en
ingen en gruwelen
Spion ontsnapt!
Onze vrije tijd
Van den held Jan Trompetter
js-
IN NEDERLAND EN IN ZUID-HOLLAND
TN DEN LOOP VAN DE OORLOGSJAREN zijn ingrijpende
A wijzigingen tot stand gekomen in de oppervlakte en öe in
deeling van den Nederlandschen cultuurgrond. Eenerzijds werd
het grasland aanzienlijk verminderd door het z.g. scheuren; dit
leidde tot een evengroote vermeerdering van de gronden, die
met akkerbouwgewassen worden beteeld. Anderzijds echter werd
een groot deel van het grasland zoowel als van het bouwland
aan zijn doel onttrokken door de inundaties, terwijl zij het
ook in veel mindere mate de aanleg van tankgrachten e.d.
eveneens de oppervlakte bouwland verminderde.
Niet in alle provincies zijn
deze maatregelen even om
vangrijk geweest; de verschil
len zijn zelis groot.
Hierdoor is de beteekenis,
die elk 2 provincie thans heeft
voor de voedselvoorziening
van ons land, geenszins meer
dezelfde als vóór den oorlog.
Wanneer te zijner tyc. de ge
ïnundeerde grond weer tot
volle productiviteit zal zijn ge
bracht en ook de overige oor-
logs-veranderingen van het
bodemgebruik geëlimineerd
zullen zijn, zullen cte verhou
dingen opnieuw anders zijn
dan nu het geval is. Daarmie
zullen echter nog jaren gemoeid
zijn.. Het loont daarom wel de
moeite om na te gaan hoe mo
menteel de verhoudingen lig
gen en welke plaats Zuid-Hol
land in de bodemproductie van
Nederland vóór den oorlog in
nam en hoe het daarmee nu
gesteld is.
Aan het totaal der cultuur
gronden (d.w.z. gronden, be
teeld met akkerbouwgewassen,
bloembollen, groente, fruit,
bloem- of boomkweekerijge-
wassen of blijvend grasland)
is in 1945 ten opzichte van
1939 rond 166.000 H.A. ont
trokken. Dit beteekent een
vermindering van 7 pet.
Het grasland echter is met
222.000 H.A., d.w.z. met 16 pet.
verminderd, waar tegenover
staat, dat de akkerbouw met
46.000 H.A. of met 5 pet. is uit
gebreid.
De grootste procentueele wij
ziging onderging de groente
en fruitteelt, die sedert het be
gin van den oorlog met 12.009
H.A. of met 22 pet. toenam!
De mogelijkheden van
thans.
Bij deze cijfers moet wel be
dacht worden, dat hieruit de
inundaties e.d. niet voldoende
spreken, want tusschen 1939 en
1943 is een steiKe uitbreiding
van den akkerbouw tot stand
gebracht. De vernielingen se
dert 1943 zijn dan ook veel om
vangrijker dan uit een verge
lijking met 1939 kan blijken.
Daarom is het ons nu echter
niet te doen. Het gaat nu om
oen belichting van de moge
lijkheden, die ons land voor de
voedselvoorziening biedt in
vergelijking met den voor-oor-
logschen toestand ?n van het
aandeel, dat onze provincie
daarin had en nu hebben kan.
En daartoe is uiteraard een
vergelijking met 1939 noodig.
De vergrooting van den ak
kerbouw is natuurlijk niet over
alle gewassen gelijkelijk ver
deeld. Het tarwe- en rogge-
areaal is nu enkele procenten
kleiner dan het in 1939 was; de
oppervlakte peulvruchten is
bijna 20 pet. kleiner. Het sui
kerbieten-areaal lien t;rug van
45.000 tot 18.000 H.A.! Dit is
een wel heel bedenkelijke te-
ru ,rgan" Daartegenover staat,
dat met koolzaad, dat voor den
corlog bijna niet werd ver
bouwd. nu ongeveer 35.000 H.A.
wordt beteeld.
De sterke teruggang van het
suikerbieten-areaal moet in
hoofdzaak worden toegeschre
ven aan een gebrek aan ar
beidskrachten in den land
bouw, dat dwingt tot teelt van
minder arbeids-intensieve ge
wassen.
Zuid-Holland in piaats
gedaald!
Hoe staat het nu met den
cultuurgrond in Zuid-Holland?
Met een totaal van 230.000 H.A.
nam Zuid-Holland vóór den
oorlog de vierde plaats in on
der de provincies van Neder
land.
