41
MELBA
IÜIH
PR0DE
LOAN'S
GEBR.TEN HOEVE
Richard Strauss, tachtigjarig
muziekgenie
De Nachtwacht-tekst
bel
Sneeuwvlok - de Eskimo"
Brieven uit Duitsland
„Een koninkrijk voor 'n boek"
De Nibelungen
Zola onzedelijk?
Geldige bonnen
Buiten den waard gerekend
Olijfolie-avontuur
in Italië
friesch
tandpasta
met dispergon'
tegen tandsteen
DIT MERK
LOANS PRODUCTEN
/^v p zijn tachtigste Jaar schreef de
V_/ Mtinchener waldhoornlst Franz
Strauss, voortgekomen uit een al
oude „Stadtpfelfer"-familie van die
naam. nog tien trio's voor zijn in
strument. die nog steeds als doel
treffend studiemateriaal dienst doen.
Op zijn 78ste Jaar componeerde
zijn zoon Richard Strauss in zijn
jongste en wellicht nog niet zijn
laatste opera „Capriccio", een
meesterwerk, dat een even rijk als
veelzijdig oeuvre, waarin hij zich
vrij heeft opengesteld voor leerzame
voorbeelden, doch zich niettemin
Rijksmuziekkamer. Sedert 1935 heeft
Richard Strauss zich niet meer aan
enige vaste verbintenis vastgelegd en
werkt hij als vrij scheppend toon
dichter.
Ten tweeden male kon hij bewijzen,
dat een oorlog zijn vruchtbare werk
kracht niet belemmert. In de hoog-
spanningsdagen, kort voordat, de
moord te Serajewo de lont in het
kruitvat der Internationale politieke
verhoudingen wierp, voltooide hij zijn
ballet „Eine Josephslegende", hetwelk
de Amsterdamse Opera een half jaar
geleden in ons land tot opvoering
als een eigen karakteristieke figuur bracht en in 1919 volgde zijn in tekst
van wereldbetekenis handhaafde, be- zowel als muziek op Mozart's „Tover-
kroont. Zijn onvermoeide, frisse fluit" geïnspireerde opera ,,Die Frau
scheppingskracht. van blijvende I ohne Schatten", waaraan hij dus ver
waarde heeft Richard Strauss dus I moedelijk ook in oorlogstijd heeft ge-
van geen vreemde.
In Guiseppe Vcrdi,
op hoge leeftijd voor
nieuwe muzikale op
vattingen openstelde
en deze in blijvende
meesterwerken vast
legde, kent men nog
zo'n voorbeeld. Maar
aangezien de geschie
denis zich nimmer
herhaalt, het bekende
Franse gezegde ten
spijt, Is nier verschil
vast te stellen, want
Verdi kwam njet zoals
Richard Strauss uit
een familie, die bij
wijze van spreken de
muzikale fakkel van
onder op ouder over
droeg. Richard was
riet verwant aan de
Wcense Strauss-en; de
muzikale afkomst van
zijn vader werd hier
boven reeds aangege
ven en zijn moeder
was een dochter uit de
bierbrouwersfamilie
PschoiT. bij welke de
kunst steeds een
krachtige bescherming
had gevonden.
Det eerlang tachtig-
Ja rig'e toondichter
hij werd 11 Juni 1864
te München geboren
is dus een Beier.
Meer nog dan zijn af
werkt. En nu in deze oorlogstijd ont-
die zich nog I vloeit aan zijn pen een meesterwerk
i' cci HUK uciii oi-
komst getuigt zijn werk rePer*°'re.
waarvan, degelijk
van structuur als het altijd is zon
der aan „cerebrale corpulentie" tc
lüden. Integendeel spreekt uit de
meeste van zijn werken een milde
gemoedelijkheid, die zich van de
Wcense onderscheidt doordat zij al-
tüd vrij is van lichtzinnigheid.
Want alles, wat Richard Strauss
geschreven heeft. Is in zijn tijd ver
antwoord en al zal hij misschien
evenals de algemene opinie som
mige zijner werken b.v. zijn
Wagneriaanse Jeugdbpera „Gun
tram" of zijn met instrumentaal en
muzikaal-dc'scrlptief overladen „Al-
pensymphonie" minder hoog aan
slaan. hij heeft getoond zich ge
makkelijk van „richtingen" te kun
nen losmaken en zich met uitscha
keling van een beperkende eigen
waarde te verheffen boven hetgeen
men de dwalingen zijns weegs zou
kunnen noemen.
