Art. 37. Verhooging van het debet der wijnhandelaars. De handelaars in wijn, fruitwijn of kunstwijn heb- ben de bevoegdheid bun debet door vrijwillige aangifte te doen verhoogen. Van deze bevoegdheid' kan geen gebruik gemaakt worden, zoodra eene peiling is aan gevangen. Art. 38. Bevinding van over- of ondermaat. Over- of ondermaat van minder dan vier ten honderd is niet be boe (haar. Bij ondermaat van minder dan vier ten honderd wordt daarvan de belasting betaald. Bij overmaat wordt de rekening des bandelaars daar mede belast. Art. 39. Bijbetaling der belasting bij ondermaat. Ingeval van betaling der belasting bij ondermaat, wordt aan de belanghebbenden eene waarschuwing gezonden om de belasting binnen driemaal 24 uren te betalen. Wanneer dit binnen dien tijd niet geschied is, wordt de belanghebbende gerekend af te zien van het genot van doorloopend orediet, en is hij verpligt de belasting van de geheele bij peiling aanwezig bevonden partij te betalen binnen acht dagen na eene tweede aanmaning. Wanneer hij ook dan niet aan zijne verpligtingen vol doet, wordt die belasting op de bij de wet bepaalde wijze van hem ingevorderd. VERORDENING op de invorder ine) eener Plaatselijke he la slimj binnen de Gemeente Leyden. Art. 1. De belasting wordt geheven van alle ingezetenen, die een jaarlijkse!) inkomen van meer dan drie hon derd gulden hebben. Art. 2. Dit. jaarlijksch inkomen wordt geheven naar den uilerlijken staat of vermoedelijke verlering van den belastingschuldige en berekend op het zevenvoudig be drag der kadastrale huurwaarde met inachtneming van het aantal kindéren tot het buisgezin behoorende. Voor hen die op kamers of bij anderen inwonen, zal op gelijke wijze naar de kadastrale huurwaarde dei- woning het jaarlijksch inkomen berekend worden; doch de aanslag slechts een derde van die berekening bedra gen, met inachtneming van het aantal kinderen tot hun huisgezin behoorende. De bewoners van huizen in bijzondere gedeelten van elkander gescheidenworden ieder voor het door hen bewoonde gedeelte in gelijke deelen aangeslagen. Wan neer er huizen gevonden worden voor welke bij het Kadaster geene huurwaarde bepaald is, zal de bereke ning geschieden op het zevenvoudig bedrag der huur waarde, voor welke zij bij de personele belasting zijn aangeslagendeze huurwaarde wordt echter eerst met een vierde verminderd. Art. 3. Van dat bedrag van het jaarlijksch inkomen of ver moedelijke vertering wordt geheven vijf en een half ten honderd voor hoofden van huisgezinnen die vier kinderen hebben lot het huisgezin behoorende. Die aanslag wordt verminderd met vijf ten honderd voor ieder kind meer, en met gelijke vijf ten honderd vermeerderd voor ieder kind minder. Art. 4. Elk hoofd van een huisgezin of ieder ander die een eigen middel van bestaan van meer dan driehonderd gulden bezit, - pligi jaarlijks, nadat daartoe van m -lbo uiers bij openbare afkondiging enmsgovh, eschied, bij behoorlijk schriftelijk «taarme inde woningen gezondenen 1 doen van zijne schuldplig- zijner kinderen tot het huis- wende. billet ni <mitó ctoe mogt hebben ontvangenis -- 'kori fnn i-i/. dei- De GEMEENTERAAD van leyden, Gezien de Ode Tilel en Art. 201 der Wet van 29 Junij 1851 (Staats blad N". 85) in verband met art. 3 der Wet van 13 Julij 1855 (Staats blad NO. 103). 1 Verlangende het tegenwoordig plaatselijk belastingstelsel in overeenstem ming te brengen met de voorschriften der bestaande wetten; heeft besloten 1°. Er zullente beginnen met 1 January 1850 np de hoofdsom der grondbelasting geheven worden vijftien opcenten np de gebouwde eigen dommen en tien opcenten op dc ongebouwde eigendommen. 20. Er zullente rekenen van l Mei 1856np de hoofdsommen der personele belasting geheven worden 5, 10, 15, 20 of 25 opcenten, naar gelang van dc huurwaarde der percelen, zoo als die huurwaarde in de tabel, bedoeld bij art. 242 der Gemeentewet, voor gemeenten wier kom oene bevolking van meer dan 30000 zielen heeft, is vermeld. De klasse, waarin zoodanige belastingschuldigen zullen moeten gerang schikt worden die niet wegens de huurwaarde in bet personeel zijn aan geslagen omdat zij bij anderen inwonen, zal worden aangewezen donr het geheel bedrag der huurwaarde van de gebouwen die zij gedeeltelijk be wonen of in gebruik hebben. De belastingschuldigen, die niet wegens de huurwaarde in liet personeel zijn aangeslagen omdat zij percelen bewonendie ben voor zooveel de huurwaarde betreft, buiten do termen der belastbaarheid doen vallen, zullen gerangschikt worden in de luagste klassebij die tabel aangewezen. 