HAHDELINKES TART BES filHEENTEBAAII TAR LEIDER.
Zitting van Donderdag 22 Del 1§62,
geopend des namiddags ten 2 ure.
Voorzitter: de heer Burgemeester Mr. D. Tieboel Siegenbeek.
Tegenwoordig de heeren Stoffels, Meerburg, Sikkel GroosTichler, Kluit,
Wttewaall, van Outeren, Driessen, Krantz, de FremerydeMoen, Lezwyn,
Goudsmit, Hubrecht, Gevers, Tollens, van der Hoeven en Tieboel Sie
genbeek.
De leden Hartevelt, du Eieu en le Poole gaven kennis verhinderd te
zijn deze vergadering bij te wonen.
De aanteekeningen der vorige vergadering worden gelezen cn vastgesteld,
waarna de Voorzitter mededeelt
1°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten der provincie Zuidholland
gedagteekend 14 Mei 1862, B. n°. 2723 (3'. afd.)G. 8. n". 15houdende
goedkeuring der gemeenschappelijke raadsbesluiten met de gemeente Haar
lemvan 12 Maart/24 April en 9/24 April bevorens, tot de uitgifte van
gemeentegrond en de onderhandsche verhuring van grasgewas langs de Haar
lemmer trekvaart.
2°. Eene dispositie van Gedeputeerde Staten van Zuidholland, in dato
14 Mei jL, B. n°. 2709 (3°. afd.), G. S. n°. 23, waarbij het raadsbesluit
van den 24 der vorige maand, tot het in eigendom afstaan van verschil
lende gedeelten gemeentegrond aan de Heyder Compwordt goedgekeurd.
Deze worden aangenomen voor kennisgeving.
Voorts legt de Burgemeester over:
1°. Eene missive van Curatoren van het Stedelijk Gymnasium, van den
21 dezer maand, n". 242, houdende bemerkingen omtrent het onderwijs in
de meetkunst en het regtlijnig teekenen aan die inrigting.
Overeenkomstig de voordragt wordt besloten deze ten fine van berigt en raad
te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders.
2°. Suppletoire staat van begrooting en staat van af- en overschrijving,
dienst 1861, van het Gereformeerd Minnehuis.
Overeenkomstig de voordragt wordt beslotendezen te stellen in handen der
Commissie van Financiënom te dienen van berigt en raad.
De Voorzitter. Alsnu zou aan de orde zijn in de eerste plaats de be
noeming van twee leden voor het stembureau bij de verkiezing van een
lid voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Ik moet evenwel mede-
deelendat, nadat de oproepingsbriefjes in gereedheid waren, wij eene
kennisgeving hebben ontvangen van Gedeputeerde Staten, houdende, dat
de heer Sikkel Groos zijne betrekking van lid der Provinciale Staten heeft
nedergelegd. Naar aanleiding daarvan hebben heeren Gedeputeerde Staten
de ter vervulling dier vacature te doene verkiezing bepaald op 3 Junij aan
staande en, voor het geval, dat er eene herstemming noodig ware, deze
veertien dagen later bepaald. Niettegenstaande dit punt alzoo niet voor
komt op de oproepings-briefjes, zou ik nu voorstellen om, nadat de eerste
aan de orde gestelde benoeming zal zijn geschied, over te gaan tot de be
noeming van leden voor het stembureau bij de verkiezing van een lid
voor de Provinciale Staten.
Dienovereenkomstig wordt besloten, waarna door den Voorzitter de hee
ren DriessenPollens en Hubrecht worden uitgenoodigd om met hem het
stembureau uit te maken voor de verschillende aan de orde gestelde benoemingen.