Thans is de oppervlakte cul
tuurgrond in onze provincie
met ruim 39.000 H.A. afgeno
men, waardoor Zuid-Holland
van de vierde naar de vijfde
plaats is afgedaald.
Het grasland daalde met
24.000 H.A. tot 128.000 H.A.,
terwijl het bouwland met ruim
13.000 H.A. tot 44.000 n.A. te
rug liep. in deze beperkifig van
den Zuid-Hollandschen akker
bouw deelden niet alle gewas
sen. Het tarwe-areaal daalde
met 4000 H.A. tot 9.500 H.A.;
zijn beteeld, liggen 3400 of 10
pet. in Zuid-Holland. D op
pervlakte, beplant met aardap
pelen nam af van 12.000 tot
10.000 H.A., die met suikerbie
ten van 7300 tot 1600 H.A.
Ook rundveestapel ver
minderd.
Aan de daling van het blij
vend grasland ging een vermin
dering van den rundveestap
gepaard. Ons land telde in 1939
ruim 2.817.000 stuks rundvee;
na den oorlog bleek dit aantal
met 540.000 gedaald te zijn tot
2.277.000. Het melkv°e liep te
rug met 378.000 tot 1.188.000;
het mestvee met 128.000 tot
slechts 14.000 stuks.
In Zuid-Holland daalde het
melkvee van 210.000 tot 139.000,
een vermindering derhalve mat
71X00 stuks. Eet mestvee daal
de van 20.500 tot slechts 1809!
Drachtig jongvee was er in on
ze provincie vóór den oorlog
bijna 1S.C00 stuks, na den oor
log niet meer dan 10.000.
De varkensstapel van Neder
land bleek aan het einde van
den oorlog met 785.000 vermin
derd te zijn; in Zuid-Holland
liep het totaal aantal varkens
terug van 221.000 tot 52.000.
Vóór den oorlóg had Zuid-Hol
land 14 pet. van alle varkens in
Nederland, thans slechts 7 pet.
Terwijl het aantal paarden,
werkzaam in den landbouw
voor geheel Nederland van
322.000 tot 301.000 terug liep,
daalde dit aantal in onze pro
vincie met 5.500 tot 23.700. Het
aantal landbouwpaarden van 3
jaar en ouder daalde met 6.500
tot 15.200.
Wat tenslotte de schapen be
treft. vóór den oorlog telde
Zuid-Holland 69.700 schapen,
thans slechts 37.500. De gehee-
le Nederlandsche schapenstapel
?e+ri°##n bwT n?rm t0®van 40,° liep terug van 689.000 tot
tot 1Ö50 H.A. Van de peul- 488.000 stuks. Dientengevolge
vruchten werd het areaal even
wel van 9.000 tot 4.000 H.A. in
gekrompen. Van de 34.000 H.A.,
die in Nederland met koolzaad
omvatte Zuid-Holland voor den
oorlog 10 pet. van den Neder
landschen schaper.stapel, thans
slechts 8 net.
In Neurenberg worden thans niet alleen documenten en photo's
tegen de beschuldigden ingebracht, maar nu komen ook enkele
overlevenden, die uit de hel der concentratiekampen zijn ont
snapt, en die het er wonder boven wonder levend hebben af
gebracht.
- DE FOTOGRAAF GETUIGT
Een van de gevangenen uit Jodl aanwijst, en zegt: „Dat is
Mauthausen was een jonge 1 'm!1'
Spaansche vluchteling, die als
vrijwilliger in Frankrijk te
gen de Duitsehers had gevoch
ten en met 8000 anderen naar
het vernietigingskamp werd
gezonden.
De jongen kon buitengewoon
goed fotografeeren en er werd
direct beslag op hem gelegd.
Het is nog eén raadsel hoe deze
jonge Spanjaard photo's achter
heeft kunnen houden, ze heeft
kunnen opbergen, zoodat hij ze
naderhand aan den rechtbank
kon overhandigen.
Zoo moest hij photo's maken
van de „plechtigheid" waarmee
het ophangen van gevangenen
gepaard ging. Men ziet een zi-
geunerkaoel, die gedwongen
was muziek ten gehoore te bren
gen en de man, die blijkens de
ze photo de leiding had, bleek
een berucht crimineel beroeps
misdadiger te zijn.
Vrouwen getuigen.
Marie Claude Voyant, thans
afgevaardigde in de Fransche
nationale vergadering, geeft
haar persoonlijke ervaringen
van 18 maanden in Auschwitz
en Ravensbück. Het is een aan
grijpend relaas. Deze vrouw
móet zich geweld aandoen om
de schandelijke schunnigheden,
de duivelsche martelingen, die
men de gevangenen aandeed,
mede te deelen. Zoo vertelt zij
het drama van een Fransche
vrouw, die in de vrachtauto
naar de gaskamer de „Marseil
laise" zong, maar wier laatste
kreet was: „Denk aan mijn
kleine jongen''.
