.Wat worden onze jongens en meisjes? De Katholieke Actie in Frankrijk HET GEVAL ARNOLD MEYER WORDT HET GEVAL KOOS VORRINK t V j AT gaan onze jongens en meisjes doen als zij de lagere :o V\ school doorloopen hebben? Houdt dan alle verdere studie üi op en moeten zij gaan meeverdienen of in het huishou- °l den helpen? En als zij wel wat meer gaan leeren, welke richting n. slaan zij dan in? Het zijn vragen waarop het antwoord interes- ra sant is voor ieder, die het goed meent met onze vaderlandsche jeugd, en die beseft, dat voor een volk als geheel hetzelfde geldt ais voor het individu: wat meer en beter onderwijs, wat meer '•j kennis en wat deugdelijker grondslag geven 'n voorsprong in den strijd om het bestaan. ^Merkwaardige uitkomsten van een statistische vergelijking SI Er is op onderwijsgebied in ''Nederland in de laatste halve 'eeuw heel wat verbeterd. al l0jmoet er dan nu misschien weer het noodige „vernieuwd" v,worden. Soms krijgt men zelfs r'den indruk, dat van de jon gere generatie bijna ieder wel meer dan alleen lager onder- )„wiis genoten heeft. Maar die indruk is toch volkomen fout. ilVoor de helft van alle jongens, "ten voor 55 pet. van alle meïs- jes .die de lagere scholen in f-jUns land verlaten, houdt daar- _jmee tevens alle dagonderwijs volkomen op. Voor het platte land zijn deze cijfers nog veel ivongunstiger. voor de steden ziin Zxi in den regel wat beter. In Leiden bedraagt het aantal leerlingen, voor wie >ri de lagere school het begin t en het einde van alle wiis- heid is elf pet. van het to- taal. een cijfer dat bii het rijksgemiddelde prachtig af richt aanwezig. Althans voor de jongens: voor de meisjes, waarvan slechts 11 pet. deze richting uitgaat, is dit minder het geval. Haarlem heeft Voor de meisjes een percentage van 10. Amersfoort van 14. Het is interessant, hiermee Bloemen- daal te vergelijken, waar 40 In Leiden overweegt het Nijverheids-onderwijs steekt, maar dat niettemin toch eigenlijk nog bedroe- 4.! vend hoog is. nu M rkwaardig ziin in dit op- 3 zicht de afzonderlijke cijfers „(gooi-- de jongens en de meis jes. Mer zou meenen, dat de ouders voor hun dochters eer- riVier met uitsluitend lager on- 3 derwiis zouden volstaan dan is9voor hun zoons. Gewoonlijk is dat ook zoo. maar in Leiden 'piet. Hier houdt nl. voor 16 j,-pct. van de jongens aan het i eind van de lagere school alle. onderwijs op. en voor 8 pet. n van de meisjes Ongetwijfeld 3 spelen hierbij de inrichtingen „voor nijverheids-onderwijs voor meisjes in onze stad een be langrijke rol. Wij zien hier leen opmerkelijke wisselwer king. Dergelijke onderwiis-in- Astellingen (huishoud-, indu striescholen enz.) komen daar,, waar de behoefte eraan wordt gevoeld. Maar omgekeerd sti- muleeren zij deze behoefte 3öiweer krachtig. Hoezeer dit in Leiden het geval is, blijkt wel hieruit, dat in onze stad van de r c meisjes, die het lager onder- wijs hebben afgeloopen, niet minder dan 43 pet. naar het dagnijverheidsonderwijs gaat, l'"; terwijl dit percentage voor ist; het geheele land nog geen. 20 a bedraagt. Dit zeer hooge percentage ie& van 43 wordt slechts in enke- -6 steden. Rotterdam. Eindho- 5 ven. Hilversum en Deventer v overtroffen. Vergelijk daar- mee nu b.v. Amersfoort met eé 26 pet. en Haarlem met 22 pet. v dan is het duidelijk, dat niet wc de welstand der bevolking de beslissende factor is bii de ,oo vraag: dóórleeren of niet. en 0.1 zoo ja in welke richting, maar dat de al- of niet-aanwezig- heid van goéd gerenommeerde onderwijs-inrichtingen van een bepaalde soort veelal den doorslag geeft. Dit blijkt ook hieruit, dat in Leiden slechts 14 pet. van de jongens naar esf het niiverheids-dagonderwiis gaat, een percentage, dat nog ian belangrijk lager is dan het ge middelde van 19 pet.' Naar H.B.S.. gymnasium k of lyceum gaan in ons land 12 pet. van alle jongens en 7 pet. van de meisjes. En in Leiden? 