Dat. heeft, hij getoond, toen hij na
zijn door Hans von Biilow. die hem
na zijn Serenade voor Blaasinstru
menten Op. 7 als zijn assistent aan
de hofopera te Melningen verbond,
gewekte verknochtheid aan Schu
mann cn Brashms zich door den meer
dan dertig Jaar ouderen vriend
Alexander Rttter liet winnen voor de
klankidealen van Berlioz. Wagner en
Liszt. En niet minder heeft hij dit
bewezen, toen hij na deze klank
idealen tot ln uiterste consequentie
te hebben nagestreefd, met „Der
Rosen ka valier" cn meer nog met
latere opera's als „Ariadne auf Naxos"
en „Die Frau ohnc Schatten" zich tot
Mozart bekende. Maar onder dit alles
bleef hij zichzelf en blijft hij voor
c e muziekgeschiedenis het hoogtepunt
der muzikale neoromantiek, waarin
de hedendaagse toondichters het aan
knopingspunt vonden voor het door
breken der klassieke harmonie-wetten
Meer waarde dan een minutieuze
blografie men raadplege in deze
tijd van plaatsruimtegebrek hiervoor
de muziek-encyclopedieën en -lexi
cons heeft de beschrijving van
Richard Strauss als muzikale per
soonlijkheid. Deze zetelt ln een over
vloedig oeuvre, waarin hij het sym-
phonlsch gedicht vervolmaakte, de
opera een nieuwe gestalte gaf en een
schat aan nog veel gezongen liederen
schiep; in zijn werkzaamheid als
muzlckpaedagoog door zijn functie
van leider der componistenmeester
klasse aan de Berlijnse muziekhoge-
school en ln zijn richtinggevende
arbeid als de eerste president der
Onvermoeid schept de toondichter Richard Strauss,
die 11 dezer SO jaar wordt, nieuwe werken ter blij
vende verrijking van het internationaal muziek-
Cliché A.PJ
als „Capriccio", in 1942 in zijn ge
boortestad ten doop gehouden, nadat
hij op zijn 74e Jaar nog twee opera's,
n.l. ..Der Frledenstag" en „Daphne",
he licht deed zien. toen dc huidige
oorlog zijn duistere schaduw reeds
vooruit wierp. Is het wonder, dat bij
zulk een ontembare scheppingsdrift
zich een vergelijking opdringt met
dat andere wonder in dc muziekge
schiedenis. die op een leeftijd, waarop
anderen tekenen geven van seniliteit,
de wereld verraste met voortbrengse
len van ëen ongekende artistieke vita
liteit?
In deze kolommen is van het begin
van de werkzaamheid van de uit
geversmaatschappij Opbouw met er
kentelijkheid gewag gemaakt van
haar belangstelling voor het toneel.
Maar vaak moest in den beginne cr
op gewezen worden, dat de keuze van
de teksten minder actueel was. omdat
de tekstboekjes gewoonlijk pas enige
tijd na de premières verschenen.
Bovendien was de keuze van de tek
sten geenszins representatief voor het
Nederlandse toneel en eenzijdig.
Wij noemen van deze eerste uit
gaven van de z.g. Theaterreeks ..Witte
van Haamstede van J. W. van Cittert,
„Het kan verkeren" van F de Prez,
..Leven en werk van Gerhart Haupt-
mann" door F. Primo, „Dorp in On
rust" van Kees Spierings. „Rose
Bernd" door Hauptmnnn, welke reeks
thans nog fS aangevuld door een her
uitgave van „Harald de Skalde" van
August Heyting. Een uitgave, die
naar mijn mening niet het uitzicht
op een opvoering opent, omdat, het
resds oude toneelstuk van den vitalen
Heyting. aan wiens goede wil om
toneel te willen schrijven nimmer ge
twijfeld mag worden, maar die toch
meer gewaardeerd kan worden als
voorstrijder van hel werk van grote
schrijvers zoals Vondel en Bilderdijk
dan als scheppend schrijver, te zwak
van bouw. van inhoud en van taal is.
Eveneens is verschenen een boekje,
dat ook al sterk gemengde indrukken
geeft: „Twee luisterspelen", met spe
cimina resp van Henri van Hoof cn
van Klaas Smeiik van de nog steeds
tamelijk hybridische (vèèl-slachtlge)
„kunst"-vorm van het zg. hoorspel,
dat een soort blind en filmachtig
toneel zou zijn.
Dit boekje sluit als het ware aan
op de uitvoeriger publicatie, die wij
in 1941 dankten aan de Nederlandse
Omroep: „Het luisterspel bekeken" en
heeft ln elk geval de verdienste, dat
het thans eens twee teksten aan de
belangstellenden voorlegt. Terecht
maakt Henri van Hoof in ziin inlei
ding de opmerking, dat het beste
luisterspel onleesbaar is. Voor deze
uitgave zijn historische spelen ge
kozen. waarvan „de taal gedragen is
en iets van het flitsende verloren
heeft". Van Hoof deelt mede. dat ..het
op deze wijze aanwenden van onze
mooie taal geschiedde om de couleur
locale aan te geven" en dat dit „zich
beter leent om gelezen te worden dan
vele andere, als luisterspel misschien
beter geschikte manuscripten". Met
deze beperking kan men niet anders
dan dankbaar zijn voor deze uitgave,
die het verdienstelijke streven van
onze radio in het brandpunt van de
discussie kan stellen.
Na deze boekjes verscheen in de
Theaterreeks een werkje, dat zich tot
een kring van ingewijden of van hen
die ingewijd willen worden wendt
„Goethes Faust" door mr, Roel Hou-
wink, Dit is een goede uitgave, want
te eniger tijd zal Faust stellig weer
op onze speelplannen verschijnen, zo
als het bij voortduring op de lees-
plannen van de beoefenaars van
toneel en letterkunde staat.
Belangrijk en van directe practi-
met de mondtiarmenlci
Tekeningen en
tekst van
W1M MEULDIJK
Roman door Man/red Hausmann
„We zullen kruiselings vertuien."