Zoo komt de eene getuige na
de andere en in doodsche stilte
hooren allen deze getuigenver
klaringen aan. De beschuldig
den zitten voorover gebogen en
er komt groote opschudding als
de jonge, Spaansche fotograaf
een van de altijd maar lachen
de bezoekers van het martel
kamp plotseling herkend en
De kracht van deze getuige
nissen was zoo overweldigend,
dat de Fransche aanklager sta
pels documenten, die aange
bracht werden, terzijde schoof
en opmerkte, dat hetgeen de ge
tuigen naar voren hadden ge
bracht, voldoende materiaal
was.
AMELAND WEER VRIJ.
De postboot van Ameland is
heden na een moeilijken tocht
door het ijs behouden te Hol-
werd aangekomen. Morgenoch
tend keert zij terug. Ameland
is thans na tien dagen afgeslo
ten te zijn geweest, weer uit
2ïjn isolement verlost. De wad
den worden door den hoogen
vloed geheel van het ijs gezui
verd.
„Simon Bolivar-ramp" in
herinnering
Uit de strafgevangenis in
Sdheveningen is op tot nog toe
onbekende wijze Jan Klooster
boer ontsnapt. De naam Kloos
terboer brengt onmiddellijk de
ramp van de. Simon Bolivar
on 18 Nov. .1939 in herinnering.
Immers hem wordt de verant
woordelijkheid voor deze ramp
toegeschreven. Kloosterboer
wordt ervan verdacht in die
dagen voor de Duitsehers spion-
nagewerk te hebben verricht
en hun o.a. te hebben doorge
geven, dat dit schip de haven
van Amsterdam had verlaten,
hetgeen de torpedeering tot ge
volg heeft gehad.
Hij werd in Jan. 1940 gearresteerd,
doch voordat het onderzoek naar zijn
gedragingen geheel was geëindigd, ca
pituleerde ons land en vast is komen te
staan, dat Kloosterboer onmiddellijk
door de Duitsehers uit de strafgevange
nis te Groningen, waar hij was opge-
borgenris bevrijd. Na de nederlaag van de
Duitsehers trachtte hij zich in Amster
dam te verstoppen. Hij werd echter kort
na de Meidagen van het vorige jaar op
gespoord, gearresteerd en ter beschik
king van het bureau Nationale Veilig
heid gesteld. Dit bureau heeft een uit
voerige instructie tegen hem gevoerd,
waarvan het resultaat vooralsnog ge
heim is. Op 11 Jan. j.l. was dit onder
zoek gereed en is Kloosterboer, die op
gesloten was in de cellenbarak te Sclie-
veningen, ter beschikking gesteld van
den Procureur-Fiscaal in Groningen.
Voordat het mogelijk was
hem naar Groninsen over te
brengen heeft hij kans gezien
te ontsnappen. Over de wijze
waarop deze ontsnapping zich
heeft voltrokken, hebben ons
nog geen mededeelingen be
reikt. Onderzoekingen welke
worden .ingesteld door de af-
deeling bijzondere rechtsple
ging van het Departement van
Justitie en den P.O.D. te Den
Haag hebben nog geen resulta
ten opgeleverd. Wel is door de
politie in zijn woning huize
Flevo te Sint Pan eras (N.-H.)
onmiddellijk na zijn ontsnap
ping een uitvoerig onderzoek
ingesteld, doch ook dit bracht
niets aan het licht. De kans be
staat ,dat Kloosterboer in het
bezit is van valsche papieren,
waardoor hij zich naar het bui
tenland, en wel Argentinië,
waar een broer van hem woont,
zou kunnen begeven.
Over de ramp van de „Simon Boli
var" brengen wij liet volgende in her
innering. De Simon Bolivar" was een
8300 ton metend pasagiersschip van de
K.N.S.M., dat den dienst op West-Indië
onderhield. Om half twaalf 's morgens
op den 18en November 1939 weerklon
ken aan boord twee hevige explosies,
waarna het schip snel zonk. Het bevond
zich toen onder de Engeische kust nabil
Duins in den nauwen doorgang, welke
toen tusschen de mijnenvelden voor de
scheepvaart was opengehouden. Aan
boord bevonden zich 265 passagiers en
127 leden van de bemanning. In totaal
verloren door deze ramp 86 mcnschen
het leven, waaronder de kapitein Voor-
spuy. Met groote waardeering eri d"
baarheid herinnert men zich de hulp
cn medewerking, welke de Engeische
Marine heeft verleend bij het reddings
werk.
