met voor en tegen te beslissen. Intusschen is door den heer Goudsmit het
voorstel gedaan op den post 125 te laten vallen. Indien het ondersteund
wordt, zal ik het in stemming brengen.
Het voorstel van den heer Goudsmit, dat voldoende ondersteund is,
wordt hierop verworpen met 15 tegen 6 stemmen.
"Voor: de heeren Hartevelt, Goudsmit, Meerburg, le Poole, Librecht
Lezwyn en Wttewaall.
No. 75. Onderhoud van bruggen en overzetveren 22200.
De heer Librecht Lezwyn. Ik zal over die andere posten niet spre
ken maar alleen over eene dier bruggendie onder dit nommer staat
wensch ik een woord in het raidden te brengen. Ik bedoel de brug aan
het einde der Turfmarkt. Het is hier niet te doen om 2100, die, zoo
als de memorie van toelichting zegtalleen gevorderd zou worden wanneer
daaraan het noodzakelijke wordt verrigt, maar om 9000. Het is dus om
7000 verschil te doen. Wel staat in de memorie van toelichting, dat
nin het belang van de scheepvaart meerder ruimte tot de doorvaart wordt
vereischt;" maar ik heb daarover nooit klagten gehoord. Ik kan dit ar
gument ook niet aannemen, want indien dit werkelijk zoo was, dan moesten
er noodwendig nog vier bruggen veranderd worden en moesten wij nog vier
maal 9000 besteden. Ik heb al de bruggen laten opmeten en bevonden
dat de brug aan de Mare breeder is dan al de andere; die aan de Bak-
kersteeg is even wijd als die waarover nu sprake is; die aan de Haarlem
straat naar de Galgstraat is 19 duimen smaller; die aan de Haven cn
Haarlemmerstraat 29 duim naauwer en die aan de Janvossensteeg verschilt 36
duim; en wanneer ik dan de groote tras- en kolenschepen op de hoogte
van de Scheistraat zie liggendie door de brug aan de Janvossensteeg zijn
gekomen, dan betwijfel ik, of de noodzakelijkheid, die wordt aangegeven,
wel bestaat. Ik zal tegen de 9000 en voor de 2100 stemmen.
De Voorzitter. De brug wordt niet onder handen genomenomdat zij
te smal is, want dan ging de redenering van den heer Lezwyn op, en dan
zouden nog meer bruggen moeten in aanmerking komen; maar ter gele
genheid, dat de brug toch vernieuwing eischt, wenscht men haar te gelij
ker tijd te verbreeden en als de vier overige bruggen door den heer Lezwyn
opgegevenin denzelfden toestand mogten gerakenzal men ook ten aanzien
van deze op gelijke wijze handelen.
De heer Librecht Lezwyn. De zaak is volgens de toelichting eigenlijk
aan elkander gekoppeld, en het een is niet als bijkomend van het ander
afgescheiden. Er staat in de memorie geenszins, zooals de Burgemeester
het nu verklaartdat ter gelegenheid van de vernieuwing der brug ook de
verbreeding en verfraaijing plaats heeft, maar het een wordt in verband
met het ander te gelijk als noodig voorgesteld, en niet dat het tweede ge
schiedt bij gelegenheid van het eerste.