Peter wierp Jumbo de vanglijn toe.
die hij aan het ankerspil vastge
maakt had. „Klim naar boven en ga
een eind naar achteren!"
Nu kon Corinna nog slechts de
mensen zien. die vlak boven haar op
de rand der kade stonden en zich
voorover bogen. „Hij is er niet, hij is
er nietjammerde zij steeds weer
in zichzelf.
Jumbo klauterde met twee lijnen
de kade-ladder op.
„Wacht even", riep Peter, „de lijn
van achteren kan ik wel dadelijk hier
vastmaken, ik zal even op de kotter
overspringen.
Daar riep een diepe mannenstem
van boven Abel herinnerde zich
dadelijk, dat Corinna iets over dron
ken en een grocstem gezegd had
daar riep een diepe groc-achtige man
nenstem van boven:
„Allo, Corü"
Corinna ging op het dak der ka
juit zitten. Abel keek naar haar.
„Allo, Corü"
..Hurry!" zeide zij zacht en knikte
met wijd opengespalkte ogen hem
vele malen toe. De huid over haar
kin trok zich samen.
„Allol"- riep Peter, die met de lijn
ln zijn hand naast het ankerspil
stond. „Hebt u er heus het leven
afgebracht?"
Corinna wilde opstaan, maar het
gelukte haar niet. Zij schudde haar
hoofd en keek ter zijde.
Toen greep Hurry van boven het
want aan bakboordzijde, slingerde er
zich om heen en liet zich er langs
naar beneden glijden.
Abel. die naast de roeiboot stond,
keek krampachtig naar Blexen, dat
aan de overzijde van de rivier in de
schaduw lag. Op de zwarte daken
speelde een zilverachtig geglinster
heen en weer.
„Dag", zei Peter en liep vlug naar
Hurry toe. „Blij. dat ik u zie. Neen.
dfit is fijn heuschl Mijn naam is
Gildemeister!"
Jumbo tobde boven op de kade
met de lijn.
„Dag, meneer Gildemeister". zei
Hurry. „Ik had niet gedacht, dat ik
976. Terwijl de circusdirecteur en
professor Snijlust druk bezig zijn,
staan Sneeuwvlok en Piet Punt
hoofd aan de rand van het ter
rein te overleggen, hoe ze Pen Kwen
zullen verlossen. „Ja", zegt Sneeuw
vlok Juist, „het is wel een hardhan
dige manier, die we verzonnen heb
ben. maar er zit niets anders op.
Kom mee, Piet, we gaan naar die
woonwagen toe. Die arme Pen Kwen
heeft al veel te lang gevangen ge
zeten!"
977 Op hetzelfde ogenblik, dat
Sneeuwvlok dit zegt, kijkt Pen Kwen
vol spanning naar de deur van de
woonwagen, die langzaam open gaat.
Hij ziet den directeur en den profes
sor binnensluipen. Vlug wordt de
kooi geopend, Pen Kwen stapt er
uit en wordt, door de mannen mee
getrokken. Die twee zijn erg ver
wonderd dat Pen Kwen helemaal
niet tegenspartelt en zelfs graag met
hen meegaat. Dat. is geen wonder,
want Pen Kwen denkt, dat het z'n
twee bevrijders Sneeuwvlok en Piet
Punthoofd zijn, die een andere ver
momming aangetrokken hebben!
u hier nog de hand gedrukt zou heb
ben. U was het toch. met wlen ik
vannacht getelegrapheerd heb?"
„Preciesl Veel hoop had ik ook
niet, wanneer ik het eerlijk zeggen
moet. Waar is uw vriend?"
„Die ligt Dag. Cor!"
Hij ging kalm naar Corinna toe en
nam haar hand in de zijne. „Hoe is
het jou gegaan. Cor?"
.Hurry!" fluisterde Corinna.
Toen voelde Abel ln zijn broekzak
als miste hij iets; hij liet zich in d*
plecht zakken en verdween in de
kajuit.
Inmiddels zeide Hurry, dat Corinna
maar niet al te veel op zijn kleren
moest letten; zij behoorden van
rechtswege toe aan meneer Lübs uit
Dorumer Neufeld.
„U spreekt uitstekend Duits".
„Mijn vriend ligt nog in Dorumer
Neufeld. We moeten "zien wat we
verder met hem doen zullen. Een
breuk tussen scheenbeen en kuit
been, verder niets bijzonders!"
Hurry bukte zich en wees met de
kant van zijn hand op zijn been.
„En de schouder?"
„De schouder is al weer gezeten.'
„Gezet", verbeterde Peter.
„Pardon?"
..Neen. niets, neem me niet kwa
lijk! Dus dan hebben de Dorumers u
er toch uitgehaald?"
..Zij hebben er ons uitgehaald.
Luister. Ze hebben apart voor ons
een reddingboot uitgezet."
„Dat moet u eens vertellen", zeide
Peter en ging naast Corinna op het
dak van de kajuit zitten. „Toen u al
een eind van ons weg was. hebt u
nog eens blauwzuur afgestoken. En
verder?"
„Luister goed", zei Hurry, „want
het is heel interessant. Toen lk deze
dame naar u toegestuurd had. voelde
ik mij natuurlijk veel opgeluchter.
U zult dat begrijpen."
