41 PRODE „Candida" bij Ad. Hooykaas Prachtig spel van Ad. Noyons Toneel ter discussie Over Avantgarde bel Dieterich dood Thors Gast Geldige bonnen Residentie Orkest vierde zijn jubileum met een concert Huldiging van zeven orkestveteranen Sneeuwvlok - de Eskimo" t ANJ r~3 EB Mgii t Tijdschriftenschouw TREE HILLING Ziekengeld voor arbeiders in het buitenland CUSTARD Llfc"""»:'' tandpasta met dispergon tegen tandsteen 2L TT et doet goed, weer eens to neel te zien, dat enige gees telijke inspanning eist en de geest scherpt. En daar zijn Shaw's dialogen bij uitstek ge schikt voor! Vaardige woord kunst, raak en boeiend. Dit ook in „Candida", van den geestigen Ier Shaw, dat van 1895 dateert. De kracht van dit geestige blijspel ligt in de sterke onder grond, waarin de drang naar be ter en hoger leven tot uiting komt. Prachtig en diepgaand is zijn karaktertekening van den zelfverzekerden succesvollen do minee en den jongen dichter, wereldvreemd, schuw, maar fel en hartstochtelijk bij de verde diging van zijn vrouwelijk ideaal. Shaw heeft dit ideaal belichaamd in de figuur van Candida, fijn In tuïtief en innerlijk diep schouwend. Niet het debat der rivalen maar zij speelt de beslissende rol, als Shaw haar de zwakheden van beider le vensbeschouwing laat blootleggen. Het wordt ten slotte geen keuze. Zij blijft~ zich wijden aan den man, die niet leven kan buiten het „paleis van gemak, toegevendheid en lief de". dat Candida voor hem gebouwd heeft. Aan de toneelgroep van Ad Hooykaas danken wij de wederop voering van dit stuk. En het is een goede opvoering geworden, Vrijdag avond in Utrechts Stadsschouw burg. Een opvoering die met elke nieuwe voorstelling nog rijper zal worden. Prachtig spel gaf Ad Noyons als Marchbanks, de dichter, ijl en on wezenlijk, fascinerend in zijn debat ten met den prediker. Do bekentenis van zijn ilefde aan den dominee droeg het eerste be drijf, waarin zowel speler als toe schouwer nog wat moesten accli matiseren. Het hoogtepunt vormde het derde bedrijf, waarin het tot klaarheid tussen de drie hoofdpersonen moest komen. Janny van Oogen als Can dida was hier op haar best, zuiver en levenswarm. Bij den nerveuzen Marchbanks vloeiden woord en gebaar tot een harmonische eenheid. Dio Huys- mans als dominee Morell gaf een verantwoorde typering van den zelf verzekerden echtgenoot, die eerst aan het einde tot het besef van de holheid zijner fraseologie komt. Louis Vervoorn was een kleurige, kostelijke schoonvader, Erna v. d. Beek een kittige secretaresse, ter wijl Bud Broekhuysen den groenen hulpprediker aardig typeerde. Een pluim voor Ad Hooykaas' levendige regie. Bloemen en applaus begeleid den deze geslaagde première. VAN GRIEKEN. „De paring van muziek en dans, de onvermijdelijke, waartegen de danser ln zijn muziekloze dans zelf. maar te vergeefs. heeft stelling genomen. Is veelal ook voor den musicus een pijn lijke aangelegenheid," stelt J. Kasan- der vast ln een beschouwing over „Mu ziek en Dans" lp „De Wereld der Muziek". „Gesteld dat de musicus voor de schoonheid van belde kunsten gelijkelijk ontvankelijk ls, dat hem zo wel voor het auditieve als voor het vlsuële rhythme de ware hartstocht bezielt, hoe vaak wacht hem dan bij het samengaan dezer muzen niet een bittere ontgoochelingI Het ls immers zo. dat op bijna elke dansavond de muziek onheus wordt bejegend; ofwel zij wordt deerlijk verminkt." Vrijdagavond ging in Utrecht de première van Candidadoor het gezelschap Hooykaas. Op de foto een scène tussen Candida (Janny van Oogen) en haar jongen aanbidder Marchbanks (Ad. Noyons). (Foto A.P.-Griek) met de mondtiarmoni» Roman door Manfred Hausmann Vrijdag in de krant een adver tentie met een zwarte rand. Die terich dood. Tussen zoveel treft deze toch nog meer dan andere. 