200.000
menschen
in gevaar
4
Ook de
nieuwste
Schepen aan Amerika
gevraagd
Mussert voor
zijn rechters
Duitschland's toerustingen
tot den oorlog-
?ri Woensdag 28 November 1945
fcll
No. 134
ive|
vej
va
■scl)
ire
de
g
err
Ini
ui
u ti
tfg
HET WEER
tot Donderdagavond.
Aanvankelijk matige,
later weer toenemende
meest Westelijke wind.
Wisselende bewolking,
plaatselijke ennkele
buien. Zelfde tempera
tuur.
Katholiek Dagblad voor Leiden en Omstreken
HooldredacteureuRector H. L. J. M. Sondaal en Mr. Dr. C. C. A. van Haren; Redacteuren; Prof. Dr. W. Awelberga (Anton
van Duinkerken) en Joop Siebelt; Directeur: C. G. v. Elburg. Bureaux; Papengracht 32, Telefoon Redactie 2001S, Administratie 20824
Abonnementsprijzen: f0.26 per week, f 1.10 per maand, f3.20 per kwartaal. Franco per poet f4.20
boeken bevatten
oude bladzijden
DRAMATISCH BEROEP OP DE WERELD
90:
IE
Op een persconferentie hebben de voor
zitter van het Bataviaasche Roode Kruis,
de heer A, Gutwirth, (vertegenwoordiger
van de Zwitsersche regeering), de heer
A. H. lig en mevrouw G. H. J. Fokkcma
(vertegenwoordigster van de vrouwen
uit interneeringskampen) een dramatisch
beroep gedaan op de geheele wereld om
bijstand te verleenen in de evacuatie van
de 200.000 menschen op Java, wier levens
constant gevaar loopen.
Op deze conferentie werd ook de
tekst van de petitie, die aan van Mook
is aangeboden aan de pers verstrekt.
De heer Gutwirth onderstreepte, dat
de aanbieders van deze petitie geen en
kele regeering willen becritiseeren.
maar slechts feiten noemen. HU deed
in het bijzonder een beroep op Ame
rika. om zoo spoedig mogelijk te hel
pen. „Wat wij noodig hebben zQn sche
pen, om de vrouwen, kinderen en an-
Het kleine baasie
Hij is arrogant, zooals hU staat met
zijn hoofd een beetje scheef, schuin
naar het licht geheven, luisterend naar
de dagvaarding.
Een klein manneke, een burgerventje
in zijn hoogste creatie een klein baasje.
Wie gedacht zou hebben dat ..de lei
der'' met zijn volle geluid daverend over
„Volk en Vaderland", fel en geweldig
zou zijn in zijn optreden, heeft dit pie
termannetje nooit doorzien.
Hij is irriteerend beleefd, hij buigt
netjes en staat het volgende oogenblik
weer recht in de houding.
Als Mussert gevraagd wordt: „Bekent
u het tenlaste gelegde", dan antwoordt
hij: „Voor zoover de aanklacht uittrek
sels bevat uit mijn redevoeringen en ar
tikelen zal zij wel juist zijn. Maar", en
hij zegt het met nadruk, „mijn bedoe
ling was niet Nederland onder Duit-
sche heerschappij te brengen", en de
leider verklaart met even een verhef
fing van stem: „Ik heb integendeel vijf
Jaar lang ailes gedaan wat mogelijk was
om het Nederlandsche volk onder-
vreemde heerschappij vandaan te krij
gen".
De Statenbond.
Als de president hem vraagt: ,,U
geeft toe, dat u een bond van Ger
maansche staten wilde stichten", ant
woordt Mussert: „Ja zeker, mijnheer de
president".
Mussert doet pogingen om ons in zijn
naieviteit te doen gelooven, want hij
vertelt dat Hitler van plan was om af
te treden en dat dan een ander als de
„Statenbond" gevormd zou zijn
„Fuhrer" van het Duitsche volk zou
worden.
De president: „Had u eenige waar
borg, dat Hitier werkelijk zou heen
gaan?"
Mussert: „Waarborg? Neen, dat niet.
maar Hitier zelf zei het mij."
De eed van trouw.