(Wordt vervolgd)
(Ingezonden Mededelingen
De beste en de aardigste brieven, die de re
dactie als reactie op verschillende artikelen
ontvangt, komen uit Leiden en vooral uit
Duitland. In Leiden hangt misschien nog
iets van de sfeer van Nederland's oudste Uni
versiteit. iets dat tot nadenken noopt. En ook
heerst er. stellig, een oprechte en zuivere gods
dienstzin. die menlgen lezer de pen doet op
nemen als hem iets in de wereld of in de krant
niet naar de zin is of niet strookt met zijn
opvattingen.
En in Duitsland? Zeker, er zijn tienduizenden,
vele tienduizenden van onze lezers in Duitsland.
Waar veel lezers zijn. worden ook veel brieven
geschreven zelfs van het beperkte aantal,
dat er geschreven kan worden cn waarvan de
familie toch wel het leeuwendeel zal krijgen.
Waarom schrijven dan die werkers in Duits
land. Juist aan de krant en waarover schrijven
sij? Ook zij schrijven als iets hun niet naar de
zin is precies zoals alle abonne's op alle
kranten hebben gedaan sinds ae uitvinding van
de kranten.
Maar zij schrijven zoveel beter
belangrijker vaak dan de mensen, die
hier nog veilig in Nederland zitten.
Is dat niet merkwaardig? Is het niet
merkwaardig, dat een arbeider, tus
sen de bombardementen en tussen
zijn werk dooi nog de tijd vindt voor
een gedachtenwisseling met de re
dactie van zijn krant, vaak over ne
meest zuivere en wereldbeschouwe
lijke onderwerpen? Ovei onderwer
pen. die het verst zijn verwijderd van
de politiek en de zorgen van alle dag?
De meeste van deze brieven kunnen
via onze Berlijnse redactie en via
onze redactie in Nederland beant
woord worden per brief, maar om
eens te laten zien welke onderwerpen
deze briefschrijvers aansnijden, wil
zoveel
ZOLA
(Archief A P.)
Een Zwitserse Schoen
Een goede uitgeverij geeft een goed
boek uit en drukt op de titelpagina
met een zeer opvallende regel af:
Geschreven en afgebeeld door Gott-
hard Schuh (Zwitserland).
Dat is zeer leep van de uitgeverij
Elsevier, want hierdoor wordt het
misverstand, dat deze Schuh de be
kende en gevaarlijke „Schuh (Frank
rijk)" zou zijn meteen in de kiem
gesmoord. Het ligt Immers zeer voor
de hand dat men dezen Schuh voor
een Franzoos zou houden. Gelukkig
weten wij nu beter. Wie de schoen
past trekt hem aan. Zwitserse schoe
nen zijn toch voordeliger.
Het gaat hier over „Eilanden der
Goden", een fotoboek over Java. Su
matra en Bali.
Men kent onze mening? onlangs
nog geiormuleerd naar aanleiding
van het in Nederlandse bewerking
uitgeven van zes Busch-boekjes. Het
in het Nederlands uitgeven van foto-
en illustratie-boeken, z.g. „kijkboe
ken" is papierverkwisting Het is dub
bel cp.
Iemand die zich voor Java, Suma
tra en Bali, mitsgaders voor den
heer Schuh (Zwitserland) interes
seert, kan ook wel de gewone Duitse
uitgave kopen of lezen. Het foto
materiaal is de hoofdzaak. Of dat nu
zus of zo wordt uitgegeven doet er
weinig toe.
De foto- en typografische verzor
ging van dit prachtige, internationaal
en dus ook in ons land al heel goed
bekende kijkboek is uitmuntend. De
heer Fred Rombach (Nederland) die
het z.g. voor Nederland bewerkte,
maar die zelfs een door hemzelf af
gekeurde foto „om technische rede
nen" niet weg kon laten, was natuur
lijk niet ln staat den al te gemakke
lijk generaliserenden heer Schuh
(Zwitserland) binnen de perken te
houden. Wij moeten n.l. in alle be
scheidenheid getuigen dat vele Jan-
sens en Pletersens (Nederland) veel
meer weten van Indië dan de foto
grafische reporter met zijn mooie
foto's en zijn al te opzienbarende
beweringen. Ook daarom was het
eenvoudiger en onschadelijker ge
weest de uitgave maar gewoon „In
sein der Götter" te laten blijven. In
het Duits (Zwitserland).
M. WOLIERS
Het verhaal van de Nibelungen is
voor de Nederlandse en Duitse
schouwburgbezoekers juist weer ac
tueel geworden door een nieuwe to
neelbewerking. van de hand van
Max Mell. die ook in ons land voör
het voetlicht is gebracht.
Een nieuwe navertelling ln proza
kan dus mede om die reden verwel
komd worden.
De nieuwe bewerking, die de uitge
verij De Pelgrim te Eindhoven ech
ter in het licht geeft stelt ons yoor
verschillende vragen.
In de eerste plaats is bij deze na
vertelling van de hand van Jos. J. M.
Seveke. die de enigszins vage titel
„De sage van den Rijn" voert (net
of er niet honderd sagen van de
Rijn zijn), niet duidelijk aan welk
soort lezers is gedacht, aan kinde
ren ot aan volwassenen.
