„SÜelCetje Het werk der werkloozen en hun loon D.W.U. >rp] .cit( ïlijl ede SA e g on< aas g o :on< zi )aa ii om itgi 1 t( ron< we AT d ikli el -rPl atië tre mg Nadat een gedeelte van het ld3 l2111" uevrijd was is uaar vot hu stand geKomen oe dienst tot D uitvoering van werken in het iba óevrijue gemed Gi.u.vV.) la- 1 e ter genaamd Kijkscuenst voor ënt de uitvoering van Werken. Deze dienst is in de plaats ge komen van den K-ijksdienst voor de werkverruiming. Op de vroegere Vverkver- echaifings- en werkverrui- i mingswerken waren de loo- voj neii lager dan die, welke gol- den voor de arbeiders in het vrije bedrijf. Met dezen regel is bij de D. W. gebroken. Be sloten werd dat D. U, W. de zelfde loonen zou betalen als het vrije bedrijf. Deze nieuwe loonpolitiek heext in samennang met anae- re omstanaigneuen tot ii.i-ttiieu.en en itiacnten van de zijde van het beurijiaieve.. iuuuciuuig gc&cven. vv ïi de D. Vi. w. een nuttige lunctie ver vuilen en scnaueiijke neven werkingen voornomen aan moet aan ten mmste twee ver- eiscnten woruen voiaaan. in ae eerste plaats zullen Dy JJ. U W .-werken alleen aie aroeiders gepiaatst woraen en in aienst genouaen mogen woraen. aie in het normaie bearijisieven geen plaatsing kunnen vmden. in ae tweeae plaats zullen de arbeidsvoorwaarden zoodanig [moeten worden geregeld, dat bij een prestatie, die als nor maal kan worden aangemerkt, dezelfde belooning wordt ver kregen als in het vrije bedrijf voor soortgelijke werkzaaznhe' den geldt. Deze voorwaarden konden in den eersten tijd na de bevrij ding niet worden vervuld. Doordat de Gewestelijke Ar- beidiSbureaux slechts gebrek- kig functionneerden, zijn ook jJÉtndere dan werklooze arbei ders bij den D.U.W in dienst genomen en zijn daar ook ar beiders, die elders plaatsing hadden kunnen vinden, dienst gebleven. Thans is als gedragslijn vastgesteld, dat, alvorens een D. U. W.-werk wordt aangevangen, overleg wordt gepleegd met het be trokken arbeidsbureau dat de behoodigde werkkrachten uit sluitend via het arbeidsbureau worden betrokken, dat alleen werklooze arbeiders worden geplaatst en deze arbeiders bij het arbeidsbureau ingeschre ven blijven, dat, indien tij dens de uitvoering van het werk blijkt, dat te werk ge- n! stelde arbeiders in het vrije ;ro< Zi vei »ve tf sta kin de uw ivoi be Al zijn de Duitschers itge dan ook begonnen en etz al hebben de vervol- nai gingen van de Joden in dat land een einde ge nomen, daarmede (I voor dit volk de rust nog niet teruggekeerd en voltrekt zich de tra gedie van hun verwor penheid dagelijks op nieuw doordat zij over al komen te staan voor gesloten deuren. Duizenden Joden zijn Jj| indertijd door de Duit schers gedeporteerd naar Polen. Duizenden van hen zijn er omge komen, maar er zijn er ook, die het veege lijf hebben gered. Zij spre ken allen Duitsch, zij hebben Duitsche woonten en vandaar dat zij in Polen door de Russen' met de Duit schers over één kam worden geschoren en Polen moeten verlaten en terug naar Duitsch- land. lei bedrijf plaatsing kunnen vin den, de D.U.W. hun tewerk stelling zal beëindigen en evea- tueel het werk zal stopzetten. Tekort aan personeel. Het vraagstuk der perso neelsvoorziening baart, hoe wel het bearijfsleven nog slechts ten deele op gang is ge komen, reeds veel zorg. Meer dere bedrijven toch hebben ten aanzien van hun werk krachten met moeilijkheden te kampen. Een bijzondere moeilijkheid bieden de vrouwelijke arbeids krachten. Practisch alle be drijfstakken, waarin tot de be zetting in belangrijke mate vrouwen werkzaam waren, ontmoeten een ontstellend ge brek aan arbeidskrachten. Uitermate belangrijke indus trieën, als de texteilindustrieën, de confectiefabrieken, de was- scherijen e.a. kunnen daardoor niet op volle capaciteit wer ken. Doch niet alleen in de in dustrie, ook in huiselijke dien sten bestaat een ernstig tekort aan vrouwelijke arbeidskrach ten. Een enquête wordt inge steld om een inzicht te krijgen in de vraag, waar de meisjes, die voorheen in de genoemde industrieën werkten, zijn ge bleven en wat als iuiste oorza ken van hun wegblijven -moet worden beschouwd, terwijl me de het vraagstuk van het dienstbodentekort in studie is genomen. Sociale verzekering. Op 26 