Uit verschillende stukken blijkt, dat
Mussert voortdurend ons land als op
een presenteerblaadje voor de komen»
de Germaansche Statenbond aan den
Fuhrer heeft aangeboden. Er blijkt een
verslag te zijn van de beruchte plech
tigheid in de Reichskanselarij in Ber
lijn. waar Mussert de eed op den
Fuhrer aflegde. „Ik zweer Adolf Hitler
als Germaansche Fuhrer trouw tot aan
den dood. Zoo waarlijk helpe mij God
almachtig".
Mussert heeft zijn onderhoorigen in
talloos vele gevallen dieïelfde eed la
ten afleggen en hij tracht zich nu te
redden met te beweren, dat hij uit
drukkelijk bij het afleggen van dien
eed aan den Fuhrer heeft verklaard,
daarmee niets te willen doen wat in
strijd is met de waardigheid en de eer
van het Nederlandsche volk (Alsof Mus
sert eenig begrip heeft van Nederland
sche eer en Nederlandsche waardig
heid!)
Als Mussert beweert, dat de Fuhrer
hem dan ook had toegezegd, dat niets
van hem zou worden gevorderd in
strijd met die Nederlandsche eer en
waardigheid, merkt de president op. dat
daar niets van in liet verslag is opge
nomen, waarop Mussert spijtig zegt:
„En hij heeft het toch zoo beloofd."
De president: „De Duitschers kwamen
wel meer beloften niet na".
En Mussert kan alleen maar zeggen
met open mond: „Oh!"
1 dere bedreigden naar veiliger oorden te
brengen. De meesten van hen wilden
niet weggaan, omdat zij dit land als
hun vaderland beschouwen. Maar nu
kunnen zij niet langer wachten". De
heer Gutwirth richtte zich tot den ver
tegenwoordiger van bet Indonesische
Roode Kruis, toen HU zeide: „We heb
ben de Indonesiërs Roode Kruisvoorra-
den en een deel van onze fondsen aan
geboden. maar het aanbod Is afgesla
gen. Misschien wenschen zij onze hulp
niet. uit vrees voor critlek der extre
misten". Hierop verklaarde de Indone
sische vertegenwoordiger glimlachend,
dat het Indonesische Roode Kruis hulp
van de Rapwi krijgt.
VERSTERKINGEN DOOR DE LUCHT
NAAR SEMARANG.
De Britsche verliescijfers.
In acht Dakotavliegtuigen zijn eenige
honderden Britsch-Indische soldaten van
Soerabaja naar het centrum van on
rust: Semarang overgebracht. Volgens
de berichten: is Semarang door torpedo
jagers beschoten. Met de Mahrattasol-
daten die zijn aangekomen mee. be
draagt de sterkte aan Britsch-Indische
soldaten te Semarang nu ongeveer een
bataljon.
WU vernemen, dat de operaties te
Soerabaja het laatste stadium beginnen
te naderen. Nti het Darmogebied vast in
Britsche handen is gekomen, zullen
naar .men verwacht, spoedig alle weer
standsnesten zijn opgeruimd, de laatste
verliescijfers zijn, naar Reuter meldt:
I gesneuveld: 12 officieren, 4 officieren
I met speciale opdracht van den onder
koning, 2 manschappen en 91 Britsch-In
dische manschappen. Gewond: 16 offi
cieren, 14 officieren met speciale op
dracht van den onderkoning. Vermist:
4 officieren, 3 officieren en 99 Britsch-
Indische manschappen.
NEURENBERG.
Het proces tegen de oorlogsmisdaigers. Herman Goering en Hess tijdens het
verhoor van oorlogsmisdadigers. Foto: Anefo-P.
Het wereldgerecht te Neurenberg
Op de zesde dag van het proces werd in den loop van den morgen
Schacht onderhanden genomen. Bij het begin van de zitting was hij druk
in gesprek met een opgewekt en lachend gezicht met verschillende van
zijn mede-beklaagden. Maar de opgewektheid verdween al heel spoedig
toen de Amerikaansche aanklager zeer droog, maar vlijmscherp het ma
teriaal becommentarieerde waaruit Schacht's onafwijsbare schuld sprak
aan de voorbereiding tot den oorlog, die Hitier ontketende.
