41 MELBA IÜIH PR0DE LOAN'S GEBR.TEN HOEVE Richard Strauss, tachtigjarig muziekgenie De Nachtwacht-tekst bel Sneeuwvlok - de Eskimo" Brieven uit Duitsland „Een koninkrijk voor 'n boek" De Nibelungen Zola onzedelijk? Geldige bonnen Buiten den waard gerekend Olijfolie-avontuur in Italië friesch tandpasta met dispergon' tegen tandsteen DIT MERK LOANS PRODUCTEN /^v p zijn tachtigste Jaar schreef de V_/ Mtinchener waldhoornlst Franz Strauss, voortgekomen uit een al oude „Stadtpfelfer"-familie van die naam. nog tien trio's voor zijn in strument. die nog steeds als doel treffend studiemateriaal dienst doen. Op zijn 78ste Jaar componeerde zijn zoon Richard Strauss in zijn jongste en wellicht nog niet zijn laatste opera „Capriccio", een meesterwerk, dat een even rijk als veelzijdig oeuvre, waarin hij zich vrij heeft opengesteld voor leerzame voorbeelden, doch zich niettemin Rijksmuziekkamer. Sedert 1935 heeft Richard Strauss zich niet meer aan enige vaste verbintenis vastgelegd en werkt hij als vrij scheppend toon dichter. Ten tweeden male kon hij bewijzen, dat een oorlog zijn vruchtbare werk kracht niet belemmert. In de hoog- spanningsdagen, kort voordat, de moord te Serajewo de lont in het kruitvat der Internationale politieke verhoudingen wierp, voltooide hij zijn ballet „Eine Josephslegende", hetwelk de Amsterdamse Opera een half jaar geleden in ons land tot opvoering als een eigen karakteristieke figuur bracht en in 1919 volgde zijn in tekst van wereldbetekenis handhaafde, be- zowel als muziek op Mozart's „Tover- kroont. Zijn onvermoeide, frisse fluit" geïnspireerde opera ,,Die Frau scheppingskracht. van blijvende I ohne Schatten", waaraan hij dus ver waarde heeft Richard Strauss dus I moedelijk ook in oorlogstijd heeft ge- van geen vreemde. In Guiseppe Vcrdi, op hoge leeftijd voor nieuwe muzikale op vattingen openstelde en deze in blijvende meesterwerken vast legde, kent men nog zo'n voorbeeld. Maar aangezien de geschie denis zich nimmer herhaalt, het bekende Franse gezegde ten spijt, Is nier verschil vast te stellen, want Verdi kwam njet zoals Richard Strauss uit een familie, die bij wijze van spreken de muzikale fakkel van onder op ouder over droeg. Richard was riet verwant aan de Wcense Strauss-en; de muzikale afkomst van zijn vader werd hier boven reeds aangege ven en zijn moeder was een dochter uit de bierbrouwersfamilie PschoiT. bij welke de kunst steeds een krachtige bescherming had gevonden. Det eerlang tachtig- Ja rig'e toondichter hij werd 11 Juni 1864 te München geboren is dus een Beier. Meer nog dan zijn af werkt. En nu in deze oorlogstijd ont- die zich nog I vloeit aan zijn pen een meesterwerk i' cci HUK uciii oi- komst getuigt zijn werk rePer*°'re. waarvan, degelijk van structuur als het altijd is zon der aan „cerebrale corpulentie" tc lüden. Integendeel spreekt uit de meeste van zijn werken een milde gemoedelijkheid, die zich van de Wcense onderscheidt doordat zij al- tüd vrij is van lichtzinnigheid. Want alles, wat Richard Strauss geschreven heeft. Is in zijn tijd ver antwoord en al zal hij misschien evenals de algemene opinie som mige zijner werken b.v. zijn Wagneriaanse Jeugdbpera „Gun tram" of zijn met instrumentaal en muzikaal-dc'scrlptief overladen „Al- pensymphonie" minder hoog aan slaan. hij heeft getoond zich ge makkelijk van „richtingen" te kun nen losmaken en zich met uitscha keling van een beperkende eigen waarde te verheffen boven hetgeen men de dwalingen zijns weegs zou kunnen noemen. Dat. heeft, hij getoond, toen hij na zijn door Hans von Biilow. die hem na zijn Serenade voor Blaasinstru menten Op. 7 als zijn assistent aan de hofopera te Melningen verbond, gewekte verknochtheid aan Schu mann cn Brashms zich door den meer dan dertig Jaar ouderen vriend Alexander Rttter liet winnen voor de klankidealen van Berlioz. Wagner en Liszt. En niet minder heeft hij dit bewezen, toen hij na deze klank idealen tot ln uiterste consequentie te hebben nagestreefd, met „Der Rosen ka valier" cn meer nog met latere opera's als „Ariadne auf Naxos" en „Die Frau ohnc Schatten" zich tot Mozart bekende. Maar onder dit alles bleef hij zichzelf en blijft hij voor c e muziekgeschiedenis het hoogtepunt der muzikale