33 jaar. Leider van het Rljksverbindingskan- toor van het N.A.F. te Berlijn, in het Amt fur Arbeit-seinsatz van het D.A.P. „De plichtsgetrouwe opvatting van zijn taak en zijn zelfopofferende, rusteloze wijze van werken zullen voor zijn arbeidskameraden een dwingend voorbeeld blijven", staat er in de advertentie. Daarvan ls geen woord gelogen. Deze man brandde op in het volvoeren van een veel te zware taak. Maar hij sleepte de mensen mee. Hij vuurde aan, dreef er toe om te proberen het on mogelijke te bereiken. Want het on mogelijke moet daar bereikt wor den, in Bèrlijn. Enkele tientallen Nederlanders zitten daar op kan toren. in kelders, in schuilplaatsen te werken, wagen hun leven dage lijks langs de weg, reizen de kam pen af. spreken met de arbeiders, leren hun noden kennen, proberen te helpen, te verbeteren. Tientallen doen dat en het zijn allen dappere kerels, maar Dieterioh was een van de dapperste. Wéér zie ik hem uit de Berlljnse trein stappen. Moegezwoegd, moe- gereisd. Misschien even beu van de stapels papier, die ieder die „iets doen" wil nu eenmaal op zijn weg vindt. Stapels brieven van arbeiders met klachten, met vragen. Stapels brieven van kantoren, departemen ten, amter. Stellen, Kampen vra gen, verzoeken, voorschriften, wei geringen, afwijzingen, nieuwe rege lingen, voorstellenheel de paple ren rommel, die nodig is, als men iets voor levende mensen organise-, ren wil. Dieterich wilde iets organiseren, iets opbouwen. De kulturele zorg voor de Nederlandse arbeiders in Duitsland. Maar is het niet moeilijk over kuituur te spreken als de zorg om het naakte leven, als de vraag naar een goed stuk kleren, dat de kapotgegooide inventaris moet ver vangen, overheerst. „Er behoort moed toe, vlak na zo'n bombarde ment in een kamp met de mensen te gaan spreken", zei hij by zijn laatste bezoek. Maar hij had die moed. „En toch krijgen wij die men sen", zei hij overtuigd. „Toch krijg ik ze om mij heen, in zo'n kamp en toch luisteren ze, toch krijg ik ze mee. Klets niet over Nederlanders, prachtmateriaal is het. Met zulke mensen wordt elke oorlog door staan!" Dieterich had direct het vertrou wen. Hij was /j-man, fanatiek en consequent. Zijn overtuiging was logisch voortgevloeid uit zijn revo lutioimair socialisme. Hij was een hard werker in de O.S.P. geweest; de toenmalige linkervleugel van de S.D.A.P. Was toen in Duitsland ge komen en had zijn ogen open ge houden. Hij zag en begon te werken met nieuwe inzichten, even fanatiek als vroeger. Nu had hij zijn levens taak gevonden bij het Rijksverbin- dingskantoor en werkte dag en nacht om iets behoorlijks voor de Neder landse arbeiders naar Duitsland te krijgen. Toneelgezelschappen, mu- zickcnsembles. Activeerde zoveel mo gelijk het eigen culturele leven in de kampen. En vroeg telkens „Mensen heb ik nodig, mensen die wat kun- nen, die weten wat hier nodig is". Maar mensen zijn schaars. En daar om werkte hij voor tien. Moe en afgezwoegd zat hij twee weken geleden voor mij. Pas uit een gebombardeerd gebied terug. „We le ven nog, nog één dag en dan ga ik Len vriend vertelde, hoe hij bij het laatste bezoek aan een kamp een willekcurigen arbeider. die alles verlo ren had en die nu rondliep in een overall dat was alles wat de bom men hem hadden gelaten zijn jas en een pak van zichzelf had gege ven en een tweede wat hij in zijl} portefeuille bij zich had. „Je moet toch wat voor die mensen doen, z?i hij. Klompen hebben ze nodig. De schoenen zijn daar niet meer vol doende. En toen kwam een ver haal over klompen en wij dwaalden af van de kuituur. Dieterich wilde wat doen. Hij heeft veel gedaan. Hij heeft zich zelf ge offerd aan zijn werk. Eerlijk, trouw en fanatiek. Een voorbeeld. Directeur; R. J Kerkmeester. Bus- sum. hoofdredacteur: Hendrik bindt Amsterdam, plv hoofdredacteur; Ir A H de Haas van Dorsser. Haarlem, binnenland: J. v Grieken; illustratie eu opmaak; R. K&mpstra; volkscul tuur en kunst: NL Wolters; muziek G KL Krop; sport: J. J. Llber; adver tentles. A. H. Lammere, allen te Am- sterdam. Elk bloeiend toneelleven veronder stelt, behalve de vele stukken, die voor volle zalen worden opgevoerd, de experimenten. „Avant-garde- toneel" noemde men dat vroeger wel eens. „Voorhoede-toneel". Voorhoeden zijn tegenwoordig bij het toneel niet meer zo in trek. Men komt liever wat achteraan sukkelen en kijkt de kat eens uit de boom. Sommigen vergeten zelfs helemaal te lopen, vanwege de afwachterij en laten zich maar zo'n beetje meedrijven. Die avant-garde-voorstelllngen wa ren daden voor een groep toneel- vrienden, die zich voorhoede van het geestesleven voelden. Het woord is ook onlangs gebruikt ln enkele bladen. Bij die aanduiding, die helaas wat vaag bleef, ontbrak echter de opgave van de stukken, die men dan voor of van die avant-garde zou willen zien. Slechts worden zo in het algemeen Shakespeare en „de klassieken" vernoemd. Shakespeare en de klassieken kunnen echter (hoe waardevol nieuwe ensceneringen ook mogen zijn) nimmer