1.v- Van de jongens, die de lagere -li school verlaten, gaat hier 22 hei pet. over naar het middelbaar of gymnasiaal onderwijs: in 1Amersfoort 18 en in Haarlem J 16 pet. Hier in Leiden is dus cel een sterkere drang naar mid delbaar of gymnasiaal onder- mi 1 pet. en Heemstede, waar zelfs 46 pet. der meisjes naar het middelbaar of gymnasiaal onderwijs overgaat. Er zal wel niemand ziin. die veronder stelt. dat de meisjes in die beide gemeenten zoo uitzon derlijk meer begaafd ziin dan elders: natuurlijk zijn het ook hier de welstand der ouders, de renommee van bepaalde scholen en tenslotte een zeke re „mode", die de richting be palen. Van de gezonde gedach te. dat alleen de aanleg en de geschiktheid van het kind be slissen moeten, zijn wii in de practijk nog wel héél ver ver wijderd. Dan is er nog de groote groep van leerlingen, die van de lagere school naai uw u.i.o.- scholen gaat. In het geheele land omvat deze groep 19 pet. van het totaal, een cijfer dat voor iongens en meisjes geheel gelijk is. In Leiden gaat 35 pet. van het totaal naar de u.l.o.-scho- len: voor de iongens en meis jes afzonderlijk ziin de percen tages 38 en 32. Aan deze cijfers vallen niet zoo gemakkelijk conclusies te verbinden omdat het u.l.o. voor een deel der leerlingen het eindonderwijs is terwijl het voor anderen slechts de overgang is naar verdere studie van zeer ver scheiden aard (kweekscholen. M.T.S. e.a.). En tenslotte zijn er dan nog de ongelukkigste gevallen, de kinderen die zelfs het gewoon lager onderwijs niet kunnen volgen om al die uiteenloopen- de redenen, die wii tezamen als „achterlijkheid" plegen aan te duiden en die daarom naar een school voor ..buitenge woon lager onderwijs" verhui zen. In Leiden bedraagt het aantal van deze op de gewone lagere school gestranden vier pet. van het totaal, een cijfer dat in ""Verhouding tot elders, aan den hoogen kant is. VALSCHE BANKBILJETTEN. Op het postkantoor te Hil versum zijn enkele valsche •biljetten van 10.in ont vangst genomen. Het onder zoek wees uit, dat de biljetten zeer goed geïmiteerd ziin en vermoedelijk gefotografeerd. De passage over het wetboek van strafrecht aan de achter zijde is er vrijwel onleesbaar opgekomen, terwijl aan de voorzijde de groote letters ..De Nederlandsche Bank betaalt aan toonder" met een fiine pen bijgeteekend ziin. De bankbil jetten ziin opgezonden aan de afdeeling falsificaties der Ne derlandsche Bank ter nader onderzoek. Vrouwelijke jeugd houdt appél In het Roland Garos stadion te Parijs werd in tegenwoor digheid van Kard. Suhard. Aartsbisschop van Parijs en verscheidene bisschoppen en hoogwaardigheidsbekleeders 't tweede lustrum gevierd van de Vrouwelijke Katholieke Jeugdactie. Achtduizend con gressisten namen aan de ope ningszitting deel. Hieronder waren 300 Belgen. 64 Zwitsers. 17 Engelschen. 17 Portugeezen. 4 Amerikanen. 