neoromantiek, waarin de hedendaagse toondichters het aan knopingspunt vonden voor het door breken der klassieke harmonie-wetten Meer waarde dan een minutieuze blografie men raadplege in deze tijd van plaatsruimtegebrek hiervoor de muziek-encyclopedieën en -lexi cons heeft de beschrijving van Richard Strauss als muzikale per soonlijkheid. Deze zetelt ln een over vloedig oeuvre, waarin hij het sym- phonlsch gedicht vervolmaakte, de opera een nieuwe gestalte gaf en een schat aan nog veel gezongen liederen schiep; in zijn werkzaamheid als muzlckpaedagoog door zijn functie van leider der componistenmeester klasse aan de Berlijnse muziekhoge- school en ln zijn richtinggevende arbeid als de eerste president der Onvermoeid schept de toondichter Richard Strauss, die 11 dezer SO jaar wordt, nieuwe werken ter blij vende verrijking van het internationaal muziek- Cliché A.PJ als „Capriccio", in 1942 in zijn ge boortestad ten doop gehouden, nadat hij op zijn 74e Jaar nog twee opera's, n.l. ..Der Frledenstag" en „Daphne", he licht deed zien. toen dc huidige oorlog zijn duistere schaduw reeds vooruit wierp. Is het wonder, dat bij zulk een ontembare scheppingsdrift zich een vergelijking opdringt met dat andere wonder in dc muziekge schiedenis. die op een leeftijd, waarop anderen tekenen geven van seniliteit, de wereld verraste met voortbrengse len van ëen ongekende artistieke vita liteit? In deze kolommen is van het begin van de werkzaamheid van de uit geversmaatschappij Opbouw met er kentelijkheid gewag gemaakt van haar belangstelling voor het toneel. Maar vaak moest in den beginne cr op gewezen worden, dat de keuze van de teksten minder actueel was. omdat de tekstboekjes gewoonlijk pas enige tijd na de premières verschenen. Bovendien was de keuze van de tek sten geenszins representatief voor het Nederlandse toneel en eenzijdig. Wij noemen van deze eerste uit gaven van de z.g. Theaterreeks ..Witte van Haamstede van J. W. van Cittert, „Het kan verkeren" van F de Prez, ..Leven en werk van Gerhart Haupt- mann" door F. Primo, „Dorp in On rust" van Kees Spierings. „Rose Bernd" door Hauptmnnn, welke reeks thans nog fS aangevuld door een her uitgave van „Harald de Skalde" van August Heyting. Een uitgave, die naar mijn mening niet het uitzicht op een opvoering opent, omdat, het resds oude toneelstuk van den vitalen Heyting. aan wiens goede wil om toneel te willen schrijven nimmer ge twijfeld mag worden, maar die toch meer gewaardeerd kan worden als voorstrijder van hel werk van grote schrijvers zoals Vondel en Bilderdijk dan als scheppend schrijver, te zwak van bouw. van inhoud en van taal is. Eveneens is verschenen een boekje, dat ook al sterk gemengde indrukken geeft: „Twee luisterspelen", met spe cimina resp van Henri van Hoof cn van Klaas Smeiik van de nog steeds tamelijk hybridische (vèèl-slachtlge) „kunst"-vorm van het zg. hoorspel, dat een soort blind en filmachtig toneel zou zijn. Dit boekje sluit als het ware aan op de uitvoeriger publicatie, die wij in 1941 dankten aan de Nederlandse Omroep: „Het luisterspel bekeken" en heeft ln elk geval de verdienste, dat het thans eens twee teksten aan de belangstellenden voorlegt. Terecht maakt Henri van Hoof in ziin inlei ding de opmerking, dat het beste luisterspel onleesbaar is. Voor deze uitgave zijn historische spelen ge kozen. waarvan „de taal gedragen is en iets van het flitsende verloren heeft". Van Hoof deelt mede. dat ..het op deze wijze aanwenden van onze mooie taal geschiedde om de couleur locale aan te geven" en dat dit „zich beter leent om gelezen te worden dan vele andere, als luisterspel misschien beter geschikte manuscripten". Met deze beperking kan men niet anders dan dankbaar zijn voor deze uitgave, die het verdienstelijke streven van onze radio in het brandpunt van de discussie kan stellen. Na deze boekjes verscheen in de Theaterreeks een werkje, dat zich tot een kring van ingewijden of van hen die ingewijd willen worden wendt „Goethes Faust" door mr, Roel Hou- wink, Dit is een goede uitgave, want te eniger tijd zal Faust stellig weer op onze speelplannen verschijnen, zo als het bij voortduring op de lees- plannen van de beoefenaars van toneel en letterkunde