avant^gardisten van deze tijd zijn. Wat wil men verder? Het avant- gardisme van vlak na de vorige oor log is doodgelopen in een onvrucht baar avant-gardisme-om-het-avant- gardisme; in bleke lekenspelen ver grijsd of eenvoudig afgesneden door nieuwe revolutionnaire, militaire of politieke ontwikkelingen, die juist in een bepaald avant-gardisme een groot gevaar zagen. Men mag zich afvragen of niet bij veel gepraat prö en cóntra het avant-gardisme sprake is geweest van een wederzijdse overschatting en of daarbij niet véél ernstig, tè ernstig is genomen, wat bij nader inzien slechts een probeersel was. Of niet beurte lings deze avant-garde op toneelge bied is uitgeroepen tot „oplossing" of uitgekreten als bederf, terwijl het onderhavige stuk alleen maar een doodgeboren kindje was, dat „van zelf" onder de groene zoden der ver getelheid zou zijn terecht gekomen. Ondertussen is de roep om avant- garde-toneel in dit tijdsgewricht, nu zowel de stukken .als de spelers daar voor ontbreken en nu er bovendien genoeg te doen valt en genoeg dege lijk vakwerk te leveren valt, door nieuwe ensceneringen van behoorlijke blijspelen en verheffende klassieken, tóch een teken van een zekere toneel belangstelling. zelfs al zou die roep worden aangeheven door mensen (en dat ls vaak het geval bij avant-garde), die vreemd staan tegenover de ge wone dagelijkse sociale functie van het toneel, hetzij, dat het in wezen toneelvreemde intellectuelen, hetzij dat het beunhazen zijn. Die roep wil dan zeggen: dat er toneel-ter-discussie moet zijn. En al is écn stuk op de planken mij liever dan tien in de lucht, het moet gezegd worden, dat er stukken nodig zijn. waarover eens fris van gedachten ge wisseld kan worden. Nu er zulk een stuk is verschenen in druk, menen wij daarop hier de aandacht te moe ten vestigen. In afwachting van wat er toch, misschien, nog verder mee gebeuren kan. Bonlfacius op zulk een dramatische wijze werd afgebroken, willen her openen en wel op... dramatische wijze, n.l. in de vorm van een toneel spel, waarin beide partijen hun eer lijke kans krijgen. Zijn stuk heelt fantasie en stijl. Hij heeft de kinderlijkheid, die eigen is aan bijna alle religieuze spelen en zeker aa»i bekéringsspelen (men denke slechts aan de Graal en aan zovele stichtelijke lekenspelen) niet geheel weten te vermijden. Van kin derlijkheid naar Kitsch is het slechts een kleine afstand, zoals alweer de Graal uit en te na heeft bewezen. Het is heel moeilijk geestelijke groei processen uit te beelden op het toneel cn het best geslaagd in de uitbeel ding van religieuze waarden zijn al tijd die toneelschrijvers geslaagd, die een echte toneeltruc" gebruikten zoals bijv. Ghéon in „Genesius of de Toneelspeler en de Genade" (waarin hij zich een toneelspeler bij het cre- eren van een nieuwe rol een nieuw geloof laat omhelzen) of die, zoals alweer Ghéon zich opzettelijk in een kinderlijke sfeer hielden, zoals bijv. in zijn mirakelspel „De klucht van den gehangene". De geschiedenis verhaalt van een zendeling, die in de eeuwen, dat het Christendom nog niet. in alle Ger maanse landen definitief ha<l „geze gevierd" omstreeks 900 op een nog niet gekerstend eiland aanspoelt na 'een schipbreuk. Een kruisbeeld, dat hem als vlot redt, berooft hem tevens door een slag van zijn geheugen. Hij moet „opnieuw beginnen' en wordt geheel in de oer-Germaanse sfeer opgeno men, trouwt, bouwt zijn huis. Na anderhalf jaar verschijnt de bisschop, die hem uitzond en keert zijn geheu gen weer. Een zware innerlijke strijd volgt. De schipbreukeling kiest ten slotte voor Thor. waarbij echtór een zeer ruim standpunt tegenover de nieuwe leer wordt ingenomen. „Krist" geniet een écht Germaanse gastvrij heid. De bisschop kan voorts niet wrok ken, omdat dooi een toeval blijkt, dat de zendeling, als wees door hem opgevoed, van afkomst eigenlijk een zoon van het eiland is, in welks Ger maanse wereld hij zich zo thuis ge- 90) Hij streek door zijn haar. liet zijn handen langs zijn borst val len en streek ze achter over zijn heupen Daarbij raakte hij de mond harmonica aan, die in zijn opge naaide zak zat. In de radeloosheid haalde hij die eruit en bewoog haar vl>ug eenmaal over zijn lippen. Du- dódadieh. „O ja!" riep Corinna. Hij draaide zijn hoofd naar haar toe: „Wat?" Zij streek haar vuist langs haar lippen heen en weer en zong: „Düh dii... düd. Hè, speelt