Waarschijnlijk aan volwassenen,
maar dan zijn die volwassenen toch
iets te laag aangeslagen. De stijl is
te slap en te weinig boeiend.
In de tweede plaats is te weinig
rekening gehouden met de epische
grootheid van het onderwerp, die zo
niet. een verheven, dan toch een ge
dragen toon. zelfs bij het navertellen,
vraagt. Ook ln dit opzicht schiet de
stijl te kort.
In de derde plaats hebben de illu
straties meer met Kitsch dan met
kunst te maken.
Het is heel Jammer dat niet een
letterkundige van formaat deze
Nederlandse bewerking van de al
oude Nibelungenstof heeft gemaakt.
Elk geslacht moet wat het geërfd
heeft van de vaderen opnieuw ge
stalte geven gestalte geven op zijn
wijze om het werkelijk te bezit
ten. Dit is hier echter verzuimd.
Jammer van de goede bedoeling, van
het mooie onderwerp en van de ove
rigens technisch-behoorlijke Pelgrim-
verzorging.
M. W.
ik hier een willekeurige greep doen
en een briefschrijver uit Osnabrück
(in Nederland eens algemeen als
grensstad bekend onder de naam Os-
nabrugge) aan het woord laten naar
aanleiding van een uitspraak, overi
gens niet van een redacteur van ons
blad. maar van een schrijver in Fran
kenland. die ln een door ons geciteerd
artikel ovei den Limburgsen schrijver
H. H. J. Maas herinnerde aan diens
bijnaam: „de Limburgse Zola".
Wij geven hier volledig de brief,
die wij ontvingen:
Met belangstelling heb ik het arti
kel over den schrijver H H. J. Maas
in Uw courant gelezen.
Toch meen ik stelling te moeten
nemen tegen de veronderstelling, die
in dit artikel opgeworpen wordt als
zou Zola een onzedelijk schrijver zijn.
Zola heeft ons in zijn boeken dc
sexuele drang die ln een leder van
ons is. zeer juist en naar het leven
getekend. Hij heeft ons laten zien.
hoe de mensen ln zijn boeken die
drang niet de baas konden blijven
en er aan te gronde gingen.
Emile Zola heeft zijn boeken niet
geschreven om onze zinnen te prik
kelen. doch om ons te laten zien hoe
wc niet moeten doen.
Daarom vind ik het absoluut fou
tief Zola te willen voorstellen als
'een onzedelijk schrijver.
Men kan wel (bedoelt de schrijver*
„niet"? Red.) zoals b.v in het arti
kel over den heer Maas zeggen: „hij
schildert het Limburgse leven op
kiese wijze zoals het werkelijk is."
Dat is ten enenmale onmogelijk,
zedelijkheidsi omans kan men niet op
kiese wijze schrijven dan raakt men
de kern "niet, dan draait men om het
probleem heen. Het is als bij een
graf waar men een vergooid leven zo
mooi mogelijk voorstelt om toch
vooral niemand te ergeren Wij staan
echter, jammei genoeg niet bij het.
graf van de onzedelijkheid en moeten
daarom ook niet om de zaken heen-
draaien.
Een dokter snijdt ook niet om een
abces heen. doch snijdt het ook di
rect uit.
Dit ter verdediging van een der
grootste schrijvers met een echt
menselijk inzicht: Emile Zola!
S. SNIPPE. Osnabrück.
Bij deze brief in Duitsland willen
wij niet veel aantekenen. Alleen dit.
Wie in zuivere gezindheid Zola leest
zal hem evenmin onzedelijk vinden
als Zola zichzelf.
Een andere kwestie fs, dat een
heleboel mensen, die er voor heb
ben gezorgd, dat Zola in ijsbaarlijk
slechte vertalingen en in grote op
lagen verscheen en dat een heleboel
mensen, die deze boeken ln de loop
der jaren tot beduimelens toe heb
ben gelezen, blijkbaar Zola wèl voor
een onzedelijk schrijver hebben ge
houden. Aldus ook de Heilige Roomse
Kerk. die hem op de Index 'Lijst
van Verboden Schrijvers) heeft gp-
plaatst. M. W.
sche betekenis is het populaire werkje
„De operas van Mozart" door Theo
van der Bijl Naar den aard van de
meeste schrijvers over opera is dit
boekje vooral historisch. Het geeft
een leven van Mozart en het geeft in
korte hoofdstukjes ook overwegend
historische en anecdotische bijzon
derheden over de verschillende
operas, met een inhoudsbeschrijving
en een opsomming van de partijen.
Er wordt meestal meer in gezegd over
de tekst dan over de muziek zoals
ln de meeste inleidingen tot opera's
in de kranten, ook al 2ijn ze van de
hand van muziekrecensenten. Gaarne
zou de lezer ook eens de muziek be
sproken en toegelicht willen zien.
Wat dat betreft zijn bijv. de inlei
dingen van Bernet Kempers beter le
gebruiken dan deze inleidinkjes die
overigens wel van geestdrift getuigen
en inzoverre bij al hun oppervlakkig
heid aanstekelijk kunnen werken. En
daar gaat het om.
Eveneens „historisch" en wel in
meer dan één opzicht is de laatste
en de meest verrassende uitgave uit
de Theaterreeks: „De Nachtwacht",
door Henk Badings en Tom Bouws.