De heer Hubrecht. Het kan de Commissie van Fabricage niet dan aan
genaam zijn, dat een door haar voorgesteld werk naauwkeurig worde onder
zocht, en dan blijkt hier wel van groote belangstelling, dat de heer Lezwyn
tot zelfs de wijdte der andere bruggen aan de Oude Vest heeft doen op
meten. En toch heeft de heer Lezwyn de bedoeling in de memorie van
toelichting niet goed begrependaarin wordt niet gesproken van meerder
wijdte, maar van meerder ruimte, en nu is vooral bij lange vaartuigen de
kort tegenoverliggende wal van de Beestenmarkt in het draaijen aldaar
moeijelijk, en zoude dus meerder ruimte bij eene verandering van die
brug wenschelijk zijn. Wat nu de brug zelf aangaat, ik heb den gemeente
architect verzocht die nog eens naauwkeurig op te nemenen op gisteren
heeft hij mij daaromtrent schriftelijk gerapporteerd. De brug over de Oude
Vest aan de Beestenmarkt, waarvoor de fondsen tot een ijzeren draai
brug zijn aangevraagd, vereischt op welke wijze ook voorziening. De bei
de poorten moeten noodzakelijk worden vernieuwd, zij zijn reeds voor
eenige jaren aangescherft. De balansen en vallen eischen reparatie. Het
metselwerk vereischt eene aanzienlijke herstelling, terwijl de hardsteen-wer
ken, indien men al de gescheurde en die gebroken zijn wilde vernieuwen,
een groot gedeelte van de bogen en spoelen zoude volgen. Dit laatste is
echter niet zoo volstrekt noodig en kan uitgesteld worden. Nu is het
wel waar, dat er voor dit jaar slechts ƒ2100 is uitgetrokkenmaar ik durf
niet zeggen, dat er in de volgende jaren niet weder hetzelfde zou moeten
worden aangevraagd.
De heer de Moen. Als de post mogt aangenomen wordenzoo als hij
door de Commissie is voorgedragen, zou nog een ander doel bereikt wor
den. De steenen brug namelijk aan de Oude Vest naar de Beestenmarkt
is eene allerongemakkelijkste brug voor rijtuigen, en dikwijls moet er van
worden gebruik gemaakt naar den spoorweg, indien de brug aan de Galg
straat is opgehaald. Ik zou het dus allezins wenschelijk achten, dat de
Commissie ook die verbetering in verband bragt met eene algemeene ver
betering der beide bruggen.
De heer Hubrecht. De Commissie heeft ook daarop gedacht om de
brug bij de Beestenmarkt in verband te brengen met de nieuwe brug.
De heer le Poole. Wanneer nu ook gedacht wordt aan eene verande
ring der brug hij de Beestenmarktzou de som wederom moeten worden
verhoogd. Intusschen heb iksedert de spoorweg bestaatdaar nooit van
ongelukken gehoord. Als men zoo blijft voortredeneren, zal het cijfer voor
verfraaijingen steeds hooger en hooger worden.
De heer de Moen. Als de brug jaren lang in gebruik is geweest met
ongemak of gevaar, behoeft zij toch daarom niet altijd in denzelfden staat
te blijven. Het is de tweede passage naar den spoorweg en een vlak dek
kan toch niet zooveel kosten. En nu kan het afbreken van het een met
het ander in verband worden gebragt, ook ten opzigte der glooijingen voor
den op- en afrid, leuningen en wat meer is.
De heer Hubrecht. Wij zullen trachten het noodige uit de geraamde
som te vinden.
De heer Hartevelt. Ook maak ik de Commissie van Fabricage op
merkzaam op de twee hooge bruggen aan het einde van den Nieuwen Rijn
bij de Oranjegracht nabij het Minnehuis; beide vereischen ten zeerste ver
laging door wegneming der kruinen. Zoo al niet ongelukken met rijtuigen
te wachten zijn, moet ik er toch attent op maken, dat zoo vele bejaarde
lieden met moeite aanhoudend die voor hen hooge bergen beklimmen. Ik
wenschte dus, dat er eenige waarschijnlijkheid bestond, dat die hooge krui
nen werden weggenomen.
De Voorzitter. Als die brug herstelling zal vereischen, zal zeker daarbij
ook gedacht worden aan eene verlaging. Ik geloof, dat de Commissie van
Fabricage het denkbeeld van verbetering en verfraaijing steeds doet gepaard
gaan met de geblekene noodzakelijkheid van herstelling. Wat nu het be
zwaar betreft wegens de hoogte der bruggen bij het Minnehuis, dat bestaat
eenigzins bij vele bruggen, en is ook aanwezig bij de Garenmarkt en de
Nieuwsteeg. Derhalve, als men het oog ook op gemak wil vestigen, dan
zal dit mede kunnen worden in aanmerking genomen, als die bruggen
herstelling eischen.