Het materiaal bestond voornamelijk
uit Schachts persoonlijke memorandum
aan Hitler over de financiering der be
wapening. Schacht noemde hierin de
voltooiing van het bewapeningspro
gramma de opgave der Duitsche poli
tiek. Hij betreurde het dat de propa
ganda zich niet openlijk tot het Duit
sche volk kon keeren om dit duidelijk
te maken vanwege de internationale
positie en het nadeel voor den buiten-
landschen handel. „De toch reeds bijna
onmogelijke financiering der bewape
ning zou daardoor nog veel moeilijker
worden", schreef hij. Schacht waar
schuwde ook tegen het gebruik der
Vijf jaren lang heeft van
hieruit onze arbeid voor In
donesië stilgelegen en nu. na
drie maanden vrede, zijn wij
nog in afwachting. Dit is
voor zeer vele missionaris
sen een groote teleurstel
ling. maar niet minder voor
al degenen, wien het mis
siewerk ter harte gaat.
Daarom is het goed in ver
band met de thans aan de
orde gestelde problemen
zich te bezinnen op onzen
missiearbeid.
In Indonesië heerscht thans
een zeer moeilijke politieke
situatie, die echter niet uit
sluitend een politieke kant
heeft. Politieke en economi
sche factoren hebben in de
geschiedenis der missie
steeds een groote rol ge
speeld.
Wij moeten ons nu-juist
weer eens goed herinneren,
dat het missiewerk der ka
tholieke kerk geen wercl !-
sche doeleinden nasfrecft.
De belangen der missiën zijn
nooit of mogen althans nooit
verbonden worden met de
nationale belangen. Zoo is
het leven van bet ndonesi-
sche missiewerk niet afhan
kelijk van het al of niet
terugkeeren van het Neder
landsche gezag aldaar.
MAAR WELKE PRACTI-
SCHE HOUDING VRAAGT
DIT VAN DE MISSIE?
Om deze vraag te beant
woorden moet eerst een an
dere gesteld worden: heelt
het Indonesische nationalis
me recht op onze instem
ming?
Die vraag kan bevesti
gend beantwoord worden.
Wij moeten goed bedenken,
dat wat zich thans vooral
op Java afspeelt, een uiting
is van den vrijheidsdrang
van het Indonesische volk.
Reeds vele jaren geleden
schreef de beroemde kenner
van Indië en feitelijk' ont
werper van Atjeh, prof. dr.
S. Snouck Hurgronje in zijn
brochure „Colijn en Neder-
landsch-Indië, Leiden 1928
dat men in Nederland moet
weten, dat de tijd vooroij
is, dat er bij eenig Azia
tisch volk vrede zou zijn mét
een Westersche overheer-
sching. En toch hoort men
ook nu nog vaak beweren,
dat de massa van het volk
hier buiten zou staan fen
niets liever verlangt dan de
terugkeer van het Neder-
landsch gezag.
Deze foutieve beoordee
ling heeft ons in het verle
den reeds vele parten ge
speeld. Het gaat werkelijk
niet aan te blijven zeggen,
dat het volk zich hier niet
uitspreekt.
KOLONIALE
NEUTRALITEIT.
Wi] mogen ons niet een
zijdig laten voorlichten door
zoogenaamde oud-Indisch-
gasten. die vaak, zonder
hun schuld, al te zeer ge
ïnfecteerd zijn door den voor
de Indonesiërs zoo grieven
de superioriteltswaanzin en
wat men koloniale mentali
teit noemt. Zij beschouwen
het werk, dat Nederlanders
daar verrichten als hun
werk. Indië als bun Indië.
Nu komt de Nationale Be
weging met tallooze klach
ten en verwijten; deze zijn
overigens meestal oud. maar
vroeger praatte men daar
immers nooit over. Indien
deze gerechtvaardigd zijn,
vallen zij uiteraard en in
de eerste plaats op hén
terug.