2 Canadeezen en 2 Luxemburgers: de vier Nederlandsche afgevaardigden waren nog niet aangekomen, doch zii worden binnenkort verwacht, evenals 'acht Duit- sche deelneemsters. Na het zingen van het „Ve- ni Creator" sprak de secreta resse. Suzanne Lize. een wel komstwoord en las zii een schrijven voor van den Paus. waarin deze de congressisten ziin gelukwenschen aanbood en haar den apostolischen ze gen schonk. Vervolgens had een vaandel-defilé plaats, waarbii de. deelneemsters uit Marokko. Algiers. Madagascar en Tunis luide toegejuicht werden. Verscheidene sprekers voerden het woord, waarbii zii den nadruk legden op dén daadwerkelijken steun, dien de Kerk van de vrouwelijke jeugd verwacht. Ook de arbeiders.... Op 1 Mei zal in de overdek te wielerbaan te Parijs een een groote bijeenkomst van ar beiders worden gehouden, waaraan deelnemen aïdeelin- gen van de Fransche confede ratie van christeliike arbei ders. van de christelijke arbei dersjeugd en van de vrouwe lijke arbeidersjeugd Het on derwerp voor deze bijeenkomst luidt: Voor een ware bevrij ding van den arbeid. De lei ding berust bij den president van de Pariische unie van christelijke syndicaaten. Ray mond Lecoeur. wagen van de N.Z.H. ontspoorde bij Heemstede en k^rain in botsing met een huis ten gevolge waarvan een kind om het leven kwam. Het verkeer on dervond stagnatie. Ass. Corr. P. MEYER, niet Meier uit Berlijn, maar die uit Oisterwijk, was voorstander van het Groot-Duitsche Rijk. Hij probeerde Nederl. jongens warm te ma ken voor deelneming aan den oorlog tegen Rusland. Hij was een berucht anti-semiet. Meyer is gearres teerd geweest en hij is ontvlucht. Wat zich na zijn ontvluchting precies heeft afge speeld, is nog niet vol ledig bekend. Onomstootelijk vast staat echter, dat er iets is gebeurd, dat men Meyer best wederom had kunnen arrestee ren indien men dit had gewild. Vast staat, dat Meyer anders en zachtzinniger' is be handeld dan duizen den anderen, die poli tiek heel wat minder verdacht moesten zijn dan de Oisterwijksche dictator. Het geval Meyer versterkt het geval van onbehagen, dat ons volk bekruipt. Men kan niet langer vertrouwen stellen in mededeelingen, die van regeeringswege worden gedaan. Of het nu gevallen van cor ruptie betreft, toestan den in het leger, de ontwikkeling in het Indisch drama, de toe standen in de inter- lieeringskampen, men voelt tastbaar dat, als de Regeering iets mededeelt zij zich bedient van de taal der oude diplomatie op haar slechtst. Het geval Meyer is mogelijk sterk opge blazen. Dat kan wel zijn. Maar wij weten het niet. Wij weten al leen, dat het „geval" niet normaal verloopt en dat men de heele waarheid niet zegt. En dat wekt een geval van onbehagen en wantrouwen grooter dan de schok, welke het gevolg kan zijn van onthullingen en van mededeelingen van voor bepaalde personen compro- mitteerenden aard, die op waarheid berusten. Is men er zich wel van bewust hoe zuiverend de waarheid werkt? In het belang van het land! WELNU, de „Gel derlander" komt met de waarheid. Dit blad onthult dat Koos Vorrink, die lid is van het praesidium van de Partij v. d. Ar beid, driemaal een on derhoud heeft gehad met Arnold Meyer. „De leider van het Nationaal Front ont ving den heer Vorrink tot tweemaal toe op Bezuidenhout 76 te 's Gravenhage. De se cretaris van den heer Meyer, de heer Pétil, was hierbij tegenwoor dig Op een derde bijeen komst was ook de se cretaris van de politie ke raad van Nationaal Front, de heer Doek. aanwezig. Op deze bijeenkom sten heeft Vorrink kenbaar gemaakt, dat hij als lid van het Na tionaal Front wilde toetreden. Hij verbond echter daaraan drie eischen. Ten eerste: het pro gram van Nationaal Front achtte hij onvol doende t.a.v. de staats- socialisatie. Ten tweede: Hij wenschte niet de handhaving en uitbrei ding der bijzondere school, maar hij Meyer een nationale school zou propagee- ren. Ten derde: De heer