De heer Hartevelt. Dat zou nog wel jaren kunnen duren, eer die
herstelling noodig wordt bevonden. Mijnheer de Voorzitter noemt die brug
gen goed, ik noem ze zeer slecht.
De heer Hubrecht. In de Commissie van Fabricage is ook over die
twee bruggen gesprokenen de architect is geraadpleegd over de vraag
wat eene verlaging dier bruggen zou kosten. Zijne berekening was plus
minus 2500, en tegen deze kosten hebben wij opgezien.
De heer le Poole. Het afbreken der brug aan de Seheistraat is wel
goed; maar het is daarbij al weer zulk eene groote uitgaaf, dat zij wel in
aanmerking mag komen. Ik zie in die brug zulk een gevaar nietom
weer tot eene uitgaaf van ƒ2500 te besluiten. En als men daarbij het
oog heeft op de voorgenomen afschaffing der belasting op de brandstoffen,
dan meen ik, dat men wel wat zuiniger mag zijn. Als men zoo voort
gaat, weet ik niet, waar het heen moet.
De Voorzitter. Het betreft hier minder eene verfraaijing dan wel eene
wegneming van ontsiering.
De heer le Poole. Ik kan dat niet vinden. Bij mij weegt nog al zwaar
die uitgave van ƒ2500, en ik kan daarom geheel het bezwaar van den
heer de Moen deelen.
De heer de Moen. Ik kan wezenlijk niet begrijpenwaarom de heer
le Poole mij sprekende invoert. Ik heb in het geheel over deze zaak niet
gesproken. Maar nu ik er toch over spreken moetgevaar vind ik er
niet inofschoon ik toch moet zeggendat die verlaten bruggehoofden in
eene kapitale gracht niet zoo fraai staan. De brug bij de Scheistraat is nu
geamoveerd, cn daarom vind ik het zeer goed, dat de Commissie van Fa
bricage het tegenwoordige voorstel heeft gedaanen ondersteun dat.
De heer Hubrecht. Bij raadsbesluit is besloten deze brug te amoveren,
en alstoen tevens aangenomendat op de eerstvolgende begrooting de
kosten daarvoor zouden worden uitgetrokken.
De heer Meerburg. Ik heb van den heer de Moen gehoord, dat de
brug over de IJzerengracht gevaarlijk is. Ik vind het ook; maar of het
juist zeker is, dat zij zal verlaagd worden, dit betwijfel ik, daar zij op
dit oogenblik gerepareerd wordt.
De heer Hubrecht. Die reparatie, welke op het oogenblik geschiedt
aan de brug over de IJzerengracht, staat niet de noodige verbetering in
den weg en bepaalt zich tot gewoon onderhoud. Maar op dit oogenblik is
er geen sprake van verlaging.
De heer Gevers. Ik draag, als vroeger lid der Commissie van Fabri
cage, kennis van den slechten toestand dier brug. Maar als zij vernieuwd
wordt, zal daarvan ook wel het noodzakelijk gevolg zijn, dat de brug over
de IJzerengracht tevens verlaagd wordt, en dat zal wel uit de aangevraagde
som kunnen gevonden worden.
De Voorzitter. Er zijn twee bedenkingen geopperd: 1°. betreffende de
brug voor de Scheistraaten 2°. wegens de brug aan het einde der Turf
markt. Ik vraag, of daarvan een voorstel wordt gemaakt.
De heer Librecht Lezwyn. Ik heb het voorstel gedaan om de brug
n°. 3 te brengen tot het gewoon onderhoud ad 2100. Wordt dat niet
geappuyeerd, dan zal het van zelf vervallen.