Het is niet prettig noch
gemakkelijk fouten te er
kennen, zeker niet tegen
over een Nedèrlandsch pu
bliek, dat men steeds heeft
voorgehouden, dat alles
daar zoo prachtig was en dat
de Inlander zoo welvarend
was onder het Nederlandscli
bewind. De fouten en scha
duwzijden werden in ons
land zorgvuldig verborgen.
Sprak iemand er over, dan
bleef het de stem van den
roepende in de woestijn,
zooals Snouck Hurgronje en
de katholieke hoogleeraar
C. C. Berg in „Nederland
sche cultureele invloed in
Indië". (Rede gehouden voor
het Indisch Genootschap in
Den Haag 1938).
In het algemeen kan men
dus van de oud-lndiscligas-
ten zeggen, dat zij den te-
genwoordigen stand van za
ken op hun fatsoen trekken
en daarom gaan beweren,
het Indonesische volk wil dil
alles niet, het zijn alleen
de extremisten. Het geestige
bankbiljettenpers voor de financiering.
HU betreurde het dat de drukpers reeds
vanaf het begin der bewapening was
gebruikt, men had die beter voor het
laatste stadium kunnen bewaren.
Schacht deelt in dit memorandum mede.
dat de Reichsbank de bü haar berus
tende marktegoeden van buitenlanders
had gebruikt voor de financiering der
bewapening. Hij hield het voor nood
zakelijk dat andere dan bewapenings
uitgaven sterk werden bekrompen.
Jodl onder het mes.
De tweede beschuldigde, die onder
het vlümscherpe mes van Alderman ge-
hierbij is, dat zU zich vroe
ger nooit zooveel, misschien
nauwelijks om het volk be
kommerd hebben. Maar on
danks deze kleineering van
dit groote gevaar blijft het
feit. dat ook Indonesië geen
koloniale verhoudingen meer
met Nederland hebben wil.
4c Volkspartij wint in
Oostenrijk
I J IT de thans overvloedig binnenko-
mende berichten aanguat.de de ;r-
kiezingen in Oostenrijk blijkt, dat de
Volkspartij, de partij der Katholieken. 80
zetels in Oostenrijks nationale verga
dering heeft gekregen. De sociaal-demo-
caten verkregen en 72 en de commu
nisten slechts 3.
Nog niet alle uitslagen zijn' bekend
maar wanneer de Volkspartij er nog 3
zetels bijwint, beschikt zü zelfs over de
volstrekte meerderheid.
Het meest merkwaardige en evenzeer
verheugende feit is de ondubbelzinnig
duidelijke nederlaag van de communis
ten. Ook hier zal wel weer de erva
ring van theorie en praktijk een ge
weldige rol hebben gespeeld. Immers
de Oostenrijkers hebben nu van dichtbij
en aan den lijve de weldaden van liet
communisme en de vervulling van huu
zoo mooi uitgezegde beloften kunnen
ondervinden. Ze hebben er blükbaar ra
dicaal genoeg van.
Vervolgens is het opmerkelijk, dat
Weenen dat in het verleden overwe
gen sociaal-democraten afvaardigde,
thans op deze partij slechts 57 pet. van
de stemmen vereenigde, terwUl de ka
tholieken voor de eerste maal in 7 dis
tricten van deze stad de meerderheid
verwierven.
Volgens de Oostenrijksche grondwet
zal de leider der Volkspartij het rijks
kanselierschap vervullen. Dit zal dan zün
de 43-jarige Leopold Feigl.
De twee groote traditioneele partijen,
de katholieken en de socialisten, zün
als overwinnaars uit den strüd geko
men en nu is de meest logische gang
van zaken, dat er een twee-partijen-re
geering wordt gevormd die de verant
woordelijkheid op zich neemt. De roo
de vloed is in het Oosten blijkbaar
reeds over zijn hoogtepunt heen.
GERECHTVAARDIGDE
E1SCHEN.
Deze eischen kunnen wQ
als katholieken volkomen
eerbiedigen als gerechtvaar
digd en goed. Wij mogen
dus. als missioneerendc ka
tholieken, volstrekt niet den
schijn wekken als zouden
wij met die Nederlanders,
die deze koloniale verhou
ding willen herstellen, des
noods met wapengewela,
gemeene zaak maken. Dit
zou onze missioneering voor
goed onmogelijk maken, ook
zelfs indien die koloniale
macht hersteld zou worden.