Het is heel aardig, dat in afwachting
van de steeds weer uitgestelde en
verschoven première van dit met
spanning verwachte werk de tekst^
schrijver en de componist ons eens
precies vertellen hoe historisch en
wat hun samenwerking betreft, de
vork aan de steel zit.
Dc zin van zijn werk geeft Bouws
ongeveer zo. dat het eerste bedrijf
beheerst wordt door een stralenden,
zorgelozen en volmaakt gelukkigen
Rembrandt, die zijn beminde Saskia.
terwille van haar blijde verwachting,
blijde met juwelen tooit
In het tweede bedrijf komt de twij
fel op. Saskia's ziekte dwingt Rem
brandt tot nadenken, de moeilijk
heden met de schutters van de
Nachtwacht, waar hij aan werkt, de
hinderlijke vragen en eisen van
familie en kunsthandelaren daarbij,
brengen hem in een stemming van
onvrede en ongeluk, die haar diepte
punt vindt bij Saskia's dood in zijn
armen.
Het derde bedrijf zet in met Rem-
brandts dolle woede om der schut
ters onbegrip en brengt zijn diepste
vernedering: gehoond, op de grond
gesmeten en bespot blijft hij achter.
In een visioen wordt hem echter zijn
ware taak geopenbaard: verinnerlij
king. Uit nederigheid en vereenza
ming ontwaakt Rembrandt tot zijn
nieuwe, goddelijke taak.
Over Badings bijdrage tot dit boek
je, dat voor het grootste deel gevuld
is met de tekst van de opera, een
volgende maal. M. W.
BROOD, BESCHUIT, MELK,
VLEES, AARDAPPELEN23 en 24
TABAK: 23 en 24, b ide n. keuze
VERVANGINGSMIDDELEN: 132
KOFFIESURROGAAT: 133
JAM: 134
SUIKER: 135 en 136
KAAS: 137
GORT: 138 (250 gram)
BLOEM: 139 en 140
KINDERVOEDING: Gort D 45.
Kinderm. of Voedingssuiker E45
SNOEP: 23 (150 gram)
KINDERDRANKPOEDER: C. D.
E 43
BOTER: 23 A en B en 24 A
roomboter.
Einde geldigheidsduur 10 Juni,
uitgezonderd 23 Aardappelen
(3 Juni)
Nog geldig zijn: 129 en 130, C, D.
E 42, E 43 voor zeep en wasp. (10
Juni); R05 tabak v. scheerzeep
(2 Sept.)
Voor de vrouw
Stoofschotel met radijs
In de tijd van groenteschaarste
kunnen radijsjes het menu nog eens
op aangename manier variëren
Het beste smaken ze m een stoof
pot met erwten en, als men het heeft
een paar uien of het groen van ult-
geschoten uien Het recept van deze
stoofschotel is:
Stoofschotel van groene
erwten on radijs als warme maaltijd
200 gr. groene erwten, radijzen van
zes bosjes, groen van drie bosjes.
2 kg. aardappelen 4 uien. zout, aro
ma. kerrie of paprikapoeder, boter of
vot of margarine.
De erwten een nacht weken, met
het weekwater aan de kook brengen
en bijna gaar koken. De radijsjes
schoonmaken en doormidden snijden
Het groen zeer fijn snijden (de uien
ln lange snippers) De aardappelen
boenen of dun schillen en ln vieren
snijden. De groenten, aardappelen en
het zout het laatste half uur met de
erwten meekoken. De pan goed ge
sloten houden en vooral niet roeren
De pan slechts nu en dan omschud
den, Als alles gaar ts. het vocht af
gieten. binden met een geraspte aard
appel of wat aangemengd aardappel
meel en er naar verkiezing boter,
aroma en kerrie of paprikapoeder aan
toevoegen. De aardappelen, groenten
en erwten voorzichtig door dit sausje
mengen, zodat zij niet stuk gaan en
op een schaal overdoen.
ff—P.K. Olijfolie is titans ook
in Italië een schaars artikel en een
kostbaar bezit. Het moeilijkst ver
krijgbaar cn daarom ook het kost
baarste is het wel in Rome. Guiseppe
Facionini, een koopman uit Rome.
wicn ter ore kwam. dat er in een
tamelijk veraf gelegen dorp nog et
telijke vaatjes op een koper wacht
ten. zag hierin het middel, om zijn
portemonnaie te vullen, zoals dat een
goed koopman betaamt.
Hij begaf zich dus ijlings in zijn
Fiat-goedcrcnauto op weg en vond
a Lies, zoals hem beloofd was. Een
der vaten lag reeds klaar. Hij likte
tevreden aan zijn vinger, die hij als
proef in het spongat had gestoken
en was ook niet erg kwaad, toen
men hem beduidde, dat hij op de
andere vaten nog moest wachten
Guiseppe deed dit. met al het geduld,
waartoe een hongerig koopman in
staat is. Het werd intussen al don
ker en nog vatte hij geen argwaan.