u nog wat!" „Neen, heus, nu liever niet." „Maar u kunt het zo prachtig mooi. Ik hoor het zo graag, wanneer u op uw mondharmonica speelt." „O. neen; ik ken er zo goed als niets van." Neen. hij moest nu niet zo min van zichzelf denken. Zij had nog nooit iemand zo prachtig mooi horen spelen als hij. Dan had zij op dat gebied nog niet veel gehoord. Hij kon heus niet zo prat gaan op zijn muziek. Daar ging het ook helemaal niet om, maar hij deed het zo heel anders dan andere jongens, die je wel eens hoorde; zij kon niet onder woorden brengen waaraan het lag, maar hij deed het nu eenmaal heel anders en dat hoorde zij juist graag. Maar wanneer hij beslist niet wilde.., „Wat moet ik dan spelen?" „Dat laat ik helemaal aan u over. Het een of ander." „Ach. juffrouw Storm..." Toen blies Abel heel hard en rade loos in zijn harmonica, onder, in het midden, boven en zwierf er dan een beetje op rond. En vlug np en neer zonder zin of betekenis. Ten slotte speelde hij: „Schroem, schroem. schroem" en hield dan op Corina zeide. dat dat toch geen bepaald liedje geweest was. Of toch wel? In plaats van een antwoord floot Abel een diepe melodie en trachtte die op zijn harmonica na te spelen, helemaal links, waar de donkere tonen uitkwamen. Eerst ging het Tekeningen en telcst van WIM MEULDIJR BROOD, BESCHUIT, MELK, VLEES. AARDAPPELEN23 en 24 TABAK: 23 en 24. b ide n. keuze VERVANGINGSMIDDELEN: 132 KOFFIESURROGAAT: 133 JAM: 134 SUIKER: 135 en 136 KAAS: 137 GORT: 138 (250 gram) BLOEM: 139 en 140 KINDERVOEDING: Gort D45. Kinderm. of Voedingssuiker E45 SNOEP: 23 (150 gram) KINDERDRANKPOEDER: C. D. E 43 BOTER: 23 A en B en 24 A roomboter. Einde geldigheidsduur 10 Juni, uitgezonderd 23 Aardappelen (3 Juni) Nog geldig zijn: 129 en 130, C, D, E 42 E 43 voor zeep en wasp, (10 Juni); R05 tabak v. scheerzeep (2 Sept.) voelt, dat hij er wil blijven, met lichaam en ziel. Een boeiende nevenintrigue, die eindigt met de dood van den ouden boer, waardoor uitoefening van de Germaanse bloedwraak wordt voor komen, leidt eveneens tot een geluk kig einde Het stuk, dat bij „Hamer" in druk is verschenen, zij met deze korte aankondiging ter lezing aanbevolen. M. WOLTERS. Onder daverende belangstelling van de Haagse burgerij heeft de hul- 966. Terwijl de trein onze vrienden naar Pulkendam voert, zijn Knots en Knars in gesprek met twee heren. „Ik", zegt een korte dikke heer met een hoge hoed. „ben de directeur van het Sarasino-circus en ik wou die vogel van jullie kopen voor dui zend gulden." „En ik", bromt een lange heer met een kale schedel, „ben professor Sjijlust en koop die vogel van Jullie voor drieduizend gulden om hem te onderzoeken ln het belang van de wetenschap." „Nee", zegt Knars, „houe jullie je cente maar. We verkope dat beest niet. Hij is onze broodwinning!" 967. Het eerste station waar de trein stopt ls Pulkendam en onze vrienden verlaten dus hun coupé, lopen het station uit en vragen op het plein aan een agent, waar de kermis is. „Steeds maar recht door lopen", zegt de agent, „dan zie je vanzelf de tenten wel. Jullie komen zeker naar die sprekende vogel kijken. Ja, ik heb hem ook gezien. Het is een wonder, heren. Ik wist niet, dat zoiets bestond. Het is een grote sen satie ln ons stadje, dat snapt u wel." De vrienden bedanken den agent en gaan op weg niet bijzonder goed, maar dan lukte het hem. Het werd een langzame, smachtende reeks van zeven tonen, die iets rezen en aarzelend weer daal den. Bijna het begin van een koraal. „Ik zou dolgraag weten hoe u dat doet", zeide Corinna. „Ik blaas er eenvoudig ln", zeide hij en begon nogmaals. Daar hij de mélodie nu kende, waagde hij het onder het spelen zijn ogen naar Corinna op te heffen. Zij luisterde met volle aandacht: „Maar u kunt toch niet tegelijk hoge en lage tonen spelen en daarbij nog zo langzaam, dat de diepe tonen sterk en de hoge tonen zo zacht en zo vaag klinken." Toen hoorde hij eerst, dat naast de donkere melodie, die hij met zijn mond te voorschijn riep. nog andere zachte stemmen uit zijn instrument weeklaagden. Het was echt een weeklagen en fluisteren dat natuur lijk veroorzaakt werd door de wind vlagen, die door de kleppen aan de rechterkant floten en de kleine me talen tongetjes in beweging brach ten. De harmonica werkte hier onge veer als een windorgel. „Neen. dat doe ik niet", zei Abel. „Luister maar!" Hij hield de har monica in de hoogte