staat. Belangrijk en van directe practi- met de mondtiarmenlci Tekeningen en tekst van W1M MEULDIJK Roman door Man/red Hausmann „We zullen kruiselings vertuien." Peter wierp Jumbo de vanglijn toe. die hij aan het ankerspil vastge maakt had. „Klim naar boven en ga een eind naar achteren!" Nu kon Corinna nog slechts de mensen zien. die vlak boven haar op de rand der kade stonden en zich voorover bogen. „Hij is er niet, hij is er nietjammerde zij steeds weer in zichzelf. Jumbo klauterde met twee lijnen de kade-ladder op. „Wacht even", riep Peter, „de lijn van achteren kan ik wel dadelijk hier vastmaken, ik zal even op de kotter overspringen. Daar riep een diepe mannenstem van boven Abel herinnerde zich dadelijk, dat Corinna iets over dron ken en een grocstem gezegd had daar riep een diepe groc-achtige man nenstem van boven: „Allo, Corü" Corinna ging op het dak der ka juit zitten. Abel keek naar haar. „Allo, Corü" ..Hurry!" zeide zij zacht en knikte met wijd opengespalkte ogen hem vele malen toe. De huid over haar kin trok zich samen. „Allol"- riep Peter, die met de lijn ln zijn hand naast het ankerspil stond. „Hebt u er heus het leven afgebracht?" Corinna wilde opstaan, maar het gelukte haar niet. Zij schudde haar hoofd en keek ter zijde. Toen greep Hurry van boven het want aan bakboordzijde, slingerde er zich om heen en liet zich er langs naar beneden glijden. Abel. die naast de roeiboot stond, keek krampachtig naar Blexen, dat aan de overzijde van de rivier in de schaduw lag. Op de zwarte daken speelde een zilverachtig geglinster heen en weer. „Dag", zei Peter en liep vlug naar Hurry toe. „Blij. dat ik u zie. Neen. dfit is fijn heuschl Mijn naam is Gildemeister!" Jumbo tobde boven op de kade met de lijn. „Dag, meneer Gildemeister". zei Hurry. „Ik had niet gedacht, dat ik 976. Terwijl de circusdirecteur en professor Snijlust druk bezig zijn, staan Sneeuwvlok en Piet Punt hoofd aan de rand van het ter rein te overleggen, hoe ze Pen Kwen zullen verlossen. „Ja", zegt Sneeuw vlok Juist, „het is wel een hardhan dige manier, die we verzonnen heb ben. maar er zit niets anders op. Kom mee, Piet, we gaan naar die woonwagen toe. Die arme Pen Kwen heeft al veel te lang gevangen ge zeten!" 977 Op hetzelfde ogenblik, dat Sneeuwvlok dit zegt, kijkt Pen Kwen vol spanning naar de deur van de woonwagen, die langzaam open gaat. Hij ziet den directeur en den profes sor binnensluipen. Vlug wordt de kooi geopend, Pen Kwen stapt er uit en wordt, door de mannen mee getrokken. Die twee zijn erg ver wonderd dat Pen Kwen helemaal niet tegenspartelt en zelfs graag met hen meegaat. Dat. is geen wonder, want Pen Kwen denkt, dat het z'n twee bevrijders Sneeuwvlok en Piet Punthoofd zijn, die een andere ver momming aangetrokken hebben! u hier nog de hand gedrukt zou heb ben. U was het toch. met wlen ik vannacht getelegrapheerd heb?" „Preciesl Veel hoop had ik ook niet, wanneer ik het eerlijk zeggen moet. Waar is uw vriend?" „Die ligt Dag. Cor!" Hij ging kalm naar Corinna toe en nam haar hand in de zijne. „Hoe is het jou gegaan. Cor?" .Hurry!" fluisterde Corinna. Toen voelde Abel ln zijn broekzak als miste hij iets; hij liet zich in d* plecht zakken en verdween in de kajuit. Inmiddels zeide Hurry, dat Corinna maar niet al te veel op zijn kleren moest letten; zij behoorden van rechtswege toe aan meneer Lübs uit Dorumer Neufeld. „U spreekt uitstekend Duits". „Mijn vriend ligt nog in Dorumer Neufeld. We moeten "zien wat we verder met hem doen zullen. Een breuk tussen scheenbeen en kuit been, verder niets bijzonders!" Hurry bukte zich en wees met de kant van zijn hand op zijn been. „En de schouder?" „De schouder is al weer gezeten.' „Gezet", verbeterde Peter. „Pardon?" ..Neen. niets, neem me niet kwa lijk! Dus dan hebben de Dorumers u er toch uitgehaald?" ..Zij hebben er ons uitgehaald. Luister. Ze hebben apart voor ons een reddingboot uitgezet." „Dat moet u eens vertellen", zeide Peter en ging naast Corinna op het dak van de kajuit zitten. „Toen u al een eind van ons weg was. hebt u nog eens blauwzuur afgestoken. En verder?" „Luister goed", zei Hurry, „want het is heel interessant. Toen lk deze dame naar u toegestuurd had. voelde ik mij natuurlijk veel