Tot er plotseling gemaskerde man
nen voor hem stonden: „Handen
omhoog".'Sidderend voldeed Guiseppe
aan het bevel. Het geld uit zijn por
tefeuille haleh was voor de mannen
het werk van een ogenblik. En met
de verklaring, dat zij bandieten wa
ren, verlangden ze toen pog van
hem. dat hij „Eviva Stalin" zou
roepen, hetgeen hij op de voorge
schreven manier deed, met gebalde
vuist. Daarna hadden de bandieten
erge haast. De wagen en het vaatje
lieten ze bij hem achter en ver
dwenen.
Pas, toen Guiseppe reeds lang op
weg was naar huis, was hij zo ver
over de schrik heen, dat hij op de
gedachte kon komen, dat de ver
meende bandieten wel eens goede
vrienden van den boer geweest kon
den zijn. Hij was er tussen genomen,
schandelijk bedrogen. Tot overmaat,
van ramp kruiste hij nog het pad
van de Duitse militaire "politie, die
zich voor dat vaatje met. het schaarse
distributieartikel levendig interes
seerde. Door middel van een slang
stelde deze direct vast. dat dit vaatje,
het kostelijke enig geredde vaatje,
onder een laag olie voor driekwart
met helder bronwater gevuld was.
Diep geschokt, doch zonder blikken
of blozen, bekende Quiseppe zijn
avontuur.
Op dit zelfde ogenblik heerste er
in het dorp. vooral in het huis van
den sluwen boer, ijdele vreugde,
welke echter in jammeren en tan-
denklapperen overging, toen de vol
gende morgen een troep werkelijke
bandieten verscheen. Badoglio-solda-
ten, die. gedreven door de angst, weer
in de oorlog te moeten, een land
lopersleven leidden in de bergen. Zij
hadden van de poets gehoord en
hadden besloten het. dorp. dat zich
vermeten had van hun bestaans
mogelijkheid misbruik te maken,
hiervoor te straffen en het grondig
onder handen te nemen. Vele uren
lang speurden zij hiertoe keukens en
kelders af en des avonds hadden zij
tenslotte zoveel tezamengebracht.
dat er een waar feestmaal aangericht
kon worden. Nog waren hun zintui
gen in de ban van de Chianti gevan
gen. toen de melding van den „Feld-
webel" haar weg gevonden had en
zich had omgezet in een snelrijdende
vrachtauto met soldaten.
De meeste bandieten kwamen pas
in deze vrachtauto weer tot zichzelf.
Guiseppe Facionini had. toen hij dit
vernam, tenminste leedvermaak. De
•boeren echter konden slechts berouw
voelen en zij deden hun best. alles
weer goed te maken. En zo gebeurde
het, dat zij de werkelijke vaten olie
te voorschijn haalden. De vracht
auto moest, nog een keer rijden, om
de olijfolie naar de Duitse etappe
over te brengen.
^-oorlogsverslaggever
H. U FR. v. WANGENHEIM.
Directeur: H. J. Kerkmeester, Bus-
sum; hoofdredacteur: Hendrik Llndt,
Amsterdam; plv, hoofdredacteur; ir. A
H. de Haas van Dorsser, Haarlem,
binnenland: J. v. Grieken: Illustratie
en opmaak: R. Kampstra; volkscul
tuur en kunst: M. Wolters; muziek:
O. K. Krop; sport: J. J. Ltber; adver
tenties; A. H. Lammer», allen te Am-
Bterdam. 113
Voor de kinderen
Een invulraadsel
Beste nichtjes en neefjes,
Ik wil het jullie deze weck eens
niet moeilijk maken en geloof, dat
onderstaand raadsel zeker door leder
kan worden opgelost Vervang teder
streepje door een letter, zodat de
zinnen spreekwoorden worden.
1. E--drm t m-c-t.
2. H-l-e v n kl-k-n h-t
~Hm t.
3. N- rn k - -1 z - - n - - n.
Bl--f--d- h - n - - n b n
n
5. H-g- b-m-n v - - g - n v--l
w--d.
6. O t - e-t - h - - s b - -1.
7. B - t - - e-- h --- d-- 9 - -
--g- d--.
Z- -- -u--n z--gP--P--
Zie Jullie wel. dat het makkelijk Is
en lk loof er deze keer weer vUftten
prijzen voor uit. Wat zal lk nu een
goede antwoorden binnen krijgen I De
raadsels van Wlm Kooij zijn eveneens
door heel wat kinderen opgelost. De
plaatsnamen van het eerste raadsel
waren;
1. Arnhem; 2. Alkmaar; 3. Delft:
4. Sneek. 5. Tiel.
Uit net tweede raadsel kwam na-
tuurllik: LEVE OOM JAN! Bedankt
hoor Wlm! Ik hoop. dat wU dat samen
nog vaak zullen kunnen roepen. De
prijswinnaars van deze keer zijn:
Dlevertje Prak. A 41 a. Wedde:
Pletertje Smit. p.a. Hr. J Smit. A. 26
Wedde; Johannes Zljlstra. Molen De
Hen 4. Sneek; Nico Kolmeljer, Rem-
brandtlaan 5 a. Schiedam; Dlna
Vroon, Llesveldseweg B. 66, Ameide;
AU van Beek. Verltasweg 28, Ooster
beek; Deddy Westerberg, Holte F. 36-II
(Gem. Onstweddc); Lukie Zijlstra.
