school n°. 1 voor onvermogenden aangemeld: Johannes Jacobus Werner, 'I
kweekeling aan gezegde school; Johannes Petrus Franciscns Kosters, hulp- j
onderwijzer alhier; Jacobus Fredorik van der Blij, mede hulponderwijzer
binnen deze gemeente.
Burgemeester cn Wethouders hebben', in overleg met den betrokken
hoofdonderwijzer en den districts-schoolopzienereene voordragt opgemaakt
in bovenstaande volgorde, die zij de eer hebben u bij deze aan te bieden.
Zij veroorloven zich evenwel hierbij de opmerking te voegendat de
eerstgenoemde aspirant, die bereids als kweekeling aan bedoelde school
werkzaam is, bij den hoofdonderwijzer in alle opzigten van eene zóó gun
stige zijde bekend staat, dat hij naar hun oordeel eene bijzondere aanbe
veling verdient, waarom zij dan ook niet aarzelen u de benoeming voor te
dragen van Johannes Jacobus Werner."
De uitslag der stemming is, dat met algemeene (17) stemmen benoemd
wordt J. J. Werner.
"VI. In beraadslaging wordt gebragt het adres van den chirurgijn J. A.
Longepée om continuatie als heelkundige in het stedelijk ziekenhuis.
Blijkens het berigt van Gecommitteerden tot de administratie der ver-
eenigde gast- en leprooshuizen heeft de heer Longepée, gedurende den tijd,
dat hij in functie is geweest, zijne betrekking waargenomen op eene wijze,
die niet beter verlangd had kunnen wordenen in ruime mate stof tot te
vredenheid gegeven; weshalve zij geenerlei zwarigheid maken om voor te
te stellen den heer Longepée in die betrekking te continueren.
Hierover door geen der leden het woord gevraagd zijnde, wordt de heer
Longepée met algemeene stemmen in zijne betrekking van chirurgijn in het
stedelijk ziekenhuis gecontinueerd.
VII. Alsnu komt in beraadslaging het adres van dr. J. de Vlaam, om
ontslag als lste docent in de wiskunde aan het stedelijk gymnasium.
De conclusie van het rapport van Burgemeester en Wethouders strekt om
den heer de Vlaam in genoemde betrekking een eervol ontslag te verleenen.
De heer de Moen. Met genoegen heb ik gezien, dat heeren Curatoren
voorstellen den heer de Vlaam een eervol ontslag te verleenenen daarop
zal zeker gegrond zijn het woord diensvolgenswaarmede de heer Secretaris
aanving het slot van het rapport van heeren Burgemeester en Wethouders
voor te lezenwaarbij ook het eervol ontslag wordt voorgesteld. Ik zal er
dan ook voor stemmen.
De conclusie van het rapport wordt hierop met algemeene stemmen aan
genomen.
De Voorzitter. Na dit besluit stel ik thans voor, al de stukken, tot
deze zaak betrekkelijk weder in te trekken.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
VIII. In beraadslaging wordt gebragt de voordragt tot het in gebruik
geven van gronden langs het Haarlemmer trekpadin gemeenschap met de
gemeente Haarlem.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt deze voordragt aange
nomen.
IX. In beraadslaging wordt gebragt de voordragt tot onderhandsche ver
huring van lokalen op het raadhuis.
Ook deze voordragt wordt op gelijke wijze aangenomen.
X. In beraadslaging wordt gebragt de voordragt tot schadeloosstelling
van den pachter van de Spanjaardsbrug.
Blijkens het rapport van Burgemeester en Wethouders is deze schade door
deskundigen gewaardeerd op eene som van ƒ160, en wordt die schadeloos
stelling tot dat bedrag voorgesteld.
De heer de Moen. Ik vind die schadeloosstelling nog al hoog getaxeerd.
Ik moet toch opmerkendat de pachter alleen in dit jaar met het gras
gewas verlies heeft geleden.
De Voorzitter. Ik geloof, dat dat verlies ook het gevolg is geweest
van de voorloopige werkzaamheden, die het bouwen van de brug zijn
voorafgegaan.
De heer de Moen. Maar daarentegen heeft de pachter meer voordeel
gehad van de drukke passage naar de spoorwegbrug. De schadeloosstelling is
nu eenmaal op dat bedrag door deskundigen geschat; maar ik vrees, dat
deze vergoeding, zoo ruim genomen, eenen nadeeligen invloed kan uitoefenen
bij eene volgende verpachting, hoewel die dan ook nog voor elke te bie
den som niet behoeft gegund te worden.
De heer Taets van Amerongen. Ik heb niets tegen het voorstel;
maar ik moet aan den heer de Moen, die hoopte, dat deze verpachting
geen nadeeligen invloed zal hebben op eene volgende, dit antwoorden, dat
dit stellig het geval zal moeten zijnomdat het geheele eiland is weg
genomen. Anders heb ik geene consideratiën over deze zaak in het mid
den te brengen.
De heer Hubrecht. Op hetgeen door den heer Taets van Amerongen
is aangevoerd, moet ik erkennen, dat ja deze verpachting een nadeeligen
invloed zal hebben op de volgende. Maar aan den anderen kant moet men
ook in aanmerking nemen, dat men in de plaats van het land, dat men
verkoopt, kapitaal verkrijgt, dat rente afwerpt.
De Voorzitter. De bedoeling van den heer Taets van Amerongen is
zeker, dat men thans eene mindere som van de verpachting zal erlangen.