opgeluchter. U zult dat begrijpen." (Wordt vervolgd) (Ingezonden Mededelingen De beste en de aardigste brieven, die de re dactie als reactie op verschillende artikelen ontvangt, komen uit Leiden en vooral uit Duitland. In Leiden hangt misschien nog iets van de sfeer van Nederland's oudste Uni versiteit. iets dat tot nadenken noopt. En ook heerst er. stellig, een oprechte en zuivere gods dienstzin. die menlgen lezer de pen doet op nemen als hem iets in de wereld of in de krant niet naar de zin is of niet strookt met zijn opvattingen. En in Duitsland? Zeker, er zijn tienduizenden, vele tienduizenden van onze lezers in Duitsland. Waar veel lezers zijn. worden ook veel brieven geschreven zelfs van het beperkte aantal, dat er geschreven kan worden cn waarvan de familie toch wel het leeuwendeel zal krijgen. Waarom schrijven dan die werkers in Duits land. Juist aan de krant en waarover schrijven sij? Ook zij schrijven als iets hun niet naar de zin is precies zoals alle abonne's op alle kranten hebben gedaan sinds ae uitvinding van de kranten. Maar zij schrijven zoveel beter belangrijker vaak dan de mensen, die hier nog veilig in Nederland zitten. Is dat niet merkwaardig? Is het niet merkwaardig, dat een arbeider, tus sen de bombardementen en tussen zijn werk dooi nog de tijd vindt voor een gedachtenwisseling met de re dactie van zijn krant, vaak over ne meest zuivere en wereldbeschouwe lijke onderwerpen? Ovei onderwer pen. die het verst zijn verwijderd van de politiek en de zorgen van alle dag? De meeste van deze brieven kunnen via onze Berlijnse redactie en via onze redactie in Nederland beant woord worden per brief, maar om eens te laten zien welke onderwerpen deze briefschrijvers aansnijden, wil zoveel ZOLA (Archief A P.) Een Zwitserse Schoen Een goede uitgeverij geeft een goed boek uit en drukt op de titelpagina met een zeer opvallende regel af: Geschreven en afgebeeld door Gott- hard Schuh (Zwitserland). Dat is zeer leep van de uitgeverij Elsevier, want hierdoor wordt het misverstand, dat deze Schuh de be kende en gevaarlijke „Schuh (Frank rijk)" zou zijn meteen in de kiem gesmoord. Het ligt Immers zeer voor de hand dat men dezen Schuh voor een Franzoos zou houden. Gelukkig weten wij nu beter. Wie de schoen past trekt hem aan. Zwitserse schoe nen zijn toch voordeliger. Het gaat hier over „Eilanden der Goden", een fotoboek over Java. Su matra en Bali. Men kent onze mening? onlangs nog geiormuleerd naar aanleiding van het in Nederlandse bewerking uitgeven van zes Busch-boekjes. Het in het Nederlands uitgeven van foto- en illustratie-boeken, z.g. „kijkboe ken" is papierverkwisting Het is dub bel cp. Iemand die zich voor Java, Suma tra en Bali, mitsgaders voor den heer Schuh (Zwitserland) interes seert, kan ook wel de gewone Duitse uitgave kopen of lezen. Het foto materiaal is de hoofdzaak. Of dat nu zus of zo wordt uitgegeven doet er weinig toe. De foto- en typografische verzor ging van dit prachtige, internationaal en dus ook in ons land al heel goed bekende kijkboek is uitmuntend. De heer Fred Rombach (Nederland) die het z.g. voor Nederland bewerkte, maar die zelfs een door hemzelf af gekeurde foto „om technische rede nen" niet weg kon laten, was natuur lijk niet ln staat den al te gemakke lijk generaliserenden heer Schuh (Zwitserland) binnen de perken te houden. Wij moeten n.l. in alle be scheidenheid getuigen dat vele Jan- sens en Pletersens (Nederland) veel meer weten van Indië dan de foto grafische reporter met zijn mooie foto's en zijn al te opzienbarende beweringen. Ook daarom was het eenvoudiger en onschadelijker ge weest de uitgave maar gewoon „In sein der Götter" te laten blijven. In het Duits (Zwitserland). M. WOLIERS Het verhaal van de Nibelungen is voor de Nederlandse en Duitse schouwburgbezoekers juist weer ac tueel geworden door een nieuwe to neelbewerking. van de hand van Max Mell. die ook in ons land voör het voetlicht is gebracht. Een nieuwe navertelling ln proza kan dus mede om die reden verwel komd worden. De nieuwe bewerking, die de uitge verij De Pelgrim te Eindhoven ech ter in het licht geeft stelt ons yoor verschillende vragen. In de eerste plaats is bij deze na vertelling van de hand van