Bovendien zal het missie
werk beter kunnen slagen
en de missie haar taak be
ter en zuiverder volbrengen,
wanneer zü door de bevol
king niet kan vereenzelvigd
worden met de overlieer-
schende Nederlandsche groep.
Hoe vaak hoorde men niet
de klacht van Indonesiërs,
dat hun landgenooten. wan
neer zij katholiek werden,
voor de nationale zaak ver
loren waren. Dit moge in
schijn juist geleken hebben,
wij moeten ook hier den
schijn trachten te vermijden.
Bij een goed begrip van
onzen missieplicht tegenover
Indonesië behoort dus ook:
uitbanning van de koloniale
mentaliteit. Hier ligt een
noodzakelijke en dringende
taak voor de niissiewerkers
in Nederland.
nomen werd was Jodl. De Amerikaan
las deelen uit de rede waarmee Jodl 7
November 1943 te Munchen het moreel
van het leiderscorps trachtte op te voe
ren. Bormann had Rèichs- en Gauleiter
bijeen geroepen in verband met de
„lafheid", die zich in het volk begon
te openbaren naar aanleiding van het
verloop van den oorlog. Jodl sprak in
deze rede niet als soldaat maar als
I Nazi en hamerde op Hitiers oude aam-
beeld: oorlog wordt niet alleen met de
wapenen beslecht, maar vooral door den
wil van het volk. Hij wekte de lei-
I ders op tot een nieuwe propaganda
voor de opheffing van het moreel van
het volk.
„Alle lafaards", zei Jodl. „trachten
een uitweg te vinden. Zi] zeggen, dat
wij moeten onderhandelen, maar er kan
alleen sprake zijn van strijd tot het
einde. Alle soldaten dienen de rol te be
seffen. gespeeld door het Nat.-Socialis
me bij het wedcropwekken van den wH
om te vechten".
„Hiermede", zoo vervolgde Alderman,
„heeft Jodl zich volledig met de Nazis
vereenzelvigd".
En dit was de man, die zich voor
God en zijn geweten niet schuldig
voelde!
Admiral Raeder voor het voetlicht.
Bijna den geheelen middag was ge
wijd aan de Duitsche verdragschendiu-
gen op marinegebied en de naam van
Raeder is aan welhaast al deze schen
dingen verbonden.
Het meeste materiaal ten bew'ijzé van
den Duitschen toeleg om de vlootbepa-
lingen te schenden levert het ma
nuscript getiteld: „Duitschlands strüd
tegen het verdrag van Versailles", dat
den wederopbouw van de Duitsche
vloot beschrijft. Voorts besprak Alder
man de militariseering van de Duitsche
burgerluchtvaart.
Stapels andere documenten werden de
zaal binnen gedragen, waarbij oude or
ders van Raeder in 1932 om verkapte
torpedobooten te bouwen en deze pas
te bewapenen wanneer de toestand der
politieke controle dit toestond. Alder
man merkte hierbij scherp op, dat deze
zinsnede zeer merkwaardig is daar het
volgend jaar de greep naar de macht
zou plaats hebben. Het zijn getuigstuk-
ken van de honderden wijzen waarop
de Duitsche marine de bepalingen ont
dook reeds voor de Nazis het bewind
gingen voeren. Zoo leest men in diverse
„geheime Kommandosachen" opmerkin
gen als de volgende: „De overschrij
ding van het kwantum machinegeweren
en dergelijke kan gebagatelliseerd wor
den". „moeilijk te ontdekken", „voor-
loopig niet vast te stellen".
De luchthartige wijze waarop de Duit
sche vlootbouw gefinancierd werd blijkt
uit Raeders eigen verslag van een on
derhoud met Hitler, waarin hij klaagde,
dat de fondsen voor den vlootbouw niet
toereikend waren om het versnelde pro
gramma voor 1938 klaar te krijgen. Hit-
Ier wist raad en zei. dat dr. Ley dan
maar 150 millioen van het Arbeidsfront
ter beschikking moest stellen.