Molen De Hen 4. Sneek; Frans Spor-
rel. Verlengde Nleuwstraat 6 a. Gro
ningen; Klazlna Honcoop, Hoofdweg
1453, Nieuw Vennep (Haarl.meer): Int
Schuitemaker, Tolstoistraat 18. Zaan
dam: Dlkkle van Bruggen. Llessteeg
B. 61. Ameide; Mlesje Harder. Hesm-
raadstraat* 44. Vlaardlngen; Adrie
Dobbelaar. Tennlsstraat 3. Rotterdam;
Truus van Llngen, St. Lldulnastraat
77 b. Schiedam.
Ik roep aan het eind van dit stukje:
Leve Wlm Kooy cn de prijswinnaars!
OOM JAN
Kroniek van de
Volkstuin
Koolrapen
Uw kinderen
hebben Jlclba
noodiff!
Melba beteekenl extra
voedsel, óók versterkend
voedsel. - Ze drinken
Melba graag, omdat t
zoo lekker Is.
De Versterkend
Kinderdrank
Voor leder kind - tot
13 jaar een pak.
ROGGEBROOD
van nature zoet
ROTTERDAM
Tclcf. 38427
DEN HAAG
Telel. 333298
In DELFT
markeert de slanke
toreo ras da Nienwa
Kerk bet stadsbeeld.
Delft tonder Nieuwe
Kerk ware als dc
Nederlander tonder
zyn (eorig bakje
troost. En bet is jnist
zoo prettig dat we
daarraD ook oq noj
dagelgks geoietea
knooeo, dank zfj
ijer's
Niemeij
koffiesurrogaat
ALSWIEPJf ENWINC,
BOODSCHAPPEN DOEN,
;eBEURT'r U/El EENS,
-**N\DAT WlEPjE DE
3 BONNEN NIET UIT EL^
MOUOEN -dezebon IS
-Cfy DAT NU JAM OF KAAS?"WINC,
WEET HET OOK NIET MEER
MAAR DE CHEF WEL.HOOR.' DlE
WEET ALT'JO ALLES EN HELPT
'EDER|
"DE CHEF VAH S)MOH DE WIT
IS DE VERTROUWENSMAN
VAN MENIGE HUISVROUW'.
Ofschoon het nog geen zomer Is
moet de volkstulnder toch reeds op
het vormen van wintervoorraad be
dacht z.IJn. Een belangrijk onderdeel
van die wintervoorraad vormt de
koolraap. Reeds thans kan begonnen
worden met het uitzaaien op bed-
dén. welke zijn vrijgekomen van
vroege groentensoorten Zo het
enigszins mogelijk ls. doet men er
goed aan. de planten niet te verpoten
Dat komt er dus op neer, dat deze
gezaaid worden op de plaals, waar de
planten verder kunnen blijven staan
Door uit te dunnen tot op ongeveer
40 cm. afstand worden de overtollige
zaailingen dan verwijderd.
Koolraap ls een gewas, dat nog al
enige eisen aan de grond stelt.
Goede, vette kleigrond, en oud ge
scheurd weiland leveren een goede
kwaliteit op Hoe schraler echter de
grond ls hoe meer kans bestaat dat
stokkerige en vezelige knollen worden
geoogst.
Wat nu het zaaien betreft, dit
dient ln een door en door vochtige
grond te geschieden. Wij mogen dus
vooral niet te karig met water zUn
bij het gereedmaken van de grond
Ook na het zaaien zorgen we er
yoor, dat uitdrogen niet kan gescnie-
den; hetgeen gebeuren kan door de
grond zoals we bij postelein ook
doen met zakken af te dekken, waar
mee dan tevens lastige Insecten als
de aardvlo tegengegaan worden.
Wanneer het niet mogelijk Ls ter
plaatse te zaa'.en. en dus later over
gepoot moet worden, geschiedt dit
omstreeks Juli, liefst bij bedekte
lucht, om zo min mogelijk storing ln
het groeiproces te krijgen.
Ook hier geldt vochtig houden als
eerste els. om de planten weer spoe
dig aan te latèn slaan.
Inkorten van de wortels kan bij het
ultplanteu geschieden om daarmee de
plant eveneens te prikkelen tot het
vormen van een krachtige knol.
Wanneer ln de loop van de tijd de
koolrapen neiging vertonen gedeelte
lijk boven de grond te gaan groeien
moeten we wat aanaarden. Verder
verdient het aanbeveling om de
grond luchtig en open te houden,
hetgeen door regelmatig schoffelen
kan worden bereikt.
Een weinig vloeimest, toegediend na
de herplaatsing kan geen kwaad, wat
echter minder gewenst ls, :s het telen
op grond, waar het vorig Jaar een of
ander koolgewas heeft gestaan, daar
koolraap zowel gevoelig ls voor de ge
vreesde knolvoet als ook t-e lijden
heeft van koolvlieg. Men moet hier
dus rekening mee houden.
Voor het overige kan de raap dan
groeien tot Oct.Nov. en wanneer,
nadat, de groei ls opgehouden, ge
oogst kan worden.
In aanmerking om nu gezaaid te
worden komen o a. „Friese gele kool
raap" en „Engelse roodkop".
NEDERLANDSCH
FABRIKAAT
Pj7a
VAH oe WEG UHD
EN DE NAAM
GA RANDEEREN
DE KWALITEIT
VAN HET PROOUCT
Klaar in eèn trip!