Maart 1943 werd door den toenmaüigen minister van Sociale Zaken een commissie ingesteld met opdracht alge- meene richtlijnen vast te stel len voor de toekomstige ont wikkeling der sociale verzeke ring in Nederland. Die com missie heeft een rapport uitge bracht waarin zij als haar oor deel uitspreekt, dat het wen- schelijk is over te gaan tot de invoering van een volksverze kering. welke uitgevoerd zou moeten worden door sociale raden, territoriale organen, waarin naast de overheid als zoodanig de belangrijkste en meest representatieve organisa ties uit de kringen der belang hebbenden in het betrokken gewest zitting zullen hebben. Thans is een kleine techni sche commissie ingesteld met opdracht om, voornoemd rap port tot grondslag nemende, uitgewerkte voorstellen tot herziennig en uitbreiding der sociale verzekering te ontwer pen. De commissie doet zich door de daarvoor in aanmer king komende organisaties en instellingen uit het maatschap pelijk leven voorlichten. Zij zal daartoe binnenkort met de be doelde organisaties en instel lingen mondelinge besprekin gen houden. Deze hebben de gelegenheid gehad schriftelijk haar standpunt ten aanzien van het Londensche rapport uiteen te zetten. De commissie stelt alles in het werk haar opdracht zoo snel dit kan te volvoeren. Het vraagstuk van de positie van de ouden van dagen heeft hier bij de bijzondere aandacht. Sociale hulpverleening aan werklooze arbeiders. Na de bevrijding werd bij de verordening van het M. G. van 16 Mei 1945 de oude steunrege ling vervangen door de rege ling „overbruggingsuitkee- ring". Zooals de naam reeds aan duidt, bedoelde deze nieuwe re geling aanvankelijk een over gangsregeling te zijn ter voor ziening in het onderhoud van de arbeiders die na de bevrij ding werkloos waren. Dit bracht met zich mede, dat in bedoelde regeling bepalingen (en ook leemten) voorkwa men, welke bij een voortbe staan van de regeling over een langer tijdperk dan de eerste overgangsperiode tot minder gewenschte gevolgen moesten leiden, c.q. reeds geleid heb ben. Dit heeft behalve tot sti muleering van controle genocvnt tot het aanbrengen van enkele wijzigingen, waarvan als de voornaamste genoemd worden: het binden van de uitkeerin een aan een bepaald maximum, de inschrijving van de gezins leden hoven 16 iaar van de oyerbrueginesuitkeering ge nietenden bij de Gewestelijke Arbeidsbureaux en de moge lijkheid tot uitsluiting van ar beiders die behooren tot een groen, waarin ieder geacht kan worden arbeid te kunnen vin den. DE DUISTERE BLADZIJDE DER BEVRIJDING. F EN groote fout is begaan toen de Re geering de eerste dag 11a de bevrij ding met onvoldoende middelen en on voldoende geschoold personeel de jacht liet openen op N-.S.B.'ers, op andere landverraders, op collaborateurs en pro fiteurs. Toen is Mussert gepakt. Maar ook het vrouwtje, dat de wasch deed voor een Feldwebel. Wij lezen dat het Bijzonder Gerechts hof te 's-Gravenhage een „Nederlan der". die in Duitschen krijgsdienst trad veroordeelde tot 1 jaar gevangenisstraf. Dit is veel te weinig, zal men zeg gen Het vrouwtje, dat de wasch deed voor den Feldwebel -zit dadelijk ook een jaar! En mandenlang heeft gezeten de man. die volgens zijn boeken geregeld contributie betaalde aan de N.S.B. Aan den Nederlandschen Schaakbond wel te verstaan! Er is onvoldoende kampruimte en men beschikt niet over personeel, dat voor zijn taak is berekend. Dat is uit den treure herhaald. Maar het is zoo en het Zondagavond gebeurde het. Niet wereldschokkend, niet geweldig maar toch de moeite van het vertellen waard. Er gingen veel menschen naar het Lof. Het was druk in de buurt van de kerk. Jantje, Pietje en Rietje gin gen ook. Ze maakten er een pretje van en iedere bel was raak. Onder onbedaarlijke pret en gegil, elkander stootend en duwend, drukten zij op iedere schel en trokken elke bel. Hard weghollenen even verder kijken, wat voor resul taat hun bellen opleverde. Menige deur ging open. Me nige deur werd nijdig dichtge smeten. Ze kregen er niet eerder ge noeg van tot ze vlak bij de kerk waren. De pastorie-bel lieten ze met rust. Heilig respect! Vlak voor de kerk werden de drie belhamels aangespro ken: ,.Zeg, gaan jullie daarom naar het