en bewoog haar tegen de wind in en weer terug. Zij orgelde op en verstomde en orgelde opnieuw op. En wanneer hij zijn wijsvinger over de openingen van de diskant liet glijden, klonk het nu eens zo en dan weer anders. „Dat was heel aardig", vond Co rinna. „Dat doe Ik niet, dat doet de wind." Nu bracht hij de harmonica terzijde tegen zijn lippen en liet heel voor zichtig de diepe tonen van de bas- kant in de aan- en afzwellende klanken van de wind Invloeien. Wordt vervolgd) „S 1 b b c" bevat een uitvoerige le vensbeschrijving met stamboom van den 19de-ecuwsen Nederlandsen arts, dichter en mensenvriend dr. J. P. Hcye van de hand van A. R. Kleyn. Verder vindt men ln dit nummer nog eens een volledige lijst van Nederlandse voornamen. „Normalisatie van bouwvoorschrif ten" ls de titel van een pleidooi door ir. C. G. Meeder in het „Tijdschrift voor Volkshuisvesting en Ste de b o u w". In een beschouwing „Landbouw en streekplan" wijst lr. F. Helllnga op 'het lnachtnemen van het welvaartsstreven, het verkeer en de ontspanning der bevolking ln een be paalde streek bij het ontwerpen van een streekplanwerk. Dr. F. Breedveit wijdt een opstel aan „Musische opvoeding"; J. Bongenaar levert een pleidooi voor een Nederlands dorpstheater en ln een bijdrage „Mu seumkunst en gebruiksmuziek" geeft Leo Rlemens een kijk op de ultvoe- rlngspractljk ln de muziek, waarbij men zoals bekend dikwijls van geheel verkeerde historische premissen uit gaat. Voor de kinderen Kroniek van de Volkstuin (Ingezonden Mededelingen) IEDEREEN ZEGT NET ECHT 33 AO Wat Hilling met NETTIE heeft bereikt, houdt de beste belofte ln voor wat Hilling later ln echte thee zal brengen Dan gaat er weer niets boven VAN Is de oude God Thor of Donar, wiens naam nog voortleeft in Donderdag en in verscheidene sport clubs. de schutspatroon van eigen dom, landbouw en van het boeren gezin, de belichaming van de idee van de kracht, voor ons een vaag begrip geworden? Waarschijnlijk weten wij er min der van dat Bint Bonifacius inder tijd en ook minder dan de negen- tiendeeuwse Nederlanders, die op groeiden met de verhalen van Hof dijk „Ons Voorgeslacht"! die als echte zoon van de Romantiek gaarne met zijn geest in tijden ver toefde, toen hier nog „heidenen" leefden, maar toen deugd, dapper heid, trouw en eer minstóns zo po pulair waren als in latere jaren. De tegenstelling tussen heidendom en christendom wordt meestal vals gesteld. Men ziet dan over het hoofd hoeveel „heldendom" er in het christendom schuilt en hoeveel christenen eenvoudig intellectuele of barbaarse heidenen zijn. En men ziet tegelijk over het hoofd hoeveel echte vroomheid en echte religie er geweest kan zijn in het geloof, dat onze voorouders hadden voor het christendom hier officieel werd „in gevoerd" en hoeveel van die echte vroomheid en echte religie nog al- lijd, bij alle naamswisseling, een be langrijk deel van het gedachtenle- ven van onze besten uitmaakt. In het Germaanse Christendom, zoals wij dat kennen zit n.l. nog altijd een deel zuiver Germaans gedach- tenleven. Meister Eckeharts mystiek b.v. is niet volledig en uitsluitend uit de Bijbel te verklaren. Men kan slechts indringen tot dat diepe ge loof als men behalve de christelijke leerstellingen, die allerlei termen le verden. vooral ook kent de mens zo als hij hier opwies en voor Gods aangezicht trad. Toen en nog vroe ger. Otto Erler noemde een toneelstuk hierover „Thors Gast". Hij had het ook in aansluiting op de vele apos telspelen, die ons in de loop der ja ren geschonken zijn, „Het Sint Bo ni faciusspel" kunnen noemen, ook al omdat er een zelfde enigszins kin derlijke instelling uit spreekt als vele van deze religieuze spelen eigen was. Immers Erler heeft de discussie, die inderdaad en in het geval van diging van het Residentie-Orkest in de afgelopen week tijdens het concert, dat speciaal voor ..deze feestelijkheid was ingelast, plaats gehad. Overdui delijk is thans gebleken, dat vooral do laatste jaren dit ensemble de har ten van de stadgenoten is gaan win nen. De sympathie bleek alleen ook reeds uitde talloze bloemstukken, waarmede de zaal een luisterrijke aanblik bood, uit de fraaie kransen, die als lauweren het ensemble om lijstten. Toen de eerste dirigent en directeur Frits Schuurman het woord richtte tot publiek, autoriteiten en orkest, werd de stemming van wederzijdse verbondenheid in veertig