I. De benoeming van twee leden voor het stembureau bij de verkiezing
van een lid voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De uitslag der stemming is, dat bij eene eerste stemming op zich ver
eenigen de heerenTollens 8Kluit en ten Sande elk 6HarteveltSikkel
Groos, van Outeren en Krantz elk 2 stemmen, van Kaathoven, van der
Hoeven, Goudsmit, de Fremery, de Moen en Cock elk 1 stem, terwijl
1 blanco-briefje in de bus wordt gevondenweshalve, bij betrekkelijke
meerderheid, als eerste lid is gekozen de heer Tollens.
Bij eene tweede stemming worden uitgebragt op de heeren: Kluit 10,
ten Sande, 7 stemmen, met 1 blanco-briefje; zoodat de heer Kluit tot
tweede lid is benoemd.
II. Daarna wordt overgegaan tot de benoeming van twee leden voor het
stembureau bij de verkiezing van een lid voor de Provinciale Staten in
Zuidhollanden wordenbij eene eerste stemminguitgebragt op de heeren
le Poole 6, du Eieu, van Kaathoven en Meerburg elk 4, ten Sande en
Cock elk 3, van Outeren, Wttewaall en van der Hoeven elk 2 stemmen,
de Fremery, Hartevelt, Krantz, de Moen en Tichler elk 1 stem, terwijl
1 blanco-brieije in de bus wordt gevonden; zijnde alzoo, bij betrekke
lijke meerderheid, als eerste lid benoemd de heer le Poole.
Bij eene tweede stemming vereenigen op zich de heeren: du Eieu 7,
van Kaathoven en Meerburg elk 6 stemmen, met 1 blanco-briefje; wes
halve tot tweede lid, mede bij betrekkelijke meerderheid, gekozen is de heer
du Eieu.
De "Voorzitter. Ik zou nu voorstellen om, gelijk bij vorige gelegen
heden te bepalendat de overige heeren als plaatsvervangers zullen wor
den aangewezen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
i III. Vervolgens wordt overgegaan tot de benoeming van twee leden voor
de Commissie bij de loting voor de Schutterij, en is de uitslag daarvan, dat
worden uitgebragt op de heerenvan Outeren 10Tichler 9Wttewaall 6
Sikkel Groos 3Cock en van Kaathoven elk 2 stemmenMeerburg 1 stem
terwijl 1 blanco-briefje in de bus wordt gevonden; zijnde mitsdien de
heeren van Outeren en Tichler benoemd.
IV. Alsnu wordt ove"gegaan tot de benoeming van twee leden en twee
plaatsvervangers voor de commissie van onderzoek bij de Schutterijen wor
den voor twee leden dier commissie uitgebragt op de heerenWttewaall 9
Meerburg 6, de Moen en Lezwyn elk 4, Sikkel Groos 3, van Kaathoven
en Cock elk 2 stemmen, Goudsmit, Tichler, Gevers en Hartevelt elk
1 stem, terwijl 1 blanco-briefje in de bus wordt gevonden; zijnde diens
volgens tot leden der commissie benoemd de heeren Wttewaall en Meerburg.
Ter benoeming van twee plaatsvervangers worden, bij eene eerste stem
ming, uitgebragt op de heeren: Hartevelt 6, Cock, van Kaathoven,
Lezwyn en de Moen elk 5Sikkel Groos 4 stemmenGoudsmitHarte
velt, Meerburg en Driessen elk 1 stem, wordende 1 blanco-briefje in de
bus gevondenweshalve tot eersten plaatsvervanger benoemd is de heer
Hartevelt.
Bij eene tweede stemming vereenigen op zich de heeren van Kaatho
ven 6de Moen 5Cock 4 stemmenSikkel Groos en Lezwyn elk 1 stem
tewijl 1 blanco-briefje in de bus wordt gevonden; zijnde mitsdien tot
tweeden plaatsvervanger benoemd de heer van Kaathoven.
V. Aan de orde is thans de vaststelling van het kohier van de plaatse
lijke directe belasting voor 1862.
Hierover door geen der leden het woord gevraagd zijnde, wordt, zonder
hoofdelijke stemming, het kohier vastgesteld, tot een bedrag van 52494.61.