3». Er zal te beginnen met 1 Januarij 1850, geheven worden eene plaatselijke directe belastingwaarvan dc opbrengst geraamd wordt op 120,000, naar hetgeen ais vermoedelijke vertering voor een redelijken maatstaf van liet inkomen wordt gebonden; met dien verstandedal bij gelijke inkomsten de huisgezinnen naarmate deze uit mecider of minder leden bestaan in evenredigheid lager of hooger dan anderen belast worden, 4°. Er zal, te beginnen met l Januarij 1856, eene belasting gelieven worden op het gemaal van/3 per 100 ffi tarwe, van 1.00 per 100 ffi spelt, van/0.00 per 100 'ft' rogge en van 0,60 per 100 Tnrkschc tarwe. Bij aangifte van tarwe vermengd met ander graan zal de belasting als van tarwe moeten worden betaald; van spelt vermengd met ander graan dan tarwe als van spelt van 'Turkselie tarwe, vermengd met ander graan dan tarwe of spelt, als Turksche tarwe; van rogge vermengd met ander graan dan tarwespelt of Turksche tarwe als van rogge de Egyptische rogge zal met de rogge worden gelijk gesteld. In verhouding daarvan zal van bet van elders ingevoerde meel of gebak afkomstig van deze granen eene belasting geheven worden ten bedrage van per 100 Ongebuild tarwemeelƒ3 speltenieelj go Turksche tarwemeelq qq roggemeelo!eO Gebuild tarwemeel3 80 speltemeel2j)3|r Turksche tarwemeel1 43 roggemeel 0.89 lirood vau ongebuild tarwemeel2 19 speltemeelj jy Turksche tarwemeel0.32 roggemeel0 43 gebuild tarwemeel 2.75 spellemcelj Brood en koek van gebuild roggemeel0.60 Hard scbeeps-tarwebrood en Israëlitisch paasclibrood3.47 Fijne beschuit, kleingoed, St. Nicolaas enz3.80. Rij invoer van meel brood cn gebak zal boven een half pond tot één pond, voor een pond; en beneden een half pond lot een half pond voor een half pond berekend worden. 50. Er zullen op de hoofdsom van don rijks-accijns op bet geslapt ge heven worden honderd vijftig opcenten. 00 Alsmede zal er op het van elders ingevoerde vleeseh eene belastin" ge lieven worden, ten bedrage van 0J. cents per pond voor hel versch en gezouten vleeseh, en van 10 cents per pond voor het gedroogde en ge rookte vleeseh. do b 0°. Er zullen op de hoofdsom van den rijksaceijns op het gedistilleerd gelieven worden honderd vijftig opeenten voor zooveel het binnenlandsch cn negentig opcenten voor zooveel bet bnitenlandsch betreft. Alsmede zal er op het ingevoerde gedistilleerdwaarvan de rijksaccijns elders voldaan is, eene belaslmg gelieven worden, ten bedrage van acht tien gulden per vat binnenlandsch gedistilleerd en gelijke achttien gulden per vat buiteniandsch gedistilleerdheiden van tien graden sterkte of hij meerdere of mindere sterkte naar evenredigheid. 7°. Er zal eene belasting geheven worden van vijftien gulden op den wijn, frmtwijn en kunstwijn, voor iedere 100 kan. 80. Er zullen op de hoofdsom van den rijksaccijns op de buitenlandsche likeuren gelieven worden zestig opcenten. Alsmede zal er op de ingevoerde bnitenlandsche likeuren, waarvan dc rijksaccijns elders voldaan iseene belasting geheven worden ten bedrage van achttien gulden voor iedere 100 kan, om liet even van welke sterkte of gehalte. Alsmede zal er van alle soorten van binnenlandsehe likeuren en andere vermengde, alcohol bevattende dranken, waarvan de sterkte of gehalte niet op de gewone wijze kan bepaald worden eene belasting gelieven worden van vijftien gulden vijftig cents voor iedere 100 kan. Bij invoer van gedistilleerd, wijn of likeurenzal eene flesch of kruik ter grootte van eene kan of meer dan eene halve kan voor eene geliccle en halve flessclien of kruiken ter grootte van oene halve kan of minder voor eene halve kan worden berekend en flesschen of kruiken van groo- tcr inhoud dan eene kannaar evenredigheid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1855 | | pagina 6