jaar van lief en leed bijkans voelbaar. En het waren goede, gevoelde woorden, die Schuurman sprak. Hij herinnerde aan al datgene, wat de Haagse muziek liefhebber eigenlijk al wist, maar wat toch steeds belangwekkend is te horen. De oprichters, waaronder de eerste dirigent mr. Henri Viotta voor aanstaand was, passeerden de revue: bekende Haagse namen, die van ge slacht tot geslacht terugkeren in ver schillende annalen van de oude Hof stad. Peter van Anrooy, de ietwat stugge, maar muzikaal warm voelende Groninger, die met zijn liefde voor het Haagse orkest bergen wist te ver zetten in tijden, dat niet alles voor de wind ging; die onmiskenbare vat had op zijn publiek en die de basis legde voor een blijvende waardering. Dan ging de gedachte uit naar de autoriteiten, alsmede naar verschil lende zusterinstellingen en andere lichamen op concert-gebied, waarmede het orkest in al deze jaren vriend schappelijke betrekkingen mocht on derhouden. Daarbij kwam tot uiting, dat het Residentie-Orkest niet alleen een deel van het Haagse leven, maar van het algemeen Nederlandse mu ziekleven is. En tenslotte richtte Schuurman het woord tot het publiek, hetzij in, hetzij buiten het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, dat door zijn aanhankelijkheid in grote mate heeft medegewerkt tot het ver wezenlijken van deze veertigjarige ge schiedenis. Waardering van de jeugd In Den Haag is men er vroeg bij geweest met het geven van speciale concerten voor de jongere garde. Dat deze zulks weet te waarderen, kwam tot uiting in de bijzondere bloemenhulde, welke namens de jeugd door een jongen en een meis je werd aangeboden. En er was een keurige toespraak bij, waarin de dank voor de leerzame concerten, waarvoor de verschillende dirigenten van het orkest zich steeds zo heb ben ingespannen, scherp werd ge formuleerd. In de pauze verdrong men zich in de foyer, waar het ensemble door tal van regeringsautoriteiten en ste delijke autoriteiten werd gecompli menteerd. Daar waren ook de ver tegenwoordigers van de andere symphonig-orkesten in het land, van de Nederlandse Omroep, van de Maatschappij Zeebad Scheveningen. zonder welke de historie van het Residentie Orkest nauwelijks denk baar zou zijn. Een ongedwongen sar menzijn, waarin speciaal ook de veteranen van het orkest, de musici, welke er sinds de oprichting deel van uitmaken, konden delen. Reeds eerder waren zij van het podium af gehuldigd en bedankt door dirigent Schuurman, alsook de leden, die reeds vijf en twintig jaar in het en semble zitting hebben. Zij zijn de ruggegraat van de orkestorganisa tie. Bijeenkomst in de Kultuurkamer Ook de vakorganisatie van de mu sici heeft zich in deze huldiging niet onbetuigd gelaten. In de middag van de feestdag waren de zeven orkest veteranen Wim Graaf, Ab de Roo, Carel Lemcke, Ludwig Schweitzer, H. Voerman, Frans Wetter en Wim Wc- gerif op uitnodiging van de vakgroep Orkestmusici van het Muziekgilde der N.K.K. bijeengekomen in het hoofd gebouw van de Kultuurkamer, waar zij door den wnd. Algemeen Bestuur der van deze Kamer werden ontvan gen Onder de aanwezigen bevonden zich functionarissen van het depar tement van Volksvoorlichting en Kunsten, o.a. de referendaris Evert Elsenaar. tevens gemachtigde voor het Residentie Orkest, alsmede van het Muziekgilde. Voort-s was bij deze huldiging de dirigent Toon Verhey aanw.ezig. De bestuurder van het Mu ziekgilde, Frans Vink, sprak tot hen als oud-collega en mede-oprichter van het orkest en hij herinnerde aan hun belangeloze inzet voor de goede zaak in de eerste tijden van het bestaan. Er werd hard gewerkt, men bracht tijd- en geldoffers met liefde en ten slotte kon men dan geraken tot de grootse openinêsmanifestatie, de uit voering van Beethovens Negende Symphonie, die toen in 1904 voor het eerst na dertig jaren weer in de Re sidentie klonk. De erkenning en be wondering, de hulde en de dank van alle cultuurwerkers hebben deze mannen door hun veertigjarig werk ten volle verdiend. Tenslotte sprak tot elk der jubilarissen de bestuur der van de vakgroep Orkestmusici, E. Marl Spijker, een hartelijk colle giaal woord, waarbij hij elk een fraai geschenk aanbood. Een kame raadschappelijk samenzijn van vak broeders besloot deze bijeenkomst. Zo heeft Den Haag het jubileum van zijn orkest gevierd, van zijn or- k<£t als groep en van de individuele feestelingen van de dag. Op naar de vijftig in stijgende lijn: dat is het parool, uitgegeven tijdens de feest roes, maar straks in zakelijk koele arbeid en bezonken overleg nage streefd. De beste wensen vergezellen het orkest op zijn tocht. Twee raadsels van Wim Beste nichtjes en neefjes, Wim Kooij uit Llsse stuurde mij niet minder dan vijf goede raadsels, waarvan lk Jullie deze keer er twee zal opgeven. Zoek uit elk van onderstaande woorden één letter en maak, ln de volgorde dier woorden, van de letters een plaatsnaam. 