VI. De beraadslaging wordt vervolgens geopend over het adres van S.
van der Paauw om tegemoetkoming voor zijne bemoeijingen in zake de
oprigting der Stedelijke Gas fabriek.
Het rapport van Burgemeester en Wethouders bevat de volgende conclusie
Aan het einde van ons rapport genaderd en tot het aanbieden van een
bepaald praeadvies gehouden, meenen wij vrijheid te vinden u aan te ra
den aan het verlangen des suppliants in zoo verre te voldoendat hem
de in der tijd voor Werkelijk bewezene diensten toegedachte belooning van
ƒ3000.alsnog worde verstrekt. Wij zijn toch van gevoelen, dat,
schoon hij alle andere voordeelenhem voorgespiegelddoor latere hande
lingen, welke tot zijne verwijdering deden besluiten, verbeurde, de arbeid
en moeite, vroeger buiten den kring zijner gewone werkzaamheden aan de
zaak der Gas-fabriek jaren achtereen ten koste gelegd, hunne waarde be
hielden en alsnog mogen worden erkend. Meer bevoegden hebben zulks
op eene bepaalde geldsom geschat; wij eerbiedigen die schatting en meenen
haar op dien grond aan uwe goedkeuring te mogen onderwerpen.
De heer Krantz. Ik heb met zeer veel belangstelling dat adres gelezen
en tevens de memorie van toelichting, daarbij gevoegd. Het heeft mij veel
genoegen gedaan de waarde van een onzer ingezetenen daardoor zooveel te
meer te kunnen schatten; want al wat door den adressant met betrekking
tot de Gas-fabriek is verrigt en aangeraden, is bij ondervinding gebleken
juist te zijn geweest, en heeft in alle opzigten de beste resultaten opgele
verd. Zijne kennis en ijver daarbij betoond zijn buitengewoon te noemen. Ik
zal daaromtrent in geene details behoeven te treden. De leden zijn toch
in de gelegenheid geweest de stukken te lezen. Ik betreur het zeer, dat
de heer van der Paauw, wiens probiteit en verdiensten algemeen erkend
zijn, die met zooveel volharding is werkzaam geweest, om de onderneming
der Gas-fabriek te doen gelukkenen daarbij niet onbelangrijke uitgaven
heeft moeten doen, genoodzaakt is zelf de herstelling zijner eer en vergoe
ding van uitschotten te vragen. Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders komt mij voor daartoe onvoldoende. Burgemeester en Wethouders
maken niet het minste bezwaar, om aan de billijke klagten van den adres
sant te gemoet te komen, en hebben geene van zijne grieven wederlegd.
De door hen voorgedragen som van 3000.strekt hoofdzakelijk tot
vergoeding van gedane uitschotten, meer niet. Ik zal vooralsnog geen
ander voorstel doen, maar alvorens de deliberation mijner medeleden af
wachten.
De lieer de Fremery. Als ik naga, dat gedurende meer dan drie jaren
in verschillende rapporten is hulde gedaan aan de verdiensten van den heer
van der Paauw, bepaaldelijk in het rapport der Baads-commissie van 13
October 1845 waarin gezegd wordt //de geraamde som (tot daarstelling
namelijk van de Gas fabriek) moet worden vermeerderd met eene belooning
aan den Architect" en verder, //de Commissie meent dat aan hem min
stens 3000 in eens af zouden moeten toegestaan worden, zoowel voor al
het tot nu toe door hem verrigte als voor opzigt over het leggen der pij
pen met al wat daartoe behoort," dan meen ik te mogen aannemen, dat
werkelijk door den adressant diensten zijn bewezen die van hem als Stads
architect niet konden gevergd wordenen dan is het bij mij eene uitge
maakte zaakdat er op dit oogenblik nog eene schuld bij de stad bestaat
die gekweten moet worden. Ik heb dan ook met genoegen in het rapport