Ste iintBji°iÏJ2P' of consent-billet door den aan dén korenmolen aan wezigen beambte op de keerzijde afgeteekend, met juiste vermelding van den dag en liet uur des af- voers. Deze afvoer heeft plaats op de uren als hier volgt in de maanden April, Mei, .Tunij, Julij, Augus tus en September, van 6 tot 12 ure des voormiddagsen gedurende de overige zes maanden, van tot 12 ure des voormiddags. Art. 12. Geen vervoer van graan of meel op zon- èn feestdagen. Vervoer van belast graan of van belast meel naar of van de korenmolens is op zon- en feestdagen ver boden ten ware met schriftelijke toestemming van den Burgemeester en onder toezigt van plaatselijke beambten. Art. 13. Vervoer zonder behoorlijke bewijzen verboden. Alle vervoer van belast of vau de belasting vrij gesteld graan of meel naar of van korenmolens, bui ten de uren bij de art. 10 en 11 bepaald of niet ge dekt door een behoorlijk afgeteekend bewijs van be taalde belasting of consent-billet, is verboden. Art. 14. Invoer van meel, brood enz. Bij invoer van meel, van gekneed, week of hard broodvan beschuitkoek of ander gebakafkomstig of gemaakt van belast graan, heeft de verificatie, wanneer die ingevoerde voorwerpen 50 ponden of daarbeneden wegen, plaats aan de kantoren van toe zigt en invordering; wanneer die niet aan de kan toren kunnen worden nagezien of bij grootere hoe veelheden aan de waag. DERDE HOOFDSTUK. Tan de vcrpllgtlngen der korenmolenaars met betrekking tot deze belasting. Art. 15. Aangifte van het bedrijf. Het is verboden belast graan te malen of te bre ken, vóór dat het patent als korenmolenaar of, in het begin van het dienstjaar, een bewijs van gedane aangifte aan het algemeen kantoor van ontvangst is vertoond en afgeteekend. De korenmolenaar, die zijn bedrijf laat varen, doet daarvan binnen acht dagen tenzelfden kantore aangifte Art 16. Aangifte van knechts en panden. De korenmolenaars leggen aan het algemeen kan toor van ontvangst over: 1°. eene door hen geteekende opgave, bevattende de namen en voornamen hunner knechts, ten volle uitgeschreven; een en ander vóór dat door die knechts eenige dienst op den korenmolen wordt verrigt 2°. eene gelijke opgave van de ligging, niet alleen van hunnen korenmolenmet vermelding van de daartoe behoorende schuren, loodsen en andere bergplaatsen, welke binnen den afstand van 50 ellen van den korenmolen gelegen zijn, maar ook van hunne woningen en die van hunne/knechts, hetzij voor dit hun bedrijf, hetzij tot eenig ander einde dienende en gelegen binnen deze gemeente. Bij verandering van knechts of van de panden onder n°. 2 vermeld, zijn zij tot gelijke opgave, bij het in dienst nemen der knechts of het ge bruiken van het pand, verpligt. :éjto*0M$o efnoA *>d <iïBTïBfih Verpligting tot het houden op den molen van schalen en geivigten. De korenmolenaars moeten op hunne molens hou den de noodige schalen én een stel gewigt, bestaande uit de navolgende stukkente weten 2 stuks a 25 ponden 2 20 1 10 1 5 2 2 1 1 1 5 oneen een en ander ten einde, op de vordering der belangheb benden of der beambten, het graan vóór het malen en het gemalene vóór den vervoer van den korenmolen kunne worden gewogen. Art., 18. Bij nacht niet te malen. Het is aan de korenmolenaars verboden gedurende den nacht te malen, tenzij met schriftelijke toestem ming van den Burgemeester. Art. 19. Geen graan aan de korenmolens te ontvangen, zonder behoorlijke bewijzen van aangifte. De korenmolenaars mogen geen belast graan in of op hunne korenmolensmolen wervenmolenhuizenschu ren, loodsen of stallen, molenkarren of schuiten ont vangen, dan voorzien van het vereischte bewijs van betaalde belasting of van het consentbillet. Art 20. Geen belast graan aan den korenmolen te ontvangen dan in behoorlijk gemerkte zakken. De korenmolenaars mogen geen belast graan op hunne korenmolens, molenwerven, molenhuizen, schu ren loodsen of stallenmolenkarren of schuiten bergplaatsen of werven ontvangen, noch het gemalene van hunne molens vervoeren of doen vervoeren dan in zakken, die duidelijk zijn voorzien van de merken in olieverw, in de bewijzen of consentbilletten uit gedrukt. .Art,. 21,,.,,)., j..,-, Wijze van vervoer van het belast graan en meel naar en van de korenmolens. "Voor zoo Verre de korenmolenaars zelve het belast graan of hét meel naar of van de korenmolens vervoe ren of doen vervoeren, mag dit niet geschieden dan door middel van daartoe bepaaldelijk dienende open voer- en vaartuigen, waarop in olieverw duidelijk en zigtbaar moeten zijn gêsteld de namen van den koren molen en van den korenmolenaar, aan wien zij toe- behooren. De zakken moeten bij het brengen aan den korenmolen even als bij den afvoer van den koren molen, en gedurende den vervoer, zoo op de daartoe gebezigde voer- of vaartuigen zijn geplaatst, dat zij gevoeglijk kunnen worden geteld. Het meel, voor personen binnen de gemeente bestemd, mag nergens anders worden gebragt dan aan het in het bewijs of consentbillet vermelde huis of gebouw van den aangever. VIERDE HOOFDSTUK. Tan de peilingen en verdere vcrpligtingcn der korenmolenaars. Peilingen op de korenmolens en andere gebouwen. De korenmolensmolenhuizenmolenwervende voer en vaartuigen, de schuren, loodsen, stallen en andere bergplaatsen, binnen 50 ellen van den molen gelegen en door korenmolenaars of hunne knechts gebruikt wordende mitsgaders hunne woonhuizen en die hun ner knechtszijn aan het onderzoek en de peiling door de beambten van de plaatselijke belastingen onderworpen. satia -I (i Het graan of meel op den korenmolen enz. voorhanden moet door bewijzen gedekt zijn. Het belaste of van de belasting vrijgestelde graan of meel, dat gevonden wordt op of in de bij art. 22 ge noemde gebouwen, voer- of vaartuigen, moet door het vereischte bewijs van betaalde plaatselijke belasting of door een consentbillet zijn gedekt;--- met uitzondering nogtans van eene hoeveelheid van vijf ponden meel, welke voor huishoudelijk gebruik in de woning van den korenmolenaar of in die van zijne knechts mag ge vonden worden. Art. 24. qo mta tab ubui-s. üI9J®§utz 8 .jib jid toil 'iooV Verbod van heimelijke bergplaatsen. Heimelijke bergplaatsen op korenmolens of andere plaatsen in art. 22 vermeld, welke door verdubbeling van zoldermuur of op eene andere wijze aan het open oog zijn onttrokken of voor de beambten ontoegan- gelijk gemaakt, zijn verboden. 7/ II II II II

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1855 | | pagina 4