. Ik erken zeer de juistheid der aanmerking. Ik moet echter opmerkendat de lokalen dier scholen een zeer groot getal kinderen bevattenwaardoor zij reeds van zelve eene tamelijk warme atmospheer be zitten. De lokalen van het Gymnasium daarentegen zijn zeer kille vertrek ken en worden door een klein aantal personen betrokken. Daar moeten dus doorgaans vele plaatsen gelijktijdig worden verwarmd. Eene vergelij king tusschen beiderlei lokalen gaat niet wel op. De heer Tollens. Daar komt bij, dat de ramen in het Gymnasium in een allertreurigsten toestand verkeerenwaardoor veel togt komt. Ik wenschte wel, dat de Commissie van Fabricage hierop bedacht ware. De heer Hubrecht. De Commissie van Fabricage wil gaarne deze op merking, die heden voor het eerst tot haar komt, overnemen en aan de bezwaren te gemoet komen. De heer de Moen. De som voor brandstoffen heeft al meermalen mijne aandacht getrokkenomdat zij mij vrij hoog voorkwam. Er is echter door Curatoren steeds verzekerd, dat die som niet te hoog was. Ik heb er vrede mede. Maar in de aanbesteding van brand- en lichtstoffen in 't algemeen heb ik ook gezien r dat die daarvan op bons worden verstrekt voor bet Gymnasium. Nu wenschte ik toch gaarne aan het dagelijkscli bestuur te recommanderen op deze en andere leveringen toe te zienen door wie die bons worden afgegeven en of er wel overeenkomstig die bons wordt afge leverd. Meer kan ik nu niet zeggen. De heer Gevers. Wij hebben van den heer Tollens geboord, dat er zulke groote gebreken in de lokalen van het Gymnasium aanwezig zijn. In- tusschen zie ik in de memorie van toelichting, onder no. 108, voor onder houd dier lokalen 500 uitgetrokken, als in den regel jaarlijks noodig 22

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1862 | | pagina 1