De heer Hubrecht. Als het voorstel van den heer Lezwyn mogt wor
den aangenomendan zal daarvan het gevolg zijndat wij nog lang met
eene ouderwetsche brug zullen blijven zitten. Maar ik moet dit nog op
merken, dat er nu aan de herstelling 2100 zal worden besteed, en welligt
spoedig weder gelden voor deze brug, zooals straks reeds is gezegd, zullen
moeten worden aangevraagd.
De heer Librecht Lezwyn. Ik hecht niet zoo zeer aan die 2100.
Maar als het waar is, gelijk ik dat vertrouw, dat de Commissie zuinig zal
tc werk gaan, dan zal er toch wel meer dan ƒ5000 kunnen uitgewonnen
worden. Ik sta er juist niet op om de brug voor ƒ2100 te repareren.
Dat kan ik niet bepalenmits maar niet meer worde uitgegeven dan vol
strekt noodzakelijk is te achten.
De heer Krantz. Na hetgeen er reeds over die brug is in het midden
gebragt zal ik er niet veel over zeggenen wensch dat de Raad zich niet door
het hoogere cijfer zal laten afschrikken. De passage, zooals die thans is,
is voor rijtuigen links of regts gaande zeer lastig. Wordt de brug nu slechts
hersteld, dan zullen er spoedig nieuwe gebreken ontstaan, zooals uit de ge
dane mededeelingen blijkt. Het plan dus van de Commissie van Fabricage
tot het maken van eene geheel nieuwe brug verdient alle ondersteuningte
meer omdat daarin ook opgenomen wordt de verbetering van de brug over
de IJzerengracht.
De heer Goudsmit. Naar aanleiding van hetgeen door den heer le Poole
is aangevoerd en van hetgeen in de memorie van toelichting zelve voor
komt, is eene uitgaaf van 2100 noodzakelijk. Al wat dus boven die
ƒ2100 gaat, moet strekken tot verfraaijing. Maar zoo bestaat nooit de
mogelijkheid om tot besparing te komen. Ik geloof, met alle hulde aan
de Commissie van Fabricagedat zij te veel geleid wordt door de zucht om
nadat in vele jaren niets gedaan was, nu op eens alles te gelijk te doen.
De Voorzitter. Ik geloof toch, dat er nog vele verbeteringen te ma
ken zijn, die gewenscht worden. Ik wijs slechts op de brug bij de Galg
straat. Die brug is nu nog goedmaar ik zou toch wenschendat zij eer
lang veranderd werden zoo doende eene verbeterde communicatie van de
druk bezochte zijde van het station werd verkregenwant zij is werkelijk
te smal. Maar nog eensde Commissie spreekt niet eerder van zoodanige
verbeteringen, dan wanneer er herstelling noodig is, en zij geeft dus niet
hoofdzakelijk gehoor aan de zucht tot verfraaijing.
De heer Hubrecht. Ik ben het met den heer Goudsmit niet eens, dat
wat boven het noodzakelijke gaat verfraaijing is; want uit het rapport van
den gemeente-architect blijkt, dat de ƒ2100 zouden strekken voor het nood
zakelijke, maar andere reparatiën kunnen worden uitgesteld.
De heer de Fremery. Ik moet opmerken, dat, na al de voorgedragene
wijzigingen door de Commissie van Financiëner nog eene som van ƒ18000
voor onvoorziene uitgaven overblijft. Ik geloof dus nietdat reeds over al
het geld is beschikt.
De Voorzitter. Ik zal thans in stemming brengen het voorstel van
den heer Lezwyn om de som van 9000 te doen wegvallen. Maar wij
dienen toch eene som vast te stellen voor de herstelling van de brug aan het
einde der Turfmarkt; en dan geloof ik, met de memorie van toelichting
in de hand, dat die herstelling onvermijdelijk is.
21