1. Bak, merk, nek, lach, mes, dom. 2. Aal. blij, zak, mat, nauw. vat, rat. 3. Naad, bel, melk, iof .auto. 4. Fles. nul, elf, tegel. vak. 5. Eten, zink, zelf, vla. Voorbeeld: zand. moes. eind, zes. stom (Zeist). Het tweede raadsel vraagt om een aantal woorden van vijf letters ln te vullen, zodanig, dat op de kruisjes een uitroep komt t-e staan: x ligt op leder bed x betekent hullen x een ander woord voor ent- zettend x ls een vrucht x ls een muziekinstrument x ls een uitroep x betekent uitstekend x Is een soort wol x ls een meisjesnaam x ls het tegengestelde van oud Wat wil Wim KoolJ, dat Jullie alle maal zullen roepen? Oplossingen van beide raadsels vóór Dinsdag:, 30 Mei zenden aan Oom Jan, pa. Redactie „Het Volk", Hekelveld 15, Amsterdam. Er zijn weer vijftien prijsjes te win nen voor de goede oplossers, die niet mogen vergeten hun adres binnen In de brief te schrijven I De winnaars van de vorige keer waren: D. v. d. Windt. Steijnstraat 60. Vlaardlngen; Jan Krugcr, H. H. Suys- straat 6rd, Dordrecht; Anny Bosch, Brugmanstraat 46 B, Schiedam; Leny Bakker, Bergweg 164, Rotterdam; Leon van Zanten. Blomslaan 25, Wol- vega; Tenna Elclerman, Paulus La- manstraat 6a. Groningen: Dlna Schrik, K. 236. Valthermond: Riet Sengers, Gutdo Gezellestraat 66, Nij megen; Johan Zleverlnk. Langen K 20 (bij Lochem): Cornells van Hulle- kom, Sperwerstraat 37, (Arnhem (Oost); Ben Munnlk, Van 't Hoffstraat 8. Haarlem; Egbert BIJL Dusartstraat 35 I, Amsterdam; Bep van Soelen, Verl. Schoolweg 8. Eist (Utr.); Koos Stikkelorum, Anna Paulownastraat 21, Lelden; Geertje, Henk, Kees en Dik van Eljk, Hooge Waard B. 200, Koude kerk a. d Rijn. De oplossingen der raadsels was: 1. De boer ging met zeven eieren naar cle markt; 2. De stad ln Noord-Holland was Haarlem. Plezierige Pinksterdagen I Dag alle maal. OOM JAN. Wortelen BIJ een rondgang langs enkele tuin complexen bleek ons dat sommige tulnbezitters tot nog toe verzuimd hadden, winterwortelen te zaaien, noe- wel de ruimte en de bodemgesteldheid er alle aanleiding toe gaven. Hoewel het voor de winterwortelen Inmiddels laat geworden ls. geven we hier nog enkele aanwijzingen voor hen. die voor het eind van de maand nog tot zaaien willen overgaan. Wat hier van de winterwortelen ge zegd wordt, geldt ln grote trekken ook voor de zomerwortelen, met dien ver stande, dat met het zaaien van zomer wortelen tot JulL of zelfs Augustus kan worden doorgegaan Wanneer de nazomer wat meewerkt, kunnen we van dit laatste zaaisel nog ruim schoots oogsten. Wortelen verlangen dit ls een voorwaarde waaraan onze tuin moet voldoen om succes te hebben een kruimelige vochthoudende en tevens voedzame grond. Wat het voedzame betreft: dit moe ten we niet trachten te verhogen door onmiddellijk aan het zaaien vooraf gaande bemesting. In zekere zin moet de grond nog op zlln reserves kunnen teren. Verse mest kan alleen maar schaden. Het gewas wordt er nJ. bitter van. terwijl de wortel ook een r indcr ogelljk aanzien krijgt Om meteen nog een ander gevaar te noemen: de wortelvlleg. Op de Jonge wortels legt de wortelvlleg haar eitjes, waaruit later de maden komen, die zich voeden met de wortels. Geel en verwelkend loof zMn meestal een onmiskenbare aanwijzing, dat het gewas ten offer valt aan dit Insect. Wanneer zich ln een Jaar een derge lijke plaag ln onze tuin beeft voorge daan. ls het zaak, het wortelenbed naar een andere plaats ln de tuin te verleggen. Wat het zaaien betreft: wortelen zaad klemt heel langzaam, eerst na twee A drie weken. Om deze reden ver dient het aanbeveling-het zaad voor te kiemen, voor zover het vroeg ln het Jaar gezaaid wordt. Later kan het onmiddellijk op het zaalbed worden gebracht, waarbij er voor gezorgd moet worden, dat dit goed vochtig blijft en niet te zonnig Het zaad, hetwelk ook getand ls, moet voor de gelijkmatige verdeling tussen de handen worden