De heer de Moen. Hoe grooter de som is, die men nu voor schade
loosstelling toestaat ten gevolge van verlies, bij het grasgewas geleden, op
het eiland aan dc Spoorweg Maatschappij verkocht, hoe meer de mogelijk
heid is daargesteld eene te lage pachtsom te erlangen voor de brug en tol
hek, aangezien de tegenwoordige pachter ook de revenuen van dat eiland
trokdoch ik onderwerp mij aan de taxatiën van deskundigen nn in deze
en zie dan later hoe.
Het voorstel wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
XI. In beraadslaging wordt gebragt de voordragt tot het tegen taxatie
overdragen der tienden onder Leyderdorp aan de tiendpligtigen.
Deze voordragt wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming aan
genomen.
XII. Vervolgens komt in beraadslaging het adres van J. Eutgers tot het
leggen van een duiker uit het huis op de Bloemmarkt, wijk IV, n°. 152.
De voordragt van B. en W. strekt om aan den heer J. Eutgers toe te staan het
leggen van eenen duiker door de straat en den wal, voor zijn huis op de Bloem
markt Wijk IV. N°. 152, ten einde het water uit den Eijn te trekken,
met een filtrum achter den wal en zulks onder de navolgende voorwaarden:
1°. alle onkosten van ontgraven, straten en herstraten, alsmede voor het
plaatsen van een dam tegen den wal, volgens het tarief te betalen;
2°. de in den wal te breken opening behoorlijk te herstellen;
3°. dat het deksel van den filtreer-toestel, welke buiten de passage moet
liggen, ónder de straat worde geplaatst;
4° dat bij het leggen van den duiker de passage niet worde gestremd;
5°. dat voor het leggen van den-duiker jaarlijks worde betaald 1.50,
ingevolge art. 3 n°. 10 van het raadsbesluit van 5 Maart 1857.
Ook deze voordragt geeft tot geene woordenwisseling aanleiding en wordt
mede zonder hoofdelijke omvrage aangenomen.
XIII. Alsnu komt in beraadslaging het adres van W. C. Chimaer van
Oudendorp tot het maken van een duiker in de singelgracht buiten de
Marepoort.
De voordragt van B. en W. strekt om aan den heer W. C. Chimaer van Ou
dendorp te vergunnen het leggen van een riool, tot uitlozing van het hemel
water, en wat van privaten, verwketels enz. afvloeit in de singelgracht, mits
onder toezigt en ten genoegen van den Gemeente-architect het af te loopen
kleurwater gezuiverd worde door een of twee zinkputtenvan tijd tot tijd
schoon te maken, alvorens zich in het riool te storten en betalende het
regt van ƒ1.50 'sjaars, bepaald bij art. 3 n°. 11 van het tarief, vastgesteld
den 5 Maart 1857.
Deze voordragt, waarover mede door geen der leden het woord wordt
gevraagd, wordt evenzeer zonder hoofdelijke omvrage aangenomen.
XIV. Eindelijk wordt in beraadslaging gebragt het adres van A. W. Syt-
hofï tot bebouwing van een gedeelte van den aan hem in gebruik gegeven
grond op de Koepoortsgracht.
De voordragt van B. en W. strekt om aan den heer A. W. Sythoffte vergunnen
1°. om den open grond of de poort, bij beschikking van 25 October
1855 hem in gebruik gegeven, te bebouwen;
2". om bij die bebouwing tevens in te nemen een gedeelte van den on-
bebouwden grond hem bij beschikking van 23 Augustus 1852 in gebruik
gegeven en dus in het geheel te bebouwen 43 vierkante ellen;
3°. om op een gedeelte van laatstgemelden grond te stellen een locaal,
ter grootte van ongeveer 24.50 vierkante ellen, welke gronden gelegen
zijn aan zijne boekdrukkerij op de Koepoortsgracht, bij het kadaster bekend
onder sectie E. N°. 961;
4°. een uitgang van dien grond langs de poort, die uitkomt aan het
Eapenburg naast het hofje van Cornelis Sprong.
B. en W. vereenigen zich verder met de meening van de Commissie van
Fabricage, dat de billijkheid medebrengt dat het bedrag der beide recognitiën
van L6.50 en ƒ1.25, voor het gebruik van 472 en 36 vierkante ellen
grond verschuldigd, worde verminderd met 2.35 voor den'te bebouwen
grond en alzoo voor het vervolg bepaald op ƒ15.40 of 3) cent van iedere
vierkante el voor de nog onbebouwde 440 vierkante ellen gronds.
De heer Librecht Lezwijn. Ik zal ook maar voor stemmen; ik zoude
den adressant niet willen verpligten weder af te breken wat hij reeds ge
bouwd heeft. Het is maar eene opmerking voor het vervolg; men dient
eerst toestemming te hebben voor men met bouwen begint.
De voordragt wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De heer Meerburg. Alvorens de vergadering gesloten wordt, mijnheer
de Voorzitter, wensch ik een oogenblik het woord te mogen erlangen. Ik
geloof in naam der gemeente te spreken, wanneer ik den Burgemeester bij-
zonderen dank betuig voor de wijze, waarop door ZE. Ach tb. het Japansche
gezantschap alhier is ontvangen en hulde gedaan.
Niets meer aan de orde van den dag zijnde, wordt de vergadering ge
sloten.
Te Leyden ter Boekdrukkerij van J. C. DEABBE.