Lof, om overal belle tje te trekken. Ik zal je vader eens vertellen, hoe netjes jullie je op straat gedragen". Het drietal proestte het uit: Geef niks. Da magge we gerust doen, want me vaoder en me moeder deeën et ook. Dat heb- be ze ons selfers verteld: Daar zit hem de kneep. Vader en moeder deden het, dus is het goed. Dus mag ik het ook gerust doen. Zoo redeneeren kinderen en geef ze eens ongelijk? Daarom mogen vader en moeder wel goed uitkijken en oppassen en zorgen dat wat ze doen en zeggen, ook werke lijk goed is. Het is niet verstandig om aan je kinderen alle katte- kwaad en vlegelstreken uit je kinderjaren in geuren en kleuren te vertellen. 't Is niet verstandig. En al denk je van niet, toch verlies je er je prestige mee. Een verstandig kapelaan vertelt al zijn jongensstreken ook niet aan zijn misdienaars en de onderwijzer op school ver telt al evenmin, wat hij in zijn jongensjaren op zijn kerfstok had, want reken maar dat ze het vandaag ot morgen na doen enwaar blijft je ge zag om het te verbieden? „In de donkere straat waar het belletje gaat". Heb je wel eens heel erg ziek gelegen, zoo vdat iedereen zachtjes liep, bang dat een trap zou kraken of een deur zou slaande zieke kon niets hebben. En ineensrang. Ruw en driftig raast lang de bel. Schrik in heel het huis. De zie ke wakker. Pijn. Wat is er? Och, niets, alleen even „bel letje getrokken". Een klein kruidenierswinkel tje.... 'n moeilijk bestaan. D'r wordt gebeld. Uit de kamer achter de winkel komt moeder naar voren. Niemand in 't win keltje. Ze gaat terug. Er is nog genoeg te naaien ze heeft zeven peuters en de verdien sten zijn niet groot. Weer gaat de pel.... weer naar vorenweer niets, tot drie maal toe. In het schemerige winkeltje houdt een moede vrouw zich vast aan den toonbank.... moet ze dan telkens voor niets naar voren komen? Och. het was maar „belletje trekken". Kinderen doen dat. Kinderen weten dat niet, denken daar niet aan. Maar ouders weten dat wel, moeten daaraan denken en daarom moeten ze dit maar eens aan hun kinderen vertel len. is nog zoo. Er zijn gevallen van mis handeling en er zijn feesten georgani seerd. Het een zoowel als het ander be hoorde tot de uitzonderingen. Men moet niet overdrijven. Het kenmerk, dat de kampen dragen is dat van wanorde of althans gebrek aan tucht. Er worden nu geregeld iieden voor waardelijk in vrijheid gesteld. Maar de illegaliteit blijft zich verzetten tegen voorwaardelijke in vrijheidstelling op groote schaal. Men mist een doortas tend optreden. Wanneer men leest, dat de voorzitter van het Haagsche Tribu naal (dat zijn werkzaamheden nog niet heeft aangevangen) zijn bureau-outillage bij elkaar moet bedelen, dan be hoeft men niet eens meer te vragen waar de krachtige hand blijft, die zorgt, dat de interneeringskampen dusdanig zijn, dat men er de pers kan toelaten Ergens in Beieren, aan voldoende toiletten, ge- de rand van besneeuwd sprongen waterleiding terrein wonen en leven 6300 Poolsche Joden, hoewel er slechts plaats is voor 4200. Wonen en leven zijn begrippen, die te mooi zijn voor de omstandigheden, waar in deze menschen voor wie geen weg terug meer bestaat, verkee- ren. Het is een omge ving geschikt voor den harden Duitschen sol daat, maar niet voor hen die beestachtige ja ren achter den rug heb ben en hunkeren naar een normaal bestaan. Doch alles herinnert hier aan de doorstane ellende: het samenhok ken in donkere, voch tige ruimten, de barre winterkoude die door voor geen glas kan wor den verkregen, naar gebroken vensters, waar binnensluipt, ijskoud water, waarmee men zich moet wasschen. On- buizen, onvoldoende dekking en kleeding en vooral het miserabele eten van slechts 199 ca lorieën van een samen stelling, die tot onder voeding moet leiden. Als ik een kamer, of moet ik zeggen „woon- hoek" betreed springen alle mannen in de hpu- ding. Dat is de tot ge woonte geworden reac tie op een uniform, zoo als ze dat vele jaren moesten doen! „The Holy City" Ik luister in de avond uren naar orkesten van de Dachaubewoners, die niet zelden niet uit- doofbare levensvreugde in muzikale virtuositeit uiten. Ik hoor het aan grijpende, zelfbewuste partisanenlied, dat de strijdende Joodsche groepen lang heeft aan