gewreven, terwijl bij uitzaaien boven dien door vermenging van het zaad met zand een gelllkmatlge verdeling over het zaalbed nog in de hand kan worden gewerkt. Er kan zowel breed- werplg als op rijen worden gezaaid In het bewerkte geval nemen wo als afstand tussen de rllen ongeveer 15 cm., terwijl de wortelen r-a bet op komen moeten worden uitgedund. Voor zomerwortelen dunnen we uit tot 4 6 5 cm., voor winterwortelen tot 6 cm. Het ls goed het onkruid op de wortelbedden zo vlug mogelijk de baas te worden, daar het snel groeiende anders voor de Jonge peentjes catasrro- phale gevolgen kan hebben. Als aan bevolen zomerwortelen komen „Am sterdamse bak" ln aanmerking. Voor winterwortelen o.a Flakkeese. Bij het zaaien moet er nog voor ge zorgd worden, dat het zaad licht wordt ondergeharkt, waarna de grond met een plankje of met de platte kant van de spa wordt aangedrukt. Het kiemen wordt hierdoor ln do hand gewerkt. Opleidingscursus volkse liederen De dienst Muziek van de hoofdaf deling Vorming der N.S3. organi seert van 10—17 Juni een opleidings cursus tot verbreiding van het volkse lied door zangleidsters in de vor- mingschool „De schele berg" te Lun- teren. De deelname is zonder kosten Allen, die zich geroepen gevoelen hieraan deel te nemen, zijn van harte welkom. Aanmeldingen voor 1 Juni, Maliebaan 41, Utrecht. Het doen herleven van onze volkse liederen zal zijn hoogste punt moeten vinden in het komende Nationale Zangfeest. Belangrijke verbetering Dat smaakt naar meer Dat maakt VENLO herkeot ge reed* van verre aan lijn rankeoSt. Martinne- toren, zooal* men den Nederlander berkent aan zijn goede, onde tradi tie*, gelijk die van het dagelijkiche bakje trootL Gelukkig dat wjj die traditie* ook na oog kunnen voort zetten dank zjj koffiesurrogaat Dat aanspraak op ziekengeld niet onmiddellijk bij Intredende werkloos heid verloren gaat, mag algemeen be kend worden verondorsteld. Op grond van artikel 55 van de Ziektewet toch kan binnen een maand na het beëin digen van de werkzaamheden nog ziekengeld worden verstrekt aan de genen, die gedurende de laatste twee maanden voor het ontslag onafgebro ken verzekerd zijn geweest Ook zij, die ln de laatste twee maanden slechts zestien dagen hebben gewerkt, kunnen op grond van art. 55 nog recht op ziekengeld doen gelden, mits de aan vraag binnen acht dagen na het ont slag geschiedt. Ofschoon deze bepaling ln ruime mate de belangen van de verzekerden beschermt, was er tot nog toe een groep werkers, die ln bepaalde geval len bij ziekte geen aanspraak op zie kengeld kon maken, hoewel zU billijk heidshalve hiervan niet uitgesloten hadden moeten zijn Het betreft hier de ln het buitenland werkende Neder landse arbeiders Het komt meerdere malen voor. dat deze arbeiders binnen een maand na de aanvang van het werk elders ar beidsongeschikt blijken te zijn, terwijl medisch onderzoek aan het licht brengt, dat deze arbeidsongeschiktheid m feite reeds bestond op liet ogenblik, dat het werk ln het buitenland werd aanvaard. Geheel ln overeenstemming met de gelijkluidende bepalingen in de Nederlandse Ziektewet kunnen deze werkers geen aanspraak maken op ziekengeld volgens de Duitse wet, wegens het bestaan van arbeidsonge schiktheid bU aanvang der verzeke ring. Een beroep op art. 55 van de Nederlandse Ziektewet was tot nog toe echter eveneens onmogelijk, daar de betrokkenen niet werkloos waren. Op aandringen van het Nederlandse Arbeidsfront is daar thans verandering in gekomen In de Staatscourant ls dezer dagen een besluit verschenen, op grond waarvan degenen, die In het buitenland werkzaam zijn. binnen een maand respectievelijk binnen acht dagen aanspraak op ziekengeld kunnen maken, indien aan hen ln het buiten land geen ziekengeld wordt verschaft wegens reeds bestaande ongeschikt heid. In het vervolg zal het dus niet meer mogelijk zijn, dat zij. die hun ver zekering ln Nederland beëindigd zagen om ln het buitenland op grond van hun nieuwe werkkring opnieuw ver zekerd te worden hierdoor in een ongunstiger positie zouden geraken dan zij die ln Nederland nun ver zekering door werkloosheid zagen op houden. Stellig ls hierdoor, dank zij het initiatief van het Nederlandse Arbeidsfront, een belangrijke verbete ring tot stand gekomen. NEDERLANDSCH FABRIKAAT P 173

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Dagblad voor Leiden en Omstreken | 1944 | | pagina 2