Jos. J. M. Seveke. die de enigszins vage titel „De sage van den Rijn" voert (net of er niet honderd sagen van de Rijn zijn), niet duidelijk aan welk soort lezers is gedacht, aan kinde ren ot aan volwassenen. Waarschijnlijk aan volwassenen, maar dan zijn die volwassenen toch iets te laag aangeslagen. De stijl is te slap en te weinig boeiend. In de tweede plaats is te weinig rekening gehouden met de epische grootheid van het onderwerp, die zo niet. een verheven, dan toch een ge dragen toon. zelfs bij het navertellen, vraagt. Ook ln dit opzicht schiet de stijl te kort. In de derde plaats hebben de illu straties meer met Kitsch dan met kunst te maken. Het is heel Jammer dat niet een letterkundige van formaat deze Nederlandse bewerking van de al oude Nibelungenstof heeft gemaakt. Elk geslacht moet wat het geërfd heeft van de vaderen opnieuw ge stalte geven gestalte geven op zijn wijze om het werkelijk te bezit ten. Dit is hier echter verzuimd. Jammer van de goede bedoeling, van het mooie onderwerp en van de ove rigens technisch-behoorlijke Pelgrim- verzorging. M. W. ik hier een willekeurige greep doen en een briefschrijver uit Osnabrück (in Nederland eens algemeen als grensstad bekend onder de naam Os- nabrugge) aan het woord laten naar aanleiding van een uitspraak, overi gens niet van een redacteur van ons blad. maar van een schrijver in Fran kenland. die ln een door ons geciteerd artikel ovei den Limburgsen schrijver H. H. J. Maas herinnerde aan diens bijnaam: „de Limburgse Zola". Wij geven hier volledig de brief, die wij ontvingen: Met belangstelling heb ik het arti kel over den schrijver H H. J. Maas in Uw courant gelezen. Toch meen ik stelling te moeten nemen tegen de veronderstelling, die in dit artikel opgeworpen wordt als zou Zola een onzedelijk schrijver zijn. Zola heeft ons in zijn boeken dc sexuele drang die ln een leder van ons is. zeer juist en naar het leven getekend. Hij heeft ons laten zien. hoe de mensen ln zijn boeken die drang niet de baas konden blijven en er aan te gronde gingen. Emile Zola heeft zijn boeken niet geschreven om onze zinnen te prik kelen. doch om ons te laten zien hoe wc niet moeten doen. Daarom vind ik het absoluut fou tief Zola te willen voorstellen als 'een onzedelijk schrijver. Men kan wel (bedoelt de schrijver* „niet"? Red.) zoals b.v in het arti kel over den heer Maas zeggen: „hij schildert het Limburgse leven op kiese wijze zoals het werkelijk is." Dat is ten enenmale onmogelijk, zedelijkheidsi omans kan men niet op kiese wijze schrijven dan raakt men de kern "niet, dan draait men om het probleem heen. Het is als bij een graf waar men een vergooid leven zo mooi mogelijk voorstelt om toch vooral niemand te ergeren Wij staan echter, jammei genoeg niet bij het. graf van de onzedelijkheid en moeten daarom ook niet om de zaken heen- draaien. Een dokter snijdt ook niet om een abces heen. doch snijdt het ook di rect uit. Dit ter verdediging van een der grootste schrijvers met een echt menselijk inzicht: Emile Zola! S. SNIPPE. Osnabrück. Bij deze brief in Duitsland willen wij niet veel aantekenen. Alleen dit. Wie in zuivere gezindheid Zola leest zal hem evenmin onzedelijk vinden als Zola zichzelf. Een andere kwestie fs, dat een heleboel mensen, die er voor heb ben gezorgd, dat Zola in ijsbaarlijk slechte vertalingen en in grote op lagen verscheen en dat een heleboel mensen, die deze boeken ln de loop der jaren tot beduimelens toe heb ben gelezen, blijkbaar Zola wèl voor een onzedelijk schrijver hebben ge houden. Aldus ook de Heilige Roomse Kerk. die hem op de Index 'Lijst van Verboden Schrijvers) heeft gp- plaatst. M. W. sche betekenis is het populaire werkje „De operas van Mozart" door Theo van der Bijl Naar den aard van de meeste schrijvers over opera is dit boekje vooral historisch. Het geeft een leven van Mozart en het geeft in korte hoofdstukjes ook overwegend historische en anecdotische bijzon derheden over de verschillende operas, met een inhoudsbeschrijving en een opsomming van de partijen. Er wordt meestal meer in gezegd over de tekst dan over de muziek zoals ln de meeste inleidingen tot opera's in de kranten, ook al 2ijn ze van de hand van muziekrecensenten. Gaarne zou de lezer ook