gevuurd; weemoedige ghettoliederen en reli- gieuse muziek. Het is een wonderlijke erva ring hier het leven van deze klein Joodsche „re publiek" in de Beiersche bergen gade te slaan. De kinderen. Er zijn er hier 800, de meesten waren bij de boeren verstopt in Po len en Litauen of zwier ven met de partisanen in de uitgestrekte Rus sische bosschen. Ik sprak een 13-jari- gen jongen, die drie jaar tegen de Duit schers had gevochten in een groep van 500 man. Zij werden door de lucht door de Russen van wapens voorzien. Het was een leuk joch met pientere donker bruine oogen en een lach op zijn snuit, die rustig vertelde, hoe hij de nazi's met handgra naten had gedood. Oiv danks de verschrikkin gen was hij nog een frisch kind gebleven. Hij wil als electromonteur naar Palestina en leert nu ijverig Hebreeuws met enkele tientallen andere jongens en meis jes, die allen sporen van ellende vertoonen. De vüf tien jarigen zijn zoo klein, dat men hen acht of negen zou ge ven. Aangrijpend was het spel van kleuters, die tijdens de campagne in de bosschen en elders geboren werden en on bewust zijn van het door de ouders doorstane leed. Zoo leven er daar in de Beiersche Alpen een kleine 7000 Joden en op drie kilometer afstand zijn er zeven massagra ven waarin meer Joden werden geborgen dan dit barakkenkamp thans bevat. Er is sociale lei ding noodig en er wor den sociale helpsters ge vraagd, want heel deze kleine republiek wordt slechts door elf men schen geleid. En terwijl zij zingen en hun wee moedige muziek ma ken, verkleumd van kou, blijven zij li'd- zaam afwachten wan neer de deuren van het „Beloofde Land" voor hen zullen opengaan. „Of erghens so ramp- zaligh schepsel zwerf als ïck". De tegenstelling is schrijnend. Eener- zijds worden notoire landverraders, wan neer zü voor een Gerechtshof terecht staan, met een juridisch formalisme om- Keven. dat hun proces maanden lang sleepend houdt, terwijl de uitslag in vele gevallen niet in verhouding staat tot het gepleegde misdrijf, anderzijds worden gevangen gehouden en worden als misdadigers behandeld mannen en vrouwen, die óf onschuldig zijn óf er met een gevangenisstraf zullen afkomen, die men gelijk stelt aan hun voorarrest omdat dit nu eenmaal zoo en zoo lang heeft geduurd. De landverrader die voqr het Hof komt wordt met alle égards omgeven, welke een goed strafproces nu eenmaal in acht moet nemen al overdrijft men dit o.i. ten koste van de geboden snel le en krachtige berechting, welke eischt. dat men met misdrijven ten tijde van oorlog tegen land en volk bedreven korte metten maakt. Doch de man die bij den P.O.D. geroepen wordt omdat zijn concurrent hem heeft aangebracht, zal kunnen ervaren, dat de P.O.D. er ger dan formalistisch is. Ook al weer bij gebrek aan geschoold personeel treedt hier voor formalisme in de plaats on voldoende besef van wat het zeggen wil in een rechtsstaat de vrijheid van een onderdaan aan te tasten. De be dachtzame en geschoolde officier van Justitie met zijn ervaring slaat eerst toe indien hij zeker van zijn zaak is. Tot zoolang behandelt hij den verdach te als de Nederlandsche staatsburger, die.... onschuldig is en ook daarna weet de officier dat niet hil maar de rech ter de schuld moet vaststellen en den schuldige moet straffen. Er Ioopen duizenden gestaakte amb tenaren rond. die hun salaris doorbe taald krijgen In een onzalig oogenblik heeft men het instituut der staking inge voerd. De stadhuisbode die. daartoe ge dwongen eens met een busie van de Winterhulp heeft geloopen. is gestaakt. Het ware ook staatsgevaarlijk geweest hem in dienst te houden om daarna zijn zaak eens rustig te onderzoeken. Waarom niet volstaan met de moge lijkheid van schorsing en van ontslag? Ontslag voor de sprekende gevallen en schorsing waar een eerste onderzoek duidelijk maakte, dat voortzetting der werkzaamheden hangende het on derzoek ongewenscht inoest worden ge acht? Duizenden gestaakten zullen straks in hun functie worden hersteld, maar le venslang het merkteeken der staking blij ven dragen ook al zou met een beris ping, met overplaatsing of met een an dere maatregel kunnen zijn volstaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

De Burcht | 1945 | | pagina 5