Vorrink eischte, dat hij bij zijn toetreden tot Nationaal Front plaatsvervangend lei der zou worden." Geen wonder dat een ander blad vraagt: „Zou Vorrink Mussert vervangen?" Wanneer wij dit le zen wordt het duide lijk waarom men zoo'n jacht heeft gemaakt op Arnold Meyer. Het gaat daar niet zoozeer om zijn persoon, als wel om de documenten en het archief waar over deze heer schijnt te beschikken en dat op het punt staat in boekvorm te verschij nen. Wanneer de bewe ring in andere bladen juist is dat de leerling journalist van „Het 'Vrije Volk", die een groote rol bij de wild west jacht in Brabant heeft gespeeld, een neef is van Vorrink, wordt de zaak nog meer précair. Als wij dus aan het hoofd van dit artikel schreven: „Het geval Arnold Meyer", kun nen wij gevoegelijk eindigen met. „Het ge wenschte dat de hee val Koos Vorrink". ANNEXATIE-MIS ERE, (Vervolg van pag 4). Waarom Jcan Nederland, on der de veilige bescherming van UNO, niet gedurende vijf tig jaar vier honderd millioen per jaar in goederen ontvan gen? Waarom kunnen de fa brieken en mijnen niet worden aangewezen, die goederen en grondstoffen voor zulk een be drag jaarlijks naar Nederland zullen exporteeren? Dat is economisch heel wat gezonder al zal het nogal wat hoofd brekens kosten om dat behoor lijk in onze nationale economie te verwerken dan de econo misch onuitvoerbare annexa tie. En als dat kan, waarom dan het alleen in het uiterste, moreel geoorloofde middel van annnexatie gekozen, dat bo vendien geen behoorlijk eco nomisch resultaat kan ooieve ren? Wi< iets weet van de uit- voercapaciteit van Duitschland ook thans! moet weten, dat het door mij voorgestelde volkomen uitvoerbaar is. HET'KOMT bij de annexio- nisten, en ook bii den Heer Zeegers, aiu.ia weer nood aan land vóór "3e ooefétt ontkent niemand! maar al weer op de laatste plaats, zoo al ooit, moet die honger met annexatie worden bevredigd. Emigratie verdient eindeloos de voorkeur (moreel en econo misch!) maar dan in mo dernen zin, en dus o.a. niet ..zwaar selectief", zooals de Heer Zeegers in vele geschrif- ten van mij kan vinden be toogd. Over internationalen vrij handel spreekt geen enkel mo dern economist meer even min over protectie! maar over „internationaal georden de handelspolitiek". Alweer moet ik echter naar zooveel andere geschriften verwijzen. Men vergeve mij, dat ik dan verder de m.i. fantastische plannen voor „ontruiming van Duitsch gebied" en „mandaat gebied" laat rusten. Het is al les wel volkomen hopeloos. De vergelijking van Java nen en Nederlandsche boeren wijs ik vrij van rassenvoor oordeel! volkomen af; een eenvoudige enquête kan den Heer Zeegers hier bovendien wegwijs maken. De voorstan ders van annexatie om „Le- bensraum" zitten in heel an dere kringen dan die van on zen land- en tuinbouw of vee teelt. De Duitschers „onder Neder landsche hoede" laat ik voor wat het is: utopie! Dat de Heer Zeegers nu ineens naar een heel ander begrip: Neder- landsch mandaat, overspringt, bewijst alleen, hoe onbekookt en ondoordacht de heele an nexatie-kwestie behandeld wordt. Of de Heer Zeegers mijn denkbeeld van verdeeling van Duitschland in vijf natuurlijke gebieden geen schijn van kans geeft, is onverschillig; de vraag is maar, of dat niet de aller beste oplossing zou zijn voor de toekomstige veiligheid van Europa de Duitschers inbe grepen. Laat ons toch hopen, dat wi.i spoedig van die heele annexa tie-misère worden verlost! Prof. Dr. J. A. VERAART.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

De Burcht | 1946 | | pagina 3