eens de muziek be sproken en toegelicht willen zien. Wat dat betreft zijn bijv. de inlei dingen van Bernet Kempers beter le gebruiken dan deze inleidinkjes die overigens wel van geestdrift getuigen en inzoverre bij al hun oppervlakkig heid aanstekelijk kunnen werken. En daar gaat het om. Eveneens „historisch" en wel in meer dan één opzicht is de laatste en de meest verrassende uitgave uit de Theaterreeks: „De Nachtwacht", door Henk Badings en Tom Bouws. Het is heel aardig, dat in afwachting van de steeds weer uitgestelde en verschoven première van dit met spanning verwachte werk de tekst^ schrijver en de componist ons eens precies vertellen hoe historisch en wat hun samenwerking betreft, de vork aan de steel zit. Dc zin van zijn werk geeft Bouws ongeveer zo. dat het eerste bedrijf beheerst wordt door een stralenden, zorgelozen en volmaakt gelukkigen Rembrandt, die zijn beminde Saskia. terwille van haar blijde verwachting, blijde met juwelen tooit In het tweede bedrijf komt de twij fel op. Saskia's ziekte dwingt Rem brandt tot nadenken, de moeilijk heden met de schutters van de Nachtwacht, waar hij aan werkt, de hinderlijke vragen en eisen van familie en kunsthandelaren daarbij, brengen hem in een stemming van onvrede en ongeluk, die haar diepte punt vindt bij Saskia's dood in zijn armen. Het derde bedrijf zet in met Rem- brandts dolle woede om der schut ters onbegrip en brengt zijn diepste vernedering: gehoond, op de grond gesmeten en bespot blijft hij achter. In een visioen wordt hem echter zijn ware taak geopenbaard: verinnerlij king. Uit nederigheid en vereenza ming ontwaakt Rembrandt tot zijn nieuwe, goddelijke taak. Over Badings bijdrage tot dit boek je, dat voor het grootste deel gevuld is met de tekst van de opera, een volgende maal. M. W. BROOD, BESCHUIT, MELK, VLEES, AARDAPPELEN23 en 24 TABAK: 23 en 24, b ide n. keuze VERVANGINGSMIDDELEN: 132 KOFFIESURROGAAT: 133 JAM: 134 SUIKER: 135 en 136 KAAS: 137 GORT: 138 (250 gram) BLOEM: 139 en 140 KINDERVOEDING: Gort D 45. Kinderm. of Voedingssuiker E45 SNOEP: 23 (150 gram) KINDERDRANKPOEDER: C. D. E 43 BOTER: 23 A en B en 24 A roomboter. Einde geldigheidsduur 10 Juni, uitgezonderd 23 Aardappelen (3 Juni) Nog geldig zijn: 129 en 130, C, D. E 42, E 43 voor zeep en wasp. (10 Juni); R05 tabak v. scheerzeep (2 Sept.) Voor de vrouw Stoofschotel met radijs In de tijd van groenteschaarste kunnen radijsjes het menu nog eens op aangename manier variëren Het beste smaken ze m een stoof pot met erwten en, als men het heeft een paar uien of het groen van ult- geschoten uien Het recept van deze stoofschotel is: Stoofschotel van groene erwten on radijs als warme maaltijd 200 gr. groene erwten, radijzen van zes bosjes, groen van drie bosjes. 2 kg. aardappelen 4 uien. zout, aro ma. kerrie of paprikapoeder, boter of vot of margarine. De erwten een nacht weken, met het weekwater aan de kook brengen en bijna gaar koken. De radijsjes schoonmaken en doormidden snijden Het groen zeer fijn snijden (de uien ln lange snippers) De aardappelen boenen of dun schillen en ln vieren snijden. De groenten, aardappelen en het zout het laatste half uur met de erwten meekoken. De pan goed ge sloten houden en vooral niet roeren De pan slechts nu en dan omschud den, Als alles gaar ts. het vocht af gieten. binden met een geraspte aard appel of wat aangemengd aardappel meel en er naar verkiezing boter, aroma en kerrie of paprikapoeder aan toevoegen. De aardappelen, groenten en erwten voorzichtig door dit sausje mengen, zodat zij niet stuk gaan en op een schaal overdoen. ff—P.K. Olijfolie is titans ook in Italië een schaars artikel en een kostbaar bezit. Het moeilijkst ver krijgbaar cn daarom ook het kost baarste is het wel in Rome. Guiseppe Facionini, een koopman uit Rome. wicn ter ore kwam. dat er in een tamelijk veraf gelegen dorp nog et telijke vaatjes op een koper wacht ten. zag hierin het middel, om zijn portemonnaie te vullen, zoals dat een goed koopman betaamt. Hij begaf zich dus ijlings in zijn Fiat-goedcrcnauto op weg en vond a Lies, zoals hem beloofd was. Een der vaten lag reeds klaar. Hij likte tevreden aan zijn vinger, die hij als proef in het spongat had gestoken en was ook niet erg