Het onderzoek naar de ont
snapping van den spion Jan
Kloosterboer uit de strafgevan
genis te Scheveningen heeft het
volgende aan het licht gebracht:
Kloosterboer was ingedeeld bij
een ploeg gevangenen, welke te
werk was gesteld bij de Remi
op Maaldrift. Op den avond van
den 23en Jan. ontbrak hij na
den terugkeer van deze groep
op het appèl. Den volgenden
morgen is het bericht van zijn
ontsnapping doorgegeven aan
het B.N.V. en aan de Haagsche
politie.
De Haagsche politie heeft on
middellijk de noodige maatre
gelen getroffen, doch werd
uiteraard zeer gehandicapt
door het feit, dat het bericht
van de ontsnapping haar eerst
zoo laat bereikte.
Waarom werd het bericht van
de ontsnapping zoo laat door
gegeven?
Zijn de instanties dan niet
voor hun taak berekend of is er
onderlinge naijver?
NIEUWE GENEES
MIDDELEN TEGEN
T.B.C.
Het Dep. van Landbouw in
Amerika heeft medegedeeld,
dat binnenkort zal worden aan
gevangen met de productie op
grooten schaal van een nieuw
geneesmiddel, rutin genaamd.
Men heeft ontdekt dat de
groene boekweitplant voor dit
geneesmiddel de bron is en om
dat deze meer dan een oogst
per jaar kan produceeren, zal
de rutin-opbrengst zeer hoog
worden.
Dit geneesmiddel heeft voor
al waarde voor de behandeling
van de haarvaten. Menschen
met te hoogen bloeddruk, die
daardoor aan groote gevaren
blootstaan, zullen daarmee be
handeld kunnen worden en,
naar men verwacht, groot suc
ces van ondervinden.
Verder bevat dit geneesmid
del dezelfde bestanddeelen als
vitamine C.
Geruchten als zou men in
Frankrijk een middel tegen
t.b.c. bereid uit champignons,
hebben uitgevonden, worden
slechts in zooverre bevestigd,
dat men nog in het allereerste
begin van het onderzoek is en
dat er nog jaren en jaren noo
dig zullen zijn voor men de toe
passing kan verwachten.
In ,,Vrij Nederland" wijst dr. Ph. Idenburg in een
artikel over ,,Het gebruik van de vrije tijd" op de
mechaniseering van de arbeid. Maar ook, zegt hij, de
vrije-tijdsbesteding is gemechaniseerd.
,,Zij wordt getypeerd
door de bioscoop, de ra
dio waar de lichte
muziek favoriet is de
sportbeoefening vanaf de
tribune, de oppervlak
kigheid der lectuur, in
dien deze al een ro!
speelt."
De vrije tijd draagt
niet meer actief bij tot
de harmonische ontwik
keling van de mensciie-
lijke persoonlijkheid.
„Thans ontrooven sport
en vermaak in vele ge
vallen de rust, welke
voor de voeding en de
onderhouding van het
geestelijk leven en het
verkeer in de besloten
sfeer van het gezin noo
dig is.
Het is de vraag of het
vrije tijdsprobleem zijn
oplossing niet mede na
der zou zijn te brengen
indien naast de vrije Zon
dag een geheel vrije Za
terdag kon worden ge
steld. Er ware reeds veel
gewonnen indien althans
de sportwedstrijden naar
de Zaterdag konden wor
den geplaatst. Ter wille
van de geestelijke vor
ming van ons volk zou
zoodoende de Zondag
uit haar huidige stijlloos
heid kunnen worden ver
lost".
Toen jouw grootvader nog priktolde op straat of
het springtouwtje ophield voor grootmoeder, die toen
nog een klein meisje was, toen liep daar Jan Trom
petter alle dagen zijn klanten af. Vraag het groot
vader maar. Hij was heel snugger op zijn manier.
Hij bond alle gemaakte schoenen met de veters aan
elkaar, slingerde ze over zijn schouder en belde bij
zijn klanten aan. Dan deed de meid met haar wit
mutsje op open, klapte in haar handen de gang in,
en riep: „Daar is Jan Trompetter!", en mijnheer en
mevrouw en de jonge heren en de jonge dames
kwamen naar buiten snellen en zochten naar hun
schoenen en laarsjes. Jan rekende af met mijnheer en
ging welgemoed een deuntje fluitend naar een vol
gende klant.