kwaad, toen men hem beduidde, dat hij op de andere vaten nog moest wachten Guiseppe deed dit. met al het geduld, waartoe een hongerig koopman in staat is. Het werd intussen al don ker en nog vatte hij geen argwaan. Tot er plotseling gemaskerde man nen voor hem stonden: „Handen omhoog".'Sidderend voldeed Guiseppe aan het bevel. Het geld uit zijn por tefeuille haleh was voor de mannen het werk van een ogenblik. En met de verklaring, dat zij bandieten wa ren, verlangden ze toen pog van hem. dat hij „Eviva Stalin" zou roepen, hetgeen hij op de voorge schreven manier deed, met gebalde vuist. Daarna hadden de bandieten erge haast. De wagen en het vaatje lieten ze bij hem achter en ver dwenen. Pas, toen Guiseppe reeds lang op weg was naar huis, was hij zo ver over de schrik heen, dat hij op de gedachte kon komen, dat de ver meende bandieten wel eens goede vrienden van den boer geweest kon den zijn. Hij was er tussen genomen, schandelijk bedrogen. Tot overmaat, van ramp kruiste hij nog het pad van de Duitse militaire "politie, die zich voor dat vaatje met. het schaarse distributieartikel levendig interes seerde. Door middel van een slang stelde deze direct vast. dat dit vaatje, het kostelijke enig geredde vaatje, onder een laag olie voor driekwart met helder bronwater gevuld was. Diep geschokt, doch zonder blikken of blozen, bekende Quiseppe zijn avontuur. Op dit zelfde ogenblik heerste er in het dorp. vooral in het huis van den sluwen boer, ijdele vreugde, welke echter in jammeren en tan- denklapperen overging, toen de vol gende morgen een troep werkelijke bandieten verscheen. Badoglio-solda- ten, die. gedreven door de angst, weer in de oorlog te moeten, een land lopersleven leidden in de bergen. Zij hadden van de poets gehoord en hadden besloten het. dorp. dat zich vermeten had van hun bestaans mogelijkheid misbruik te maken, hiervoor te straffen en het grondig onder handen te nemen. Vele uren lang speurden zij hiertoe keukens en kelders af en des avonds hadden zij tenslotte zoveel tezamengebracht. dat er een waar feestmaal aangericht kon worden. Nog waren hun zintui gen in de ban van de Chianti gevan gen. toen de melding van den „Feld- webel" haar weg gevonden had en zich had omgezet in een snelrijdende vrachtauto met soldaten. De meeste bandieten kwamen pas in deze vrachtauto weer tot zichzelf. Guiseppe Facionini had. toen hij dit vernam, tenminste leedvermaak. De •boeren echter konden slechts berouw voelen en zij deden hun best. alles weer goed te maken. En zo gebeurde het, dat zij de werkelijke vaten olie te voorschijn haalden. De vracht auto moest, nog een keer rijden, om de olijfolie naar de Duitse etappe over te brengen. ^-oorlogsverslaggever H. U FR. v. WANGENHEIM. Directeur: H. J. Kerkmeester, Bus- sum; hoofdredacteur: Hendrik Llndt, Amsterdam; plv, hoofdredacteur; ir. A H. de Haas van Dorsser, Haarlem, binnenland: J. v. Grieken: Illustratie en opmaak: R. Kampstra; volkscul tuur en kunst: M. Wolters; muziek: O. K. Krop; sport: J. J. Ltber; adver tenties; A. H. Lammer», allen te Am- Bterdam. 113 Voor de kinderen Een invulraadsel Beste nichtjes en neefjes, Ik wil het jullie deze weck eens niet moeilijk maken en geloof, dat onderstaand raadsel zeker door leder kan worden opgelost Vervang teder streepje door een letter, zodat de zinnen spreekwoorden worden. 1. E--drm t m-c-t. 2. H-l-e v n kl-k-n h-t ~Hm t. 3. N- rn k - -1 z - - n - - n. Bl--f--d- h - n - - n b n n 5. H-g- b-m-n v - - g - n v--l w--d. 6. O t - e-t - h - - s b - -1. 7. B - t - - e-- h --- d-- 9 - - --g- d--. Z- -- -u--n z--gP--P-- Zie Jullie wel. dat het makkelijk Is en lk loof er deze keer weer vUftten prijzen voor uit. Wat zal lk nu een goede antwoorden binnen krijgen I De raadsels van Wlm Kooij zijn eveneens door heel wat kinderen opgelost. De plaatsnamen van het eerste raadsel waren; 1. Arnhem; 2. Alkmaar; 3. Delft: 4. Sneek. 5. Tiel. Uit net tweede raadsel kwam na- tuurllik: LEVE OOM JAN! Bedankt hoor Wlm! Ik hoop. dat wU dat samen nog vaak zullen kunnen roepen. De prijswinnaars van deze keer zijn: Dlevertje Prak. A 41 a. Wedde: Pletertje Smit. p.a. Hr. J Smit. A. 26 Wedde; Johannes Zljlstra. Molen De Hen 4. Sneek; Nico Kolmeljer, Rem- brandtlaan 5 a. Schiedam; Dlna Vroon, Llesveldseweg B. 66, Ameide; AU van Beek. Verltasweg 28, Ooster beek; Deddy Westerberg, Holte F. 36-II (Gem. Onstweddc); Lukie Zijlstra. Molen De Hen 4. Sneek; Frans Spor- rel. Verlengde Nleuwstraat 6 a. Gro ningen; Klazlna Honcoop, Hoofdweg 1453, Nieuw Vennep (Haarl.meer): Int Schuitemaker, Tolstoistraat 18. Zaan dam: Dlkkle van Bruggen. Llessteeg B. 61. Ameide; Mlesje Harder. Hesm- raadstraat* 44. Vlaardlngen; Adrie Dobbelaar. Tennlsstraat 3. Rotterdam; Truus van Llngen, St. Lldulnastraat 77 b. Schiedam. Ik roep aan het eind van dit stukje: Leve Wlm Kooy cn de prijswinnaars! OOM JAN Kroniek van de Volkstuin Koolrapen Uw kinderen hebben Jlclba noodiff! Melba beteekenl extra voedsel, óók versterkend voedsel. - Ze drinken Melba graag, omdat t zoo lekker Is. De Versterkend Kinderdrank Voor leder kind - tot 13 jaar een pak. ROGGEBROOD van nature zoet ROTTERDAM Tclcf. 38427 DEN HAAG Telel. 333298 In DELFT markeert de slanke toreo ras da Nienwa Kerk bet stadsbeeld. Delft tonder Nieuwe Kerk ware als dc Nederlander tonder zyn (eorig bakje troost. En bet is jnist zoo prettig dat we daarraD ook oq noj dagelgks geoietea knooeo, dank zfj ijer's Niemeij koffiesurrogaat ALSWIEPJf ENWINC, BOODSCHAPPEN DOEN, ;eBEURT'r U/El EENS, -**N\DAT WlEPjE DE 3 BONNEN NIET UIT EL^ MOUOEN -dezebon IS -Cfy DAT NU JAM OF KAAS?"WINC, WEET HET OOK NIET MEER MAAR DE CHEF WEL.HOOR.' DlE WEET ALT'JO ALLES EN HELPT 'EDER| "DE CHEF VAH S)MOH DE WIT IS DE VERTROUWENSMAN VAN MENIGE HUISVROUW'. Ofschoon het nog geen zomer Is moet de volkstulnder toch reeds op het vormen van wintervoorraad be dacht z.IJn. Een belangrijk onderdeel van die wintervoorraad vormt de koolraap. Reeds thans kan begonnen worden met het uitzaaien op bed- dén. welke zijn vrijgekomen van vroege groentensoorten Zo het enigszins mogelijk ls. doet men er goed aan. de planten niet te verpoten Dat komt er dus op neer, dat deze gezaaid worden op de plaals, waar de planten verder kunnen blijven staan Door uit te dunnen tot op ongeveer 40 cm. afstand worden de overtollige zaailingen dan verwijderd. Koolraap ls een gewas, dat nog al enige eisen aan de grond stelt. Goede, vette kleigrond, en oud ge scheurd weiland leveren een goede kwaliteit op Hoe schraler echter de grond ls hoe meer kans bestaat dat stokkerige en vezelige knollen worden geoogst. Wat nu het zaaien betreft, dit dient ln een door en door vochtige grond te geschieden. Wij mogen dus vooral niet te karig met water zUn bij het gereedmaken van de grond Ook na het zaaien zorgen we er yoor, dat uitdrogen niet kan gescnie- den; hetgeen gebeuren kan door de grond zoals we bij postelein ook doen met zakken af te dekken, waar mee dan tevens lastige Insecten als de aardvlo tegengegaan worden. Wanneer het niet mogelijk Ls ter plaatse te zaa'.en. en dus later over gepoot moet worden, geschiedt dit omstreeks Juli, liefst bij bedekte lucht, om zo min mogelijk storing ln het groeiproces te krijgen. Ook hier geldt vochtig houden als eerste els. om de planten weer spoe dig aan te latèn slaan. Inkorten van de wortels kan bij het ultplanteu geschieden om daarmee de plant eveneens te prikkelen tot het vormen van een krachtige knol. Wanneer ln de loop van de tijd de koolrapen neiging vertonen gedeelte lijk boven de grond te gaan groeien moeten we wat aanaarden. Verder verdient het aanbeveling om de grond luchtig en open te houden, hetgeen door regelmatig schoffelen kan worden bereikt. Een weinig vloeimest, toegediend na de herplaatsing kan geen kwaad, wat echter minder gewenst ls, :s het telen op grond, waar het vorig Jaar een of ander koolgewas heeft gestaan, daar koolraap zowel gevoelig ls voor de ge vreesde knolvoet als ook t-e lijden heeft van koolvlieg. Men moet hier dus rekening mee houden. Voor het overige kan de raap dan groeien tot Oct.Nov. en wanneer, nadat, de groei ls opgehouden, ge oogst kan worden. In aanmerking om nu gezaaid te worden komen o a. „Friese gele kool raap" en „Engelse roodkop". NEDERLANDSCH FABRIKAAT Pj7a VAH oe WEG UHD EN DE NAAM GA RANDEEREN DE KWALITEIT VAN HET PROOUCT Klaar in eèn trip!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Dagblad voor Leiden en Omstreken | 1944 | | pagina 2